Vanaf 1 januari 2015 past u verplicht de werkkostenregeling (WKR) toe.
De WKR houdt een nieuwe fiscale benadering van vergoedingen en verstrekkingen in. Wat veel werkgevers zich niet realiseren is dat ook oud-werknemers van invloed kunnen zijn op de toepassing van de WKR binnen hun bedrijf.
Binnen de WKR kunt u vergoedingen en verstrekkingen aanwijzen als eindheffingsbestanddeel in de vrije ruimte. Aangewezen vergoedingen en verstrekkingen zijn niet belast tot 1,2% van de totale fiscale loonsom. Daarboven vindt belastingheffing plaats tegen een eindheffingstarief van 80%. De hoogte van uw vrije ruimte is afhankelijk van uw totale fiscale loonsom in 2015.
Voor het berekenen van de vrije ruimte mag u het loon uit vroegere dienstbetrekking alleen meenemen als dit minder dan 10% bedraagt van de totale fiscale loonsom. Beoordeel daarom het aandeel van het loon uit vroegere dienstbetrekking binnen uw onderneming. Hiermee voorkomt u dat uw vrije ruimte lager is dan verwacht.
Loon uit vroegere dienstbetrekking is bijvoorbeeld een VUT- of pensioenuitkering die u betaalt. Maar ook een ontslagvergoeding die uw oud-werknemer bij ontslag meekrijgt vormt loon uit vroegere dienstbetrekking. Bedraagt het totaal van dit loon uit vroegere dienstbetrekking binnen uw bedrijft minder dan 10% van uw totale fiscale loonsom, dan mag u dit loon voor de berekening van de vrije ruimte meenemen. Is het echter hoger, dan telt dit loon niet mee voor de berekening van de vrije ruimte.
Maken uw oud-werknemers nog gebruik van de kortingsregeling voor producten uit uw eigen bedrijf of krijgen zij nog elk jaar een kerstpakket, houd er dan rekening mee dat dit verplicht uw overgebleven vrije ruimte vermindert.