Leent u wel eens personeel in voor uw onderneming?
Dan loopt u het risico op hoge boetes of aansprakelijkheid voor loonheffingen en btw als u de zaken niet goed geregeld heeft.
Van inlenen is sprake als personeel dat in dienst is bij een andere ondernemer in uw onderneming onder uw leiding of toezicht werkzaamheden verricht. De andere ondernemer kan een uitzendbureau zijn, maar bijvoorbeeld ook een collega-ondernemer die zijn personeel (tijdelijk) aan u uitleent.
Blijft het personeel onder leiding en toezicht van de andere ondernemer dan is er geen sprake van inlenen maar van aannemen van werk. U kunt dan niet als inlener aansprakelijk gesteld worden, maar mogelijk krijgt u wel te maken met de ketenaansprakelijkheid.
De inlenersaansprakelijkheid geldt voor loonheffingen én btw. In sommige gevallen moet de btw echter verplicht verlegd worden door de uitlener naar de inlener. De inlener draagt dan de btw af en kan deze tegelijkertijd als voorbelasting in aftrek brengen (tenzij de inlener uitsluitend vrijgestelde prestaties verricht).
Past een uitlener de verplichte verleggingsregeling ten onrechte niet toe en berekent hij btw op uw factuur, dan kunt u deze btw niet als voorbelasting in aftrek brengen. Wees daarom alert wanneer de verleggingsregeling van toepassing is en verzoek uw uitlener om deze toe te passen.
De verplichte verleggingsregeling bij uitlening van personeel geldt bij fysieke werkzaamheden aan onroerende zaken of schepen in de sectoren bouw, scheepsbouw, schoonmaak en hoveniers.
Het is niet altijd eenvoudig of eenduidig vast te stellen of de verleggingsregeling van toepassing is. Bij twijfel kunt u altijd contact op nemen met één van onze adviseurs.
Als inlener of doorlener kunt u uw aansprakelijkheid beperken door een aantal maatregelen te treffen, zoals het aanvragen van een verklaring betalingsgedrag, het registreren van de juiste gegevens, het storten op een G-rekening of het gebruik maken van de disculpatiemogelijkheid voor gecertificeerde uitleners.
Een uitlener kan de Belastingdienst vragen te verklaren dat hij alle loonheffingen en btw heeft betaald. Deze verklaring geeft u als inlener een beeld van de risico’s die u loopt, maar geeft u geen vrijwaring.
Een G-rekening is een geblokkeerde rekening van de uitlener of doorlener. U kunt uw aansprakelijkheid beperken door het deel van de factuur van uw uitlener dat bestemd is voor loonheffingen en btw te storten op de G-rekening. In de omschrijving bij uw storting vermeldt u het factuurnummer en eventuele andere identificatiegegevens van de factuur. Deze factuur moet aan de wettelijke eisen voldoen en het nummer of kenmerk van de overeenkomst, het tijdvak en de omschrijving of het kenmerk van het werk bevatten.
Daarnaast moeten uit uw administratie direct de gegevens van de inlening, de manurenadministratie, de betalingen en de BSN’s van het ingeleende personeel blijken. Als u aan de voorwaarden voldoet, wordt u als inlener voor het gestorte bedrag niet meer aansprakelijk gesteld. U kunt nog wel aansprakelijk gesteld worden voor een eventueel restbedrag indien de loonheffingen of btw hoger zijn dan uw storting.
Tot 1 januari 2016 kon u uw aansprakelijkheid ook beperken door een deel van de factuur dat bestemd is voor loonheffingen en btw rechtstreeks te storten op rekening van de Belastingdienst. Vanaf 1 januari 2016 is het echter niet meer mogelijk om rechtstreeks te storten.
Een aantal grote beursgenoteerde uitzendondernemingen heeft zekerheid gesteld voor de betaling van hun loonheffingen en btw. Als u personeel inleent van een dergelijke uitzendonderneming hoeft u voor vrijwaring niet 25% van het factuurbedrag op de G-rekening te storten. De Belastingdienst geeft aan dergelijke uitzendondernemingen jaarlijks een verklaring af. Beschikt uw uitlener over een dergelijke (geldige) verklaring en voldoet u aan de overige voorwaarden, dan kunt u het gehele factuurbedrag overmaken naar de uitzendonderneming en u toch nog beroepen op de disculpatieregeling.
Voldoet u niet aan de voorwaarden van de disculpatieregeling, dan is er nog een andere disculpatiemogelijkheid. Als het niet betalen van de loonheffingen en btw niet aan u en de uitlener te wijten is, zult u niet aansprakelijk gesteld worden. Een voorbeeld is een faillissement door plotseling verslechterde economische omstandigheden of uitzonderlijk slechte weersomstandigheden.
Elke ondernemer die personeel uitleent, is verplicht dit te registreren bij de Kamer van Koophandel (KvK). Ondernemingen die bedrijfsmatig personeel uitlenen (bijvoorbeeld uitzendbureaus) moeten in hun bedrijfsactiviteiten ‘ter beschikking stellen van arbeidskrachten’ aangeven. Ondernemers die niet-bedrijfsmatig personeel uitlenen (bijvoorbeeld een aannemer die tijdelijk personeel uitleent aan een collega-aannemer) hebben alleen een meldingsplicht bij de KvK.
Een zzp’er hoeft zich niet als uitzendonderneming te registreren bij de KvK.
Leent u personeel in van een ondernemer die dit niet heeft geregistreerd bij de KvK, dan riskeert u een hoge boete die kan oplopen van € 12.000 (bij minder dan 10 ingeleende werknemers) tot € 48.000 (bij 30 of meer ingeleende werknemers). Eenzelfde boete kan worden opgelegd aan de uitlener. Leent u een dga in (die tezamen met zijn echtgenoot ten minste 90% van de aandelen in zijn bv bezit) dan bedraagt de boete voor zowel de bv als de inlener nihil.
Controleer altijd voordat u zaken gaat doen met een uitlener of deze juist bij de KvK geregistreerd is. U doet dit eenvoudig met de gratis Waadi-check op de website van de KvK.
Als uw uitlener juist is geregistreerd bij de KvK levert dat nog geen vrijwaring voor de inlenersaansprakelijkheid op.
De Wet aanpak schijnconstructies (WAS) gaat uitbuiting en onderbetaling van werknemers en oneerlijke concurrentie tegen. Eén van de maatregelen van de WAS is dat een ingeleende werknemer vanaf 1 juli 2015 de inlener hoofdelijk aansprakelijk kan stellen als de uitlener het loon niet (volledig) aan de werknemer betaalt.
Dit betreft een ketenaansprakelijkheid. Dit betekent dat de inleenkracht ook de opvolgende doorlener aansprakelijk kan stellen, net zo lang tot het eind van de keten bereikt is.
De rechter oordeelt of u als inlener aansprakelijk bent voor het betalen van het achterstallig loon. U kunt een aantal maatregelen nemen om te controleren of u met betrouwbare bedrijven samenwerkt. Denk daarbij bijvoorbeeld aan:Met de voorgaande maatregelen zal een rechter eerder geneigd zijn om u niet aansprakelijk te stellen. De maatregelen bieden echter geen vrijwaring. Blijf daarom altijd alert en grijp in als u vermoedt dat de uitlener zijn werknemer niet meer (volledig) betaalt.
De ketenaansprakelijkheid geldt alleen voor opdrachtgevers die handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Een particulier kan dus niet met de ketenaansprakelijkheid te maken krijgen.
De inlenersaansprakelijkheid kan grote financiële gevolgen hebben voor uw onderneming. In deze advieswijzer zijn we nader ingegaan op de mogelijkheden om uw aansprakelijkheid zo veel mogelijk te beperken. Neem voor meer informatie contact met ons op.