Personal touch in finance

10 november 2016

Branchewijzer Modelovereenkomsten in de transportsector

10 november 2016

Heeft u chauffeurs werken voor uw onderneming die niet formeel bij u in dienstbetrekking zijn?

Wees dan bewust van het risico op de aanwezigheid van een dienstbetrekking en de gevolgen daarvan voor verplicht in te houden loonheffingen en af te dragen premies werknemersverzekeringen.

Tot 1 mei 2016 was dit risico nog gedekt door middel van een VAR-wuo of VAR-dga. Nu de VAR is vervallen, kunt u alleen nog zekerheid krijgen over de loonheffingen als u werkt met een door de Belastingdienst goedgekeurde modelovereenkomst.

Modelovereenkomst beroepsgoederenvervoer

Vanaf 1 mei 2016 kunt u als opdrachtgever alleen nog zekerheid krijgen over de loonheffingen en werknemersverzekeringen indien u gebruik maakt van de door de Belastingdienst beoordeelde overeenkomsten. Dit kan een algemene of meer branchespecifieke modelovereenkomst zijn die u op de website van de Belastingdienst aantreft. TLN heeft een voorbeeld voorgelegd bij de Belastingdienst. U vindt deze op de website van de Belastingdienst.

Tip:

Past deze modelovereenkomst van TLN niet bij uw situatie dan kunt u ook een eigen individuele overeenkomst laten beoordelen door de Belastingdienst.

Let op!

Maakt u gebruik van een modelovereenkomst dan heeft u alleen vrijwaring als ook daadwerkelijk volgens die overeenkomst gewerkt wordt. Zorg daarom dat de modelovereenkomst waarmee u werkt in overeenstemming is met uw individuele omstandigheden en werkwijzen.

In de modelovereenkomst op de website van de Belastingdienst zijn de artikelen die van belang zijn bij het oordeel of sprake is van een dienstbetrekking geel gemarkeerd. Als u deze artikelen aanpast, heeft u geen zekerheid meer over de loonheffingen. De overige artikelen kunt u aanvullen of aanpassen naar uw eigen situatie zonder dat de zekerheid vervalt. Zorg er hierbij wel voor dat door aanvulling/aanpassing geen strijd ontstaat met de geel gearceerde artikelen. Anders vervalt de zekerheid alsnog.

Let op!

Op de website van de Belastingdienst is ook een individuele modelovereenkomst eigen rijder geplaatst. In deze individuele modelovereenkomst zijn geen gele markeringen aangebracht. U kunt deze overeenkomst daarom alleen gebruiken als u werkt onder dezelfde omstandigheden en in hetzelfde beroep. Twijfelt u daarover, maak dan gebruik van de branchespecifieke modelovereenkomst of maak uw eigen overeenkomst en leg deze ter beoordeling voor bij de Belastingdienst.

Wat mag u niet wijzigen in de TLN modelovereenkomst

In de modelovereenkomst van TLN mogen onder meer de volgende bepalingen niet gewijzigd worden:
  • de chauffeur maakt gebruik van een vervoermiddel met een totaal toegestane massa van meer dan 3.500 kilo die zijn eigendom is of welke hij least,
  • de chauffeur exploiteert een transportbedrijf, al dan niet aangevuld met andere logistieke activiteiten,
  • de chauffeur is in het bezit van een vergunning als bedoeld in de Wet wegvervoer goederen (Wwg),
  • de chauffeur is aansprakelijk voor het tijdig afleveren van de lading en de staat van de lading tijdens het vervoer,
  • de chauffeur draagt voor eigen rekening zorg voor de brandstof,
  • de chauffeur beschikt over een btw-nummer en inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

Wijkt uw situatie af van deze bepalingen dan heeft u geen vrijwaring voor de loonheffingen als u gebruik maakt van de modelovereenkomst van TLN. U kunt wel uw eigen individuele overeenkomst laten beoordelen door de Belastingdienst. Overleg hierover met onze adviseurs.

Tip:

U bent niet verplicht om een modelovereenkomst af te sluiten. Indien u geen gebruik maakt van een modelovereenkomst heeft u echter ook geen zekerheid over de loonheffingen.

Overgangsfase

Van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017 geldt nog een overgangsfase. Gedurende deze periode krijgen u de tijd om uw werkwijze aan te passen. De Belastingdienst zal een terughoudend handhavingsbeleid hanteren hetgeen betekent dat de nadruk ligt op voorlichting en hulp bij implementatie. Dit is anders indien de Belastingdienst constateert dat feitelijk sprake is van een (fictieve) dienstbetrekking en opdrachtgever en opdrachtnemer geen enkele inspanning doen om de overeenkomst of werkwijze zo aan te passen dat geen sprake meer is van een (fictieve) dienstbetrekking. De Belastingdienst zal in dat geval wel handhavend optreden.

Let op!

Om te voorkomen dat de Belastingdienst met terugwerkende kracht vanaf 1 mei 2016 kan naheffen hoeft u niet klaar te zijn op 1 mei 2016. U moet echter wel vanaf 1 mei 2016 kunnen laten zien dat u zich inspant om te komen tot een juiste overeenkomst en werkwijze. Laat dus zien dat u bezig bent met de modelovereenkomsten. Maak totdat u klaar bent vanaf 1 mei 2016 in ieder geval gebruik van een modelovereenkomst van de website van de Belastingdienst die het best past bij uw eigen situatie.

Deadline 1 mei 2017

Vanaf 1 mei 2017 moet u uw zaken definitief op orde hebben. De Belastingdienst zal vanaf die datum handhavend optreden als dat niet zo is. Hierbij kan sprake zijn van terugwerkende kracht als de dienstbetrekking feitelijk al voor 1 mei 2017 bestond. Beschikt u over een VAR met vrijwarende werking tot 1 mei 2016 dan geldt die terugwerkende kracht maximaal tot 1 mei 2016.

Beoordelingskader modelovereenkomsten: dienstbetrekking of niet

De Belastingdienst beoordeelt de modelovereenkomsten uitsluitend op de gevolgen voor de loonheffingen en werknemersverzekeringen. Deze beoordeling betreft het antwoord op de vraag of sprake is van een dienstbetrekking. Voor de aanwezigheid van een dienstbetrekking dient in ieder geval aan de volgende drie voorwaarden te zijn voldaan:
  • De opdrachtnemer is verplicht persoonlijk arbeid te verrichten.
  • De opdrachtgever is verplicht hiervoor een beloning te betalen.
  • Er is sprake van een gezagsverhouding tussen de opdrachtgever en de opdrachtnemer die vergelijkbaar is met werkgeversgezag.

De beoordeling of sprake is van een dienstbetrekking is niet eenvoudig te maken en is sterk afhankelijk van de feitelijke situatie. Als hulpmiddel kan gebruik worden gemaakt van het door de Belastingdienst gepubliceerde overzicht met bepalingen die wel of juist niet tot een dienstbetrekking kunnen leiden. Daarnaast heeft de Belastingdienst haar beoordelingskaders van de modelovereenkomsten gepubliceerd.

Tip:

Het overzicht en de beoordelingskaders kunnen een hulpmiddel zijn bij het bepalen of sprake is van een dienstbetrekking. Zekerheid heeft u alleen als u gebruik maakt van een modelovereenkomst en in de praktijk ook daadwerkelijk volgens die overeenkomst werkt.

Twijfelt u of één van de gepubliceerde modelovereenkomsten past binnen de werkwijze van uw onderneming, leg dan uw eigen modelovereenkomst ter beoordeling bij de Belastingdienst voor.

Fictieve dienstbetrekkingen

Een fictieve dienstbetrekking is een arbeidsrelatie die weliswaar geen echte dienstbetrekking vormt, maar waarvan de wet bepaalt dat deze voor de loonheffingen en werknemersverzekeringen toch als dienstbetrekking wordt aangemerkt. De fictieve dienstbetrekking vormt in veel situaties een adder(tje) onder het gras. Is namelijk geen sprake van een echte dienstbetrekking, kan onverwacht toch wel sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking. Tot 1 mei 2016 hoefde u zich niet om die fictieve dienstbetrekking te bekommeren omdat de VAR-wuo en de VAR-dga automatisch voor uitsluiting van de fictieve dienstbetrekking zorgde. Onder de modelovereenkomsten is dat vanaf 1 mei 2016 echter anders.

In uw branche kunt u mogelijk aanlopen tegen onder meer de fictieve dienstbetrekking voor gelijkgestelden.

Uitsluiting fictieve dienstbetrekking gelijkgestelden

De belangrijkste criteria die leiden tot een fictieve dienstbetrekking voor gelijkgestelden zijn:
  • persoonlijke arbeid
  • op doorgaans minimaal twee dagen per week
  • tegen doorgaans minimaal 2/5 van het minimumloon per week
  • gedurende minimaal een maand
  • waarbij de arbeid niet wordt verricht in de uitoefening van een bedrijf of beroep

Tot 1 mei 2016 was de fictieve dienstbetrekking voor gelijkgestelden niet van toepassing als uw opdrachtnemer beschikte over een VAR-wuo of VAR-dga. Vanaf 1 mei 2016 kunt u voorkomen dat deze fictieve dienstbetrekking van toepassing is door in een schriftelijke overeenkomst die u sluit met uw opdrachtnemer op te nemen dat u gezamenlijk kiest om de fictieve dienstbetrekking uit te sluiten. Zorg dat u deze overeenkomst sluit voordat de betaling van de beloning plaatsvindt.

Tip:

In de modelovereenkomsten van TLN is een dergelijk uitsluiting op dit moment nog niet opgenomen. De Belastingdienst heeft aangekondigd voorbeeldbepalingen te publiceren op haar website. Vooralsnog gaan we er vanuit dat deze zullen worden toegevoegd aan de modelovereenkomst van TLN.

Tot slot

Het vervallen van de VAR is reden voor u als opdrachtgever om in actie te komen. U bent niet verplicht om een modelovereenkomst af te sluiten, maar zonder deze modelovereenkomst heeft u niet de zekerheid die u onder de VAR wel had. Bovendien zal in bepaalde situaties mogelijk sprake zijn van een fictieve dienstbetrekking die u alleen met behulp van een (model)overeenkomst kunt uitsluiten. Kiest u voor werken met een modelovereenkomst, zorg dan dat deze aansluit op uw feitelijke werksituatie. U heeft namelijk alleen zekerheid als daadwerkelijk gewerkt wordt volgens de overeenkomst. Leg desnoods uw eigen overeenkomst ter beoordeling voor bij de Belastingdienst.

Onze adviseurs helpen u graag verder bij het beoordelen van uw specifieke situaties en het maken van de keuzes.

Nieuwsarchief 2016

    Together as One.
    Borrie is a Member of the Alliott Global Alliance of independent professional firms.