Skip to main content
All Posts By

admin

Bonus of dertiende maand?

By nieuws

Het einde van het jaar nadert, dus zal ongeveer bekend zijn of u dit jaar binnen de werkkostenregeling nog vrije ruimte overhoudt. Zo ja, dan is het wellicht een optie om die in te zetten voor een leuke bonus. Waar moet u dan op letten?

Werkkostenregeling

Geld

Via de werkkostenregeling, de WKR, kunt u allerlei zaken belastingvrij aan uw personeel vergoeden of verstrekken. Denk bijvoorbeeld aan het kerstpakket. Dit kan tot aan het bedrag van de vrije ruimte. Schiet u daar overheen, dan betaalt u als werkgever 80% belasting over het meerdere.

Vrije ruimte

De ruimte bedraagt dit jaar 3% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. 

Bedraagt uw loonsom bijvoorbeeld € 500.000, dan is de omvang van de vrije ruimte dus € 400.000 x 3% + € 100.000 x 1,18% = € 12.000 + € 1.180 = € 13.180.

Overschot vrije ruimte

Stel dat u via de werkkostenregeling dit jaar al € 10.000 heeft uitgegeven aan belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen. Volgens bovenstaand voorbeeld kunt u dan nog € 3.180 uitgeven, bijvoorbeeld aan bonussen. Zo lang u binnen de nog resterende vrije ruimte van € 3.180 blijft, is deze belastingvrij én betaalt u daar als werkgever ook geen belasting over.

Let op! Deze bonus mag, samen met de andere vergoedingen en verstrekkingen in de vrije ruimte, niet ongebruikelijk hoog zijn. Is het bedrag van vergoedingen en verstrekkingen samen met de bonus niet hoger dan € 2400? Dan zal de Belastingdienst de gebruikelijkheid niet toetsen. Bij hogere bedragen zult u, in een discussie met de Belastingdienst, het tegenbewijs moeten leveren dat 70% van vergelijkbare bedrijven een soortgelijke bonus kennen.

Ook voor dga en partner?

Heeft u een bv waarin u werkt, dan bent u werknemer voor de loonheffing en kunt u dus ook van de vrije ruimte profiteren. Dat geldt ook voor uw partner als hij of zij ook op de loonlijst van uw bv staat. 

Geen ruimte meer in de WKR?

Heeft u geen vrije ruimte meer over, dan betaalt u als werkgever 80% belasting over het bedrag dat u boven uw vrije ruimte uitkeert. U kunt er dan ook voor kiezen om bijvoorbeeld een dertiende maand bruto uit te betalen. Uw werknemer betaalt er dan loonheffing over. Hiervoor hanteert u als werkgever een aparte loonbelastingtabel, de tabel bijzondere beloningen. 

Extra belast?

Ten onrechte wordt vaak gedacht dat hierdoor dit soort beloningen extra belast wordt. Een bijzondere beloning, zoals een 13e maand, bonus of winstuitkering, wordt niet belast tegen een extra hoog tarief. Wel is het zo dat bij het berekenen van de te betalen belasting over dit extra bruto bedrag  geen rekening meer gehouden wordt met heffingskortingen. Die zijn namelijk al verrekend met het normale salaris. Door aftrek van de heffingskortingen betaalt een werknemer over een lager bruto loon belasting, terwijl een extra beloning zoals een bonus in het geheel belast is. Hierdoor betaalt een werknemer meestal meer loonheffing over een bonus of 13e maand in vergelijking met zijn normale salaris.

Let op! Eerder is bepaald dat als u tijdens de coronacrisis uitstel van betaling gekregen voor uw belastingschulden en u deze aflost via een betalingsregeling, u zich als directie zichzelf geen bonus mag geven. Omdat er geen uitsluitsel over is dat dit niet meer geldt, adviseren wij u dit dus ook niet te doen.

 

Eindejaarsborrel veranderen in Nieuwjaarsreceptie?

By nieuws

Nog even en het jaar 2023 zit er weer op. Veel werkgevers vieren dit meestal vóór kerst met een oudjaarsborrel. Even napraten over het afgelopen jaar, zakelijk en privé, en alvast toasten op 2024. Best gezellig, maar wellicht is het te overwegen de oudjaarsborrel te vervangen door een nieuwjaarsreceptie in 2024….

Een kerstborrel op de zaak?

Kerst

Als u uw personeel trakteert op een drankje, houdt u dit natuurlijk het liefst onbelast. Daarom is het aan te bevelen een borrel bij u op de werkplek te houden, want dan is deze voor u en uw personeel belastingvrij. Denk bijvoorbeeld aan uw kantine, vergaderlocatie of magazijn. 

Of juist buiten de deur?

Een borrel buiten de deur is een stuk minder gezellig als de werknemer er belasting over moet betalen omdat deze in principe als loon wordt gezien. U kunt dit voorkomen door de borrel buiten de deur onder te brengen in de werkkostenregeling, de WKR. Voor de werknemer is dit belastingvrij, maar spendeert u in een jaar meer aan vergoedingen en verstrekkingen en terbeschikkingstellingen dan de vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever 80% belasting via de eindheffing.

Borrel in 2023 of 2024?

De vrije ruimte bedraagt in 2023 nog 3% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Volgend jaar, in 2024, wordt de vrije ruimte beperkt tot 1,92% van uw loonsom tot € 400.000 en blijft deze 1,18% over het meerdere. 

De vrije ruimte is in 2023 dus groter.  Heeft u deze echter al volledig benut, dan kunt u de eindejaarsborrel buiten de deur wellicht beter verschuiven en in 2024 een nieuwjaarsreceptie buiten de deur organiseren. Uiteraard moet u ook dat jaar weer opletten dat u de vrije ruimte niet overstijgt.

 

Reminder: dien uiterlijk 20 december aanvraag WBSO in

By nieuws

Werkgevers die vanaf 1 januari 2024 gebruik willen maken van de Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk (WBSO), moeten hun aanvraag uiterlijk 20 december 2023 in dienen bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland.

eHerkenning noodzakelijk

Industrie

Aanvragen bij RVO.nl kan alleen digitaal, waarbij u gebruik dient te maken van eHerkenning op minstens niveau 3 (eH3).

WBSO

De WBSO is een fiscale faciliteit voor bedrijven met innovatieve activiteiten. Werkgevers kunnen via de WBSO een tegemoetkoming krijgen in de loonkosten van het personeel dat speur- en ontwikkelingswerkzaamheden verricht. Daarnaast is er via de WBSO een tegemoetkoming voor de hiermee verband houdende overige kosten.  

Omvang tegemoetkoming

De tegemoetkoming bedraagt 32% van de loonkosten tot € 350.000. Over het meerdere bedraagt de tegemoetkoming 16%. Starters hebben recht op een verhoogde tegemoetkoming van 40% over de loonkosten tot € 350.000. Over het eventuele meerdere van de loonkosten is de tegemoetkoming voor starters ook 16%. De percentages zijn voor 2024 ten opzichte van 2023 niet gewijzigd.

Nog steeds vertraging bij deblokkeren G-rekening

By nieuws

De Belastingdienst meldt dat het deblokkeren van een G-rekening nog steeds ongeveer twintig werkdagen duurt. Dat is langer dan de gebruikelijke afhandeling in tien werkdagen.

G-rekening

Overheid

Een uitlener van personeel of een onderaannemer beschikt vaak over een G-rekening. Inleners en aannemers kunnen door betaling van het deel van de factuur dat overeenkomt met de loonheffingen en btw op de G-rekening van aansprakelijkheid gevrijwaard worden.

Let op! Voor vrijwaring van aansprakelijkheid gelden nog meer voorwaarden! Laat u daarover goed informeren door onze adviseurs.

Geblokkeerd

Geld dat op een G-rekening staat is geblokkeerd. Dit betekent dat u dit geld alleen kunt gebruiken om loonheffingen en btw te betalen aan de Belastingdienst of om een betaling te doen op een andere G-rekening.

Deblokkeren

Als een inlener of aannemer een hoger bedrag op uw G-rekening stort dan u moet afdragen aan loonheffingen en btw, blijft er een geblokkeerd bedrag staan op uw G-rekening. Als u daarover wilt beschikken, moet u de Belastingdienst verzoeken om dit bedrag te deblokkeren.

Let op! Een verzoek tot deblokkeren doet u met een daarvoor ontwikkeld formulier op de website van de Belastingdienst.

Vertraging in afhandeling van toegewezen verzoeken

De Belastingdienst streeft ernaar om binnen vier weken op uw verzoek om deblokkeren te beslissen. Wijst de Belastingdienst het verzoek (gedeeltelijk of geheel) toe, dan deblokkeert de Belastingdienst het bedrag normaal gesproken binnen tien werkdagen na toewijzing van het verzoek.

Begin juli 2023 meldde de Belastingdienst echter dat deze termijn van tien werkdagen op dat moment niet gehaald werd. Deblokkeren zou, vanwege achterstanden, ongeveer twintig werkdagen na toewijzen van het verzoek duren. Eind november 2023 heeft de Belastingdienst laten weten dat de achterstanden nog steeds niet zijn weggewerkt. Deblokkeren duurt daarom nog steeds ongeveer twintig werkdagen.

 

Uitkering levensverzekering valt buiten de nalatenschap

By nieuws

De Hoge Raad heeft beslist dat een uitkering uit een levensverzekering geen onderdeel uitmaakt van de nalatenschap. Wat was er aan de hand en wat was het gevolg voor de erfenis van de (stief)kinderen van de overledene?

Levensverzekering

Huwelijk

Het betreft een zaak waarbij de erflater is overleden. Hij was getrouwd en was samen met zijn echtgenote eigenaar van een koopwoning. Naar aanleiding van zijn overlijden, heeft de echtgenote een uitkering ontvangen van een levensverzekering van € 400.000. Die uitkering was gekoppeld aan de hypothecaire schuld om deze daarmee af te lossen. Dit bedrag is door de echtgenote daar ook voor gebruikt. 

Testament

In dit geval had de erflater in zijn testament de wettelijke verdeling van toepassing verklaard, waarbij hij zijn eigen kinderen en zijn stiefkinderen tot erfgenaam benoemt. Volgens het testament ontving de echtgenote 1% van de nalatenschap en de (stief)kinderen samen 99%.

Wettelijke verdeling

De wettelijke verdeling houdt in dat de echtgenoot van de erflater de goederen van de nalatenschap verkrijgt en dat de voldoening van de schulden van de nalatenschap voor rekening komt van de echtgenoot. De kinderen van de erflater verkrijgen een geldvordering op de echtgenoot. 

Omvang geldvorderingen

Over de omvang van de vorderingen van de (stief)kinderen werden partijen het niet eens. 
In de procedure bij de rechtbank, werd geoordeeld dat de uitkering van de levensverzekering helemaal aan (stief)moeder toekomt. De kinderen hadden ieder recht op € 4.450. 

Volgens de (stief)kinderen moest echter ook met de helft van de uitkering van € 400.000 rekening worden gehouden bij het vaststellen van de omvang van hun geldvorderingen op hun (stief)moeder.

De (stief)kinderen gingen in beroep, en het Gerechtshof gaf hen gelijk. Het Gerechtshof oordeelde dat de uitkering van de levensverzekering wel onderdeel uitmaakt van de gemeenschap van goederen en dat daarom de helft daarvan moet worden meegenomen bij het vaststellen van de geldvorderingen van de (stief)kinderen. Het Gerechtshof vond het van belang dat de verzekering was afgesloten om de hypotheekschuld bij overlijden af te lossen en dat dat ook was gebeurd. Het Gerechtshof verhoogde het saldo van de nalatenschap met de helft van de uitkering, dus met € 200.000. De (stief)kinderen hadden daardoor recht op € 59.454,20 per persoon.

De (stief)moeder stelde vervolgens cassatie in, en met succes. Volgens de Hoge Raad maakt het niet uit dat de uitkering van de levensverzekering is gebruikt om de hypotheekschuld af te lossen. De (stief)moeder was de begunstigde van de levensverzekering en de uitkering komt daarom aan haar toe. Het is onderdeel van haar privévermogen, valt niet in de nalatenschap en is dus ook niet van invloed op de omvang van de geldvorderingen van de (stief)kinderen. 

Hoe nu verder?

De zaak is nu verwezen naar een ander Gerechtshof voor de verdere behandeling en beslissing. Het Gerechtshof zal de vorderingen van de kinderen vaststellen, zonder rekening te houden met de uitkering. Die uitkering is en blijft van de (stief)moeder.  

Vijf aandachtspunten voor deze decembermaand

By nieuws

Het jaar 2023 zit er weer bijna op en dus doet u er goed aan nog even na te denken over zaken die u onder meer fiscaal nog dit jaar kunt regelen. De belangrijkste zaken op een rij.

Schenk belastingvrij

Sparen

Ook dit jaar kunt u belastingvrij schenken tot een bepaald vrijgesteld bedrag. De vrijstelling voor uw kinderen bedraagt voor 2023 € 6.035, voor uw kleinkinderen is dat € 2.418. Dit laatste bedrag geldt ook voor schenkingen aan derden, zoals een vriend of neef. 
Een bijkomend voordeel voor u is dat het bedrag van de schenking niet meer meetelt in box 3 op 1 januari 2024 en dat dit u wellicht nog een belastingbesparing oplevert.

Benut de vrije ruimte maximaal

Via de werkkostenregeling (WKR) kunt u uw personeel zaken onbelast vergoeden en verstrekken. De vrije ruimte bedraagt dit jaar 3% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere. Benut deze vrije ruimte in de WKR maximaal als u iets extra’s voor uw werknemers wilt doen. Bedenk dat de vrije ruimte volgend jaar een stuk minder is, namelijk over de eerste € 400.000 van uw loonsom nog slechts 1,92%. De vrije ruimte over het meerdere blijft ook in 2024 1,18%. U mag een restant van uw vrije ruimte van 2023 niet meenemen naar 2024. 

Koop een lijfrente en betaal op tijd!

Heeft u een pensioentekort, dan kunt u een lijfrente kopen en deze in aftrek brengen op uw inkomen. De mogelijkheden hiertoe zijn dit jaar sterk verruimd als gevolg van de invoering van de nieuwe Pensioenwet. Vereist is wel dat u de lijfrente dan ook nog dit jaar betaald, dus vóór 1 januari 2024. 
Een bijkomend voordeel is dat de betaalde premies uw vermogen verminderen en zodoende wellicht een voordeel opleveren ten aanzien van de te betalen belasting in box 3 in 2024.

Bereid u voor op wijziging minimumloon

Per 1 januari 2024 gaat het minimumloon met 3,75% omhoog. Bovendien wordt het minimumuurloon ingevoerd. Vanaf 2024 bestaat geen wettelijk dag-, week- of maandloon meer. Dit betekent waarschijnlijk een aanpassing in uw salarisadministratie als u minimumloners in dienst heeft. Er moet daarvoor ook nog een en ander worden doorgerekend en aangepast, want het minimumuurloon is gebaseerd op een werkweek van 36 uur. Voor werknemers met een minimumloon die meer dan 36 uur per week werken, gaan de loonkosten daardoor extra omhoog.

Deel dividend uit, of wacht juist nog even!

Het tarief van box 2 gaat in 2024 veranderen. Nu bedraagt het tarief nog 26,9%, vanaf volgend jaar bedraagt het tarief 24,5% over de eerste € 67.000 aan inkomen (bij aanwezigheid van een fiscale partner € 134.000 voor de fiscale partners gezamenlijk) en in ieder geval 31%, maar waarschijnlijk zelfs 33% over het meerdere. Met dit laatste percentage moet de Eerste Kamer nog instemmen, maar het opnemen van fors dividend wordt volgend jaar in ieder geval duurder. U heeft daarom nu nog tijd om na te denken over het uitkeren van dividend: nog in 2023 of wachten tot 2024? Omdat het maatwerk is, adviseren wij u hier graag bij.

UWV moet dagloon voor WIA -uitkering verhogen na uitspraak CRvB

By nieuws

De Centrale Raad van Beroep (CRvB) heeft in een dagloonzaak getoetst aan het evenredigheidsbeginsel. Als gevolg hiervan zijn de dwingendrechtelijke regels van het Dagloonbesluit Werknemersverzekeringen buiten toepassing gelaten. Dit is opmerkelijk, omdat tot dusverre de CRvB een strikte leer hanteerde.

Wat was de situatie?

Strategie

Het ging in de aan de CRvB voorgelegde zaak om een vrouw die als accountant werkzaam was en wegens ziekte uitviel.  Ze werd in 2017 ziek op het moment dat ze een uitkering ontving op grond van de WW. Het UWV kende haar daarna een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe op grond van de Wet WIA. Het ging in casu om een IVA-uitkering omdat ze volledig en duurzaam arbeidsongeschikt werd bevonden. 

Dagloon viel lager uit

Het UWV stelde het dagloon van de vrouw vast op basis van de dwingendrechtelijke regels als neergelegd in het Dagloonbesluit werknemersverzekeringen. Daarvoor wordt altijd gekeken naar het refertejaar, het jaar voorafgaande aan de eerste ziektedag. Dit had tot gevolg dat er één maand WW-uitkering niet meetelde, omdat deze wordt uitbetaald in de maand volgend op de maand waarop de WW-uitkering betrekking heeft. Dit betekende dat het dagloon werd berekend over elf  in plaats van twaalf maanden, waardoor de IVA-uitkering lager uitviel. Het Dagloonbesluit Werknemersverzekering is van dwingend recht, wat betekent dat afwijking niet mogelijk is. De werkneemster vond dat deze toepassing in haar geval onevenredig uitpakte en vroeg om maatwerk. 

Centrale Raad wijzigt vaste jurisprudentie

De CRvB die tot dusverre heel strikt in de leer was en afwijking van de dagloonregels niet toestond, is nu om en heeft haar verzoek gehonoreerd. Het dagloon in deze zaak vormt geen redelijke afspiegeling van het loon in de referteperiode van twaalf maanden voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid, aldus de CRvB. De CRvB heeft in zijn oordeel het gewijzigde politieke standpunt van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in dit soort gevallen van groot belang geacht. De minister wil namelijk de wetgeving op dit punt aanpassen, omdat werknemers als gevolg van de vertraagde uitbetaling van de WW-uitkering een loonloze periode hebben waardoor hun dagloon lager uitvalt.

Uitkomst

Het UWV moet op basis van deze uitspraak een nieuwe berekening maken en het loon over de maand WW-uitkering daarin meenemen.

Let op! Deze casus kan gevolgen hebben voor vergelijkbare gevallen.

 

Eerste Kamer voor grootste deel akkoord met Belastingplan 2024

By nieuws

Ook de Eerste Kamer heeft voor het grootste gedeelte ingestemd met de belastingwijzigingen voor 2024, die onder andere zijn opgenomen in het Belastingplan 2024. De Wet fiscale klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit is echter verworpen. Hiernaast is ook een aantal moties aangenomen.

Ook akkoord met wijzigingen Tweede Kamer

Binnenhof

Door akkoord te gaan gaf de Eerste Kamer ook goedkeuring aan de wijzigingen die eerder door de Tweede Kamer waren aangebracht. Dit betreft onder meer de verhoging van de tweede belastingschijf van box 2 van 31 naar 33% en de verhoging van het belastingtarief van box 3 van 32 naar 36%.

Moties

De Eerste Kamer nam ook een aantal moties aan. Een ervan is erop gericht om voorstellen tot belastingwijzigingen voortaan eerder in te dienen en daarbij de inflatiecorrectie volledig toe te passen. In een andere motie wordt gevraagd het effect van de verhoging van de tarieven van box 2 en box 3 mee te nemen in het Belastingplan 2025, daarbij het evenwicht tussen de dga en de IB-ondernemer te herstellen en ook rekening te houden met de ondernemersrisico’s. 

Alcohol- en suikervrije dranken

De Eerste Kamer nam ook twee moties aan met betrekking tot alcoholvrije respectievelijk suikervrije dranken. In de moties wordt verzocht de nieuwe verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken uit te stellen tot 1 januari 2025. In de andere motie wordt zo mogelijk al per 1 januari 2024 een nultarief in de verbruiksbelastingen bepleit voor dranken zonder toegevoegde suikers. 

In 2024 meer geld beschikbaar voor ISDE

By nieuws

Er wordt in 2024 € 40 miljoen meer subsidie uitgetrokken voor de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Het budget komt hiermee op € 600 miljoen. De ISDE, bedoeld voor verduurzaming van woningen en kantoren, is voor 2024 op een aantal punten veranderd.

ISDE-regeling

Zonnepanelen

De ISDE-subsidie is een subsidie voor eigenaren van een koopwoning die als hoofdverblijf dient. Via de ISDE kan subsidie verkregen worden voor isolatiemaatregelen, (hybride) warmtepompen, zonneboilers, elektrische kookvoorzieningen en aansluitingen op een warmtenet. Bedrijven kunnen subsidie krijgen voor een warmtepomp, zonneboiler en kleine windmolens.

Wijzigingen per 2024

De ISDE is onder andere voor monumentenwoningen toegankelijker gemaakt. Zo kan de subsidie ook gebruikt worden voor achterzetbeglazing, bijvoorbeeld voor glas-in-loodramen. Ook komt er extra subsidie beschikbaar voor biologisch isolatiemateriaal. Verder komt er voor zonneboilers minder subsidie beschikbaar en is de subsidie voor zonnepanelen voor bedrijven afgeschaft.

Tip! Bedrijven kunnen de ISDE-subsidie op zonnepanelen voor het jaar 2023 nog aanvragen. Er is namelijk nog subsidie beschikbaar.

Aanvragen ISDE

U vraagt de ISDE digitaal aan bij RVO.nl. Bedrijven hebben hiervoor eHerkenning nodig. Kijk hier voor meer informatie.

Knelpunten belastingheffing thuiswerkende buitenlandse werknemer

By nieuws

Voor de knelpunten van de belastingheffing van thuiswerkende buitenlandse werknemers zijn helaas nog geen nadere afspraken gemaakt. Wel vindt hierover nog steeds overleg plaats tussen verschillende landen.

Salary split

Vlaggen

Voor het verdelen van de belastingen tussen verschillende landen zijn afspraken vastgelegd in zogenaamde bilaterale belastingverdragen. Bij thuiswerken betekent dit grofweg dat als een in het buitenland wonende werknemer thuiswerkt voor een Nederlandse werkgever, voor het thuiswerkdeel belasting betaald moet worden in het buitenland. Het salaris moet dan gesplitst worden in een deel dat in Nederland verdiend wordt en een deel dat in het woonland verdiend wordt. Dit wordt ook wel salary split genoemd.

Administratieve lasten en onzekerheid netto-inkomen

Deze salary split betekent een toename van de administratieve lasten. Zo moet in twee landen aangifte gedaan worden en moet er een administratie komen van de thuiswerkdagen. Bovendien kan het splitsen van het salaris en belasten in twee landen leiden tot onzekerheid over de gevolgen voor het netto-inkomen.

Oplossing

Nederland wil als (gedeeltelijke) oplossing van de problemen bij thuiswerken een drempelregeling voor thuiswerkende grenswerkers opnemen in de belastingverdragen. Bijvoorbeeld door het vaststellen van een maximum aantal dagen dat een werknemer buiten Nederland thuis kan werken zonder dat de belastingheffing verschuift naar buiten Nederland.

België

Met België heeft Nederland het afgelopen jaar onderhandeld over zo’n drempelregeling in een belastingverdrag met België. Dit heeft helaas nog niet geleid tot een concrete wijziging van het belastingverdrag. De onderhandelingen hierover worden binnenkort voortgezet.

Duitsland

Ook met Duitsland vinden nog onderhandelingen plaats. Het lijkt erop dat met Duitsland op korte termijn alleen een drempelregeling mogelijk is met een lage dagendrempel. Het streven is om de onderhandelingen hierover in de eerste helft van 2024 af te ronden.

Let op! Ook in internationaal verband (EU en OESO) wordt gesproken over mogelijke oplossingen. Er is nog geen duidelijkheid of dit op korte termijn tot concrete afspraken leidt. De staatssecretaris informeert de Tweede en Eerste Kamer als er nieuwe ontwikkelingen zijn.

Sociale zekerheid

Vanaf 1 juli 2023 is op basis van de EU Kaderovereenkomst wel al meer duidelijkheid gekomen voor de sociale zekerheid. Kort samengevat betekent dit dat de van toepassing zijnde socialezekerheidswetgeving niet wijzigt zolang een werknemer tot maximaal 50% van de totale arbeidstijd in zijn woonland thuiswerkt voor in een ander land gevestigde werkgever.