Skip to main content
All Posts By

admin

Duidelijkheid over vaste inrichting in Nederland en België bij thuiswerkende werknemers

By nieuws

Nederland en België hebben afspraken gemaakt over het al dan niet aanwezig zijn van een ‘vaste inrichting’ in het ene land als werknemers thuiswerken in het andere land.

Thuiswerken

EU

Sinds de coronacrisis wordt er steeds meer thuisgewerkt. Thuiswerken kan bij een in het buitenland wonende werknemer leiden tot ongewenste fiscale gevolgen. Nederland en België hebben over een onderdeel, namelijk de vaste inrichting, nu afspraken in een overeenkomst vastgelegd.

Vaste inrichting

Van een vaste inrichting kan sprake zijn als een onderneming in het buitenland over een ruimte beschikt die duurzaam voldoende faciliteiten heeft – denk aan personeel en materieel – om als zelfstandige onderneming te functioneren. 

Vaste inrichting door thuiswerken

Het thuiswerken van een Belgische werknemer zou er toe kunnen leiden dat voor de Nederlandse werkgever in België een vaste inrichting ontstaat. Op dezelfde wijze kan voor een Belgische werkgever een vaste inrichting in Nederland ontstaan door het thuiswerken van een Nederlandse werknemer. Dit is niet altijd gewenst. Zo ontstaat bij een vaste inrichting vennootschapsbelastingplicht in het woonland van de werknemer voor de winst die vanuit die vaste inrichting wordt behaald. Ook wordt een werkgever bij een vaste inrichting inhoudingsplichtig voor loonheffing van de thuiswerkende werknemer in het woonland.

Factoren vaste inrichting

In een op 8 december 2023 gepubliceerde overeenkomst tussen Nederland en België zijn daarom verschillende factoren vastgelegd waarmee beoordeeld kan worden of wel of niet sprake is van een vaste inrichting

Praktische handreiking

Naast de verschillende factoren is ook nog de volgende praktische handreiking vastgelegd:

  • Werkt de werknemer gedurende een jaar 50% of minder van de arbeidstijd vanuit huis, dan is in ieder geval geen sprake van een vaste inrichting.
  • Werkt de werknemer gedurende een jaar meer dan 50% van de arbeidstijd vanuit huis, dan kan sprake zijn van een vaste inrichting. Of in zo’n geval sprake is van een vaste inrichting is afhankelijk van de factoren die in de overeenkomst zijn vastgelegd.

 

Grens startersvrijstelling overdrachtsbelasting omhoog

By nieuws

Als starter op de woningmarkt heb je, onder voorwaarden, recht op vrijstelling van de overdrachtsbelasting bij aankoop van een woning. De waarde van de woning moet dan wel onder een bepaald bedrag blijven. Dit bedrag is per 1 januari 2024 verhoogd naar € 510.000.

Startersvrijstelling

Woning

Om een beroep te kunnen doen op de startersvrijstelling van de overdrachtsbelasting moet de koper van de woning op het moment van levering bij de notaris tussen de 18 en 35 jaar oud zijn. Een andere voorwaarde is dat de koper de woning zelf voor langere tijd gaat bewonen. De koper moet dit ook verklaren bij de notaris.

Let op! Elke koper kan maar één keer gebruikmaken van de vrijstelling. Deed een koper al eerder een beroep op de vrijstelling, dan kan dat niet nog een keer. Ook niet als de koper op dat moment nog geen 35 jaar oud is.

Woningwaardegrens

De vrijstelling van de overdrachtsbelasting is alleen van toepassing als de waarde van de woning maximaal de woningwaardegrens bedraagt. Deze woningwaardegrens is al een paar keer verhoogd. In 2023 bedroeg deze woningwaardegrens € 440.000. Vanaf 1 januari 2024 is dit bedrag dus verhoogd naar € 510.000. 

Tip! Het is ook al bekend dat de woningwaardegrens vanaf 1 januari 2025 € 525.000 bedraagt.

Datum levering bij notaris bepalend

Voor de vrijstelling is de datum van levering van de woning bij de notaris bepalend. Op dat moment moet aan alle voorwaarden voor de vrijstelling voldaan zijn. Kocht u daarom in 2023 een woning met een waarde van bijvoorbeeld € 480.000? Dan is de vrijstelling overdrachtsbelasting niet van toepassing als de levering bij de notaris ook in 2023 plaatsvond, maar wel als de levering bij de notaris in 2024 plaatsvindt. Uiteraard moet dan wel aan alle ander voorwaarden van de startersvrijstelling zijn voldaan.

 

Nieuwe Milieulijst gepubliceerd

By nieuws

De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) heeft de nieuwe Milieulijst voor het jaar 2024 gepubliceerd. Voor bedrijfsmiddelen die op de Milieulijst staan, kunnen ondernemers in aanmerking komen voor een extra aftrek op grond van de milieu-investeringsaftrek (MIA) en/of voor extra afschrijvingen op grond van de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil).

Milieulijst

Industrie

De Milieulijst bestaat uit een aantal categorieën bedrijfsmiddelen, variërend van mobiliteit tot voedselvoorziening en landbouwproductie. Per categorie zijn de bedrijfsmiddelen opgesomd die voor de MIA en/of Vamil in aanmerking komen. Ook is aangegeven welk percentage MIA u krijgt. De Milieulijst wordt jaarlijks vernieuwd.

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

De MIA is een percentage van het investeringsbedrag dat op de winst in aftrek kan worden gebracht, naast de normale afschrijvingen. Het percentage bedraagt 27, 36 of 45%, afhankelijk van de mate waarin de overheid het bedrijfsmiddel wil stimuleren. 

Vamil

Via de Vamil kunt u versneld op milieuvriendelijke investeringen afschrijven. Dit kan tot 75% van het investeringsbedrag. Het gebruik van de Vamil is niet verplicht. Het is namelijk niet altijd voordelig om van de Vamil gebruik te maken, bijvoorbeeld in een jaar waarin u verlies lijdt.

Voorwaarden

De Milieulijst bevat ook de voorwaarden waaronder een bedrijfsmiddel voor de MIA of Vamil in aanmerking komt. Zo is de financiële tegemoetkoming soms beperkt tot gevallen waarin de terugverdientijd van het bedrijfsmiddel langer dan vijf jaar bedraagt.

De Milieulijst is hier te downloaden.

 

Belastingaftrek weekenduitgaven gehandicapten in 2024 omhoog

By nieuws

Verzorgt u in het weekend of een ander moment een ernstig gehandicapt kind, broer of zus die meestal in een Wlz-instelling verblijft? Dan kunt u onder voorwaarden recht hebben op belastingaftrek in de inkomstenbelasting van de extra kosten die u maakt. Deze aftrek, ook wel de aftrek weekenduitgaven genoemd, gaat in 2024 omhoog.

Voorwaarden aftrek

Invalide

U kunt recht op belastingaftrek in de inkomstenbelasting hebben van extra kosten als het gaat om uw ernstig gehandicapte kind, broer of zus. Daarnaast kunt u dat recht ook hebben voor een ernstig gehandicapt persoon voor wie u door de kantonrechter als mentor benoemd bent, of voor wie u tot curator benoemd bent en de persoonlijke belangen behartigt.

Iemand is voor deze aftrekbepaling ernstig gehandicapt, als hij of zij door zijn of haar beperkingen aanspraak maakt op opname in een intramurale Wlz-instelling.

Om voor aftrek van de extra kosten in uw aangifte inkomstenbelasting in aanmerking te komen, moet de hiervoor genoemde ernstig gehandicapte persoon 21 jaar of ouder zijn en meestal in een Wlz-instelling verblijven. U verzorgt deze persoon in het weekend of op andere momenten zoals tijdens vakanties.

Let op! Als de extra kosten vergoed worden door bijvoorbeeld de zorgverzekering, heeft u geen recht op aftrek.

Aftrek haal- en brengkilometers

Voldoet u aan de voorwaarden voor aftrek zoals hiervoor beschreven, dan mag u de kosten voor het brengen en halen van uw huis naar de Wlz-instelling en terug in aftrek brengen. In 2023 kan dit tegen € 0,21 per kilometer. In 2024 mag u de aftrek berekenen tegen € 0,23 per kilometer.

Aftrek voor kosten verblijf

Voor de extra kosten van verblijf bij u in huis gelden vaste bedragen per dag. In 2023 bedraagt dit bedrag € 12 per dag, in 2024 € 13 per dag.

Tip! De dagen waarop u de ernstig gehandicapte persoon haalt en brengt, tellen ook mee als dag van verblijf in uw huis.

Niet alleen weekenddagen

Hoewel de naam van de aftrekpost lijkt aan te geven dat aftrek alleen mogelijk is voor een verblijf tijdens weekenddagen, heeft de Belastingdienst bevestigd dat het woord ‘weekend’ geen formele betekenis heeft. Ook als de ernstig gehandicapte persoon tijdens weekdagen of buiten de vakanties bij u verblijft, kunt u dus recht hebben op de aftrekpost.

Mogelijk WIA ‘praktisch beoordelen’ vanaf juli 2024

By nieuws

Het UWV kampt met achterstanden waar het gaat om de beoordelingen van WIA-aanvragen als gevolg van een tekort aan verzekeringsartsen. Om bij de artsen lucht te creëren is voorgesteld om vanaf juli 2024 waar mogelijk een praktische beoordeling te hanteren in plaats van een theoretische.

Om aan het tekort aan artsen het hoofd te bieden is al eerder, in oktober 2022, de vereenvoudigde beoordeling voor 60-plussers ingevoerd. Deze regeling loopt vooralsnog tot eind 2024. Deze vereenvoudigde beoordeling komt erop neer dat als werkgever en werknemer daarmee akkoord gaan, een zieke 60-plus werknemer bij einde wachttijd een WGA 80-100 uitkering toegekend krijgt, zonder dat daar een verzekeringsarts aan te pas komt. Daar komt mogelijk in 2024 een nieuwe maatregel bij. 

Theoretisch versus praktisch beoordelen

Medisch

Theoretisch
Het uitgangspunt bij de huidige schatting van de mate van arbeidsongeschiktheid is dat de arbeidsdeskundige van het UWV bekijkt welke functies betrokkene nog kan uitvoeren en wat daarvan de loonwaarde is. Dit gebeurt aan de hand van de functionele mogelijkhedenlijst van de verzekeringsarts in het Claim Beoordelings- en Borgingssysteem (CBBS). Er moeten minimaal drie  functies worden gevonden waarbij gekeken wordt naar functies met de hoogste loonwaarde. De middelste functie qua loonwaarde van deze drie wordt vergeleken met het loon dat betrokkene eerder verdiende in de functie waarbij hij is uitgevallen. Dit verschil betreft de mate van arbeidsongeschiktheid. Het betreft puur een theoretische beoordeling wat iemand theoretisch nog kan verdienen.

Praktisch
Een praktische schatting wordt uitgevoerd als iemand aan het werk is in passende arbeid tegen een reële loonwaarde en waarbij de verwachting is dat dit duurzaam zal zijn. De inkomsten uit deze feitelijke arbeid worden dan vergeleken met het oorspronkelijke inkomen om zo tot een mate van arbeidsongeschiktheid te komen. Als deze praktische schatting een lagere mate van arbeidsongeschiktheid oplevert dan de theoretische schatting, wordt dit arbeidsongeschiktheidspercentage tot uitgangspunt genomen. Dit is de huidige praktijk. 

Voorgenomen wijziging per juli 2024

Met de voorgenomen maatregel ′Praktisch beoordelen′ blijft de theoretische schatting wanneer een praktische beoordeling mogelijk is, achterwege. Daardoor komt er meer ruimte bij verzekeringsartsen. Hierdoor verwacht het UWV jaarlijks zo’n 2.000 tot 3.000 extra WIA-claimbeoordelingen uit te kunnen voeren. 

Let op! De maatregel moet per 1 juli 2024 ingaan en loopt voor drie jaar.

Let op! De nieuwe werkwijze geldt voor een WIA-claimbeoordeling, een WIA-herbeoordeling, de beoordeling van herleving van een beëindigd WIA-recht en de beoordeling van het later ontstaan van een WIA-recht.

Momenteel loopt er (tot 18 december 2023) een internetconsultatie voor deze maatregel. 

Zie ginds komt de fiscus…

By nieuws

Nog even en het is weer sinterklaas. Ook veel werkgevers laten dit kinderfeest niet zomaar voorbij gaan en trakteren hun werknemers dan graag op wat extra’s. Hoe doet u dit fiscaal zo voordelig mogelijk?

Vier het op de werkplek

Sinterklaas

Het is fiscaal voordeliger als u het feest op de werkplek viert. Dat geeft weliswaar wellicht de nodige rommel, maar het feest blijft dan onbelast voor uw personeel. Dat geldt voor het inhuren van sint en piet, maar ook voor de kosten van koffie, thee, speculaas, warme chocolademelk, pepernoten en overige lekkernijen. De werkplek is niet beperkt tot de plaats waar arbeid wordt verricht, maar bijvoorbeeld ook uw magazijn en vergaderzalen behoren ertoe.

Werkkostenregeling

Viert u het feest toch buiten de deur, dan zijn de kosten ervan belast als loon. Dit kunt u voorkomen door deze kosten dan onder te brengen in de werkkostenregeling. Blijft u dit jaar met alle zaken die u vergoedt en verstrekt binnen de zogenaamde vrije ruimte van de WKR, dan betaalt u ook geen belasting. Alleen als u over de vrije ruimte heen schiet, betaalt u 80% belasting over het meerdere.

Let op! De vrije ruimte bedraagt voor 2023 3% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere van uw loonsom.

Cadeaus zijn belast

Geeft u de kids van uw personeel een presentje mee of geeft u uw personeel een boterletter voor thuis, dan is dit wel belast als loon. Voorkom dit door het onder te brengen in de WKR.

Wat doet u met de btw?

De btw op de kosten van het sinterklaasfeest is alleen aftrekbaar als de kosten per werknemer die deelneemt of deel kan nemen, samen met alle andere personeelsvoorzieningen, dit jaar niet meer bedragen dan € 227 excl. btw. U zult dus per deelnemende werknemer bij moeten houden hoeveel u al aan personeelsvoorzieningen aan heeft uitgegeven. Bij overschrijding van de grens van € 227 is alle btw op de personeelsvoorzieningen van deze werknemer niet aftrekbaar.

Fiscaal partnerschap bij relatie met meerdere personen

By nieuws

Naast de traditionele samenlevingsvorm tussen twee volwassenen, komen samenlevingsvormen tussen meer dan twee volwassenen ook voor. Hoe zit het dan met het fiscale partnerschap? Ofwel, wie is dan wiens fiscale partner? Een voorbeeld.

Fiscaal partnerschap

Glijbaan

Personen die elkaars partner zijn, kunnen inkomsten en aftrekposten verdelen. Als meerdere volwassenen met elkaar samenwonen, is het dan ook van belang te weten hoe dit uitpakt voor het fiscale partnerschap.

Wie is fiscaal partner?

Gehuwden en personen met een geregistreerd partnerschap zijn sowieso elkaars fiscale partner. Is hiervan geen sprake, dan is er in een aantal andere situaties ook sprake van partnerschap als men op hetzelfde adres staat ingeschreven. 

Let op! In al deze situaties geldt dat slechts één persoon uw fiscale partner kan zijn.

Volgorde van belang

Wanneer men op hetzelfde adres staat ingeschreven, zijn er diverse situaties mogelijk waarin men elkaars fiscale partner is. Denk bijvoorbeeld aan personen die samen een kind hebben, bij een pensioenfonds als pensioenpartners staan ingeschreven of samen een woning bezitten. Daarbij is ook de wettelijke volgorde van belang. Zo komt bijvoorbeeld het samen hebben van een kind vóór het samen bezitten van een woning.

Relatie met meerdere personen?

Onlangs bleek uit een toelichting van de Belastingdienst hoe dit uit kan pakken bij een situatie waarbij meerdere volwassenen ongehuwd samenwonen op hetzelfde woonadres. Daarbij was persoon A gehuwd geweest met persoon B en hadden samen een kind gekregen. Na de scheiding was persoon A een relatie aangegaan met persoon C en had ook met haar een kind gekregen. De volwassenen woonden met de kinderen allen op één adres. De woning was in eigendom van B en C.

Uitwerking

In dit voorbeeld zijn persoon B en C elkaars fiscale partner, omdat ze samen een woning bezitten. Het samen hebben van een kind leidt weliswaar ook tot partnerschap en komt vóór het samen hebben van een woning, maar omdat dit zowel voor B als C geldt, leidt het samen hebben van een kind niet tot fiscaal partnerschap met persoon A. 

Tip! Laat in complexe gevallen goed uitzoeken hoe het zit met uw fiscaal partnerschap. Soms is anticiperen mogelijk en kan dit een belastingvoordeel opleveren.

Toch NOW ondanks foutieve berekening?

By nieuws

Tijdens de coronacrisis konden werkgevers bij een bepaalde omzetdaling een tegemoetkoming krijgen in de loonkosten, de NOW. De NOW werd eerst verstrekt als voorschot en achteraf definitief vastgesteld. Bij die definitieve vaststelling moet wel een belangenafweging plaatsvinden, aldus de rechtbank Amsterdam.

NOW

Horeca

De Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) voorzag werkgevers tijdens de coronacrisis van een subsidie in de loonkosten bij een substantiële omzetdaling. De loonkosten tijdens de subsidieperiode waren bepalend voor de hoogte van de subsidie. Waren de loonkosten op een latere peildatum echter lager, dan werd de subsidie ook verminderd. Op deze manier wilde de overheid voorkomen dat personeel ontslagen zou worden bij een dalende omzet.

Fout administratiekantoor

In bovengenoemde zaak was de loonsom op de peildatum van een horeca-onderneemster foutief vastgesteld door het administratiekantoor dat de loonaangiftes verzorgde. De fout werd na de peildatum hersteld. Toch werd de definitieve NOW-subsidie vastgesteld op basis van de foute loonsom op de peildatum. De ondernemer moest van de meer dan € 9.000 subsidie ruim € 8.000 terugbetalen.

Belangenafweging noodzakelijk

De rechter vindt dit niet terecht en vindt dat er bij het terugvorderen van de subsidie een belangenafweging gemaakt had moeten worden. Daarbij is van belang dat er in strijd met de wet weliswaar te veel subsidie is verstrekt, maar dat in dit geval de wet onevenredig uitpakt. 

Geen fraude

Zo is er geen sprake van fraude, is de loonsom in de subsidieperiode niet gedaald maar gelijk gebleven en is de fout veroorzaakt door een derde. De rechtbank acht het nadeel voor de ondernemer onevenredig en draagt de minister dan ook op opnieuw in deze zaak te beslissen, met inachtneming van de uitspraak.

 

Kort verblijf van meer personen: toch hogere afvalstoffenheffing

By nieuws

Eenpersoonshuishoudens betalen in de regel minder afvalstoffenheffing aan de gemeente dan meerpersoonshuishoudens. Wordt een pand gedurende het jaar echter slechts maar kort door één persoon bewoond, dan mag al het tarief voor een meerpersoons huishouden worden berekend.

Afvalstoffenheffing

Containers

Voor het beheer van afval kan een gemeente een aanslag afvalstoffenheffing opleggen aan de gebruiker van een pand, waarvoor de gemeente de plicht heeft om afval in te zamelen. Het tarief van de heffing dient in een verordening te worden vastgelegd. Daarbij geldt vaak een lager tarief voor alleenstaanden.

Zoon verlaat woning kort na jaarwisseling

In een zaak die speelde voor het Hof Amsterdam, was een aanslag afvalstoffenheffing opgelegd aan de eigenaresse van een pand die dit bewoonde met haar zoon. De zoon verliet in een bepaald jaar kort na 1 januari de woning. De eigenaresse van het pand ontving echter toch een aanslag afvalstoffenheffing voor een meerpersoonshuishouden.

Uitvoerbaarheid voorop

De vrouw stapte hierop naar de rechter, die haar in het gelijk stelde. In hoger beroep stelde het gerechtshof Amsterdam de gemeente echter in het gelijk. Volgens het Hof mag een gemeente de uitvoerbaarheid van de heffing voorop stellen. In het verleden was met een wijziging van de gezinssamenstelling in de loop van het jaar namelijk wel rekening gehouden, maar vanwege de uitvoerbaarheid was dit geschrapt. Volgens het Hof heeft een gemeente dit recht, ook omdat de individuele belangen slechts vrij gering zijn. De aanslag bleef dan ook in stand.

Lichte daling premies Zvw in 2024, hoger premieloon

By nieuws

De premies voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) dalen in 2024 licht met 0,11%-punt. Dit geldt zowel voor de premies die werkgevers voor hun personeel betalen, als voor de premies die zelfstandigen en dga’s voor zichzelf moeten afdragen.

Percentage daalt

Grafiek

Ondanks een stijging van de premies als gevolg van een toename van de zorguitgaven, komt het percentage van de Zvw-premie uiteindelijk per saldo voor 2024 toch 0,11%-punt lager uit. Dit wordt met name veroorzaakt door een correctie als gevolg van loonstijgingen en een daling van de werkgelegenheid, dit en volgend jaar.

De Zvw-premie voor werknemers komt daardoor voor 2024 uit op 6,57% tegen 6,68% nu. De Zvw-premie voor dga’s en zelfstandigen gaat volgend jaar 5,32% bedragen tegen 5,43% nu.

Hoger premieloon

Het premieloon stijgt volgend jaar van € 66.956 naar € 71.628. De maximum af te dragen Zvw-premie voor werknemers neemt daardoor toe van € 4.473 naar € 4.706. Voor zelfstandigen en dga’s gaat dit maximum van € 3.636 naar € 3.811.