Skip to main content
All Posts By

admin

Verrekenen vorderingen met salaris bij vertrek niet altijd toegestaan

By nieuws

Een werkgever had de eindafrekening van het salaris van een vertrekkende werknemer, niet voldaan omdat hij van mening was dat hij het recht had om nog openstaande vorderingen op de werknemer te verrekenen. De werknemer was het hier niet mee eens en vorderde in een kort geding alsnog uitbetaling van het achterstallige salaris van haar voormalige werkgever.

Leaseauto

Bril

De werknemer was in dienst getreden op basis van een halfjaarcontract dat afliep op 30 april 2023. De werkgever was van oordeel dat hij schade had geleden door het onrechtmatige gebruik van de leaseauto door de werknemer. De werkgever had evenwel verzuimd te onderbouwen waaruit de schade concreet bestond. 

Salaris verrekenen met leaseauto?

De werknemer gaf aan dat het salaris over de maanden januari en februari 2023 niet volledig, en het salaris over de maanden maart en april 2023 helemaal niet waren uitbetaald. Om die reden vorderde de werknemer het nog niet uitgekeerde salaris over de maanden januari tot en met april.

De werkgever was van oordeel dat de schade hoger was dan het door de werknemer gevorderde achterstallige salaris. Dit werd door de werknemer ontkend. Deze voerde aan dat als er al sprake zou zijn van schade aan de kant van de werkgever, dit niet met het salaris mag worden verrekend. 

Niet inzichtelijk

De kantonrechter is het daarmee eens, nu de werkgever niet inzichtelijk heeft gemaakt waaruit de schade concreet bestaat en wat de hoogte ervan is. Daarom is niet vast te stellen of al dan niet sprake is van geleden schade aan de kant van de werkgever, die hij mocht verrekenen met het salaris van de werknemer.

Wanneer verrekenen?

Bij een eindafrekening van salaris bij een vertrekkende medewerker mag in principe alles verrekend worden wat er nog openstaat, mits, zoals uit bovenstaande casus blijkt, dat de te verrekenen posten aantoonbaar zijn. 

Tussentijds is verrekening door de werkgever alleen mogelijk bij:

  • door de werknemer aan de werkgever verschuldigde schadevergoeding;
  • door de werknemer aan de werkgever verschuldigde boetes;
  • voorschotten op het loon, mits daarvan schriftelijk blijkt;
  • te veel betaald loon;
  • de huurprijs van een woning of een andere ruimte, een stuk grond of van werktuigen, machines en gereedschappen die bij schriftelijke overeenkomst door de werkgever aan de werknemer zijn verhuurd.

Voorstel nieuw box 3-stelsel met werkelijk rendement

By nieuws

Het kabinet is demissionair maar doet toch een voorstel voor een nieuwe box 3-heffing vanaf 2027. De hoop is dat het nieuwe kabinet hiermee straks voortvarend een definitief voorstel voor een nieuwe box 3-heffing kan doen.

Werkelijk rendement

Euro

Het voorstel, waarop iedereen kan reageren, omvat een box 3-heffing op basis van het werkelijke rendement. Dit omvat niet alleen het directe rendement (bijvoorbeeld rente, huur, dividend en aftrek van de kosten) maar ook het indirecte rendement (de waardeontwikkeling).

Vermogensaanwasbelasting als hoofdregel

De waardeontwikkeling wordt in het voorstel belast volgens een vermogensaanwasbelasting. Dat betekent dat jaarlijks heffing in box 3 plaatsvindt over de waardeontwikkeling (zowel positief als negatief). Het maakt daarbij niet uit of die waardeontwikkeling al dan niet te gelde is gemaakt.

Maar vermogenswinstbelasting voor onroerende zaken en bepaalde aandelen

Onroerende zaken en bepaalde niet-beursgenoteerde aandelen (in familiebedrijven en innovatieve startups of scale-ups), worden in het voorstel onderworpen aan een vermogenswinstbelasting. Dat betekent dat alleen heffing in box 3 plaatsvindt als de waardeontwikkeling ook te gelde wordt gemaakt, zoals bij verkoop.

Let op! Aandelenbelangen die nu ook al in box 2 belast worden (grofweg aandelenbelangen van 5% of meer) blijven in box 2. Deze worden dus niet door het voorstel geraakt. Voor alle andere aandelenbelangen geldt in het voorstel de vermogensaanwasbelasting, behalve als het gaat om niet-beursgenoteerde aandelen in familiebedrijven of startups en scale-ups.

Geen vermogenswinst- of aanwasbelasting voor bank- en spaartegoeden

Voor bank- en spaartegoeden geldt geen vermogenswinst- of aanwasbelasting. Bij dit vermogen wordt alleen het directe rendement (rente na aftrek van kosten) belast.

Eigen gebruik

Voor eigen gebruik is in het voorstel ook heffing in box 3 opgenomen:

  • Voor onroerende zaken in eigen gebruik is een nog nader te bepalen forfait voorgesteld dat de economische huurwaarde van het eigen gebruik weergeeft (het directe rendement dus).
  • Voor één woning (bijvoorbeeld een vakantiewoning) die voor minimaal 70% voor eigen gebruik ter beschikking is, wordt een ander nog nader te bepalen forfait voorgesteld. Dit forfait omvat zowel het directe rendement van het eigen gebruik, de kosten (waaronder financieringskosten) als de waardeontwikkeling. Een belastingplichtige kan voor de belastingheffing in box 3 voor deze woning dus volstaan met toepassing van dit forfait.
  • Eigen gebruik van roerende zaken blijft in het voorstel buiten de heffing. Net als nu wordt dus een auto, caravan of boot voor eigen gebruik niet in de box 3-heffing betrokken.

Overig

Het voorstel omvat uiteraard nog meer details die u kunt nalezen op de website internetconsultatie Wet werkelijk rendement box 3. Hier kunt u onder meer lezen over de voorgestelde verliesverrekening, de heffing over het nominale werkelijke rendement zonder rekening te houden met de inflatie en de in te voeren administratieplicht voor box 3. 

Let op! Het voorstel is nog geen voldragen wetsontwerp, maar het nieuwe kabinet kan het voorstel en de reacties hierop straks gebruiken bij de vormgeving van het nieuwe box 3-stelsel. Uiteraard kan het nieuwe kabinet hierin andere keuzes maken dan nu in het voorstel zijn opgenomen.

Op 18 september weer STAP-subsidie aanvragen

By nieuws

Vanaf 18 september 2023 10.00 uur kan de STAP-subsidie ter financiering van scholing weer worden aangevraagd. De voorwaarden zijn gewijzigd, waardoor alleen nog subsidie kan worden aangevraagd voor opleidingen die erkend zijn door het ministerie van OCW.

STAP-subsidie

Boeken

De subsidie STAP (STimulering Arbeidsmarkt Positie) is in de plaats gekomen van de scholingsaftrek. Met de subsidie kunnen mensen een opleiding of deel van een opleiding volgen.

Eisen aangescherpt

Op verzoek van de Tweede Kamer zijn de eisen voor het verkrijgen van de STAP-subsidie aangescherpt en komen alleen nog door OCW erkende opleidingen voor de subsidie in aanmerking. Ook wordt de subsidie met name gericht op sectoren waar krapte is op de arbeidsmarkt, zoals de zorg en techniek.

Welke opleidingen?

Welke opleidingen voor de STAP-subsidie nu in aanmerking komen, is te vinden op de site van het UWV (stapuwv.nl). Na aanmelding bij het opleidingsinstituut krijgt men een STAP-aanmeldingsbewijs. Met dit bewijs kan men zich vanaf 18 september 10.00 uur digitaal aanmelden.

Aanvragen

De STAP-subsidie kan worden aangevraagd bij het UWV.  De subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per persoon per jaar en kan alleen dit jaar nog worden aangevraagd.

Let op! Op (vanaf) 15 november 2023 kan de STAP-subsidie voor het laatst worden aangevraagd. De subsidie wordt in 2024 namelijk geschrapt.

Gaat de verhoogde vrijstelling verloren bij herroepen schenking?

By nieuws

Er geldt bij bepaalde schenkingen onder voorwaarden eenmalig een verhoogde fiscale vrijstelling. Maar wat zijn de fiscale gevolgen als een dergelijke schenking wordt herroepen? Gaat de verhoogde vrijstelling dan ook verloren?

Voorwaarden eenmalige verhoogde vrijstelling

Schenken

De eenmalige verhoogde vrijstelling vereist dat: 

  • degene die de schenking krijgt op het moment van verkrijgen tussen de 18 en 40 jaar is. Het is ook voldoende als hij of zij een partner heeft met een leeftijd tussen de 18 en 40 jaar. De dag waarop iemand 40 jaar wordt, telt ook nog mee;
  • de schenking eenmalig is; en
  • de schenking wordt gebruikt voor een van de volgende doelen: een eigen woning, een dure studie óf een bestedingsdoel naar keuze.

Gevolg schenking herroepen

Als een schenking wordt herroepen, blijft de eenmalige verhoogde vrijstelling van kracht. Bij een latere schenking kan dan dus weer een beroep op de verhoogde vrijstelling worden gedaan, mits op dát moment aan alle voorwaarden wordt voldaan. 

Tip! Houd bij een schenking op een later moment vooral de leeftijd van de ontvanger en/of de partner in de gaten.

Ook bij (andere) ontbindende voorwaarden

Het herroepen van een schenking om andere dan fiscale redenen wordt gezien als een ontbindende voorwaarde. De vrijstelling blijft ook bij andere ontbindende voorwaarden van toepassing als in eerste instantie niet aan de voorwaarden wordt voldaan en dus niet van de vrijstelling geprofiteerd is.

Denk hierbij bijvoorbeeld aan het niet doorgaan van de aankoop van een eigen woning na een schenking, waarbij een beroep is gedaan op de eenmalige verhoogde vrijstelling voor de aanschaf van die eigen woning.

Vrijgestelde gemengde kosten slechts beperkt aftrekbaar?

By nieuws

Als u zaken aan uw werknemers vergoedt of verstrekt, zijn deze in de regel belast. Dat kunt u deels voorkomen door ze onder te brengen in de werkkostenregeling. Maar zijn betreffende kosten dan nog wel volledig aftrekbaar of slechts ten dele als het gemengde kosten?

Gemengde kosten

Geld

Gemengde kosten zijn kosten met ten dele een privékarakter. Een bekend voorbeeld zijn de kosten van voedsel. Ondernemers die bijvoorbeeld met relaties dineren, besparen immers op hun kosten die ze in privé aan voedsel uitgeven. Voor gemengde kosten geldt een drempelbedrag  van € 5.100 (2023). In plaats hiervan kunt u als IB-ondernemer ook kiezen voor een aftrek van 80% van deze kosten. Dit percentage is 73,5% voor ondernemers in de Vpb.

Maaltijden onbelast?

In een zaak die onlangs speelde voor het gerechtshof in Den Bosch had een ondernemer zijn werknemers voorzien van maaltijden, consumpties, personeelsfeesten en werkkleding. Door toepassing van de werkkostenregeling bleven deze zaken bij de werknemer onbelast. De ondernemer had de kosten wel volledig afgetrokken. Ook voor zover het de gemengde kosten betrof, zoals de maaltijden. De inspecteur was het hiermee niet eens.

Uitbreiding loonbegrip

De ondernemer beriep zich erop dat met de invoering van de werkkostenregeling het loonbegrip was uitgebreid met de bepaling “hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking”. De vergoedingen en verstrekkingen behoorden dus tot het loon en loonkosten zijn nu eenmaal aftrekbaar, aldus de ondernemer.

Andere uitleg Hof

Het gerechtshof leidt uit de wetsgeschiedenis echter af dat gemengde kosten alleen voor 100% aftrekbaar zijn als ze ook belast zijn in de loonbelasting. Dat ze niet belast zijn omdat ze onder waren gebracht in de werkkostenregeling, betekent volgens het Hof dat deze kosten dus beperkt aftrekbaar zijn. De inspecteur wordt dan ook in het gelijk gesteld.

Let op! De uitspraak wordt naar verwachting aan de Hoge Raad voorgelegd. Wij houden u op de hoogte.

Te vergoeden belastingrente Vpb weer terug naar 8%

By nieuws

Per 1 september 2023 bedraagt de te vergoeden belastingrente voor de vennootschapsbelasting (Vpb) weer 8%. Daarmee is dit percentage weer gelijk aan de te betalen belastingrente voor de Vpb.

Verschil opgeheven

Geld

Vanaf 1 maart 2023 waren de rentepercentages voor de belasting in de Vpb verschillend. Voor te vergoeden belastingrente Vpb gold een percentage van 10,5%, voor de te betalen belastingrente 8%.

Belastingrente

Er wordt belastingrente in rekening gebracht als de Belastingdienst uw aanslag niet op tijd kan vaststellen. Dit is bijvoorbeeld het geval als u te laat aangifte heeft gedaan of als de uiteindelijke aanslag hoger ligt dan zou volgen uit uw aangifte. Anderzijds vergoedt de Belastingdienst belastingrente als de fiscus bijvoorbeeld zonder reden te lang doet over het opleggen van uw belastingaanslag.

Afwijkend percentage

De te vergoeden en de te betalen belastingrente kennen in beginsel eenzelfde percentage. Toch bestond er sinds 1 maart van dit jaar een verschil in te betalen en te ontvangen belastingrente voor de Vpb. De oorzaak lag in het feit dat het percentage volgens de wet zou moeten stijgen naar 10,5%. Het kabinet vond dit ongewenst en handhaafde daarom het percentage op 8% voor te betalen belastingrente. Voor de te ontvangen belastingrente werd de stijging wel doorgevoerd.

Percentage weer gelijk

Het Besluit belasting- en invorderingsrente is inmiddels gewijzigd. Daarin is geregeld dat de te betalen en de te ontvangen rentepercentages weer hetzelfde zijn. Beide worden gesteld op 8%.

Nieuw regime

Staatssecretaris Van Rij heeft kenbaar gemaakt een nieuw regime van belastingrentes na te streven. Uitgangspunt is de verschillen tussen belastingrentepercentages te verkleinen. Ook wil Van Rij het verschil in rentepercentages tussen belasting- en invorderingsrente verkleinen. De staatssecretaris streeft ernaar een en ander per 1 januari 2024 te wijzigen. 

Let op! Of er een nieuw regime kan worden geïntroduceerd is onder meer afhankelijk van het feit of die plannen niet controversieel verklaard worden in verband met het vallen van het kabinet.

Naar verwachting forse stijging brandstofprijs per 1 januari 2024

By nieuws

De brandstofprijzen zullen naar verwachting per 1 januari 2024 fors gaan stijgen. Dit wordt veroorzaakt door het terugdraaien van de accijnsverlaging en het aanpassen van de accijnzen aan de inflatie. De exacte aanpassing van de accijnzen is nog onzeker.

Terugdraaien accijnsverlaging

Auto

In 2022 werden de accijnzen op brandstoffen flink verlaagd vanwege de sterk gestegen energieprijzen. Deze verlaging is in juli 2023 deels teruggedraaid. De rest van de verlaging wordt per 1 januari 2024 teruggedraaid. Daardoor wordt op een liter benzine 8,7 cent en op een liter diesel 5,6 cent meer accijns geheven.

Aanpassing inflatie

Per 1 januari 2024 worden de accijnzen ook aangepast aan de inflatie. Daardoor stijgt de accijns op een liter benzine nogmaals met 8,7 cent en op een liter diesel met 5,5 cent.

Btw over accijns

Een derde prijsverhogende factor is dat over de accijnsverhogingen ook nog eens btw wordt geheven. Per saldo kan dit voor benzine een prijsstijging opleveren van 20,95 cent en voor diesel van 13,43 cent.

Prijsstijgingen onzeker

Of de accijnzen daadwerkelijk in deze mate zullen stijgen, is nog onzeker. Staatssecretaris Van Rij geeft in antwoord op Kamervragen aan dat dit afhangt van nadere besluitvorming en van het Belastingplan 2024. Hierbij spelen naast het budgettaire belang ook het effect op het klimaat en grenseffecten en rol.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding ook onzeker

Of de onbelaste reiskostenvergoeding in 2024 met één cent extra wordt verhoogd naar € 0,23 per kilometer ook nog onzeker. De vergoeding bedraagt thans € 0,21/km en zou stijgen naar € 0,22 per kilometer. De extra verhoging met één cent hangt onder meer af van de vraag of hiervoor budgettaire dekking kan worden gevonden.

De Lbv en de Lbv plus-regeling, hoe zit het fiscaal?

By nieuws

Op 3 juli 2023 zijn twee landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties gestart voor agrarisch ondernemers in die sector. Demissionair staatssecretaris Van Rij heeft aangegeven dat er geen volledige belastingvrijstelling komt. Wat is er fiscaal geregeld?

Volledig stoppen of iets daar tussenin?

Koeien

Indien u deelneemt aan een beëindigingsregeling zijn er verschillende mogelijkheden. Dit zijn: 

  1. Volledig stoppen als ondernemer
  2. Gedeeltelijk staken en herinvesteren
  3. Volledig staken en doorschuiven naar nieuwe onderneming

1. Volledig stoppen als ondernemer

Indien u volledig stopt, dan bent u een ‘fiscale staker’. De subsidie die u ontvangt voor het waardeverlies van uw gebouwen is een deel van de stakingswinst. Hetzelfde geldt voor de vergoeding voor het doorhalen van uw productierechten. Een subsidie voor sloopkosten (alleen bij de Lbv plus-regeling) vermindert de sloopkosten. De te betalen inkomstenbelasting kunt u beperken door: 

  • de stakingsaftrek van € 3.630 bij volledige staking, een aftrekpost op de belaste winst;
  • gebruik te maken van de middelingsregeling. Deze regeling vermindert de ergste belastingdruk bij piekinkomens. Hoewel de regeling vanaf 2023 is afgeschaft, kunnen de jaren 2021/2022/2023 of 2022/2023/2024 nog worden benut voor een teruggaaf. 

Let op! Om gebruik te maken van de middelingsregeling moet een verzoek worden ingediend.

  • de stakingswinst om te zetten in een (bancaire) lijfrente. Tot bepaalde maximale bedragen mag de subsidieopbrengst gebruikt worden voor een aftrekbare lijfrente. U voorkomt daarmee afrekening ineens, de uitkeringen worden in box 1 belast. Over de uitkeringen moet wel premie Zvw betaald worden. 

Let op! Lijfrentepremieaftrek is alleen mogelijk als de lijfrentepremie binnen zes maanden na het jaar waarin u de stakingswinst aangeeft, wordt betaald.

Staakt u volledig en gaat u niet verder met een nieuwe onderneming, let dan op mogelijke andere belastingclaims op het ondernemingsvermogen zoals de oudedagsreserve, belaste claims in landbouwgronden die buiten de landbouwvrijstelling blijven, belaste meerwaarden in gebouwen die niet gesloopt worden en de eventuele bedrijfswoning die op de ondernemingsbalans staat. 

Tip! Het volledig staken van een bedrijf is altijd maatwerk en een enorme tijdrovende en soms emotionele klus. Wij adviseren u graag en nemen indien gewenst voor u het werk uit handen.

2. Gedeeltelijk staken en herinvesteren

Staakt u een tak van uw onderneming en wordt de opbrengst voor een uitbreiding van een andere tak van uw onderneming gebruikt? Dan kan de vergoeding uit de beëindigingsregeling met een herinvesteringsreserve afgeboekt worden op de nieuwe investeringen. De Lbv-regelingen zijn aangewezen als overheidsingrijpen. Dit maakt de afboekingsmogelijkheden op herinvesteringen zeer ruim (maar niet onbeperkt!). Toepassing van de herinvesteringsreserve is in dit soort gevallen maatwerk.

Let op! Wordt een tak van de onderneming gestaakt en wordt er geïnvesteerd in een nieuwe bedrijfsactiviteit? Dan is toepassing van de herinvesteringsreserve nu nog een probleem. Het kabinet heeft echter toegezegd dat dit wordt opgelost.

Omdat sprake is van een gedeeltelijke staking gelden ook de stakingsfaciliteiten die hiervoor staan, behalve de stakingsaftrek. 

3. Volledig staken en doorschuiven naar nieuwe onderneming

Als u uw bedrijf staakt en u gaat verder met een andere onderneming, dan mag de stakingswinst worden doorgeschoven naar uw nieuwe onderneming. De stakingswinst wordt niet belast, maar wordt afgeboekt op herinvesteringen in de nieuwe onderneming. Ook hier zijn de mogelijkheden ruim, omdat sprake is van overheidsingrijpen. 

Let ook op andere belastingen

Voor wat betreft de overdrachtsbelasting en de schenk- en erfbelasting is aandacht vereist als er een vrijstelling is toegepast met een volgtermijn of voortzettingstermijn. Het staken van uw onderneming binnen die termijnen kan betekenen dat een vrijstelling vervalt en er alsnog moet worden betaald. Voor de omzetbelasting geldt dat de subsidies onbelast zijn. 

Tip! De btw op de sloopkosten is meestal aftrekbaar omdat het hier gaat om een laatste ondernemingshandeling.

Maatregelen tegen armoede betaald door hogere inkomens

By nieuws

Het kabinet gaat een aantal maatregelen nemen om armoede te bestrijden. De prijs moet betaald worden door degenen van wie het inkomen volgend jaar boven de eerste tariefschijf in box 1 uitkomt. De maatregelen worden onder meer getroffen via de huurtoeslag, het kindgebonden budget en de arbeidskorting.

Armoedebestrijding

Geld

Omdat een aantal maatregelen om de koopkracht te handhaven dit jaar afloopt, dreigen meer dan een miljoen Nederlanders in armoede te raken. Daarom is een pakket aan maatregelen aangekondigd om met name de lagere inkomens tegemoet te komen.

Maatregelen

De aangekondigde maatregelen betreffen onder meer:

  • een  verhoging van de huurtoeslag met € 416 per jaar;
  • een stijging van het kindgebonden budget voor het eerste kind met € 750 per jaar;
  • een verhoging van de arbeidskorting met € 115 voor inkomens tussen ongeveer € 23.000 en € 37.000; en
  • een voorlopige handhaving van het Tijdelijk Noodfonds Energie.

Hogere inkomens betalen de rekening

De maatregelen worden met name bekostigd door de lengte van de eerste tariefschijf in box 1 niet volledig te corrigeren met de inflatie. Daardoor belandt men met het inkomen in box 1 eerder in de tweede tariefschijf. Dit betekent dat men eerder het hoge tarief van 49,5% betaalt, vanaf € 73.032 in 2023 (bruto per jaar), in plaats van het opstaptarief van 36,93%.

Ook tabak en alcohol duurder

Verder worden ook de accijnzen op alcohol en tabak verhoogd. Met deze verhoging is een lastenverzwaring van zo’n € 100 miljoen gemoeid.

Let op! De definitieve plannen van het demissionaire kabinet worden pas op Prinsjesdag, 19 september 2023, bekendgemaakt.

Wanneer is auto verplicht privévermogen?

By nieuws

Als u als ondernemer in de inkomstenbelasting een bedrijfsmiddel zowel zakelijk als privé gebruikt, behoort het bedrijfsmiddel meestal tot het keuzevermogen. Dit betekent dat u binnen bepaalde grenzen zelf mag weten of u het tot uw ondernemingsvermogen rekent of niet. Voor een personenauto gelden soms afwijkende grenzen.

De Hoge Raad heeft onlangs beslist wanneer die afwijkende grenzen voor een auto wel of juist niet gelden .

Hoofdregel: grens 10%

Auto

Gebruikt u een bedrijfsmiddel minder dan 10% voor zakelijke doeleinden, dan bent u verplicht het als privévermogen aan te merken. Gebruikt u het 90% of meer zakelijk, dan bent u juist verplicht het als ondernemingsvermogen aan te merken. 

Gebruikt u het minstens 10% privé en minstens 10% zakelijk, dan behoort het bedrijfsmiddel tot het keuzevermogen. In het jaar van aanschaf maakt u dan de keuze of het tot uw privévermogen of juist tot uw ondernemingsvermogen behoort. Dit wordt vermogensetikettering genoemd.

Bijtelling auto

Zoals bekend kunt u voor een auto van de zaak met bijtelling te maken krijgen indien u deze ook privé gebruikt. U krijgt alleen geen bijtelling als de privékilometers in een jaar niet meer dan 500 bedragen. Voor een (zakelijke) auto is daarom in het verleden al beslist dat deze verplicht als ondernemingsvermogen moet worden aangemerkt, als met de auto in een jaar niet meer dan 500 kilometer privé is gereden. Dit wijkt dus af van de hoofdregel dat de auto 90% of meer zakelijk moet zijn gebruikt.

Andersom geldt dit niet

Een belastingplichtige trok hieruit de conclusie dat dit andersom ook geldt. De man had met zijn auto 22.000 kilometer gereden, waarvan 1.453 kilometer zakelijk. De man wilde de auto toch als zakelijk aanmerken. Hij meende dat dit mogelijk was, omdat er weliswaar minder dan 10% zakelijk was gereden, maar wel meer dan 500 km. 

Hoge Raad geeft duidelijkheid

De Hoge Raad oordeelt dat dit niet juist is. In de omgekeerde situatie is bepalend of met de auto 10% of meer zakelijk is gereden, dus geldt dan de toepassing van de hoofdregel. Dat was hier niet het geval, zodat de auto verplicht tot het privévermogen moest worden gerekend.

Tenzij…

De Hoge Raad geeft in het arrest verder nog aan dat een auto waarmee niet meer dan 500 kilometer privé is gereden, verplicht tot het ondernemingsvermogen behoort, op voorwaarde dat het aantal zakelijke kilometers meer bedraagt dan het aantal privékilometers. Daarboven gelden weer de normale regels. In het geval er met een auto bijvoorbeeld 400 kilometer privé wordt gereden en 450 kilometer zakelijk, kan men dus weer kiezen of de auto tot het privé- of tot het ondernemingsvermogen wordt gerekend.