Skip to main content
All Posts By

admin

Fiscus stelt zich soepeler op bij sanering belastingschulden

By nieuws

Bent u ondernemer en kunt u uw belastingschulden niet meer betalen, dan stelt de fiscus zich tot 1 oktober 2023 soepeler op bij een schuldsanering. U moet dan wel met al uw schuldeisers een saneringsakkoord afsluiten.

Saneringsakkoord

Belastingdienst

In een saneringsakkoord maakt u met al uw schuldeisers een afspraak over het bedrag dat u maximaal aflost op de openstaande vorderingen. Dit bedrag zal naar alle waarschijnlijkheid (veel) lager liggen dan de schuld die openstaat bij de betreffende schuldeisers.

Is ook de Belastingdienst een van de schuldeisers?

Normaal gesproken gaat de Belastingdienst alleen akkoord als zij tenminste het dubbele percentage ontvangen van wat de overige schuldeisers van u krijgen. Tot 1 oktober van dit jaar, 2023, gaat de Belastingdienst echter akkoord met hetzelfde percentage dat ook u de overige schuldeisers kunt betalen. Daardoor kunt u die schuldeisers iets meer aflossing bieden en is de kans op een akkoord groter.

Let op! De voorwaarde is dat álle schuldeisers akkoord gaan met het saneringsvoorstel.

Zzp’ers

Zzp’ers kunnen contact opnemen met hun gemeente om te informeren of zij in aanmerking komen voor een schuldsaneringstraject. Vaak is dit bij een loket schuldhulpverlening. Komt u in aanmerking, dan zullen zij voor u een schuldsaneringstraject opstarten. 

Bv’s en andere rechtspersonen

Andere rechtspersonen, zoals een bv, moeten zelf een schuldsaneringsakkoord met hun schuldeisers zien af te spreken. Er dient eerst een akkoord te zijn verkregen van alle schuldeisers, naast de Belastingdienst. Is dit akkoord bereikt, dan kunt u vervolgens bij de Belastingdienst een verzoek indienen een deel van de belastingschulden kwijt te schelden. Hoe zo’n schuldsaneringstraject aangepakt moet worden, is te vinden op bijvoorbeeld de website van het NIBUD of bij de KVK.

Aanvragen schuldsanering bij de Belastingdienst

Om een aanvraag in te dienen voor een schuldsanering bij de Belastingdienst moet u het formulier Verzoek kwijtschelding belasting en/of premie voor ondernemingen invullen en indienen. 

U vindt hier meer informatie, de overige voorwaarden en welke documenten de fiscus van u nodig heeft om uw verzoek te kunnen beoordelen.

Wat is de bijtelling van een zakelijke auto ouder dan 15 jaar?

By nieuws

Voor een auto van de zaak die ook voor privédoeleinden ter beschikking is gesteld, geldt een bijtelling. De hoogte van die bijtelling is afhankelijk van het bijtellingspercentage en de waarde van de auto. Het bijtellingspercentage en de vaststelling van de waarde is voor auto’s ouder dan 15 jaar anders dan voor jongere auto’s.

Waarde

Auto

Voor auto’s van 15 jaar en jonger moet voor de waarde worden aangesloten bij de catalogusprijs van de auto. Voor auto’s ouder dan 15 jaar geldt echter de waarde in het economische verkeer. De vraag is echter hoe die waarde wordt bepaald. De Belastingdienst geeft aan dat bijvoorbeeld veilingprijzen en de taxatiewaarde voor de verzekering een indicatie hiervoor kunnen geven. Een officieel taxatieverslag is hiervoor niet verplicht.

Let op! De waarde in het economische verkeer kan lager zijn dan de oorspronkelijke nieuwprijs van de auto, maar ook hoger.

Bijtellingspercentage

Als de auto meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, geldt in 2023 een standaardbijtellingspercentage van 35%. Voor auto’s die jonger zijn bedraagt dit percentage 22 of 25%.

Auto’s die vanaf 2017 voor het eerst op naam zijn gezet, kennen een standaardbijtellingspercentage van 22%. Auto’s die voor het eerst op naam zijn gezet in de jaren vóór 2017 en die nog geen 15 jaar oud zijn, kennen een standaardbijtellingspercentage van 25%.

Korting op bijtellingspercentage

Op het standaardbijtellingspercentage van 22, 25 of 35% komt nog een korting in mindering als de auto geen CO2-uitstoot heeft. Deze korting bedraagt in 2023 6% over de eerste € 30.000 van de waarde van de auto. Voor de waarde boven € 30.000 geldt de korting niet en geldt gewoon het standaardbijtellingspercentage. 

Tip! Dit is alleen anders als de auto op waterstof rijdt of wordt aangedreven door geïntegreerde zonnecellen. Dan geldt de korting van 6% voor de gehele waarde (dus ook boven € 30.000).

Let op! Voor auto’s die voor het eerst op naam zijn gezet vanaf het jaar 2018, kunnen nog andere regels gelden. De toenmalige regels blijven namelijk gedurende 60 maanden van toepassing.

Uiteindelijke bijtelling

De uiteindelijke bijtelling van een auto ouder dan 15 jaar is dus afhankelijk van verschillende factoren.

Voorbeeld

Een auto van meer dan 15 jaar oud heeft een waarde in het economische verkeer van € 80.000. De auto is inmiddels volledig elektrisch en de RDW heeft de CO2-uitstoot vastgesteld op nul. 
Het bijtellingspercentage voor deze auto bedraagt 35%. Tot een waarde van € 30.000 mag in 2023 dit percentage verlaagd worden naar 29% (35% – 6%). De uiteindelijke bijtelling bedraagt in 2023 dan € 26.200 (29% * € 30.000 + 35% x € 50.000). 

Medische zorg heeft financieel gezien behoorlijk jaar achter de rug

By nieuws

De medische zorg heeft financieel gezien een behoorlijk jaar achter de rug. Per saldo trokken de omzet en de winst in 2022 verder aan, zij het minder sterk dan in het voorgaande jaar. De branche heeft het afgezien daarvan echter nog steeds zwaar, mede door de hoge werkdruk.

Dit blijkt uit het SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Brede omzetgroei, grote winstverschillen

Financieel gezien was 2022 een behoorlijk jaar voor de medische zorg. De omzetontwikkeling kwam uit op ruim 7%, tegenover 10,5% een jaar eerder. Daarmee bleef de branche wel achter bij het mkb-gemiddelde van 13,1%. De winst steeg met bijna 9%, in vergelijking met ruim 20% in 2021. Op dit vlak bleef de zorg het mkb als geheel wel ruim voor (1,5%). 

De omzetgroei werd breed gedragen: ruim 71% van de zorgondernemers zag de omzet stabiliseren of toenemen (in 2021 was dit 75,5%). In de winstontwikkeling waren de verschillen echter groot. Slechts minder dan de helft (44,3%) van de ondernemers zag de winst stabiliseren of stijgen, tegenover bijna 61% een jaar eerder. Ongeveer een op de drie zag de winst echter met 50% of meer afnemen.

Fysiotherapeuten blijven achter

Binnen de branche valt op dat de omzet in het afgelopen jaar het sterkst is gegroeid bij tandartsen, medische en tandheelkundige praktijken en maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting. Fysiotherapeuten zagen hun omzet juist teruglopen. Ook de winst nam af bij de fysiotherapeuten, net als bij maatschappelijke dienstverlening zonder overnachting. 
Huisartsen, in 2021 nog achterblijvers, lieten ditmaal een meer dan gemiddelde winstontwikkeling zien, ondanks een bovengemiddelde stijging van de personeelskosten. Medische en tandheelkundige praktijken behaalden per saldo echter de sterkste winstontwikkeling. 

Branches in Zicht Medische zorg

Personeelskosten opnieuw gestegen

Net als in voorgaande jaren liepen de personeelskosten, met afstand de grootste kostenpost van een zorgorganisatie, op. De stijging van ruim 9% was wel minder sterk dan in 2021 (bijna 15%), maar min of meer in lijn met het mkb-gemiddelde van iets meer dan 10%. De loonkosten namen toe met 8%, tegenover ruim 9% een jaar eerder. Deze stijging was wel sterker dan in het mkb (gemiddeld ruim 5%). 

Verder valt op dat de post ‘overige personeelskosten’, waaronder ook de inzet van uitzendkrachten valt, in de zorg opnieuw relatief sterk is gestegen: 29%, volgend op een toename van ruim 81% een jaar eerder. In totaal liepen de bedrijfskosten op met bijna 10% (2021: 13%), tegenover bijna 14% voor het mkb als geheel. 

Financiële positie verder achteruit

De financiële positie van bedrijven in de medische zorg is opnieuw verslechterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op 82, tegenover bijna 88 een jaar eerder. De branche doet het daarmee nog wel beter dan het mkb-gemiddelde, dat verslechterde tot bijna 78%.

Niet eerder dan 1 juli 2024 uitbetalen 10% pensioen ineens

By nieuws

Werknemers die met pensioen gaan kunnen straks maximaal 10% van hun pensioen in één keer laten uitbetalen. Deze mogelijkheid zou oorspronkelijk per 1 januari 2023 ingaan, maar is al meerdere keren uitgesteld. Inmiddels is bekend dat deze mogelijkheid niet eerder dan 1 juli 2024 in werking zal treden.

Bedrag ineens

Handen

U kunt straks, als pensioengerechtigde,  op uw pensioeningangsdatum maximaal 10% van uw opgebouwde pensioen in één keer uit laten betalen.

Let op! Door het uitstel van de beoogde ingangsdatum naar niet eerder dan 1 juli 2024, komt deze mogelijkheid niet beschikbaar als uw pensioeningangsdatum vóór 1 juli 2024 ligt.

Uitstel uitbetaling

U kunt er straks ook voor kiezen om de (maximaal) 10% pensioen later te laten uitbetalen dan op de pensioeningangsdatum. Deze mogelijkheid staat alleen open als uw pensioeningangsdatum in de maand ligt waarin u de AOW-leeftijd bereikt of als die pensioeningangsdatum ligt op de eerste dag volgend op die maand.

Kiest u voor latere uitbetaling, dan vindt deze plaats in de maand januari volgend op het jaar waarin u de  AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.

Let op! Deze mogelijkheid tot latere uitbetaling staat straks dus niet open voor iedereen die voor de AOW-datum al met pensioen gaat.

Bestedingsdoel is vrij

Wat u met het bedrag ineens wil gaan doen, staat vrij. Er is in de wet geen verplicht bestedingsdoel opgenomen.

Tip! De mogelijkheid om maximaal 10% in één keer uit te laten betalen, staat straks ook open voor andere oudedagsvoorzieningen, zoals lijfrenteverzekeringen.

Uitstel

De beoogde inwerkingsdatum is weer uitgesteld omdat de regering het belangrijk vindt dat deelnemers goed geïnformeerd worden over de mogelijkheid om maximaal 10% pensioen in één keer op te nemen. Pensioenuitvoerders hebben ná aanname van deze mogelijkheid door de Tweede en Eerste Kamer nog minimaal zes tot negen maanden nodig om deelnemers hierover goed te kunnen informeren en om de mogelijkheid goed te implementeren. Nu de plenaire behandeling in de Tweede Kamer pas na het zomerreces gepland staat, kan de eerder voorgenomen ingangsdatum van 1 januari 2024 niet gehaald worden.

Let op! Na de val van het kabinet is nog niet duidelijk welke onderwerpen controversieel zijn en dus niet meer behandeld worden. Mogelijk vindt daarom de plenaire behandeling in de Tweede Kamer na het zomerreces niet plaats. Dit zou tot gevolg kunnen hebben dat ook de inwerkingsdatum van 1 juli 2024 niet wordt gehaald.

Energielijst 2023 voor EIA uitgebreid

By nieuws

De Energielijst voor 2023 wordt uitgebreid met een drietal projecten in het kader van de energietransitie. Op de Energielijst staan investeringen waarvoor bedrijven, verenigingen of stichtingen de energie-investeringsaftrek (EIA) aan kunnen vragen.

EIA

Tractor

De EIA is een fiscale regeling waarbij u een deel van de kosten van investeringen die u heeft gedaan en die op de Energielijst staan, extra kan aftrekken van de winst. Voor 2023 bedraagt dit aftrekpercentage 45,5% van die investeringskosten.

Extra projecten

De drie extra projecten betreffen projecten inzake warmte-infrastructuur, opties voor energiebesparing voor de glastuinbouw en projecten inzake het afvangen en opslaan van CO2. Voor de projecten is geen extra budget beschikbaar. De dekking wordt binnen de EIA gezocht.

Evaluatie

Dit plan komt naar voren in de kabinetsreactie op de evaluatie van de EIA. Uit de evaluatie blijkt dat de EIA een doelmatig instrument is, maar volgens het kabinet op punten dient te worden bijgestuurd. 

Verlaging EIA in 2024

Omdat het aantal aanvragen voor de EIA en de ermee gepaard gaande investeringsbedragen toenemen, zal volgend jaar het percentage van de EIA verlaagd worden. Dit bedraagt nu dus nog 45,5%. Wat het nieuwe percentage wordt, is nog niet bekend.

Ook zal het maximuminvesteringsbedrag verlaagd worden dat voor de EIA in aanmerking komt. Dit bedraagt nu € 136 miljoen. Verder wordt bekeken in hoeverre de EIA meer te richten is op middenbedrijven.

Handhaving

Het demissionaire kabinet wil de EIA tot in ieder geval 2029 handhaven. Er wordt onderzocht of de EIA als subsidie kan worden verstrekt in plaats van een fiscale aftrek. 

Sterke daling van de winst voor specialistische zakelijke diensten

By nieuws

Voor specialistische zakelijke dienstverleners was 2022 moeilijker dan het voorgaande jaar. De omzet is per saldo nog wel gestegen, maar de winstontwikkeling was sterk negatief. Dit volgde wel op een jaar waarin de winst erg sterk was gegroeid. Voor 2023 zijn de verwachtingen niet al te hooggespannen, mede door de matige prognose voor de economie en personeelsschaarste.

Dit blijkt uit het SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Winst sterk omlaag, maar niet voor iedereen

De branche zag de omzet in 2022 met ruim 8% toenemen. Dit betekende een minder sterke groei dan in 2021 (12%) en ook een minder sterke ontwikkeling dan in het mkb in 2022 (gemiddeld ruim 13% omzetgroei). Bijna 70% van de specialistische zakelijke dienstverleners zag de omzet vorig jaar stabiliseren of stijgen en voor ruim 28% was dit een groei van 50% of meer. 

Tegenover de omzetgroei stond een krimp van de winst met bijna 32%, na de groei van 25% in 2021. De branche bleef hiermee sterk achter bij het mkb-gemiddelde van 1,5%. De verschillen binnen de branche waren opnieuw groot. Zo zagen bijna drie op de tien ondernemers de winst met 50% of meer toenemen, terwijl ruim 34% de winst juist met 50% of meer zag dalen. De brutomarge nam gemiddeld met 7,5% toe, tegenover 11% in 2021.

Reclame en marktonderzoek blijft achter

Binnen de branche was de omzetgroei vooral sterk bij de adviesbureaus voor management en bedrijfsvoering, maar dit resulteerde niet in een toename van de winst. Reclame en marktonderzoek liet een daling van de omzet zien en ook de winstontwikkeling was sterk negatief. Het winstverloop was stabiel tot licht dalend voor notarissen en ingenieurs. 

Verdere stijging loonkosten

De bedrijfskosten zijn in 2022 in de specialistische zakelijke dienstverlening veel sterker gestegen dan een jaar eerder: ruim 15% tegenover 7,5%. Deze toename was ook iets sterker dan in het mkb (bijna 14%). Vooral de verkoopkosten, de kosten voor huisvesting, de exploitatiekosten en de autokosten stegen flink.

De personeelskosten zijn per saldo met bijna 10% toegenomen, tegenover bijna 8% in 2021 (en gemiddeld ruim 10% in het mkb). De loonkosten namen nog iets sterker toe dan in het voorgaande jaar: bijna 9% ten opzichte van ruim 8% in 2021. In het mkb kwam de loonkostengroei vorig jaar uit op gemiddeld iets meer dan 5%. De kosten voor sociale zekerheid en de pensioenpremies liepen in de branche duidelijk sterker op dan in het voorgaande jaar, met ongeveer 9,5%. 

Branches in Zicht Zakelijke dienstverlening

Kredietwaardigheid fors achteruit

De financiële positie van bedrijven in de gespecialiseerde zakelijke dienstverlening is behoorlijk achteruitgegaan. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op ruim 75, tegenover bijna 84 in het voorgaande jaar. De branche blijft daarmee achter bij het mkb-gemiddelde, dat verslechterde tot bijna 78%.

Hogere lijfrenteaftrek vanaf 2023

By nieuws

Vanaf 2023 heeft u de mogelijkheid om een hoger bedrag aan lijfrentepremie in aftrek te brengen in uw aangifte inkomstenbelasting. Dit is een van de afspraken die in de nieuwe Wet toekomst pensioenen staat.

Pensioenakkoord

Golf

In de Wet toekomst pensioenen (WTP) staan de afspraken uit het Pensioenakkoord. Met de inwerkingtreding van deze wet op 1 juli 2023 is ook de mogelijkheid geïntroduceerd om een hoger bedrag aan lijfrentepremies in aftrek te brengen. 

Tip! Mensen in loondienst, zelfstandigen en gepensioneerden kunnen door de WTP fiscaal voordelig extra pensioen opbouwen.

Lijfrenteaftrek bij pensioentekort

Als sprake is van een pensioentekort, kunt u betaalde lijfrentepremies in aftrek brengen in uw aangifte inkomstenbelasting. Aftrek is mogelijk tot maximaal uw jaarruimte en reserveringsruimte.

1. Hogere jaarruimte vanaf 2023

De jaarruimte in een jaar berekende u in 2023 in eerste instantie door 13,3% van de zogenaamde premiegrondslag te nemen. Dit percentage van 13,3% is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2023 verhoogd naar 30%.

De premiegrondslag 2023 is het bruto-inkomen in 2022 (met een maximum van € 128.810) verminderd met de zogenaamde AOW-franchise (€ 13.646).

Op het bedrag van 30% van de premiegrondslag moet u nog uw pensioenaangroei uit 2022 in mindering brengen. 

Let op! De pensioenaangroei wordt berekend volgens een wettelijk vastgestelde berekening. Als u volgens deze berekening in 2022 meer pensioenaangroei had dan 30% van de premiegrondslag, heeft u volgens de wettelijke bepalingen geen pensioentekort. U heeft dan geen jaarruimte en kunt ook geen lijfrentepremies in aftrek brengen.

Tip! Door de verhoging van het percentage van 13,3% naar 30% komt u nu eerder in aanmerking voor lijfrenteaftrek.

2. Meer jaren én hogere reserveringsruimte vanaf 2023

Benut u (een deel van) uw jaarruimte niet, dan wordt dit opgeteld bij uw reserveringsruimte. De reserveringsruimte bedroeg in 2023 in eerste instantie de niet benutte jaarruimten in de zeven voorafgaande jaren. Dit is nu verruimd naar de niet benutte jaarruimten in de tien voorafgaande jaren.

De maximaal in een jaar te gebruiken reserveringsruimte is vanaf 2023 ook verhoogd, en wel naar € 38.000.

3. Lijfrenteaftrek ná AOW-leeftijd vanaf 2023

Voorheen was aftrek van lijfrentepremie na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd niet meer mogelijk. U kunt nu echter wel tot vijf jaar ná het bereiken van de AOW-gerechtige leeftijd lijfrentepremies in aftrek brengen.

Tip! Heeft u vragen over de fiscale mogelijkheden in uw situatie? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Automotive behaalt opnieuw stevige winstgroei

By nieuws

De automotive heeft wat betreft winstontwikkeling opnieuw een uitstekend jaar achter de rug. De levering van chips en andere auto-onderdelen komt weer op gang en er is een inhaalslag in de nieuwverkoop mogelijk, terwijl de prijzen van auto’s zijn gestegen. Ook heeft de branche de kosten relatief goed onder controle.

Dit komt naar voren uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Bovengemiddelde winstgroei

De omzet in de automotive is in 2022 met bijna 8% gegroeid, min of meer in lijn met het voorgaande jaar. Daarmee bleef de branche achter bij het mkb-gemiddelde van 13,1%. De winstontwikkeling was echter opnieuw sterk: ruim 20% groei, tegenover gemiddeld slechts 1,5% voor het mkb. Verder steeg de brutomarge voor de automotive met 7,6%, ongeveer gelijk aan het voorgaande jaar.

Gelijkmatiger verdeeld

De verschillen binnen de branche waren iets minder uitgesproken dan in het voorgaande jaar. Zo zag ruim 54% van de ondernemers de winst gelijk blijven of groeien. Ook nam het aandeel van bedrijven met een zeer sterke winstdaling af en zeer sterke winststijgingen waren er eveneens minder. De groei was al met al wat gelijkmatiger verdeeld.

Sterk herstel gespecialiseerde reparatie

Binnen de automotive lieten vooral ondernemers die zich richten op gespecialiseerde reparaties, zoals carrosserieherstel, een sterke winstontwikkeling zien. In 2021 hadden zij het nog relatief zwaar, mede doordat mensen als gevolg van thuiswerken en corona minder de weg opgingen. De omzetgroei was vooral sterk bij de handel in auto-onderdelen en -accessoires. 

Branches in Zicht Automotive

Kosten onder controle

De bedrijfskosten zijn vorig jaar met 4% gestegen; opnieuw een kleinere toename dan voor het mkb als geheel (bijna 14%). De verkoopkosten (onder meer voor promotie en showrooms) zijn na twee opeenvolgende jaren van dalingen met bijna 3% gestegen. De personeelskosten zijn met 4,6% iets sterker toegenomen dan een jaar eerder, maar veel minder sterk dan in het mkb als geheel (10,2%). Vorig jaar werden de personeelskosten in de automotive nog sterk gedrukt door de administratieve verwerking van de NOW-regeling. De loonkosten kwamen in het afgelopen jaar 1% hoger uit, tegen 1,8% in 2021.

Financiële positie verbetert

De financiële positie van bedrijven in de automotive is verbeterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op ruim 83, tegen bijna 79 een jaar eerder. De branche doet het daardoor nu beter dan het mkb-gemiddelde, dat verslechterde van ruim 86% naar bijna 78%.

Welk btw-tarief geldt voor plastic wegwerpverpakkingen?

By nieuws

Sinds 1 juli van dit jaar mogen ondernemers wegwerpverpakkingen van plastic niet meer gratis aanbieden. De wegwerpverpakking moet in rekening worden gebracht bij de klant en apart op de kassabon worden vermeld. Ook moet er btw over de wegwerpverpakking worden berekend.

Wegwerpplastic

Horeca

De nieuwe regeling komt voort uit de Europese richtlijn Single Use Plastics (SUP). Op deze manier probeert men het gebruik van wegwerpplastic te verminderen. Behalve het apart in rekening brengen van wegwerpplastic, moet een ondernemer ook een alternatieve optie aanbieden waarbij geen gebruik van wegwerpplastic wordt gemaakt.

Welk btw-tarief?

Het btw-tarief dat voor de wegwerpverpakking geldt, volgt het product dat erin verpakt wordt. Zo moet voor een plastic beker met bier het tarief van 21% worden berekend, terwijl voor een plastic bakje voor patat het lage tarief van 9% geldt.

Richtlijn bedrag

Ondernemers mogen zelf weten welk bedrag ze voor een plastic verpakking in rekening brengen. De overheid heeft hiervoor wel een richtlijn gegeven. Voor een plastic beker is dit € 0,25, voor een verpakking voor een maaltijd € 0,50 en voor voorverpakte kleine porties groenten en dergelijke € 0,05.

In 2022 sterke omzet- en winstontwikkeling in transport en logistiek

By nieuws

De logistieke branche heeft met geopolitieke onrust, sterk gestegen prijzen en een zeer krappe capaciteit opnieuw een bijzonder jaar achter de rug. Dankzij de sterke vraag in combinatie met krapte op de markt hebben veel ondernemers hun hogere kosten goed kunnen doorberekenen. Dit heeft geresulteerd in een sterke ontwikkeling van zowel de omzet als de winst in 2022.

Dit blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Recordontwikkeling omzet

In de logistieke branche is de omzetontwikkeling in 2022 met 21,5% op jaarbasis aangetrokken, na een groei van bijna 12% in het voorgaande jaar. De omzetontwikkeling over 2022 is de sterkste ooit in het onderzoek van SRA-BiZ en ook beter dan het mkb-gemiddelde van ruim 13%. Hierbij moeten we wel rekening houden met de impuls van de gestegen prijzen.

Ook recordgroei winst en brutomarge

Ook de winst en de brutomarge voor de logistieke branche zijn in het onderzoek van SRA-BiZ niet eerder zo sterk gestegen als in 2022. De winstgroei kwam uit op 33,5%, tegenover 17,1% in 2021. Het mkb bleef steken op gemiddeld 1,5% winstgroei. De brutomarge groeide in de logistieke branche met 22%, terwijl dat een jaar eerder nog ruim 7% was. Het mkb-gemiddelde lag met 10% flink lager.

Binnen de branche waren de verschillen wel groot. Per saldo zag ruim 55% van de ondernemers de winst stabiliseren of toenemen. Bij bijna 36% van de transporteurs steeg de winst met 50% of meer, maar bijna 22% zag de winst juist met 50% of meer afnemen.

Vervoer over water presteert sterk

De omzet is in 2022 vooral gegroeid in de binnenvaart (vracht-, tank- en sleepvaart), die het in 2021 nog moeilijk had. Ook het vervoer over de weg behaalde een omzetstijging, maar minder sterk dan het vervoer over water. Hetzelfde geldt voor de winstontwikkeling. Die is in bijna alle deelbranches (met uitzondering van het personenvervoer over de weg) positief, maar veruit het sterkst voor het vervoer over water.

Branches in Zicht Logistiek

Fors hogere kosten

De bedrijfskosten zijn in de branche als geheel in 2022 per saldo met ruim 19% gestegen, versus een stijging van bijna 7% een jaar eerder en een stijging van bijna 14% voor het mkb als geheel in 2022. De personeelskosten (een belangrijke kostenpost in de logistieke branche) stegen met ruim 18%, ten opzichte van bijna 3% een jaar eerder. Het mkb-cijfer bedroeg iets meer dan 10%. De loonkosten zijn 13,6% hoger uitgekomen, tegenover een stijging van bijna 3% een jaar eerder. 

Lichte verbetering financiële positie

De financiële positie van bedrijven in de logistieke branche is verder verbeterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op ruim 88, tegenover bijna 85 een jaar eerder. Hiermee doet de branche het nu ruim beter dan het mkb-gemiddelde, dat verslechterde tot bijna 78%.