Skip to main content
All Posts By

admin

Aanvragen uitzondering voor grensoverschrijdende telewerkers

By nieuws

In het buitenland wonende werknemers die werken voor een in Nederland gevestigde werkgever, kunnen bij de SVB een uitzonderingspositie aanvragen voor de sociale verzekeringen wanneer zij telewerken. Onder voorwaarden kunnen zij zich dan in Nederland verzekeren in plaats van in het woonland. De SVB heeft het aanvraagloket op 5 juli 2023 opengesteld.

Sociaal verzekerd in werkland

Kantoor

Voor de sociale verzekeringen geldt als hoofdregel dat een werknemer sociaal verzekerd is in het land waar hij werkt. Daarbij geldt dat in beginsel tot 25% van de arbeidstijd in het woonland gewerkt mag worden. 

Nieuwe afspraken

In coronatijd waren er veel grensarbeiders die meer dan 25% van hun arbeidstijd in het woonland werkten. Voor hen was daarvoor een tijdelijke uitzonderingsmaatregel getroffen. Deze is per 1 juli 2023 komen te vervallen. Om telewerkers toch tegemoet te komen, zijn er onlangs door EU-landen nieuwe afspraken gemaakt en vastgelegd in een Kaderovereenkomst

Voorwaarden

Er gelden voorwaarden om in aanmerking te komen voor de uitzondering. Een van de voorwaarden is dat de telewerker maximaal 50% van de arbeidstijd in het woonland werkt, ofwel er moet ten minste 50% van de arbeidstijd in Nederland worden gewerkt.

Nu aanvragen

Grensarbeiders die telewerken en die gebruik willen maken van de uitzonderingspositie, kunnen vanaf heden bij de SVB een digitaal aanvraagformulier voor genoemde uitzonderingspositie aanvragen. Dit kan ook via de werkgever. 

Let op! Omdat de SVB niet alle aanvragen direct kan afhandelen, kan terugwerkende kracht worden verleend voor maximaal één jaar. Dit betekent dat een aanvraag uiterlijk nog tot 1 juli 2024 kan worden ingediend.

Hogere prijzen gaven de detailhandel in 2022 een groei-impuls

By nieuws

De detailhandel heeft een jaar van groei achter de rug. Dit komt deels door hogere prijzen in verband met de inflatie, maar ook doordat in 2021 nog coronamaatregelen van kracht waren. Opnieuw waren de verschillen binnen de branche groot. Verder zien we dat de verkoopvolumes in de branche onder druk staan, doordat consumenten selectiever geld uitgeven.

Dit komt naar voren uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Inflatie stuwt omzet op

De detailhandel heeft de omzet in 2022 met ruim 6% zien toenemen, tegenover een groei van 5,3% een jaar eerder. Dit hangt voor een deel samen met de inflatie, die in 2022 met gemiddeld 10% een recordhoogte bereikte. Wat ook een rol speelde, was dat 2021 in het teken stond van een aantal harde coronalockdowns, die vooral non-foodwinkels raakten. Medio januari 2022 kwam daar een einde aan, dus fysieke winkels konden hun deuren dit keer bijna het hele jaar openhouden.

Grote verschillen in winst

De winstgroei in de detailhandel is volgens de cijfers van SRA-BiZ in 2022 uitgekomen op ruim 10%, ten opzichte van 22,5% in het voorgaande jaar. Daarmee deed de branche het aanzienlijk beter dan het mkb-gemiddelde, dat bleef steken op 1,5%. De verschillen binnen de detailhandel waren echter aanzienlijk. Aan de ene kant zag bijna 28% van de retailers de winst met 50% of meer toenemen, anderzijds moest meer dan de helft (53,3%) juist een winstdaling accepteren. In bijna 28% van de gevallen ging het zelfs om een krimp van 50% of meer. 

Non-food blinkt uit

Het waren binnen de detailhandel vooral de voedingsmiddelenwinkels die de winst in het afgelopen jaar zagen dalen. Hogere prijzen zorgden in dit deelsegment over het algemeen wel voor oplopende omzetten. Kledingwinkels lieten een behoorlijke omzet- en winstgroei zien, net als doe-het-zelf- en fietszaken. Winkels in optische artikelen trokken hun omzet- en winstgroei door, waarbij vooral de winstontwikkeling sterk was. 

Branches in Zicht Detailhandel

Goed jaar fysieke winkels

Als we onderscheid maken tussen fysieke en webwinkels, dan blijkt de omzet van online in 2022 te zijn gekrompen ten opzichte van een jaar eerder, terwijl ‘stenen’ winkels juist een omzetgroei laten zien. Bij de winstontwikkeling is het beeld hetzelfde: een behoorlijke daling voor het onlinesegment, maar per saldo een sterke groei voor de fysieke winkels.

Relatief beperkte groei bedrijfskosten

De personeelskosten zijn in de detailhandel in 2022 met 3,8% gestegen, tegenover 3,4% in 2021. De stijging is veel minder sterk dan in het mkb als geheel (10,2%). De loongroei is uitgekomen op 3,5%, tegenover 5,4% in het mkb. Per saldo zijn de bedrijfskosten iets sterker gestegen dan in 2021: 5,3% tegenover 4,5%. In vergelijking met het mkb-cijfer van bijna 14% valt dit alleszins mee. 

Kredietwaardigheid verslechterd

De financiële positie van bedrijven in de detailhandel is duidelijk verslechterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op ruim 79, tegen bijna 86 een jaar eerder. De branche presteert daarmee iets beter dan het mkb-gemiddelde, dat behoorlijk verslechterde tot bijna 78%.

Rechter verlaagt schadevergoeding in WOZ-zaak

By nieuws

Als u het met een beslissing van de fiscus niet eens bent, kunt u in bezwaar en beroep. Duurt de uitspraak langer dan redelijkerwijs verondersteld mag worden, dan heeft u recht op een schadevergoeding. Hoeveel bedraagt deze schadevergoeding?

Schadevergoeding

Handen

De schadevergoeding is bedoeld als compensatie voor de lange wachttijd en de daarmee samenhangende spanning en frustratie. In het verleden heeft de Hoge Raad de regels rondom een schadevergoeding bepaald. Voor wat betreft de hoogte is deze vastgesteld op een vergoeding van € 500 per half jaar termijnoverschrijding of een gedeelte van een half jaar.

Rechtbank wijkt af

 De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft de omvang van deze schadevergoeding in een uitspraak eigenhandig verlaagd. Het betrof een zaak waarin de waarde van een onroerend goed werd betwist. In deze zaak bepaalt de rechtbank de schadevergoeding op € 50 per half jaar. Als reden geeft de rechtbank aan dat in WOZ-zaken het financiële belang in de regel minder is dan een bedrag van € 500 en de veronderstelde spanning en frustratie een vergoeding tot ten hoogste € 50 per half jaar overschrijding rechtvaardigt.

Vooruitlopend op mogelijke wetswijziging

De rechtbank loopt met de uitspraak vooruit op voorgenomen wetswijzigingen. Onlangs maakte staatssecretaris Van Rij namelijk bekend het aantal WOZ-bezwaren en beroepen te willen verminderen. Een van de mogelijke maatregelen die de staatssecretaris aangaf te overwegen, is het niet langer uitkeren van een schadevergoeding voor immateriële schade in WOZ- en bpm-zaken.

Toekomst onduidelijk

Het is nog niet bekend of tegen de uitspraak hoger beroep wordt aangetekend. Onduidelijk is verder of ook andere rechters het voorbeeld van de rechtbank zullen volgen. Rechtbank Oost-Brabant kende vier dagen na de uitspraak in een WOZ-zaak nog het normale tarief van € 500 toe.

Zeer sterke winst- en omzetgroei voor de horeca in 2022

By nieuws

De horeca heeft na het verdwijnen van de coronamaatregelen een sterk herstel laten zien. De branche zag de omzet en de winst in 2022 stevig versnellen, ondanks de hard gestegen kosten. Toch zijn er ook zorgen, want de kredietwaardigheid is behoorlijk afgenomen.

Dit blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Omzetgroei breed gedragen

De horeca zag zich in 2021 geconfronteerd met lockdowns, maar vanaf medio januari 2022 konden de deuren weer als vanouds open. Ondanks een tanend consumentenvertrouwen, druk op de koopkracht en prijsverhogingen wisten consumenten de branche weer goed te vinden. De omzet liep op met 39%, tegenover gemiddeld 13,1% omzetgroei voor het mkb.
De omzetverbetering in de horeca werd breed gedragen: het aandeel van bedrijven met een stabiele of hogere omzet nam opnieuw toe, van bijna 82% naar ruim 89%. Bijna 37% van de horecaondernemers zag de omzet in 2022 zelfs met 50% of meer stijgen.

Sterke stijging brutomarge

De winstontwikkeling wist gelijke tred te houden met de omzetgroei. In 2022 kwam de winstgroei uit op bijna 34%, tegenover slechts 1,5% gemiddeld in het mkb. De brutomarge steeg met bijna 40%, tegenover een stijging van ruim 16% een jaar eerder. De onderlinge verschillen binnen de branche waren echter opnieuw groot. Iets meer dan de helft van de ondernemers (ruim 51%) zag de winst gelijk blijven of toenemen en dan ging het relatief vaak om een sterke groei van 50% of meer. Bijna 49% van de horecaondernemers moest het dus doen met een winstdaling. Voor ruim 31% van de bedrijven ging het zelfs om een krimp van 50% of meer.

Hotels en cafés blinken uit

Binnen de horeca lieten alle deelbranches in 2022 een groei zien, zij het dat die niet overal even groot was. De omzetontwikkeling was vooral sterk bij hotels en cafés. Ook restaurants deden het wat betreft omzet goed, maar de winstontwikkeling binnen deze deelbranche bleef hierbij ver achter. Sterker nog, er was per saldo nauwelijks sprake van winstgroei. Bij hotels en cafés ging de sterke omzetgroei wel gepaard met een aanzienlijke stijging van de winst.

Branches in Zicht Horeca

Fors hogere personeelskosten

De personeelskosten in de horeca zijn vorig jaar met 40% gestegen, tegenover iets meer dan 10% gemiddeld in het mkb. De belangrijkste personeelskosten in de horeca zijn de lonen. Deze post steeg met bijna 34%, ten opzichte van iets meer dan 2% in 2021. De verwachting is dat de kosten voor de horeca in de komende periode verder zullen oplopen. Het is de vraag of de branche al die kostenstijgingen zal weten te vertalen in de verkoopprijzen. Anders ligt margedruk op de loer.

Kredietwaardigheid sterk achteruit

Het percentage horecaondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is in 2022 uitgekomen op 79. Dit betekent een sterke achteruitgang ten opzichte van het voorgaande jaar (bijna 86). De branche presteert nog wel min of meer in lijn met het mkb-gemiddelde, dat verslechterde van ruim 86% tot bijna 78%. 

Industrie doet na recordjaar duidelijk een stap terug

By nieuws

De industrie heeft in 2022 een stap terug moeten doen, na het sterke herstel van een jaar eerder. De omzet kwam weliswaar hoger uit dan in 2021, maar de winstontwikkeling was negatief. De afnemers van de industrie zijn sterker gaan letten op hun uitgaven en bouwden hun voorraden af, waardoor de orderportefeuilles van industriële ondernemers onder druk kwam te staan.

Dit blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Industrie blijft achter bij mkb

De industrie zag de omzet in 2022 met 12,5% toenemen, tegenover een gemiddelde groei van 13,1% in het mkb. Hiermee liep het groeitempo terug ten opzichte van het voorgaande jaar (bijna 21%). De winstontwikkeling was voor het eerst in het onderzoek van SRA-BiZ negatief. De krimp kwam uit op ruim 6%, tegen een bescheiden gemiddelde winstgroei van 1,5% voor het mkb. In 2021 behaalde de industriële branche nog een winstgroei van 45,6%.

Grote verschillen binnen de branche

Binnen de industrie liepen de resultaten uiteen. Het deel van de ondernemingen dat de omzet stabiel heeft zien blijven of heeft zien toenemen, is in 2022 uitgekomen op ruim 71%, min of meer in lijn met 2021. Tegelijkertijd heeft meer dan de helft (54,2%) van de industriële bedrijven de winst zien dalen (tegenover bijna 40% in 2021). In ruim een op de drie (35,8%) gevallen ging het zelfs om een krimp van 50% of meer. Bij 30,5% van de bedrijven nam de winst juist met 50% of meer toe.

Reparatie en installatie machines onder druk

De winstontwikkeling stond vooral onder druk bij producenten van voedingsmiddelen, die nog wel een hogere omzet wisten te realiseren. Ook bij reparatie en installatie van machines en apparaten was de winstontwikkeling negatief, maar in deze deelbranche daalde ook de omzet.

Branches in Zicht Industrie

Verdere stijging kosten

De personeelskosten zijn in de industrie met ruim 6% toegenomen, tegenover een plus van ruim 10% voor het mkb als geheel. In 2021 stegen de personeelskosten in de branche met ruim 8%. Per saldo zijn de loonkosten met 4,5% gestegen, min of meer in lijn met de ontwikkeling in de branche in 2021. In 2022 zijn de energiekosten als percentage van de omzet met 26% gestegen. De bedrijfskosten zijn in totaal met ruim 8% toegenomen, tegen bijna 9% een jaar eerder en bijna 14% in het mkb.

Kredietwaardigheid verslechterd

De financiële positie van bedrijven in de industrie is per saldo achteruitgegaan. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op iets meer dan 81, tegenover bijna 89 in het voorgaande jaar. De branche doet het nog wel beter dan het mkb-gemiddelde, dat daalde van ruim 86% naar bijna 78%.

Moet u als ondernemer bepaalde transacties checken en melden?

By nieuws

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) kent voor bepaalde ondernemers een aantal verplichtingen. Het is van belang deze strikt na te leven, anders kunt u met forse boetes worden geconfronteerd.

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Betalen

De Wwft moet voorkomen dat criminelen via hun rekeningen geld witwassen dat ze met misdaad hebben verdiend. De Wwft geldt voor iedereen die te maken heeft met geldstromen of met de aankoop en verkoop van (dure) goederen. Denk hierbij aan banken, makelaars, notarissen, belastingadviseurs, advocaten en ondernemers die bemiddelen of handelen in bijvoorbeeld voertuigen, kunstvoorwerpen en juwelen.

Cliëntonderzoek en verdachte transacties

Iedereen die onder de Wwft valt, is verplicht om cliëntonderzoek te doen: wie is de klant, waar komt diens geld vandaan en waar gebruikt de klant het geld voor. Bij alle incidentele transacties van ten minste € 15.000 dient in ieder geval clientonderzoek plaats te vinden (artikel 3.5.b. Wwft). Tevens dienen ongebruikelijke transacties, zoals het doen van (grotere) aankopen met contant geld, te worden gemeld bij de FIU-NL.

Juwelier te slordig

Onlangs werd een juwelier geconfronteerd met een boete van € 100.000 inzake de Wwft. Er waren meerdere aankopen verricht boven de € 15.000, waarbij geen onderzoek naar de identiteit van de klant was ingesteld. Tevens was ook verzuimd de verdachte aankopen te melden bij de FIU.NL.

Geen opzet of grove schuld

Deze uitspraak van rechtbank Rotterdam maakte duidelijk dat ook boetes kunnen worden opgelegd als er geen sprake is van opzet of grove schuld. Zo moeten werkgevers in de Wwft-branches, zoals de juwelier, er voor zorgen dat ook hun personeel van de wettelijke verplichtingen inzake de Wwft op de hoogte is. 

Kopie identiteitsbewijs niet verplicht

Ook werd duidelijk dat niet in alle verdachte gevallen een kopie van het identiteitsbewijs was gemaakt. Dat is echter niet verplicht, al moet de juwelier dan wel op andere manier de identiteit controleren en bewijs hiervan bewaren.

Boete beperkt

In deze zaak werd de boete uiteindelijk beperkt tot ruim € 8.700. Duidelijk werd dat niet in alle gevallen de identiteit in strijd met de voorschriften was vastgesteld en ook dat het aantal meldingen van verdachte verkopen minder was dan gedacht. 

Winst en investeringsvermogen mkb onder druk

By nieuws

Het midden- en kleinbedrijf heeft over 2022 gemiddeld een flink lagere winstgroei laten zien dan in voorgaande jaren, zo blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Paul Dinkgreve, bestuurslid van SRA, maakt zich daarom grote zorgen over het mkb. “Als bedrijven nog meer winst moeten inleveren en lenen bovendien steeds duurder wordt, staan de investeringen onder druk, mede gezien het feit dat in het afgelopen jaar al minder ondernemingen kredietwaardig waren.”

Meer omzet, winst blijft achter

De winst in het mkb is in 2022 gemiddeld met 1,5% toegenomen ten opzichte van het jaar ervoor. Dat is mager in vergelijking met de winstgroei van bijna 38% in 2021. Nooit eerder in het SRA-BiZ-onderzoek was de winstgroei zo beperkt. Voor het eerst in jaren waren er bovendien meer bedrijven die hun winst zagen afnemen (53,3%) dan bedrijven waarvan de winst gelijk bleef of steeg. Wel waren de verschillen tussen en binnen de branches groot. Zo moesten de industrie en de bouw het doen met een behoorlijke winstdaling, terwijl de winstgroei juist duidelijk bovengemiddeld was in transport & logistiek, de horeca en de automotive.

Ook ten opzichte van de omzetontwikkeling was de winstgroei in het mkb erg bescheiden. De omzet is in 2022 namelijk met 13,1% gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Het mkb heeft de hogere personeelskosten – die in 2022 met 10,2% stegen – en inflatie deels in de prijzen weten door te berekenen, maar daar zit vanwege de concurrentiepositie een grens aan.

Branches in Zicht Nederland

Hoge kosten en inflatie

De bedrijfskosten zijn in het mkb in het afgelopen jaar relatief sterk gestegen, met bijna 14%. Hierbij was de krappe arbeidsmarkt van grote invloed. De toename van de personeelskosten van ruim 10% was veel sterker dan in voorgaande jaren. De lonen stegen met gemiddeld 5,4%.

Dinkgreve: “Het mkb heeft met de omzetstijging deels de hoge inflatie en personeelskosten in de prijzen kunnen doorrekenen, maar daar zit omwille van de concurrentiepositie een grens aan. Een omzetstijging van 13,1% lijkt nog aardig, maar is geflatteerd gezien de inflatie. Voor 2023 zal de inflatie hoog blijven en de klap van de hogere loonkosten moet in 2023 door de cao-afspraken nog komen. Ook zie je al een krimp van de economie in het eerste kwartaal van 2023 en zijn er magere groeiverwachtingen. In die context moeten ondernemers investeren in de energietransitie, digitalisering en innovatie om toekomstbestendig te blijven. Ik maak me daar echt zorgen om.”

Vooral microbedrijven voelen druk

Jacco Vonhof, voorzitter van MKB-Nederland, deelt deze zorg. Vooral als het gaat om het kleinere mkb. Het merendeel van het mkb bestaat uit microbedrijven. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat de winstontwikkeling juist in dit segment onder druk staat. 57% van de bedrijven met een omzet tot 1 miljoen euro heeft de winst vorig jaar zien dalen. Bij bijna 40% ging het zelfs om een krimp van 50% of meer. “Bij deze bedrijven zit innovatie vaak in de genen en zij hebben de potentie om gezond te groeien en goede oplossingen te zoeken en te vinden voor alle grote vraagstukken die er liggen”, zegt Vonhof in het SRA-Rapport. “Maar voor deze ondernemers wordt het steeds moeilijker en duurder om aan financiering te komen voor alle noodzakelijke ontwikkelingen die in aantocht zijn.”

“Als het micro-mkb op achterstand komt, raakt alles uit balans. Dat zou voor onze economie en de totale breedte van het bedrijfsleven bepaald geen goede zaak zijn. Als kleine ondernemers bezwijken onder de gevolgen van de huidige ontwikkelingen en grote bedrijven alsmaar verder consolideren, wordt de economie eenzijdiger en verliezen we het broodnodige innovatieve vermogen van juist de microbedrijven.” Volgens Vonhof is het cruciaal dat de lasten voor ondernemers met Prinsjesdag nu niet verder worden verhoogd. “Dat het kabinet is gevallen, mag niet leiden tot verdere vertraging van de aanpak van de grote problemen die er spelen ten aanzien van klimaat, stikstof en op de arbeidsmarkt. We gaan er dan ook van uit dat belangrijke wetgeving doorgang vindt en behandeld blijft worden nu het kabinet demissionair is.”

Kredietwaardigheid verslechterd

Het risico dat een onderneming in het mkb binnen een jaar failliet gaat, berekent SRA aan de hand van de PD-rating (Probability of Default). Dit is feitelijk het vermogen tot betaling. Hoe lager de PD-rating, hoe beter de mogelijkheden voor externe financiering. Uit berekeningen van SRA-BiZ komt naar voren dat gemiddeld 77,9% van het mkb vorig jaar een PD-rating van onder de 1% liet zien. Voor het eerst in jaren betekent dit een verslechtering ten opzichte van het voorgaande jaar (in 2021 was dit 86,4%). Vanaf 2015 tot en met 2021 was consistent een stijging van dit percentage zichtbaar.

De verschillen in kredietwaardigheid binnen en tussen de branches waren opnieuw groot. In transport & logistiek en de automotive is de kredietwaardigheid verbeterd ten opzichte van 2021. Specialistische zakelijke dienstverleners, de industrie, de horeca en de detailhandel laten de sterkste achteruitgang zien. Absoluut gezien hebben de logistieke branche, de bouw en de automotive nu de hoogste kredietwaardigheid, specialistische zakelijke dienstverleners de laagste.

Rechter: informatieverstrekking bij discussie opbrengstlimiet niet nodig

By nieuws

Gemeentes kunnen voor tal van diensten heffingen opleggen. Daarbij is er vaak discussie of de opbrengsten hiervan de kosten niet overschrijden. Door de rechter is nu beslist dat gemeentes bij dergelijke discussies geen informatie over opbrengsten en kosten meer hoeven te verstrekken.

Opbrengstlimiet

Handen

Voor de meeste gemeentelijke heffingen geldt dat de opbrengsten ervan de kosten niet te boven mogen gaan, de zogenaamde opbrengstlimiet. Gebeurt dat wel, dan komt de heffing geheel of gedeeltelijk te vervallen. Of de opbrengstlimiet wordt overschreden, moet blijken uit gemeentelijke stukken, zoals de begroting.

Informatievoorziening

Op basis van een arrest van de Hoge Raad werd er tot nu toe van uitgegaan dat gemeentes verplicht zijn om inzage te geven in de kosten en opbrengsten van heffingen. Op basis hiervan moeten belastingplichtigen zelf (kunnen) checken of een gemeente de opbrengstlimiet overschrijdt. 

Online mogelijkheden

De rechtbank is van mening dat het niet meer van deze tijd is dat gemeentes inzage geven in kosten en baten die van invloed zijn op de opbrengstlimiet. Deze informatie is tegenwoordig namelijk eenvoudig online te vinden. Een belastingplichtige had bezwaar gemaakt tegen zijn aanslagen afvalstoffenheffing, rioolbelasting en watersysteemheffing en aangevoerd dat ter zake de opbrengstlimiet was overschreden. Hij beklaagde zich erover dat de gemeente hem hiervoor niet van de noodzakelijke informatie had voorzien, maar de rechter ging hier niet in mee.

Rol gemachtigde

Behalve dat stukken inzake de gemeentelijke begroting eenvoudig online zijn te raadplegen, had de bezwaarmaker ook gebruikgemaakt van een professionele gemachtigde. Deze was volgens de rechtbank deskundig genoeg om te weten waar de benodigde informatie ter onderbouwing van het bezwaar te vinden was. De bezwaren werden dan ook afgewezen.

Voor het eerst in jaren laat de bouw een winstdaling zien

By nieuws

De bouw heeft de omzet in 2022 verder zien aantrekken, maar de winstontwikkeling was voor het eerst in jaren negatief. De omzet steeg met bijna 10%, terwijl de winst met ruim 14% daalde. Na een periode van groei lijkt de branche zich te moeten opmaken voor een krimp in 2023 en het volgende jaar.

Dit blijkt uit het nieuwe SRA-Rapport ‘Branches in Zicht 2023, de harde cijfers van Nederlandse ondernemingen’.

Bouw blijft achter bij het mkb-gemiddelde

De omzetgroei in de bouw van bijna 10% was veel sterker dan in 2021 (bijna 5%), maar dit lijkt vooral te komen door de hoge inflatie. De bouw blijft hiermee achter bij het mkb-gemiddelde van ruim 13%. De winstdaling van ruim 14% volgde op een winstgroei van ruim 7% in 2021. Ook in dit opzicht blijft de branche achter bij het mkb-cijfer (1,5% groei). De ontwikkeling van de brutomarge was weliswaar positief (2,7%), maar kon het mkb-gemiddelde van 6,6% evenmin bijbenen.

Grote verschillen binnen de bouw

Binnen de bouw liepen de resultaten sterk uiteen. Zo is het deel van de bouwbedrijven dat de omzet stabiel heeft zien blijven of heeft zien toenemen, gestegen van ruim 64% in 2021 naar bijna 70%. In bijna een kwart van de gevallen ging het zelfs om een omzetstijging van 50% of meer. Tegelijkertijd zag slechts ongeveer de helft van de bouwbedrijven de winst stabiliseren of stijgen (tegenover ruim 60% in 2021). Ruim 30% van de bedrijven in de bouw kreeg echter een winstdaling van 50% of meer voor de kiezen.

Krimp voor bouwinstallateurs

Wat betreft deelbranches is de omzetontwikkeling vooral sterk bij installateurs en de afwerking van gebouwen, op de voet gevolgd door de gespecialiseerde bouw. De winstontwikkeling was echter in al deze deelbranches negatief. Vooral bouwinstallateurs hielden in 2022 onderaan de streep aanmerkelijk minder over dan een jaar eerder, toen de cijfers heel erg goed waren.

Branches in Zicht Bouw

Loonkosten stijgen relatief beperkt

Uit de cijfers van SRA-BiZ blijkt dat de personeelskosten in de bouw in 2022 met bijna 7% zijn gestegen. Deze toename was minder sterk dan in 2021 (7,7%) en ook minder sterk dan gemiddeld in het mkb (ruim 10%). De loonkosten zijn met ruim 3% toegenomen, min of meer in lijn met een jaar eerder. In het mkb stegen de loonkosten gemiddeld met ruim 5%.

Financiële positie verslechterd

De financiële positie van bedrijven in de bouw is verslechterd. Uit de analyse van SRA-BiZ blijkt dat het percentage ondernemingen dat aan de financiële verplichtingen kan voldoen (een PD-rating <1%), is uitgekomen op 83,6. Dit betekent een teruggang ten opzichte van het voorgaande jaar (ruim 89). De branche doet het nog wel beter dan het mkb-gemiddelde, dat van 86,4% naar bijna 78% ging.

Terugdraaien startersvrijstelling overdrachtsbelasting niet mogelijk

By nieuws

Kopers van 18 tot 35 jaar oud kunnen bij aankoop van een eigen woning onder voorwaarden een beroep doen op een vrijstelling van overdrachtsbelasting. Dit kan slecht één keer en een eenmaal gedaan verzoek kan niet teruggedraaid worden.

Startersvrijstelling

Pand

De vrijstelling van overdrachtsbelasting bij aankoop van een eigen woning wordt ook wel de startersvrijstelling genoemd. Kopers van 18 tot 35 jaar kunnen een beroep doen op deze vrijstelling. Voorwaarden hiervoor zijn verder onder meer dat de kopers zelf voor langere tijd de woning gaan bewonen en dat de waarde van de woning onder een bepaald bedrag blijft (de woningwaardegrens).

Let op! Deze woningwaardegrens bedraagt in 2023 € 440.000, maar gaat per 1 januari 2024 omhoog naar € 510.000. Heeft u een woning gekocht voor meer dan € 440.000 en maximaal € 510.000, dan zou het aantrekkelijk kunnen zijn om overdracht bij de notaris te verplaatsen naar 2024. Houd daarbij wel in de gaten dat u blijft voldoen aan de overige voorwaarden voor de startersvrijstelling (bijvoorbeeld de leeftijdsvoorwaarde!).

Eenmalig

Het beroep op de startersvrijstelling is slechts één keer mogelijk. Als een koper al eerder gebruikmaakte van de startersvrijstelling, kan dat dus niet nog een keer. De Belastingdienst bevestigde onlangs dat een nieuw verzoek ook niet mogelijk is als het eerdere verzoek wordt teruggedraaid.

Een belanghebbende die in 2022 voor het eerst een woning kocht en verzocht om toepassing van de startersvrijstelling, had deze vraag aan de Belastingdienst gesteld. Deze belanghebbende wilde namelijk in 2023 een duurdere woning kopen. Als de startersvrijstelling uit 2022 teruggedraaid zou worden, zou deze belanghebbende in 2023 een hogere vrijstelling kunnen krijgen. De Belastingdienst staat dit echter niet toe.

Gebruik startersvrijstelling

Uit monitoring van het gebruik van de startersvrijstelling blijkt dat in 2022 in 65.000 notariële akten een beroep is gedaan op de startersvrijstelling. Bij 7.000 hiervan werd deels ook een beroep gedaan op het 2%-tarief. Dit gebeurt bijvoorbeeld als een van de partners niet aan de voorwaarden voor de startersvrijstelling voldoet (bijvoorbeeld vanwege het bereiken van de leeftijd van 35). In 2022 werd bij 133.000 notariële akten het 2%-tarief toegepast.