Skip to main content
All Posts By

admin

Belastingdienst publiceert nieuwe modelovereenkomst bouw

By nieuws

De Belastingdienst heeft onlangs een nieuwe modelovereenkomst voor zzp’ers in de bouw gepubliceerd. Dit is gebeurd op initiatief van de brancheorganisatie Bouwend Nederland.

Wijziging

Bouw

De nieuwe modelovereenkomst bevat een belangrijke wijziging ten opzichte van de vorige. Als er sprake is van een situatie waarbij de opdrachtnemer het aangenomen werk weer uitbesteedt aan een ander, dan dient er tussen deze twee partijen een nieuwe modelovereenkomst te worden afgesloten.

Modelovereenkomst

Opdrachtgevers kunnen een modelovereenkomst gebruiken om zekerheid te verkrijgen over de vraag of er sprake is van een dienstbetrekking bij het inhuren van een opdrachtnemer. 

Via de modelovereenkomst kan een dienstbetrekking worden uitgesloten. Dit betekent dat de opdrachtgever dan geen loonheffing en premies werknemersverzekeringen hoeft in te houden. De modelovereenkomst betekent echter niet automatisch dat de opdrachtnemer fiscaal gezien als ondernemer wordt aangemerkt.

Let op! Opdrachtgever en -nemer moeten de modelovereenkomst beiden ondertekenen en de werkzaamheden moeten ook conform de afspraken in de modelovereenkomst worden uitgevoerd.

Tip! De nieuwe modelovereenkomst zelfstandigen bouw vindt u hier.

Geldigheidsduur

De geldigheidsduur van de modelovereenkomst is vijf jaar. Dit betekent dat deze nieuwe modelovereenkomst geldig is tot 1 oktober 2028.

Wanneer is btw van een eigen woning aftrekbaar?

By nieuws

Als u zelf btw-belaste prestaties verricht, kunt u in de regel ook de door u betaalde btw op aangekochte goederen en diensten in aftrek brengen. Dat geldt ook voor een gekocht zakelijk pand, ook als u dit verhuurt en opteert voor btw-belaste verhuur. Maar wat nu als dat pand een woning betreft? De rechtbank Noord-Nederland deed hierover onlangs een interessante uitspraak.

Luxe appartement als kantoor

Bedrijfspand

In de betreffende zaak had een bv een luxe appartement aan zee aangeschaft en belast verhuurd, en de hierop drukkende btw van ruim € 281.000 in aftrek gebracht. Het appartement maakte deel uit van een complex van zes, allemaal met een woonbestemming. De btw werd door de bv geheel in aftrek gebracht, omdat het naar eigen zeggen volledig voor belaste handelingen werd gebruikt.

Zakelijk gebruik

Volgens de bv werd het appartement drie à vier dagen per week door de dga van een dochter-bv gebruikt, die het gehuurde pand gebruikte als kantoorruimte. Ook ontving hij er zakenrelaties en gebruikte hij het om te overnachten als hij anders aangewezen zou zijn op een hotel. De woonplaats van de dga was elders gelegen. Daar woonde onder andere ook zijn echtgenote.

De bv vond het logisch dat de dga, gelet op de reisafstand naar zijn woonplaats, het appartement als kantoorruimte gebruikte en hier ook af en toe overnachtte. Daardoor werden er kosten voor hotels bespaard, net zoals kosten voor het huren van vergaderruimte. Ter onderbouwing van het zakelijke gebruik waren verklaringen van zakenpartner geleverd, evenals enkele foto’s van de inrichting van het appartement.

Mager bewijs

De rechtbank vond het geleverde bewijs voor het volledig zakelijk gebruik te mager. Zo ontbrak een overzicht van de, volgens de bv, in het appartement gevoerde zakelijke besprekingen. De verklaringen van de zakenpartners waren bovendien vrij algemeen en gaven niet aan op welke periode deze betrekking hadden, wat de aard van de afspraken was geweest, wat er werd besproken en hoe vaak deze overleggen hadden plaatsgevonden. Ook de geleverde foto’s leverden niet het bewijs dat het pand alleen zakelijk zou zijn gebruikt.

Niet vergelijkbaar

De bv voerde nog aan dat de btw in een vergelijkbare zaak door de Hoge Raad wel in aftrek was toegelaten, maar volgens de rechtbank waren deze zaken niet vergelijkbaar. In die zaak handelde het namelijk om een appartement dat aantoonbaar voor representatieve doeleinden, voor directievergaderingen en voor incidentele overnachtingen van directieleden werd gebruikt.

Tip! Het is mogelijk btw in aftrek te brengen als het zakelijke gebruik voldoende aannemelijk kan worden gemaakt.

Subsidieregeling praktijkleren in de derde leerweg weer aanvragen

By nieuws

Werkgevers kunnen vanaf 1 december 9.00 uur tot en met 12 januari 2024 17:00 uur weer subsidie aanvragen voor de regeling praktijkleren in de derde leerweg. De subsidieregeling is alleen beschikbaar voor praktijkplaatsen voor werkzoekenden of voor werkenden die binnenkort werkloos dreigen te worden.

Voorwaarden subsidie

Bouw

De subsidie vergoedt een deel van de kosten die een erkend leerbedrijf maakt voor de praktijkbegeleiding van een student die een mbo-opleiding in de derde leerweg volgt en die werkzoekende is of werkloos dreigt te worden. Er moet sprake zijn van kortlopende bij- en omscholing.

Je bent werkzoekend als je als werkzoekende staat ingeschreven bij het UWV. Dat zijn mensen met een uitkering die kunnen werken, maar ook mensen zonder uitkering kunnen zich inschrijven bij het UWV als werkzoekende.

Omvang subsidie

Als erkend leerbedrijf kunt u de subsidie voor maximaal 40 weken krijgen. Realiseert u voor deze duur een praktijkplaats, dan bedraagt de subsidie maximaal € 2.700. Het beschikbare budget bedraagt € 4,5 miljoen per aanvraagronde. Zijn er meer aanvragen dan beschikbaar budget, dan wordt dit verdeeld over de aanvragers. De regeling loopt in ieder geval tot eind 2025.

Let op! Voor mbo-studenten in de beroepsopleidende leerweg (bol) en beroepsbegeleidende leerweg (bbl) kunt u deze subsidie niet aanvragen.

Aanvragen subsidie

Uw aanvraag dient u digitaal in bij RVO.nl. Hiervoor heeft u eHerkenning nodig op niveau eH3. U moet de subsidie binnen een jaar na afloop van de praktijkplaats aanvragen. Duurt de opleiding langer dan 40 weken, dan moet u uw aanvraag binnen een jaar na afloop van de eerste 40 weken indienen. 

Nog geen erkend leerbedrijf?

Bent u nog geen erkend leerbedrijf? Wellicht komt u in aanmerking. Check de daarvoor gestelde voorwaarden hier. De erkenning wordt iedere vier jaar getoetst. 

 

Bv kan vanaf 1 januari 2024 digitaal opgericht

By nieuws

Vanaf 1 januari 2024 wordt het mogelijk om volledig digitaal een bv op te richten. Er is daarbij geen fysieke tussenkomst van een notaris meer nodig.

Het platform waar dit geregeld kan worden was al een tijd klaar. Het wachten was op goedkeuring van de wet en het bekend worden van de datum voor het eerste gebruik.

Betrouwbaarheid

Computer

Het digitaal oprichten van een bv betekent concreet dat alle procedures digitaal verlopen. Het opstellen van de notariële aktes, de identificatie en ondertekening verlopen dus volledig digitaal. Om fraude tegen te gaan zullen hierbij de hoogste betrouwbaarheidsniveaus worden toegepast.

Europese richtlijn

Het digitaal op kunnen richten van een bv vloeit voort uit een Europese richtlijn gericht op het eenvoudiger oprichten van een bv. Notarissen zullen worden voorbereid op de komende wijzigingen – cursussen, bijeenkomsten en een kennisbank – om zo ook hun cliënten te kunnen helpen bij het digitaal oprichten van een bv. 

 

Rente op derdenrekening notaris van invloed op aftrekbare btw?

By nieuws

Als een notaris rente ontvangt op een derdenrekening, wordt hierover geen btw berekend. Het gevolg hiervan is dat niet alle door de notaris betaalde btw voor hem aftrekbaar is. Het aftrekbare bedrag moet namelijk worden bepaald op basis van alle belaste en vrijgestelde prestaties die de notaris verricht.

Derdenrekening

Euro

Bij transacties tussen partijen waaraan een notaris te pas komt, wordt vaak gebruikgemaakt van een zogenaamde derdenrekening. Via deze bankrekening kan de notaris tot betaling overgaan wanneer de transactie succesvol is verlopen, zodat partijen geen risico lopen op wanbetaling. De rente op een dergelijke rekening hoeft niet aan belanghebbenden te worden doorbetaald als de gelden zeer kort op de rekening hebben gestaan.

Invloed op aftrekbare btw?

Het gerechtshof Amsterdam boog zich over de vraag of de rente die op een derdenrekening wordt verkregen, van invloed is op de af te trekken btw. Het gerechtshof vond van wel, omdat de rente een onderdeel is van de economische activiteit waarvoor de derdenrekening is gebruikt. 

Bijkomstige activiteit?

Het Hof ging ook niet mee in de redenering dat er sprake zou zijn van een bijkomstige activiteit. Alleen al het feit dat de ontvangen rente meer dan € 100.000  bedroeg, is hiervoor volgens het Hof al een reden. Bovendien vormt het aanhouden van gelden op de derdenrekening een rechtstreeks, duurzaam en noodzakelijk verlengstuk van de belastbare activiteit, aldus het Hof.

Pro rata berekening aftrek

Gelet op het bovenstaande moet de aftrekbare btw pro rata worden berekend. Het aandeel van de vrijgestelde omzet, in casu de rente op de derdenrekening, ten opzichte van de belaste omzet, bepaalt dus welk deel van alle betaalde btw niet in aftrek kan worden gebracht.

 

Doorbetalen reiskosten tijdens corona ook zonder onvoorwaardelijk recht?

By nieuws

Tijdens de coronacrisis konden werkgevers onder voorwaarden de reiskosten van hun personeel voor woon-werkverkeer doorbetalen, ook als er geheel of gedeeltelijk thuis werd gewerkt. Was dit alleen mogelijk als er een onvoorwaardelijk recht op de reiskostenvergoeding bestond?

Reiskosten tijdens corona

Navigatie

Vanwege de coronapandemie werkten veel werknemers geheel of gedeeltelijk thuis. Met name om de administratieve gevolgen te beperken werd goedgekeurd dat vaste onbelaste reiskostenvergoedingen voor het woon-werkverkeer doorbetaald konden worden alsof het reispatroon niet was veranderd. Een belangrijke voorwaarde was dat het vaste vergoedingen moest betreffen die al vóór 13 maart 2020 door de werkgever waren toegekend.

Onvoorwaardelijk recht?

Rechtbank Gelderland moest zich buigen over de vraag of deze verruiming betekende dat er vóór 13 maart 2020 een onvoorwaardelijk recht op de vergoeding moest bestaan. Volgens de rechtbank is dit niet uit de besluiten inzake de reiskostenvergoedingen af te leiden.

Keuze

De rechtbank is van mening dat slechts bepaald is dat bij een keuze van de werknemer voor een reiskostenvergoeding, zoals in een cafetariasysteem, deze keuze vóór 13 maart 2020 gemaakt moest zijn. Omdat deze voorwaarde met terugwerkende kracht is ingevoerd, is deze bepaling volgens de rechtbank echter niet rechtsgeldig.

Akkoord met uitruil tegen kostenvergoeding

In de onderhavige zaak hadden de betreffende werknemers bovendien al in het voorafgaande jaar aangegeven akkoord te gaan met een uitruil van loon tegen een reiskostenvergoeding. Dat de werknemers hiervan af konden zien, deed er volgens de rechtbank niet aan af dat de werkgever hieraan vastzat, als de werknemers hiervoor zouden kiezen. Voor de werkgever was er in dat geval toch al sprake van een onvoorwaardelijk recht van de werknemer. De inspecteur werd dan ook in het ongelijk gesteld en de naheffing van ruim € 250.000 met boete kwam dan ook te vervallen.

 

Voorgenomen wijzigingen bedrijfsopvolgingsregeling aangepast

By nieuws

Eerder was al bekend dat de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling bij schenken en overlijden gaan wijzigen. Een aantal van de door het kabinet voorgestelde wijzigingen is door de Tweede Kamer echter weer aangepast. Wat betekent dit?

Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR)

Handen schudden

De BOR en de DSR zijn belangrijke fiscale faciliteiten bij het schenken of erven van een bedrijf. Op Prinsjesdag 2023 heeft het kabinet een wetsvoorstel ingediend waarin de BOR en DSR op een aantal punten met ingang van 2024 en 2025 worden gewijzigd. De Tweede Kamer heeft bij de stemming over het wetsvoorstel amendementen aangenomen die dit wetsvoorstel op een aantal punten aanpast.

Verhoging vrijstellingspercentage BOR

Op Prinsjesdag 2023 is voorgesteld om het bedrag dat per 2025 voor de BOR voor 100% is vrijgesteld, te verhogen van € 1.205.871 in 2023 naar € 1.500.000 in 2025. Voor het meerdere was een verlaging gepland van 83% tot en met 2024 naar 70% vanaf 2025. De Tweede Kamer heeft dit laatste percentage van 70 verhoogd naar 75%.

Vervallen verplichte registratie bij grondkamer

In het wetsvoorstel is tevens opgenomen dat aan derden verhuurde onroerende zaken vanaf 2024 niet meer in aanmerking voor de BOR en DSR. Alleen landbouwgrond dat in het kader van voor teelten noodzakelijke vruchtwisseling verpacht wordt, wordt hiervan uitgezonderd. Hierbij zou een stringente voorwaarde gaan gelden dat de pachtovereenkomst geregistreerd moet zijn bij de grondkamer. De Tweede Kamer heeft deze voorwaarde laten vervallen.

Let op! Om voor de uitzondering in aanmerking te komen moet wel sprake zijn van een schriftelijke pachtovereenkomst en van een voor de teelt noodzakelijke vruchtwisseling.

DSR en BOR voor oude familiebedrijven

Bij oude familiebedrijven die van generatie op generatie overgaan, kan het voorkomen dat de aandelen in het familiebedrijf per persoon dusdanig klein zijn geworden dat toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de DSR niet mogelijk is. De Tweede Kamer vindt dit ongewenst en wil dat deze oude familiebedrijven toegang hebben tot de BOR en DSR. In een door de Tweede Kamer aangenomen amendement wordt daarom geregeld dat de voorwaarde die in bepaalde situaties geldt van een minimaal belang van 0,5% niet geldt als de verkrijger een bloed-of aanverwant is in de neergaande lijn (een kind, kleinkind, achterkleinkind et cetera).

Let op! Het staat nog niet vast dat de aanpassingen van de Tweede Kamer ook worden ingevoerd. Zo moet de Eerste Kamer nog stemmen over het wetsvoorstel. Daarnaast zouden, na de installatie van de nieuwe Tweede Kamer en een nieuw kabinet, de plannen ook weer kunnen worden aangepast.

 

Hogere kinderbijslag, verdere beperking inflatiecorrectie

By nieuws

Het kabinet trekt op verzoek van de Tweede Kamer volgend jaar € 250 miljoen extra uit voor een verhoging van de kinderbijslag. Om dit te financieren, wordt de inflatiecorrectie verder beperkt. Hierdoor gaat onder meer iemand die in het toptarief in box 1 valt, meer inkomstenbelasting betalen.

Dekking verhoging kinderbijslag

Belastingdienst

Om dekking van de extra uitgaven van € 250 miljoen te bereiken, wordt zoals gezegd de inflatiecorrectie verder beperkt. Deze verdere beperking van de inflatiecorrectie komt bovenop de al ingevoerde beperking voor de tweede tariefschijf in box 1. Dit betekent dat het toptarief van 49,5% voor 2024 al geldt vanaf een inkomen van € 75.549 in plaats van € 75.624. 

Doorwerking heffingskortingen

De beperking van de inflatiecorrectie werkt ook door in de heffingskortingen. Zo gaat de algemene heffingskorting in 2024 geen € 3.374 bedragen, maar € 3.366. Ook vrijwel alle andere bedragen in de inkomstenbelasting worden door de beperking niet volledig gecompenseerd voor de inflatie.

Doorwerking toeslagen

Daarnaast valt door de beperking de vermogenstoets voor de toeslagen lager uit. Dit betekent dat personen met vermogen volgend jaar minder snel voor toeslagen in aanmerking zullen komen.

Let op! De wijziging is voorgesteld op initiatief van de Tweede Kamer. Echter ook de Eerste Kamer moet nog met de voorgestelde wijzigingen instemmen.

 

Aanpassen bestelauto riskante zaak

By nieuws

Als u als ondernemer een bestelauto koopt, betaalt u onder voorwaarden minder bpm en minder wegenbelasting. Daarbij is wel van belang dat u de bestelauto na aankoop niet aanpast, anders loopt u het risico dat deze voordelen verloren gaan.

Bijrijdersbank verplaatst

Bestelauto

In een zaak die was voorgelegd aan de Hoge Raad had een stoffeerder een bestelauto gekocht en na aankoop de dubbele stoel naast de bestuurder verplaatst naar de laadruimte. Bij een controle stelde de inspecteur vast dat er daardoor niet langer sprake was van een bestelauto. Dit leverde een naheffing wegenbelasting plus boete op.

Personenvervoer ondergeschikt

De stoffeerder stapte hierop naar de rechter en stelde dat hij de dubbele stoel juist verplaatst had om zodoende langere rollen tapijt te kunnen vervoeren. Het personenvervoer bleef dus ondergeschikt aan het vervoer van goederen en daarom zou het verplaatsen van de dubbele stoel geen invloed moeten hebben op de te betalen wegenbelasting.

Vlakke laadvloer

De Hoge Raad ging niet in deze redenering mee. Wettelijk zijn immers bepalingen vastgelegd voor bestelauto’s, waaronder de aanwezigheid van een vlakke laadvloer. Door de dubbele stoel was hiervan geen sprake meer. Volgens de Hoge Raad dulden deze bepalingen geen uitzonderingen en dus bleef de naheffing in stand. 

 

Werken vanuit uw woning, privépand of zakelijk?

By nieuws

Als u als ondernemer werkt vanuit uw eigen privéwoning, is het onder voorwaarden mogelijk deze woning tot het ondernemingsvermogen te rekenen. Om van die voorwaarden af te kunnen wijken, moet aantoonbaar zijn dat er sprake is van een bijzondere omstandigheid.

Keuzevermogen

Woning

Een bedrijfsmiddel dat u zowel privé als zakelijk gebruikt, bijvoorbeeld een computer, behoort tot het zogenaamde keuzevermogen. Gebruikt u het bedrijfsmiddel minder dan 10% zakelijk, dan moet u het tot uw privévermogen rekenen. Gebruikt u het juist voor meer dan 90% zakelijk, dan moet u het tot uw ondernemingsvermogen rekenen. In alle overige situaties mag u in principe kiezen.

Woning als ondernemingsvermogen?

Onlangs kwam een zaak voor het gerechtshof in Arnhem, waarbij de vraag centraal stond wanneer een woning als ondernemingsvermogen kan worden aangemerkt. In deze zaak wilde een tandarts de privéwoning als ondernemingsvermogen aanmerken. De tandarts gebruikte echter slechts een klein deel van de privéwoning zakelijk, namelijk 7,75%. Hierdoor valt de woning in principe onder het privévermogen.

De tandarts voerde aan dat de privéwoning toch als ondernemingsvermogen mocht worden aangemerkt, omdat er sprake was van bijzondere omstandigheden. De tandarts kon vanuit de privéwoning twee andere praktijkpanden binnen een half uur bereiken, hetgeen een vereiste volgens de beroepsregels is. Bovendien gebruikte de tandarts de garage voor het stallen van de zakenauto.

Zakelijke garage niet onderbouwd

Het Hof was met de inspecteur van mening dat de woning verplicht als privévermogen moest worden aangemerkt. Het gebruik van de garage was namelijk op geen enkele manier onderbouwd en dus was het zakelijke gebruik ervan niet aannemelijk. Dit betekende dat aantoonbaar slechts 7,75% van de woning zakelijk werd gebruikt.

Reistijd geen bijzondere omstandigheid

Dat door de aanschaf van de woning de reistijd naar beide praktijkpanden beperkt bleef tot een half uur, was volgens het Hof geen bijzondere omstandigheid die betekende dat de woning als ondernemingsvermogen kon worden aangemerkt. De woning die voorheen door de tandarts bewoond werd, lag namelijk nog dichterbij beide praktijkpanden, zodat het verhuizen naar de nieuwe woning kennelijk door persoonlijke motieven was ingegeven.