Skip to main content
All Posts By

admin

Fors inkomensnadeel voor nieuwe ouders vanaf 2025

By nieuws

Veel nieuwe ouders gaan er vanaf 2025 in inkomen fors op achteruit. Het inkomensnadeel vloeit voort uit de afschaffing van de IACK per 2024 en de beslissing om kinderopvang nog niet al vanaf 2025 bijna gratis te maken, maar pas twee jaar later, dus vanaf 2027.

Afschaffing IACK

Baby

Omdat de kinderopvang bijna gratis zou worden, wordt voor nieuwe ouders de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) geschrapt. Het schrappen van deze korting gaat wel door per 2025. Hierdoor gaan nieuwe ouders, dus ouders die na 2025 een kind krijgen, meer inkomstenbelasting betalen dan dat zij anders zouden doen. 

Let op! De IACK blijft voorlopig bestaan voor ouders met één of meer kinderen die geboren zijn voor 1 januari 2025.

Voor wie is de IACK?

De IACK is een belastingkorting voor alleenstaande ouders of minstverdienende partners die arbeid en zorg voor jonge kinderen combineren. Het doel ervan is deze belastingplichtigen extra te motiveren om toe te treden tot de arbeidsmarkt. Een van de voorwaarden voor de IACK is dat het kind op 1 januari van het jaar jonger is dan 12 jaar. In 2023 bedraagt de maximale IACK € 2.694. Dit wordt bereikt bij een arbeidsinkomen vanaf € 29.076.

Wel extra kinderopvangtoeslag

Als gedeeltelijke compensatie wordt voor de jaren 2025 en 2026 voorgesteld de kinderopvangtoeslag iets te verhogen. Hiervoor wordt in 2025 € 400 miljoen en in 2026 € 1.200 miljoen gereserveerd. Dit is echter bij lange na niet voldoende om nieuwe ouders het gemis aan IACK te compenseren. Het voordeel van de IACK kan gedurende de looptijd dat er voor een kind recht op de korting bestaat oplopen tot ruim € 30.000. De compensatie via bijna gratis kinderopvang is daarom voor veel ouders onontbeerlijk.

Voorgenomen hervormingen concurrentiebeding

By nieuws

Het kabinet is van plan om het concurrentiebeding te hervormen om zo onnodige beperkingen van zo’n beding en rechterlijke procedures tegen te gaan.

Concurrentiebeding

Administratie

Een concurrentiebeding legt de vrijheid van de werknemer aan banden om na afloop van zijn dienstverband elders in dienstbetrekking dan wel als zelfstandige te gaan werken. Om die reden is het met de nodige waarborgen omgeven. Zo is het alleen rechtsgeldig als het schriftelijk is overeengekomen met een meerderjarige werknemer en mag het als hoofdregel alleen worden afgesproken bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd. Het kabinet is van plan om het concurrentiebeding met nog meer waarborgen te omgeven.

Gebruik concurrentiebeding

Uit onderzoek is gebleken dat inmiddels naar schatting ca. 37% van de werknemers aan een concurrentiebeding is gebonden. Eén op de drie werkgevers hanteert een concurrentiebeding, vrijwel altijd als een standaardclausule in het arbeidscontract. Deze werknemers hebben echter vaak geen toegang tot kennis en/of relaties die de concurrentiepositie van de werkgever kunnen schaden. De vraag is dan reëel of het nog wel zinvol is om deze werknemers aan een concurrentiebeding te binden.

Ook geeft ongeveer een derde van de werkgevers aan dat ze het concurrentiebeding gebruiken als manier om werknemers aan zich te binden terwijl de Hoge Raad in de zomer van 2022 expliciet heeft bepaald dat een concurrentiebeding daar niet voor is bedoeld.

Voorgenomen wijzigingen

De minister van SZW wil daarom een wetsvoorstel voorbereiden dat als doel heeft het concurrentiebeding te moderniseren. Ze is van plan de volgende voorgenomen wijzigingen verder uit te werken in een wetsvoorstel:

  • het wettelijk begrenzen van het concurrentiebeding in tijdsduur;
  • het verplicht opnemen in een concurrentiebeding van een geografische bereik, gespecificeerd en gemotiveerd;
  • het evenals bij arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd ook bij een concurrentiebeding in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd verplicht vermelden van een motivatie  van ‘het zwaarwichtig bedrijfsbelang’;
  • het door de werkgever, bij het succesvol inroepen van het concurrentiebeding, in beginsel betalen van een vergoeding, vastgesteld op een bij wettelijk voorschrift bepaald percentage van het laatste verdiende salaris van de werknemer.

Let op! Het is nog niet bekend vanaf wanneer de voorgenomen wijzigingen in zouden moeten gaan. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel eind 2023 ter internetconsultatie wordt aangeboden.

Wettelijke eisen voor definitief reglement ondernemingsraad

By nieuws

Medezeggenschap binnen uw bedrijf begint met een voorlopig or-reglement. Hierin is vastgelegd hoe de or-verkiezingen worden georganiseerd en welke werkwijze de or hanteert. Het voorlopig or-reglement kan na installatie van de or worden omgezet in een definitief reglement.

Wet op de ondernemingsraden

Administratie

Hoe de medezeggenschap binnen uw bedrijf moet worden georganiseerd, is vastgelegd in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). In een reglement voor de ondernemingsraad (or) moeten verschillende onderwerpen verplicht worden opgenomen. Ook de procedure om tot een or-reglement te komen is vastgelegd. Wanneer tenminste 50 werknemers in uw bedrijf werkzaam zijn, bent u verplicht een or in te stellen en deze volgens de voorschriften van de WOR te installeren. 

Wettelijke eisen organisatie verkiezingen

Ten aanzien van de or-verkiezingen moeten in het or-reglement in ieder geval de volgende zaken vastgelegd zijn:

  • de kandidaatsstelling;
  • de inrichting van de verkiezingen;
  • de vaststelling van de verkiezingsuitslag;
  • de vervulling van tussentijdse vacatures.

Wettelijke eisen werkwijze or

Aan de werkwijze van de or worden ook eisen gesteld. De volgende zaken dienen te worden opgenomen in het or-reglement:

  • de gevallen wanneer de or bijeenkomt;
  • de wijze waarop de or bijeengeroepen wordt;
  • het aantal leden dat aanwezig moet zijn om een vergadering te kunnen houden;
  • de uitoefening van het stemrecht in de vergaderingen;
  • de werkwijze van het secretariaat;
  • het opmaken en het bekendmaken van de agenda van de vergaderingen van de or en het moment waarop dat gebeurt;
  • het opmaken en het bekendmaken van de (jaar)verslagen van de or.

Andere afspraken in het or-reglement

De or mag allerlei afspraken vastleggen in het reglement zolang het maar niet in strijd is met de wet, bijvoorbeeld over de omvang van de or en de zittingsduur. Als de or in het or-reglement niets regelt over deze onderwerpen, gelden de wettelijke bepalingen.

Gezonde lunches voor werknemers vrijgesteld?

By nieuws

Arbo-voorzieningen zijn onder voorwaarden vrijgesteld van belastingheffing. Maar geldt dat ook voor gezonde lunches? Hof Den Haag vindt van niet, maar daar is de adviseur van de Hoge Raad het niet mee eens. De vraag is wat de Hoge Raad hiermee gaat doen.

Arbo-voorzieningen

Appel

Verplichte arbo-voorzieningen die voor de werkgever rechtstreeks voortvloeien uit de Arbeidsomstandighedenwet, zijn onder voorwaarden vrijgesteld van loonheffing. Het gaat dan kort gezegd om voorzieningen die zorgen voor de veiligheid en gezondheid van de werknemer. 

Let op! Omdat de voorzieningen gericht zijn vrijgesteld, komen ze niet ten laste van de vrije ruimte van de werkkostenregeling.

Gezonde lunches

De vraag is of gezonde lunches ook gericht zijn vrijgesteld? Een werkgever die kiemgroenten verkocht, voorzag zijn personeel kosteloos en belastingvrij van een gezonde lunch. De Belastingdienst vond dit niet terecht en belastte de lunches alsnog. Hof Den Haag was het hiermee eens, maar de adviseur van de Hoge Raad denkt hier anders over. Volgens hem dienen de lunches niet belast te zijn.

Verplichting Arbowet?

Volgens de adviseur van de Hoge Raad zijn gezonde lunches gericht vrijgesteld, omdat dit onderdeel is van het arbobeleid van de werkgever. De verplichting tot het voeren van ziekteverzuimpreventiebeleid is een verplichting op grond van de Arbowet. Gezondheidsbeleid kan hier onderdeel van zijn, waaronder de verstrekking van gezonde lunches.

Privé besparing

Volgens de adviseur heeft de vrijstelling niet enkel betrekking op voorzieningen die direct samenhangen met verplichtingen van de werkgever op grond van de Arbowet. Ook de besparing in privé die werknemers door een gratis lunch genieten, is volgens hem geen reden de vrijstelling niet toe te passen. Hetzelfde geldt voor het feit dat de werkgever invloed heeft op de reikwijdte van de vrijstelling.

Wat betekent dit?

Voor het belastingvrij verstrekken van lunches bestaat vanaf 2022 geen ruimte meer als gevolg van een wijziging van de wet- en regelgeving. Of andere verzuimbeperkende maatregelen nog wel als arbo-voorziening kunnen worden geoormerkt en dus gericht vrijgesteld kunnen worden gegeven is zeer de vraag. De Hoge Raad zal hierover eerst een oordeel moeten vellen. In de praktijk zijn de meningen sterk verdeeld of de Hoge Raad in dit geval de adviseur zal volgen.

Toch aftrek hypotheekrente voor Nederlander in België

By nieuws

Een Nederlander die in België woont, kan onder omstandigheden toch recht hebben op de aftrek van hypotheekrente op zijn Nederlandse inkomen. Dit ondanks dat hij in België woont en zijn woning dus in België is gelegen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft onlangs aangegeven welke rol het totale inkomen hierbij speelt.

Buitenlands belastingplichtige

Juridisch

In genoemde zaak ging het om een buitenlands belastingplichtige. De vraag was of er ook sprake was van een ‘kwalificerend buitenlands belastingplichtige’. Dit is een inwoner van een EU-land, Liechtenstein, Noorwegen, IJsland, Zwitserland, Bonaire, Sint Eustatius of Saba, die over minstens 90% van zijn inkomen loon- of inkomstenbelasting in Nederland betaalt. Een kwalificerend buitenlands belastingplichtige heeft in beginsel namelijk recht op aftrek van zijn hypotheekrente.

Inkomen in box 3

Bij het bepalen van de vraag of er sprake was van een kwalificerend buitenlands belastingplichtige, was in dit geval het inkomen in box 3 een verstorende factor. Ook inkomen in box 3 telt in beginsel namelijk mee als inkomen voor de 90%-eis, maar hierover mag België belasting heffen (als het geen onroerende zaken in Nederland betreft). Omdat daardoor volgens de Nederlandse maatstaven meer dan 10% van het inkomen in België mocht worden belast, werd formeel gezien niet aan deze eis voldaan. De Nederlandse Belastingdienst weigerde daardoor de aftrek van hypotheekrente voor de Belgische woning.

Rechter wijkt af

De rechtbank wijkt in deze zaak echter af van de wettelijke (Nederlandse) eis, omdat het vermogen van de Nederlander in België – op basis van Belgische maatstaven – slechts voor € 650 meetelde als inkomen. Dit vanwege de roerende voorheffing die in België als belasting op vermogensinkomsten wordt ingehouden. Volgens de rechtbank moet voor toepassing van de 90%/10%-eis naar de wetgeving van het woonland worden gekeken, in dit geval dus België.

Toch aftrek hypotheekrente

Hiervan uitgaande was in de betreffende situatie toch voldaan aan de eis dat in Nederland over minstens 90% van het inkomen loon- of inkomstenbelasting werd betaald. Daarmee was er volgens de rechtbank sprake van een kwalificerend buitenlands belastingplichtige en werd de aftrek van de hypotheekrente over de in België gelegen woning toch toegestaan.

Leg papieren schenking bij de notaris vast

By nieuws

Als iemand een schenking doet, kan hij ervoor kiezen om het schenkingsbedrag nog niet uit te keren maar hiermee te wachten totdat hij overleden is. Dit wordt ook wel een schenking onder schuldigerkenning of een papieren schenking genoemd. Het doel van zo’n schenking is meestal het besparen van erfbelasting. Daarvoor moet de schenking wel door een notaris vastgelegd worden.

Papieren schenking

Administratie

Met een papieren schenking kan bij het overlijden van de schenker erfbelasting bespaard worden. Het bedrag van de papieren schenking komt, als aan de voorwaarden is voldaan, namelijk in mindering op de nalatenschap.

Let op! Een schenking komt ook in mindering op uw nalatenschap als u niet op papier schenkt, maar het schenkingsbedrag uiterlijk 180 dagen voor uw overlijden uitbetaalt.

Voorwaarden

Om erfbelasting te besparen moet de papieren schenking wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet u jaarlijks minimaal 6% rente betalen over het geschonken bedrag. Daarnaast moet u de schenking door de notaris laten vastleggen. Voldoet u niet aan die voorwaarden, dan komt de schenking niet in mindering op uw nalatenschap.

Notariële akte

De Belastingdienst geeft aan dat ook in de volgende situatie een notariële akte nodig is:

Een ouder schenkt op 83-jarige leeftijd op papier een bedrag aan zijn kind. Hij betaalt dit bedrag dus niet uit, maar blijft dit schuldig. In de overeenkomst wordt overeengekomen dat het kind het bedrag mag opeisen als de ouder 105 jaar oud is. De ouder overlijdt eerder. De papieren schenking is niet bij de notaris vastgelegd.

De Belastingdienst vindt dat deze situatie vergelijkbaar is met een situatie waarbij de schenking bij het overlijden van de schenker opeisbaar is en vindt dus dat hier ook sprake is van een zogenaamde ‘schenking ter zake des doods’. Uit de omstandigheden van het geval blijkt namelijk dat er een grote kans is dat de ouder overleden is vóór de opeisdatum. In zo’n geval is de schenking gericht om uitgevoerd te worden na het overlijden, aldus de Belastingdienst. De schenking kan dan niet in mindering komen op de nalatenschap.

Tip! Had de ouder uit het voorbeeld de schenking bij de notaris vastgelegd, had de schenking wel in mindering kunnen worden gebracht op de nalatenschap.

Box 3

De schenking vormt bij u als schenker een schuld in box 3 en bij de ontvanger van de schenking een overige bezitting in box 3. Het forfait voor een schuld in box 3 is in 2023 niet gelijk aan de rente die u betaalt (minimaal 6%), maar veel lager (voorlopig vastgesteld op 2,57%, definitieve vaststelling volgt begin 2024). Het forfait voor de ontvanger van de schenker in box 3 is wel al bekend en bedraagt maar liefst 6,17%.

Let op! Voorlopig zijn dit de vastgestelde wettelijke regels voor de jaren 2023 tot en met 2026. Door deze regels is een papieren schenking op dit moment misschien in uw situatie niet aantrekkelijk. Onze adviseurs kunnen u hier verder over adviseren.

Overdrachtsbelasting bij koop eigen woning en kamerverhuur

By nieuws

Koopt u een eigen woning die u voor een deel ook gaat verhuren? Dan moet u waarschijnlijk over een deel van de woning het normale overdrachtsbelastingtarief (10,4%) betalen in plaats van het lagere tarief (2%) of de startersvrijstelling. Dit geldt ook als u alleen een kamer verhuurt.

2% overdrachtsbelasting of vrijstelling

Overdrachtsbelasting

Bij de aanschaf van een eigen woning bent u 2% overdrachtsbelasting verschuldigd als u de woning als hoofdverblijf gaat gebruiken. Is dit gebruik tijdelijk, dan geldt echter het tarief van 10,4%, uitzonderingen daargelaten. Voorwaarde voor de 2% is verder dat de u vóór de overdracht van de woning bij de notaris, duidelijk, stellig en zonder voorbehoud schriftelijk verklaart dat u de woning als hoofdverblijf gaat gebruiken en dat dit niet tijdelijk is. De notaris voegt deze verklaring toe aan de akte van levering.

Tip! Onder voorwaarden kan voor kopers tussen de 18 en 35 jaar oud, de startersvrijstelling van toepassing zijn. De aanschaf van de eigen woning is dan vrijgesteld van overdrachtsbelasting. Een van de voorwaarden is dat de woningwaarde niet hoger is dan € 440.000 (bedrag 2023).

Kamerverhuur

Gaat u een kamer in de nieuwe eigen woning verhuren, dan is het de vraag wat dit betekent voor het tarief van de overdrachtsbelasting. De Belastingdienst heeft aangegeven dat de gemeenschappelijke ruimtes in zo’n geval door u gebruikt worden als hoofdverblijf. Het maakt daarbij dus niet uit dat de huurder ook gebruikmaakt van deze gemeenschappelijke ruimtes.

Dat geldt echter niet voor de verhuurde kamer. Voor dit deel van de woning kan dan daarom het 2%-tarief of de vrijstelling niet worden toegepast, maar bent u 10,4% verschuldigd.

Tip! Dit is alleen anders als de totale oppervlakte van de door u als hoofdverblijf gebruikte ruimtes minimaal 90% bedraagt van de totale oppervlakte van de woning. In zo’n geval kan toch het 2%-tarief of de vrijstelling op de gehele woningwaarde worden toegepast.

Voorbeeld

U verkrijgt een woning met een totale oppervlakte van 80 m2 voor een prijs van € 400.000. U bent 30 jaar oud en doet een beroep op de startersvrijstelling (u voldoet aan alle overige voorwaarden). U gaat een kamer verhuren van 12 m2 in de woning. De huurder maakt ook gebruik van het gezamenlijke toilet, de badkamer, de woonkamer en de keuken (totale oppervlakte 60 m2). U heeft zelf het exclusief gebruik van de andere kamer in het huis ter grootte van 8 m2.

In deze situatie wordt door u 68/80 (85%) als hoofdverblijf gebruikt. Dit betekent dat U op 85% van € 400.000 de startersvrijstelling overdrachtsbelasting kan toepassen. Over 15% van € 400.000 (€ 60.000) bent u 10,4% overdrachtsbelasting verschuldigd (€ 6.240).

Als u van kamer wisselt en de kamer van 8 m2 verhuurt, dan is de vrijstelling op de hele koopprijs van toepassing. In die situatie gebruikt u namelijk 72/80 (90%) als hoofdverblijf. Toegestaan is om bij gebruik van minimaal 90% van de totale oppervlakte de vrijstelling over de gehele woning toe te passen.

Eerder verplicht aanwezig zijn betekent extra loon

By nieuws

Als een werknemer eerder op zijn werk aanwezig moet zijn om zich voor te kunnen bereiden om met het werk te kunnen starten, en deze verplichting ook is vastgelegd, dient de werkgever deze tijd uit te betalen als loon. Dit heeft het gerechtshof in Den Haag beslist in een zaak waarbij het ging om een werknemer van een callcenter.

Planningsregels

Wekker

Het callcenter hanteerde een reglement als onderdeel van de arbeidsovereenkomst, waaraan de werknemer diende te voldoen. Onderdeel van het reglement was de bepaling dat de werknemer 10 minuten vóór aanvang van het werk aanwezig diende te zijn. De werknemer was van mening dat ook deze 10 munten betaald dienden te worden.

Productieve arbeid?

De werkgever was van mening dat de 10 minuten niet betaald hoefden te worden, omdat in deze tijd geen productieve arbeid werd verricht. Tijdens de zitting werd echter duidelijk dat de werknemer in deze 10 minuten diende in te loggen in het systeem van zijn werkgever en zijn werktelefoon diende te activeren. Ook moest hij dan op de computer diverse programma’s opstarten. Dit alles was bedoeld om exact om 9.00 uur ’s ochtends te kunnen beginnen met het bellen van klanten.

Hof geeft werknemer gelijk

Het gerechtshof stelt de werknemer in het gelijk. Duidelijk is namelijk dat een werknemer zich 10 minuten voor aanvang van de werktijd diende te melden bij zijn supervisor. Dat de tijd om programma’s op te starten minder dan 10 minuten was, doet hier niet aan af. Op de werknemer rust immers de verplichting 10 minuten eerder aanwezig te zijn. Dat ook andere beroepen eisen dat de werknemer eerder aanwezig is dan het tijdstip waarop hij met zijn werkzaamheden dient te beginnen, doet evenmin ter zake.

Vraag btw zonnepanelen 2022 uiterlijk 30 juni terug

By nieuws

Kocht u in 2022 zonnepanelen voor op uw woning? En vroeg u de btw die u hierbij betaalde nog niet terug? Kom dan snel in actie. U heeft hier nog tot 30 juni 2023 de tijd voor.

Btw zonnepanelen

Zonnepanelen

Als u in 2022 zonnepanelen kocht en op uw woning liet installeren, dan berekende de leverancier/installateur u 21% btw. Deze btw kunt u terugvragen. Hoeveel btw is afhankelijk van het soort zonnepanelen (niet-geïntegreerd of geïntegreerd), het opwekvermogen en het btw-bedrag dat u betaalde.

Let op! Kocht u vóór 2022 ook al zonnepanelen, dan bestaat de kans dat u de btw over de zonnepanelen uit 2022 niet terug kunt vragen. Onze adviseurs kunnen u hierover meer vertellen.

Deadline 30 juni 2023

Heeft u de btw over 2022 nog niet teruggevraagd, vraag de Belastingdienst dan uiterlijk 30 juni 2023 om uitreiking van een btw-aangifte. Met deze btw-aangifte kunt u vervolgens de btw terugvragen.

Ambtshalve vermindering

Vraagt u na 30 juni 2023 pas om de uitreiking van een btw-aangifte, dan bent u eigenlijk te laat. U kunt de Belastingdienst dan nog wel verzoeken om met een zogenaamde ambtshalve vermindering de btw aan u te betalen. Over het algemeen zal de Belastingdienst hieraan meewerken. Als dat niet gebeurt, kunt u daar echter niet tegen in bezwaar of beroep bij een rechter. Daarom is het verstandig om gewoon op tijd om uitreiking van een btw-aangifte te vragen.

Tip! Kocht u in de jaren 2018 tot en met 2021 zonnepanelen en vroeg u daar de btw nog niet van terug? Dan kunt u voor die jaren in 2023 ook nog verzoeken om een ambtshalve vermindering. Voor jaren tot en met 2017 is dat in 2023 niet meer mogelijk.

0% btw vanaf 2023

Voor de levering en installatie van zonnepanelen op en in de nabijheid van woningen geldt vanaf 2023 0% btw. Koopt u in 2023 zonnepanelen voor op uw woning, dan hoeft u dus geen btw meer terug te vragen.

Let op! Deed u in 2022 een vooruitbetaling voor zonnepanelen die in 2023 aan u geleverd zijn en op uw woning geïnstalleerd zijn? Dan is op die vooruitbetaling wel 21% btw berekend. Deze btw kunt u terugvragen bij de Belastingdienst. Vraag daarvoor ook uiterlijk 30 juni 2023 aan de Belastingdienst om een btw-aangifte uit te reiken.

Aanvraag SLIM-subsidie voor samenwerking en grootbedrijf tot 27 juli

By nieuws

Van 1 juni 9.00 uur tot en met 27 juli 2023 17.00 uur is het voor samenwerkingsverbanden in het mkb én voor het grootbedrijf in de sectoren landbouw, horeca en recreatie weer mogelijk om SLIM-subsidie aan te vragen. SLIM is een subsidieregeling voor leren en ontwikkelen in het mkb.

Doel SLIM-subsidie

Horeca

De SLIM-subsidie is bedoeld voor initiatieven gericht op het stimuleren van leren en ontwikkelen. 
De activiteit waarvoor subsidie wordt ontvangen, mag een looptijd van maximaal 24 maanden hebben. Deze periode van 24 maanden start de dag na toekenning van de subsidie.

Subsidiabele activiteiten

De volgende activiteiten komen in aanmerking voor subsidie:

  • het doorlichten van de onderneming uitmondend in een opleidings- of ontwikkelplan;
  • het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werkenden in de onderneming;
  • het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een methode in de onderneming die werkenden in de onderneming stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding verder te ontwikkelen tijdens het werk;
  • het gedurende enige tijd bieden van praktijkleerplaatsen ten behoeve van een beroepsopleiding of een deel daarvan in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.

Let op! De meeste activiteiten moeten nog aan voorwaarden voldoen om in aanmerking te komen voor de SLIM-subsidie.

SLIM-subsidie voor samenwerkingsverbanden in het mkb

Het maximale budget voor subsidies voor samenwerkingsverbanden (van tenminste twee ondernemingen) in het mkb bedraagt voor het jaar 2023 € 17,5 miljoen. 
Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de subsidiabele kosten minimaal € 210.000 bedragen.

Let op! De maximale subsidie die kan worden toegekend per samenwerkingsverband is € 500.000, per samenwerkingspartner mag deze echter maximaal € 200.000 bedragen. Uitzondering hierop vormen landbouwbedrijven (maximaal € 20.000), visserijbedrijven (maximaal € 30.000) en goederenvervoer over de weg (maximaal € 100.000). De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten.

SLIM-subsidie voor grootbedrijf in landbouw, horeca en recreatie

Het maximale budget voor subsidies voor het grootbedrijf in landbouw, horeca en recreatie bedraagt voor het jaar 2023 € 1,2 miljoen. Om voor subsidie in aanmerking te komen, moeten de subsidiabele kosten minimaal € 5.000 bedragen.

Let op! Er kan maximaal € 200.000 subsidie worden aangevraagd, met uitzondering van landbouwbedrijven. Deze kunnen maximaal € 20.000 subsidie aanvragen. De subsidie bedraagt 60% van de subsidiabele kosten.

Praktijkleerplaatsen

De minimale subsidiabele kosten geldt niet voor praktijkleerplaatsen ten behoeve van een beroepsopleiding in de derde leerweg. De subsidie voor een praktijkleerplaats is maximaal € 2.700. Voor een afgerond loopbaan- of ontwikkeltraject bedraagt de subsidie € 700.

Registreren en aanvragen

Om in aanmerking te komen voor de SLIM-subsidie geldt een aantal voorwaarden. Deze verschillen per type aanvrager. Voordat u een aanvraag indient, moet u zich registreren als aanvrager. Hiervoor gaat u naar het Subsidieportaal van Uitvoering van Beleid. Van belang is dat u zich registreert voor het juiste type aanvrager.

De beoordeling van de subsidieaanvraag vindt plaats op basis van volledigheid, inhoud en beschikbaar budget. Wanneer meer subsidie wordt aangevraagd dan het budget toelaat, dan vindt toewijzing plaats door middel van loting. Hierbij is het niet relevant op welk moment in de maanden juni en juli de aanvraag is ingediend. Dit geldt voor beide subsidies.