Skip to main content
All Posts By

admin

Betaling studiekosten kind soms een schenking

By nieuws

Als u de studiekosten voor uw kind betaalt, zal dit over het algemeen niet aangemerkt worden als een schenking. In sommige gevallen kan dit anders zijn. De Belastingdienst heeft zijn standpunt hierover onlangs bekendgemaakt.

Studiekosten kind onder 21 jaar

Schenken

Op grond van de wet zijn ouders verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun kinderen onder de 21 jaar. Bij het betalen van de studiekosten van uw kind onder de 21 jaar kan dan ook geen sprake zijn van vrijgevigheid en dus niet van een schenking.

Kinderen vanaf 21 jaar

De Belastingdienst geeft aan dat in reguliere gevallen ook bij betalen van de studiekosten en het levensonderhoud van een kind van 21 jaar of ouder geen sprake hoeft te zijn van een schenking. Voorwaarde hierbij is wel dat het kind de studie vóór de 21e verjaardag is begonnen. Onder reguliere gevallen worden de situaties verstaan waarin:

  • niet sprake is van een bovenmatige studietoelage,
  • er behoeftigheid is bij het kind,
  • de tegemoetkoming in de studiekosten voortkomt uit de gegoedheid van de ouders, en
  • het kind voldoende studievoortgang maakt.

De Belastingdienst geeft aan dat u dan voldoet aan uw morele verplichtingen die verbonden zijn aan het hebben en opvoeden van kinderen. De schenking is dan vrijgesteld.

Let op! De beoordeling of sprake is van een regulier geval en dus een vrijgestelde schenking ligt bij de inspecteur. Is niet sprake van een regulier geval, dan zal de betaling van de studiekosten doorgaans een belaste schenking zijn.

Tip! Als uw kind niet in staat is om zijn/haar schulden te betalen en uw schenking bedoeld is voor deze schulden, kunt u een beroep doen op een schenkingsvrijstelling. Voorwaarde is wel dat uw kind zelf geen eigen vermogen (meer) heeft waarmee hij/zij de schulden zou kunnen betalen.

Erfpacht bij eigen woning: wat is aftrekbaar en wat niet?

By nieuws

Als u een erfpachtcanon betaalt voor uw eigen woning, dan kunt u deze betaling onder voorwaarden aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Wanneer is deze betaling aftrekbaar en wanneer niet?

Periodieke erfpachtcanon wel

Woning

Heeft u voor de aankoop van uw woning een hypotheek afgesloten? Dan kunt u de rente die u betaalt in uw aangifte inkomstenbelasting in aftrek brengen. Hiervoor moet u wel voldoen aan de voorwaarden. 

Als de grond onder uw woning van een ander is, dan betaalt u daarvoor waarschijnlijk maandelijks of jaarlijks een bedrag aan de eigenaar (een erfpachtcanon). Omdat u dit maandelijks of jaarlijks doet, is sprake van een periodieke betaling. Een periodieke betaling voor erfpacht kunt u in uw aangifte inkomstenbelasting in aftrek brengen.

Afkoopsom periodieke erfpachtcanon niet

U kunt er misschien voor kiezen om de door u verschuldigde periodieke erfpachtcanon in één keer af te kopen. Als u dat doet, moet u zich realiseren dat die afkoopsom niet aftrekbaar is in uw aangifte inkomstenbelasting. Er is dan namelijk niet langer sprake van een periodieke betaling, wat vereist is voor deze aftrek.

Let op! Sluit u een lening af om de afkoop van de periodieke erfpachtcanon te kunnen betalen, dan kunt u de rente over deze lening onder voorwaarden wel in aftrek brengen.

Vooruitbetaalde erfpachtcanon

Betaalt u erfpachtcanons vooruit, dan zou dit onder omstandigheden kunnen worden aangemerkt als een gedeeltelijke afkoop van de erfpachtcanons. Of dat wel of niet zo is, zal afhangen van de feiten en omstandigheden. Een gerechtshof oordeelde in 2007 in ieder geval dat bij een vooruitbetaling van twee jaar erfpachtcanons in één keer geen sprake was van een gedeeltelijke afkoop.

Tip! Bent u van plan uw erfpachtcanons af te kopen of een aantal erfpachtcanons vooruit te betalen, overleg dan met onze adviseurs wat de fiscale gevolgen in uw situatie kunnen zijn.

Te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig 4%

By nieuws

De te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig gehandhaafd op 4%. Daarmee wijkt deze belastingrente af van de belastingrente op overige belastingen, die per 1 juli van dit jaar stijgt naar 6%.

Belastingrente op toeslagen

Rekenmachine

Belastingrente wordt in rekening gebracht als toeslagen terugbetaald moeten worden. U betaalt  belastingrente vanaf 1 juli volgend op het toeslagjaar, totdat de toeslag definitief is vastgesteld.

Nabetaling wel 6%!

Als te weinig toeslag is uitgekeerd en een nabetaling volgt, wordt vanaf 1 juli 2023 wel 6% belastingrente vergoed. Het aparte tarief belastingrente voor toeslagen moet namelijk per wet worden geregeld en zal terugwerkende kracht krijgen. Op deze manier wordt voorkomen dat ontvangers van toeslagen met terugwerkende kracht worden benadeeld. 

Let op! Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2024 de te vergoeden belastingrente inzake toeslagen ook 4% zal gaan bedragen.

Kosten voor lijfrente wel of niet aftrekbaar?

By nieuws

U betaalt een vergoeding aan een adviseur voor het afsluiten van een lijfrente. De Belastingdienst geeft aan dat u deze kosten in aftrek kunt brengen in uw aangifte inkomstenbelasting als u de adviseur inhuurt voor het afsluiten van een direct ingaande lijfrente.

Het antwoord op de vraag of de kosten van de adviseur aftrekbaar zijn, is afhankelijk van de fase waarin de lijfrente zich bevindt, zo lijkt in ieder geval uit een vraag en antwoord van de Belastingdienst te volgen.

Opbouwfase niet

Rekenmachine

Betaalt u advieskosten voor een lijfrente die zich nog in de opbouwfase bevindt? Dat wil zeggen dat u premies betaalt of gaat betalen die aftrekbaar kunnen zijn (mits voldaan wordt aan de voorwaarden daarvoor). Dan zijn de advieskosten niet aftrekbaar. De advieskosten worden dan namelijk aangemerkt als kosten tot verwerving van een bron van inkomen.

Uitkeringsfase wel

Kosten die u maakt voor verwerving, inning en behoud van de uitkeringen die voortkomen uit de bron van inkomen, zijn volgens de Belastingdienst echter wel aftrekbaar. Heeft u bijvoorbeeld een adviseur nodig om een direct ingaande lijfrente af te kunnen sluiten? Dan zijn de bemiddelingskosten die u aan de adviseur betaalt wel aftrekbaar in uw aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst geeft aan dat dit namelijk kosten zijn die u maakt ter verwerving van de lijfrente-uitkeringen.

Let op! De kosten zijn volgens de Belastingdienst alleen aftrekbaar als zij gebruikelijk zijn. Zijn de kosten hoger dan gebruikelijk, dan is het meerdere niet aftrekbaar.

Verhuur opslagboxen niet per definitie btw-vrij

By nieuws

De verhuur van opslagboxen in een onroerende zaak is btw-vrijgesteld als deze verhuur kan worden aangemerkt als verhuur van een onroerende zaak. Dat verhuur van opslagboxen niet per definitie onder deze btw-vrijstelling valt, ontdekte een verhuurder van zogenaamde ‘boxx on wheels’.

Verhuur onroerende zaak

Sleutels

Voor verhuur van onroerende zaken geldt een btw-vrijstelling. Dit kan prettig zijn bij verhuur aan particulieren, maar de btw-vrijstelling betekent ook dat de verhuurder geen recht heeft op aftrek van de btw die betrekking heeft op de verhuur.

Let op! Dit kan betekenen dat de verhuurder wel met btw wil verhuren. Onder voorwaarden is het voor huurder en verhuurder mogelijk om te kiezen voor btw-belaste verhuur. Een van die voorwaarden is dat de huurder het gehuurde voor ten minste 90% (in sommige gevallen 70%) gebruikt voor met btw belaste prestaties. Bij verhuur aan particulieren is deze keuze dus niet mogelijk.

Verhuur opslagboxen btw-vrijgesteld

Vraag is of de verhuur van opslagboxen onder de btw-vrijstelling van de verhuur van onroerende zaken kan vallen. De Hoge Raad besliste in 2018 dat in de volgende casus de btw-vrijstelling in ieder geval wel van toepassing was:

In een afgebakend deel van een onroerende zaak zijn zeecontainers geplaatst op de begane grond en houten boxen op de eerste verdieping. De zeecontainers vormen de draagvloer voor de houten boxen en vormen dus een integrerend deel van de onroerende zaak. De zeecontainers en houten boxen worden verhuurd voor opslag. De verhuurder verricht ook nog andere diensten (onder meer permanente bewaking van het pand en het ter beschikking stellen van het gratis gebruik van transportwagentjes, een bestelbus of een aanhangwagen). Deze diensten zijn echter, naar het oordeel van Hof ’s-Hertogenbosch, van ondergeschikt belang bij de verhuur van de containers en boxen. Het hof oordeelt dan ook terecht dat sprake is van verhuur van (een deel van) een onroerende zaak, aldus de Hoge Raad. De verhuur is btw-vrijgesteld.

Verhuur boxx on wheels btw-belast

De verhuur van opslagboxen is echter niet per definitie btw vrijgesteld. In de volgende casus was hiervan naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland én Hof Amsterdam in ieder geval geen sprake:

In een opslagloods worden verplaatsbare houten kisten geplaatst. Een huurder bewaart de sleutel van de gehuurde box, maar heeft geen toegang tot de opslagloods waarin ook boxen van andere huurders staan. Na een afspraak kan de huurder op andere een plek waar de verhuurde de box plaatst, voor een korte periode in de box. Daarna plaatst de verhuurder de box weer terug in de opslagloods. Indien gewenst kan de huurder gebruikmaken van diverse aanvullende diensten die belast worden tegen 21% btw. De rechtbank en het hof oordelen dat de boxen niet een integrerend deel vormen van de opslagloods en daar niet blijvend zijn geplaatst. De huurder heeft weliswaar exclusief recht van toegang tot de box, maar niet tot het deel van de opslagloods waar de box normaal staat. Daarmee wordt geen onroerende zaak ter beschikking gesteld. Ook de bijkomende diensten die de verhuurder verleent, zijn niet bijkomstig, maar hebben een toegevoegde waarde van betekenis. De rechtbank en het hof oordelen dan ook dat geen sprake is van verhuur van (een deel van) een onroerende zaak. De verhuur is dus niet btw-vrijgesteld.

Let op! Of de verhuur van opslagboxen btw-vrijgesteld is of btw-belast, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Overleg met onze adviseurs wat dit betekent voor uw situatie.

Ondanks corona toch gebruikersheffing OZB bioscoop

By nieuws

De gebruiker van een bioscoopcomplex moet hiervoor toch de gebruikersheffing OZB betalen, ondanks dat de bioscoop vanwege corona tijdelijk niet gebruikt kon worden. Dit besliste Rechtbank Midden-Nederland onlangs. De uitspraak staat echter haaks op een eerdere uitspraak van Rechtbank Limburg.

Geen gebruik vanwege corona

Corona

De aanslag gebruikersheffing OZB betrof het jaar 2021. Op de toetsdatum van 1 januari 2021 was de bioscoop vanwege corona verplicht gesloten. Door de sluiting hoopte de overheid verspreiding van het virus te kunnen beteugelen.

Gebruikt of niet?

Voor de rechtbank draaide het in deze zaak met name om de vraag of het pand, ondanks de verplichte sluiting, toch gebruikt werd. De rechtbank vond van wel. De bioscoop kon weliswaar niet als zodanig geëxploiteerd worden, maar werd wel gebruikt voor de opslag van het meubilair en dergelijke. Bovendien werd het complex tijdens de sluiting onderhouden en gereinigd.

Rechters verschillen van mening

In bovengenoemde uitspraak van Rechtbank Limburg was het beperkte gebruik van de bioscoop voor de rechter juist onvoldoende om de aanslag gebruikersheffing op te kunnen leggen. Dat de bioscoop ter beschikking stond, was volgens deze rechtbank onvoldoende aangezien er geen alternatieve activiteiten in de bioscoop hadden plaatsgevonden of plaats hadden kunnen vinden.

Onduidelijkheid

De uitspraken zorgen voorlopig voor onduidelijkheid. Omdat tegen de uitspraak van Rechtbank Limburg al hoger beroep is ingesteld en tegen de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland waarschijnlijk ook hoger beroep wordt ingesteld,  kan duidelijkheid in deze zaken nog wel even op zich laten wachten.

Uurloongrenzen jeugd-LIV 2023 bekend

By nieuws

De uurloongrenzen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor jongere werknemers voor 2023 zijn bekendgemaakt. Deze worden jaarlijks aangepast, zodra de minimumlooncijfers die per 1 juli gelden bekend zijn.

Criteria voor jeugd-LIV

Personeel

Heeft u in 2023 jongere werknemers in dienst die op 31 december 2022 18, 19 of 20 jaar oud waren? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor het jeugd-LIV. Daarvoor moet het gemiddelde uurloon van uw jongere werknemer in een kalenderjaar binnen bepaalde grenzen liggen. Deze uurlooncriteria worden jaarlijks in juli aangepast op basis van het gemiddelde minimumloon op 1 januari en 1 juli van het jaar. 

Uurloongrenzen in 2023

Leeftijd op 31 december 2022  Ondergrens  Bovengrens 
20 jaar  € 9,79  € 12,04 
19 jaar  € 7,34  € 10,89 
18 jaar  € 6,12  € 8,17 

Vast bedrag per verloond uur

Het jeugd-LIV bestaat uit een vast bedrag per verloond uur. In 2023 worden, net als in voorgaande jaren, de volgende bedragen gehanteerd:

Leeftijd op 31 december 2022  Bedrag per werknemer per verloond uur in 2023 Maximaal bedrag per werknemer in 2023
18 jaar  € 0,07 € 135,20
19 jaar  € 0,08 € 166,40
20 jaar  € 0,30 € 613,60

Juiste aangifte loonheffingen

Voor de berekening van het jeugd-LIV is het van belang dat de verloonde uren goed in de aangifte loonheffingen voor 2023 zijn ingevuld. Op basis van die aangifte loonheffingen wordt namelijk uw recht op jeugd-LIV bepaald. Het jeugd-LIV wordt altijd achteraf betaald. Uitbetaling van het jeugd-LIV over 2023 vindt dus pas plaats in de tweede helft van 2024.

Subsidieregeling praktijkleren weer van start

By nieuws

De Subsidieregeling praktijkleren is in juni weer van start gegaan. U kunt deze subsidie aanvragen, wanneer u als werkgever een praktijk- of werkleerplaats aanbiedt om mensen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. U kunt nu een aanvraag indienen voor het studiejaar 2022-2023.

Doelgroep Subsidieregeling praktijkleren

Personeel

De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die u maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Dat geldt ook voor de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio).

De subsidieregeling is bedoeld voor:

  • kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor wie toegang tot de arbeidsmarkt een probleem is;
  • studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel;
  • wetenschappelijk personeel, dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

Aanvraag indienen bij de RVO

U kunt bij de RVO nu een aanvraag indienen voor het studiejaar 2022-2023. Per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats kunt u een subsidie ontvangen van maximaal € 2.700. Niet elke opleiding, onderwijsvorm of leerweg komt in aanmerking voor de subsidieregeling. Voor de verschillende onderwijsvormen zijn verschillende voorwaarden geformuleerd. Deze staan op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daar dient u ook uw aanvraag in. 

Let op! De sluitingsdatum is 15 september 2023 (om 17.00 uur).

Traject

Alle op tijd ingediende aanvragen worden door de RVO behandeld. Wordt er meer subsidie aangevraagd dan beschikbaar is (per onderwijscategorie), dan wordt het budget per categorie verdeeld. Uiterlijk 30 december 2023 neemt de RVO een besluit over uw aanvraag. Vervolgens wordt het beschikbare budget verdeeld en wordt u een toekenningsbeschikking toegezonden.

Let op! Voor het indienen van de aanvraag is eHerkenning nodig (minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3).

Administratie bijhouden

Het is van belang dat u van elke leerling of student een praktijkleerovereenkomst heeft. Ook moet u over het jaar 2022-2023 een aanwezigheids- en begeleidingsregistratie hebben bijgehouden. Deze gegevens moet u kunnen verstrekken op het moment dat de RVO daarom vraagt. Er worden steekproefsgewijs controles uitgevoerd. 

Inkomsten hoofdzakelijk van één opdrachtgever: geen sprake van winst

By nieuws

Als ondernemers vrijwel hun gehele inkomen bij één opdrachtgever verdienen, is het onwaarschijnlijk dat er sprake is van winst uit onderneming. Dat er naast die opdrachtgever nog meerdere opdrachtgevers zijn, betekent nog niet dat er sprake is van een onderneming. Er bestaat dan ook geen recht op ondernemersfaciliteiten.

Vast maandbedrag

Mobiel

Bovenstaande conclusies volgen uit een uitspraak van de rechtbank Gelderland. Een belastingplichtige trad voor een bedrijf op als personage en bedacht hieromtrent entertainment. Hij ontving hiervoor een vast maandbedrag en wilde dit aanmerken als winst uit onderneming. Volgens de inspecteur was er sprake van een dienstbetrekking.

Wanneer onderneming?

Volgens de rechtbank dient bij de beoordeling of sprake is van ondernemerschap onder andere te worden gekeken naar de duurzaamheid en de omvang van de werkzaamheden, de grootte van de opbrengst, de winstverwachting, het lopen van ondernemersrisico, het streven naar continuïteit, de beschikbare tijd, de bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheden wordt gegeven, het aantal opdrachtgevers en het spraakgebruik.

Let op! Dat er sprake is van winst uit onderneming, dient degene die dit claimt te bewijzen.

Inkomsten vrijwel geheel van één opdrachtgever

De rechtbank was het met de inspecteur eens dat er in de betreffende zaak geen sprake was van winst uit onderneming. Daarbij is van belang dat er weliswaar meerdere opdrachtgevers waren, maar dat het inkomen in de loop der jaren nagenoeg geheel dan wel hoofdzakelijk van één bedrijf afkomstig was. Over het geheel van de in geschil zijnde jaren bedroegen deze inkomsten zelfs meer dan 90%.

Restant STAP-budget wordt gerichter ingezet

By nieuws

De zogenaamde STAP-regeling wordt per 2024 afgeschaft. Het nog beschikbare budget voor 2023 zal gerichter worden ingezet. Dit schrijven de ministers Van Gennip en Wiersma aan de Tweede Kamer. De Kamer had hier in een motie om verzocht.

STAP-subsidie

Ondernemer

De subsidie STAP (STimulering Arbeidsmarkt Positie) is in de plaats gekomen van de scholingsaftrek. De STAP-subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per persoon en kan alleen dit jaar nog worden aangevraagd bij het UWV. Met de subsidie kunnen mensen een opleiding, training of cursus volgen, bijvoorbeeld om een mbo-diploma te halen.

Meer gericht inzetten

Het meer gericht inzetten van het STAP-budget betekent bijvoorbeeld dat aan meer arbeidsmarktgerichte opleidingen voorrang zal worden gegeven. Ook wordt bekeken of vanaf september 2023 het STAP-budget alleen nog maar beschikbaar komt voor OCW-erkende opleidingen. Omdat dergelijke opleidingen duurder zijn en vanuit het STAP-budget niet de hele opleiding bekostigd kan worden, bekijkt men ook alternatieven.

Budget juli beperkt

Omdat het bovenstaande per juli nog niet is te realiseren, wordt het budget voor juli 2023 verlaagd van € 34 naar € 20 miljoen. Voor de aanvraagperiodes september en november is dan meer budget beschikbaar.

Volgende aanvraagperiode start 3 juli

De volgende aanvraagperiode voor het STAP-budget start op maandag 3 juli 2023 om 10.00 uur. Daarna zijn er nog twee aanvraagperiodes. Deze starten op 4 september en 1 november 2023.

Tip! De STAP-regeling is erg populair. Wilt u de subsidie aanvragen, doe dit dan vanaf 3 juli 2023 10.00 uur zo snel mogelijk.