Skip to main content
Category

nieuws

Restant STAP-budget wordt gerichter ingezet

By nieuws

De zogenaamde STAP-regeling wordt per 2024 afgeschaft. Het nog beschikbare budget voor 2023 zal gerichter worden ingezet. Dit schrijven de ministers Van Gennip en Wiersma aan de Tweede Kamer. De Kamer had hier in een motie om verzocht.

STAP-subsidie

Ondernemer

De subsidie STAP (STimulering Arbeidsmarkt Positie) is in de plaats gekomen van de scholingsaftrek. De STAP-subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per persoon en kan alleen dit jaar nog worden aangevraagd bij het UWV. Met de subsidie kunnen mensen een opleiding, training of cursus volgen, bijvoorbeeld om een mbo-diploma te halen.

Meer gericht inzetten

Het meer gericht inzetten van het STAP-budget betekent bijvoorbeeld dat aan meer arbeidsmarktgerichte opleidingen voorrang zal worden gegeven. Ook wordt bekeken of vanaf september 2023 het STAP-budget alleen nog maar beschikbaar komt voor OCW-erkende opleidingen. Omdat dergelijke opleidingen duurder zijn en vanuit het STAP-budget niet de hele opleiding bekostigd kan worden, bekijkt men ook alternatieven.

Budget juli beperkt

Omdat het bovenstaande per juli nog niet is te realiseren, wordt het budget voor juli 2023 verlaagd van € 34 naar € 20 miljoen. Voor de aanvraagperiodes september en november is dan meer budget beschikbaar.

Volgende aanvraagperiode start 3 juli

De volgende aanvraagperiode voor het STAP-budget start op maandag 3 juli 2023 om 10.00 uur. Daarna zijn er nog twee aanvraagperiodes. Deze starten op 4 september en 1 november 2023.

Tip! De STAP-regeling is erg populair. Wilt u de subsidie aanvragen, doe dit dan vanaf 3 juli 2023 10.00 uur zo snel mogelijk.

Kosten voor lijfrente wel of niet aftrekbaar?

By nieuws

U betaalt een vergoeding aan een adviseur voor het afsluiten van een lijfrente. De Belastingdienst geeft aan dat u deze kosten in aftrek kunt brengen in uw aangifte inkomstenbelasting als u de adviseur inhuurt voor het afsluiten van een direct ingaande lijfrente.

Het antwoord op de vraag of de kosten van de adviseur aftrekbaar zijn, is afhankelijk van de fase waarin de lijfrente zich bevindt, zo lijkt in ieder geval uit een vraag en antwoord van de Belastingdienst te volgen.

Opbouwfase niet

Rekenmachine

Betaalt u advieskosten voor een lijfrente die zich nog in de opbouwfase bevindt? Dat wil zeggen dat u premies betaalt of gaat betalen die aftrekbaar kunnen zijn (mits voldaan wordt aan de voorwaarden daarvoor). Dan zijn de advieskosten niet aftrekbaar. De advieskosten worden dan namelijk aangemerkt als kosten tot verwerving van een bron van inkomen.

Uitkeringsfase wel

Kosten die u maakt voor verwerving, inning en behoud van de uitkeringen die voortkomen uit de bron van inkomen, zijn volgens de Belastingdienst echter wel aftrekbaar. Heeft u bijvoorbeeld een adviseur nodig om een direct ingaande lijfrente af te kunnen sluiten? Dan zijn de bemiddelingskosten die u aan de adviseur betaalt wel aftrekbaar in uw aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst geeft aan dat dit namelijk kosten zijn die u maakt ter verwerving van de lijfrente-uitkeringen.

Let op! De kosten zijn volgens de Belastingdienst alleen aftrekbaar als zij gebruikelijk zijn. Zijn de kosten hoger dan gebruikelijk, dan is het meerdere niet aftrekbaar.

Te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig 4%

By nieuws

De te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig gehandhaafd op 4%. Daarmee wijkt deze belastingrente af van de belastingrente op overige belastingen, die per 1 juli van dit jaar stijgt naar 6%.

Belastingrente op toeslagen

Rekenmachine

Belastingrente wordt in rekening gebracht als toeslagen terugbetaald moeten worden. U betaalt  belastingrente vanaf 1 juli volgend op het toeslagjaar, totdat de toeslag definitief is vastgesteld.

Nabetaling wel 6%!

Als te weinig toeslag is uitgekeerd en een nabetaling volgt, wordt vanaf 1 juli 2023 wel 6% belastingrente vergoed. Het aparte tarief belastingrente voor toeslagen moet namelijk per wet worden geregeld en zal terugwerkende kracht krijgen. Op deze manier wordt voorkomen dat ontvangers van toeslagen met terugwerkende kracht worden benadeeld. 

Let op! Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2024 de te vergoeden belastingrente inzake toeslagen ook 4% zal gaan bedragen.

Belastingrente overige belastingen stijgt per 1 juli naar 6%

By nieuws

De te betalen belastingrente voor vrijwel alle belastingsoorten stijgt per 1 juli 2023 van 4 naar 6%. De hogere rente geldt ook als u belastingrente ontvangt.

Belastingrente betalen

Administratie

Er wordt belastingrente in rekening gebracht als de Belastingdienst uw aanslag niet op tijd kan vaststellen. Dit is bijvoorbeeld het geval als u te laat aangifte heeft gedaan. Ook wordt belastingrente in rekening gebracht als het bedrag van uw aangifte lager ligt dan de uiteindelijke aanslag. Vanaf wanneer de Belastingdienst rente berekent en meer regels hieromtrent verschillen per type belasting. Deze vindt u duidelijk uitgelegd op de site van de Belastingdienst.

Belastingrente ontvangen

Anderzijds vergoedt de Belastingdienst belastingrente als de fiscus bijvoorbeeld zonder reden te lang doet over het opleggen van uw belastingaanslag.

Rente vennootschapsbelasting en bronbelasting

Voor de vennootschapsbelasting (Vpb) en bronbelasting bedraagt de te betalen belastingrente thans 8%. Dit percentage blijft voorlopig hetzelfde, naar verwachting tot 1 januari 2024. De te ontvangen belastingrente op de Vpb en bronbelasting blijft gehandhaafd op10,5%. Bij een verlaging zou de belastingbetaler namelijk benadeeld worden.

Let op! Voor de schenkbelasting geldt geen belastingrente.

Invorderingsrente

Belastingrente is iets anders dan invorderingsrente. U betaalt invorderingsrente als u een belastingaanslag niet op tijd betaalt. De invorderingsrente bedraagt thans 2%, maar stijgt per 1 juli van dit jaar naar 3% en stijgt per 1 januari 2024 verder door naar 4%.

Let op! Deze stijgende invorderingsrente geldt ook voor coronabelastingschulden. Heeft u de mogelijkheid deze versneld af te lossen, dan adviseren wij u dat uiteraard te doen.

Erfpacht bij eigen woning: wat is aftrekbaar en wat niet?

By nieuws

Als u een erfpachtcanon betaalt voor uw eigen woning, dan kunt u deze betaling onder voorwaarden aftrekken in uw aangifte inkomstenbelasting. Wanneer is deze betaling aftrekbaar en wanneer niet?

Periodieke erfpachtcanon wel

Woning

Heeft u voor de aankoop van uw woning een hypotheek afgesloten? Dan kunt u de rente die u betaalt in uw aangifte inkomstenbelasting in aftrek brengen. Hiervoor moet u wel voldoen aan de voorwaarden. 

Als de grond onder uw woning van een ander is, dan betaalt u daarvoor waarschijnlijk maandelijks of jaarlijks een bedrag aan de eigenaar (een erfpachtcanon). Omdat u dit maandelijks of jaarlijks doet, is sprake van een periodieke betaling. Een periodieke betaling voor erfpacht kunt u in uw aangifte inkomstenbelasting in aftrek brengen.

Afkoopsom periodieke erfpachtcanon niet

U kunt er misschien voor kiezen om de door u verschuldigde periodieke erfpachtcanon in één keer af te kopen. Als u dat doet, moet u zich realiseren dat die afkoopsom niet aftrekbaar is in uw aangifte inkomstenbelasting. Er is dan namelijk niet langer sprake van een periodieke betaling, wat vereist is voor deze aftrek.

Let op! Sluit u een lening af om de afkoop van de periodieke erfpachtcanon te kunnen betalen, dan kunt u de rente over deze lening onder voorwaarden wel in aftrek brengen.

Vooruitbetaalde erfpachtcanon

Betaalt u erfpachtcanons vooruit, dan zou dit onder omstandigheden kunnen worden aangemerkt als een gedeeltelijke afkoop van de erfpachtcanons. Of dat wel of niet zo is, zal afhangen van de feiten en omstandigheden. Een gerechtshof oordeelde in 2007 in ieder geval dat bij een vooruitbetaling van twee jaar erfpachtcanons in één keer geen sprake was van een gedeeltelijke afkoop.

Tip! Bent u van plan uw erfpachtcanons af te kopen of een aantal erfpachtcanons vooruit te betalen, overleg dan met onze adviseurs wat de fiscale gevolgen in uw situatie kunnen zijn.

Uitkoopregeling veehouderij bekend, subsidie vanaf 3 juli aanvragen

By nieuws

Veehouders die te veel stikstof produceren en willen stoppen met hun bedrijf, kunnen vanaf 3 juli 9.00 uur de hiervoor beschikbare subsidies aanvragen. Om te berekenen wat de stikstofneerslag van het bedrijf is, is de zogenaamde AERIUS check reeds opengesteld.

AERIUS check

Biggetjes

Via de AERIUS check kunt u de stikstofneerslag van uw bedrijf berekenen. Hiervoor is een speciale site beschikbaar. Met behulp van de check wordt duidelijk wat de stikstofneerslag van uw bedrijf is, en of u mogelijk piekbelaster bent. Op basis hiervan kan worden vastgesteld of en voor welke subsidie u mogelijk in aanmerking komt. 

Subsidies Lbv en Lbv-plus

Subsidies waar veehouders mogelijk aanspraak op kunnen maken betreffen de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en voor piekbelasters de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus). Op de site van de RVO is over deze subsidies meer informatie te vinden.

Subsidie aanvragen

Het loket gaat dus open op 3 juli 2023 om 9.00 uur. De Lbv is aan te vragen tot 1 december 2023 17.00 u. De Lbv-plus is aan te vragen tot 5 april 2024 17.00 uur. Dit kan via RVO.nl.

Zaakbegeleider en adviesvoucher

Veehouders die te veel stikstof produceren en met hun bedrijf willen stoppen, het bedrijf willen aanpassen of bijvoorbeeld verplaatsen, kunnen hulp krijgen van een zaakbegeleider. Daarnaast kan via de site van de RVO vanaf 10 juli 2023 een adviesvoucher worden aangevraagd.

Advies of hulp nodig?

Wilt u graag advies of heeft u hulp nodig bij het invullen en/of aanvragen van de subsidies? Of wilt u eens sparren met een adviseur wat u kunt doen in uw geval? Neem dan contact met ons op. 

Betaling studiekosten kind soms een schenking

By nieuws

Als u de studiekosten voor uw kind betaalt, zal dit over het algemeen niet aangemerkt worden als een schenking. In sommige gevallen kan dit anders zijn. De Belastingdienst heeft zijn standpunt hierover onlangs bekendgemaakt.

Studiekosten kind onder 21 jaar

Schenken

Op grond van de wet zijn ouders verplicht te voorzien in de kosten van levensonderhoud en studie van hun kinderen onder de 21 jaar. Bij het betalen van de studiekosten van uw kind onder de 21 jaar kan dan ook geen sprake zijn van vrijgevigheid en dus niet van een schenking.

Kinderen vanaf 21 jaar

De Belastingdienst geeft aan dat in reguliere gevallen ook bij betalen van de studiekosten en het levensonderhoud van een kind van 21 jaar of ouder geen sprake hoeft te zijn van een schenking. Voorwaarde hierbij is wel dat het kind de studie vóór de 21e verjaardag is begonnen. Onder reguliere gevallen worden de situaties verstaan waarin:

  • niet sprake is van een bovenmatige studietoelage,
  • er behoeftigheid is bij het kind,
  • de tegemoetkoming in de studiekosten voortkomt uit de gegoedheid van de ouders, en
  • het kind voldoende studievoortgang maakt.

De Belastingdienst geeft aan dat u dan voldoet aan uw morele verplichtingen die verbonden zijn aan het hebben en opvoeden van kinderen. De schenking is dan vrijgesteld.

Let op! De beoordeling of sprake is van een regulier geval en dus een vrijgestelde schenking ligt bij de inspecteur. Is niet sprake van een regulier geval, dan zal de betaling van de studiekosten doorgaans een belaste schenking zijn.

Tip! Als uw kind niet in staat is om zijn/haar schulden te betalen en uw schenking bedoeld is voor deze schulden, kunt u een beroep doen op een schenkingsvrijstelling. Voorwaarde is wel dat uw kind zelf geen eigen vermogen (meer) heeft waarmee hij/zij de schulden zou kunnen betalen.

Subsidieregeling praktijkleren vanaf 2 juni weer van start

By nieuws

Wilt u als werkgever een praktijk- of werkleerplaats aanbieden zodat mensen beter voorbereid zijn op de arbeidsmarkt? Kijk dan of u in aanmerking komt voor de Subsidieregeling praktijkleren.

De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die u maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Ook de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio) komen voor subsidie in aanmerking.

Doelgroep Subsidieregeling praktijkleren

Praktijleren

De subsidieregeling is bedoeld voor:

  • kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor wie toegang tot de arbeidsmarkt een probleem is;
  • studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel;
  • wetenschappelijk personeel, dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

Niet elke opleiding, onderwijsvorm of leerweg komt in aanmerking. De voorwaarden om voor subsidie in aanmerking te komen, verschillen per onderwijscategorie.

Aanvraag indienen bij de RVO

U kunt uw aanvraag indienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Op de website van de RVO staan alle voorwaarden per onderwijscategorie. Aanvragen is mogelijk vanaf vrijdag 2 juni a.s. om 9.00 uur. De subsidieregeling sluit op vrijdag 15 september 2023 om 17.00 uur.

Let op! Voor het indienen van de aanvraag is eHerkenning nodig (minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3).

Wanneer u voldoet aan de voorwaarden, kunt u een subsidie ontvangen van maximaal € 2.700 per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats. De RVO neemt alle op tijd ingediende aanvragen in behandeling. Als er meer subsidie wordt aangevraagd dan beschikbaar is in een onderwijscategorie, dan wordt het budget evenredig over de ingediende aanvragen in die categorie verdeeld. Uiterlijk 30 december 2023 neemt de RVO een besluit over uw aanvraag.

Administratie bijhouden

Tijdens de begeleidingsperiode moet u als werkgever een administratie bijhouden. U moet onder andere van elke leerling of student in het bezit zijn van de praktijkleerovereenkomst en de aanwezigheids- en begeleidingsadministratie. Deze moet u op verzoek kunnen verstrekken. De RVO voert steekproefsgewijs controles uit.

Schenden van privacy kan een werkgever veel geld kosten

By nieuws

Een werknemer spande een rechtszaak aan tegen zijn werkgever voor het schenden van zijn privacy. Het Gerechtshof stelde hem in het gelijk en veroordeelde de werkgever tot het betalen van de proceskosten en duizenden euro’s aan vergoedingen.

In dienst bij vrienden

Juridisch

Een werknemer treedt in 2019 in dienst bij een bevriend echtpaar. Na ongeveer een jaar verbreekt de werknemer het contact met zijn ouders. Zijn werkgever kent de ouders. De werknemer vraagt zijn werkgever zijn beslissing te respecteren en niet te reageren op verzoeken door zijn ouders om contact. De werknemer gaat rechtszaken aan met zijn ouders, ook wegens stalking omdat zij via zijn werkgever daadwerkelijk proberen contact te zoeken. 

Ziekmelding mondt uit in arbeidsconflict

Eerst wordt de werknemer vrijgesteld van werkzaamheden, maar later meldt hij zich ziek. De werkgever schakelt de Arbodienst in. De werkgever geeft aan het contact met de werknemer voortaan alleen nog via de casemanager van de Arbodienst te laten verlopen. Later blijkt dat de werkgever kort voor die officiële schriftelijke mededeling contact heeft gehad met de ouders van de werknemer, maar spreekt daarover niet de waarheid. De arbeidsrelatie raakt hierdoor verstoord. Dat is ook het oordeel van de bedrijfsarts, en zijn advies is mediation. Na een moeizaam traject wordt in juni 2021, bijna twee jaar na indiensttreding, de mediation als definitief mislukt beschouwd. 

Deskundigenoordeel UWV in het voordeel van werknemer

Uiteindelijk beoordeelt de bedrijfsarts de werknemer weer arbeidsgeschikt en de werkgever meldt hem hersteld. Maar het arbeidsconflict is er nog steeds. De werknemer vecht de hersteldmelding door de werkgever aan bij het UWV door een deskundigenoordeel aan te vragen. Het UWV stelt hem in het gelijk, en de werknemer krijgt in het voorjaar van 2022 een Ziektewetuitkering.

Ontslagaanvraag bij kantonrechter

De werkgever stapt daarop naar de kantonrechter voor ontbinding van het arbeidscontract en is bereid om € 4.968,75 bruto aan transitievergoeding te betalen. Daarnaast eist de werkgever ook compensatie van de proceskosten. De werknemer verzoekt de kantonrechter eveneens om ontbinding van het arbeidscontract, maar wegens een verstoorde arbeidsrelatie, de ‘g-grond’. Hij eist een geldbedrag van ruim € 500.000 aan vergoedingen en advocaatkosten.

Het vonnis is voor beide partijen teleurstellend. De kantonrechter wijst de vordering voor ontslag op g-grond toe met de toewijzing van een transitievergoeding van € 6.458,01 bruto en compensatie van de proceskosten. 

Oordeel Gerechtshof in hoger beroep

In hoger beroep stelt ook het Gerechtshof in Amsterdam de werknemer in het gelijk, maar kent een veel ruimere vergoeding toe. Volgens het Gerechtshof heeft de werkgever ernstig verwijtbaar gehandeld door de privacy van de werknemer te schenden, en daarin deels de initiator te zijn door vertrouwelijke informatie te delen met de ouders van de werknemer. Daarnaast is hij daarover niet eerlijk geweest. Vervolgens is hij alle communicatie met de werknemer uit de weg gegaan. De verstoorde arbeidsrelatie is door deze handelwijze veroorzaakt door de werkgever, aldus het Gerechtshof. De werknemer krijgt in totaal zo’n € 60.000 toegekend, het verloren salaris tijdens de conflictperiode minus de verkregen Ziektewet-uitkering. Verder wordt de werkgever veroordeeld tot het betalen van alle proceskosten.

Voorkom intrekken betalingsregeling coronabelastingschulden

By nieuws

Tijdens de coronacrisis konden bedrijven ervoor kiezen om de betaling van hun belastingschulden tijdelijk uit te stellen. Sinds 1 oktober 2022 moeten ondernemers deze schulden aflossen. Als zij niet aan de voorwaarden van die betalingsregeling voldoen, heeft de Belastingdienst de mogelijkheid om de betalingsregeling in te trekken. De Belastingdienst heeft daar nog even mee gewacht, maar zal binnenkort dit proces opstarten.

Flink aantal ondernemers

Portemonnee

Ruim 266.000 ondernemers moesten vanaf 1 oktober 2022 met de aflossing van de coronabelastingschulden starten. Eind maart 2023 liepen ongeveer 95.000 ondernemers achter met die aflossingen. Ongeveer 39.000 van hen liepen op dat moment ook achter op de betaling van de lopende verplichtingen vanaf 1 oktober 2022.

Voorwaarden betalingsregeling coronabelastingschulden

De opgebouwde coronabelastingschulden moeten sinds oktober 2022 in beginsel in maandelijkse, gelijke termijnen worden afgelost. U heeft hiervoor vijf jaar de tijd. Voorwaarde voor de betalingsregeling is dat u zich ook aan die maandelijkse aflossing houdt. 

Andere voorwaarden zijn dat u tijdig de juiste belastingaangiften – onder meer btw en loonheffing – indient voor belastingen vanaf 1 oktober 2022, en dat u tijdig en volledig de betalingen doet die daaruit voortvloeien. 

Brief ‘Achterstanden betalingsregeling bijzonder uitstel vanwege de coronacrisis’

Als u een betalingsachterstand had, dan ontving u daarover eerder al een brief van de Belastingdienst. Heeft u nu nog steeds een betalingsachterstand, dan ontvangt u vanaf 11 april 2023 de brief ‘Achterstanden betalingsregeling bijzonder uitstel vanwege de coronacrisis’ (en aangifte- en betalingsverplichtingen) van de Belastingdienst. Deze brief ontvangt u als:

  • u een of meer van de termijnen van de betalingsregeling niet of niet volledig heeft betaald, en/of
  • u niet voldaan heeft aan alle aangifte- en betalingsverplichtingen voor lopende verplichtingen vanaf 1 oktober 2022.

Let op! De Belastingdienst maant u in deze brief voor de laatste keer aan om uw betalingsachterstanden in te lopen.

Achterstand zelf uitrekenen

In de brief staat niet hoe hoog uw betalingsachterstand precies is, maar wel hoe u dat kunt berekenen. Lukt u dat niet, dan kunt u hiervoor contact opnemen met de Belastingtelefoon. Het is ook mogelijk uw vraag per post te stellen. Als de Belastingdienst uw brief heeft ontvangen, worden er geen vervolgstappen ondernomen totdat uw vraag door de Belastingdienst is beantwoord. Uiteraard kunnen onze adviseurs u hierbij helpen.

Let op! Als u nog helemaal niets heeft afgelost, worden in de brief wel het aantal termijnen dat u achterloopt én uw termijnbedrag genoemd. Daarmee kunt u berekenen wat uw betalingsachterstand is.

Schuldenoverzicht ieder kwartaal

Eind maart 2023 hebben alle ondernemers met een coronabetalingsregeling een schuldenoverzicht ontvangen met de openstaande belastingaanslagen die vallen onder de betalingsregeling bijzonder uitstel vanwege de coronacrisis en met de overige openstaande betalingsverplichtingen die hier niet onder vallen. Dit overzicht wordt vanaf nu elk kwartaal verstrekt.

U ontvangt dit overzicht ook als u geen betalingsachterstanden heeft. Het overzicht geeft dan ook geen inzicht in het bedrag van de betalingsachterstand, maar u heeft dit wel nodig om uw eventuele betalingsachterstand te berekenen. Hiertoe heeft u begin april 2023 ook een betalingsoverzicht ontvangen (met de titel ‘Invorderingsrente bij betalingsregeling bijzonder uitstel’), met daarin onder meer een overzicht van de betalingen die u vanaf 1 september 2022 heeft gedaan.

Intrekken betalingsregeling

In de brief ‘Achterstanden betalingsregeling bijzonder uitstel vanwege de coronacrisis (en aangifte- en betalingsverplichtingen)’ die u vanaf 11 april 2023 kunt ontvangen, wordt u gemaand om binnen 14 dagen na dagtekening van de brief uw betalingsachterstand in te lopen.

Tip! De brief heeft een dagtekening in de toekomst. U heeft dus meer dan 14 dagen de tijd om te reageren. De reactietermijn verloopt hierdoor waarschijnlijk rond 6 mei 2023.

Loopt u de betalingsachterstand niet in, dan ontvangt u vanaf eind mei 2023 een beschikking van de Belastingdienst waarin de betalingsregeling wordt ingetrokken. Om invorderingsmaatregelen en bijkomende (veelal hoge) kosten te voorkomen, heeft u daarna nog 14 dagen de tijd om in een keer het hele bedrag van uw coronabelastingschuld te betalen.

Let op! Vanaf half juni 2023 start de Belastingdienst de invordering dan op.

Mogelijkheden coronabelastingschulden

Lukt het niet om aan de voorwaarden van de betalingsregeling te voldoen, dan zijn er nog mogelijkheden. Hiermee kunt u misschien voorkomen dat de Belastingdienst de betalingsregeling intrekt. Zo kunt u onder meer verzoeken de schuld in zeven in plaats van vijf jaar af te lossen. Ook kunt u verzoeken niet maandelijks, maar per kwartaal af te mogen lossen. Tot slot kunt u ook eenmalig verzoeken om een betaalpauze van maximaal zes maanden. Het gevolg van zo’n verzoek is wel dat uw af te lossen maandbedragen die daarna nog volgen, hoger worden.

Let op! Voor deze mogelijkheden gelden ook voorwaarden. Onze adviseurs kunnen u hierover informeren.