Skip to main content
Category

nieuws

Meerdere voorstellen motorrijtuigen in belastingplannen 2025

By nieuws

Het belastingpakket 2025 bevat een aantal voorstellen die betrekking hebben op motorrijtuigen. Er vindt geen verhoging van accijnzen op brandstoffen plaats. Rode diesel komt (nog) niet terug in de voorstellen, ondanks eerdere plannen in het Hoofdlijnenakkoord. Tevens vindt er een uniformering plaats in definities tussen het kentekenregister en die in diverse belastingwetten.

Accijns op brandstoffen niet verhoogd

Auto

Sinds 1 juli 2023 zijn de accijnzen op brandstoffen verlaagd ter compensatie voor de hoge brandstofkosten. De accijnzen op brandstoffen zijn ook in 2024 niet verhoogd en in de belastingplannen wordt voorgesteld dit voor het jaar 2025 zo te houden. De inflatiecorrectie inzake de accijnzen op brandstoffen blijft eveneens achterwege. Op die manier blijven burgers en bedrijven gecompenseerd voor de hoge brandstofprijzen.

Geen rode diesel

De belastingplannen 2025 bevatten nog geen voorstellen voor wat betreft de herintroductie van rode diesel voor de landbouw. Rode diesel werd tot 2013 veel in de landbouw gebruikt en kende een lagere accijns, maar vanaf 2013 betalen ook agrariërs de reguliere accijns over de door hen gebruikte diesel. In het Hoofdlijnenakkoord was nog een voorstel opgenomen om rode diesel vanaf 2027 weer toe te staan, maar in de belastingplannen 2025 komt dit voorstel nog niet terug.

Koppeling kentekenregister

De definitie van een personen- en bestelauto is voor de diverse belastingwetten (bijvoorbeeld voor de bijtelling vanwege privégebruik van de auto of voor de bpm) niet altijd gelijk en wijkt soms ook af van de registratie in het kentekenregister. Het kabinet wil dit uniformeren en vereenvoudigen en voor alle fiscale wetgeving aansluiten bij de registratie in het kentekenregister. Vanwege uitvoeringstechnische redenen gaat deze wijziging pas per 2027 in. 

Let op! Deze voorstellen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.

Volledige invoering nieuw box 3-stelsel per 2027 onzeker

By nieuws

Het kabinet streeft er nog steeds naar om met ingang van 2027 een nieuw box 3-stelsel op basis van werkelijk rendement in te voeren. Of dat volledig gaat lukken is onzeker.

Nieuw box 3-stelsel

Agenda

Aan het nieuwe box 3-stelsel wordt al een tijdje gewerkt. Zo presenteerde het vorige kabinet in 2022 al de eerste contouren en bood in september 2023 het Wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 ter internetconsultatie aan. Iedereen die dat wilde kon daarop reageren, hetgeen veelvuldig gebeurde. Na nog enkele aanpassingen in het wetsvoorstel in januari, april en juni 2024, bood het vorige kabinet het voorstel in juni 2024 voor advies aan de Raad van State aan.

Let op! Het huidige kabinet wil door met de plannen van het vorige kabinet en is in afwachting van het advies van de Raad van State dat in het najaar van 2024 wordt verwacht. Daarna kan het kabinet het wetsvoorstel indienen bij de Tweede Kamer.

Volledige invoering mogelijk per 2027?

De recente arresten van de Hoge Raad die betrekking hebben op het huidige box 3-stelsel vragen veel van de capaciteit van de Belastingdienst. Onlangs heeft de Belastingdienst de staatssecretaris dan ook laten weten dat er onvoldoende capaciteit is om het nieuwe box 3-stelsel per 1 januari 2027 volledig in te laten gaan in de vorm waarin dit nu is opgenomen in het wetsvoorstel.

Gefaseerde invoering?

Op dit moment laat de staatssecretaris daarom onderzoeken welke alternatieven wel haalbaar zijn. Gedacht wordt onder meer aan een gefaseerde invoering. De staatssecretaris heeft aangegeven dat zijn uitgangspunt wel blijft om per 1 januari 2027 een nieuw stelsel in box 3 in te voeren. De staatssecretaris hoopt eind 2024 de uitkomsten van zijn onderzoek naar alternatieven aan de Tweede Kamer te kunnen aanbieden.

Garage of schuur ook onder VoV-vrijstelling overdrachtsbelasting

By nieuws

Voor de teruglevering van woningen die oorspronkelijk verkocht werden met een verkoopregulerend beding, de zogenoemde VoV-woningen, is vanaf 2022 – onder voorwaarden- een vrijstelling overdrachtsbelasting mogelijk. Voorgesteld is om deze vrijstelling vanaf 2025 ook van toepassing te laten zijn op de mee teruggeleverde aanhorigheden bij de woning.

VoV-vrijstelling

Woning

Om de toegang tot de woningmarkt te bevorderen voor starters en lagere middeninkomens bestaat de mogelijkheid dat bijvoorbeeld woningcorporaties en projectontwikkelaars een woning met korting verkopen. Dit onder de verplichting om de woning als deze later weer in de verkoop komt, deze weer aan te bieden aan de oorspronkelijk verkopende woningcorporatie of projectontwikkelaar. Voor de teruglevering van zo’n woning met een verkoopregulerend beding (VoV-woning) geldt – onder voorwaarden – een vrijstelling van overdrachtsbelasting: de VoV-vrijstelling.

Voorwaarden

Een van de voorwaarden voor toepassing van de VoV-vrijstelling is dat de woningwaarde op het moment van levering aan koper niet hoger was de woningwaarde voor de startersvrijstelling op dat moment. Werd bijvoorbeeld in 2022 een VoV-woning geleverd met een woningwaarde van € 450.000, dan kan bij teruglevering van die woning in 2024 de VoV-vrijstelling niet worden toegepast. In 2022 was de woningwaarde voor de startersvrijstelling namelijk € 400.000.

Een andere voorwaarde is dat de natuurlijke persoon die de woning verkreeg een koperskorting kreeg van minimaal 10 en maximaal 50% van de waarde van de woning.

Let op! Er gelden nog meer voorwaarden. Neem voor meer informatie daarom contact op met een van onze adviseurs.

Vanaf 2025 ook aanhorigheden

Onbedoeld zijn bij de vormgeving van de VoV-vrijstelling aanhorigheden bij de woning, denk aan  een garage of schuur, uitgesloten van de vrijstelling. Voorgesteld is om dat vanaf 1 januari 2025 te herstellen. Vanaf die datum is de VoV-vrijstelling dan ook van toepassing op teruggeleverde aanhorigheden die bij de woning horen en die gelijktijdig met die woning worden verkregen.

Let op! Het voorstel dat op Prinsjesdag 2024 is gedaan, moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen en is daarom nog niet definitief.

Einde salderingsregeling zonnepanelen per 2027

By nieuws

Het kabinet heeft voorgesteld vanaf 2027 met de salderingsregeling voor zonnepanelen te stoppen. Energieleveranciers moeten in dit voorstel dan wel een redelijke vergoeding voor teruggeleverde elektriciteit betalen.

Salderingsregeling zonnepanelen

Zonnepanelen

Levert u met uw zonnepanelen elektriciteit terug aan uw energieleverancier, dan zorgt de salderingsregeling ervoor dat deze elektriciteit eerst verrekend wordt met de elektriciteit die u afneemt van uw energieleverancier. Neemt u meer af dan dat u teruglevert, dan bent u over het meerdere de met uw energieleverancier afgesproken prijs per kWh verschuldigd. Levert u meer terug dan dat u afneemt, dan krijgt u over het meerdere de met uw energieleverancier afgesproken prijs per kWh.

Let op! Nagenoeg alle energieleveranciers brengen inmiddels terugleverkosten in rekening aan klanten die met zonnepanelen elektriciteit terugleveren.

Einde salderingsregeling per 2027

Het kabinet wil de salderingsregeling vanaf 2027 stoppen. U kun dan niet langer uw teruggeleverde elektriciteit verrekenen met de door u afgenomen elektriciteit. Uw energieleverancier moet u dan een vergoeding betalen voor de teruggeleverde elektriciteit. Hoe hoog die vergoeding is, is nog niet bekend. In het voorstel van het kabinet is wel opgenomen dat dit een redelijke vergoeding moet zijn.

Wat dan redelijk is, is niet gedefinieerd. In het voorstel is wel vastgelegd dat de vergoeding niet redelijk is indien die vergoeding onevenredig laag is gezien de kosten en baten van de marktdeelnemer en niet concurrerend is.

Geen energiebelasting over opgewekte meteen gebruikte elektriciteit

Het kabinet wil eigenaren van zonnepanelen stimuleren om zoveel mogelijk de opgewekte elektriciteit meteen zelf te gebruiken. Op die manier wordt het overbelaste elektriciteitsnet minder zwaar belast. Over opgewekte elektriciteit die meteen zelf gebruikt wordt, hoeft ook geen energiebelasting te worden betaald. Dat is nu al zo en blijft ook zo vanaf 2027.

Let op! Het voorstel is op Prinsjesdag 2024 ingediend en moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Het is daarom nog niet definitief.

Korting mrb emissievrije auto’s verlengd tot en met 2029

By nieuws

Er komt een nieuwe kortingsregeling voor de motorrijtuigenbelasting (mrb) op emissievrije personenauto’s. Dit zijn volledig elektrische auto’s en auto’s die rijden op waterstof. Voorgesteld wordt om vanaf 2026 een korting van 25% op het normale tarief te verlenen tot en met 2029. De korting geldt ook voor de provinciale opcenten. Dit staat in het Belastingplan 2025.

Waarom korting?

Elektrische auto

De hoogte van de mrb, ook bekend als wegenbelasting, is grotendeels gebaseerd op het gewicht van het voertuig. Emissievrije personenauto’s betalen op dit moment nog helemaal geen mrb, maar vanaf 2026 zouden deze auto’s de volledige reguliere mrb gaan betalen. Dit wordt gewijzigd. Een emissievrije auto krijgt in het voorstel vanaf 2026 tot en met 2029 een korting van 25% op de reguliere mrb. 

Let op! Voor 2025 was er overigens al een korting bepaald van 75% op de reguliere mrb. Deze regeling blijft gehandhaafd.

Eerder voorstel passé

Dit voorjaar nog lanceerde het vorige kabinet een andere kortingsregeling. Volgens dat voorstel zou de korting in 2026 tot en met 2028 40% zijn, in 2029 35% en in 2030 30%. De in het Belastingplan 2025 voorgestelde korting is dus een stuk lager en duurt tot en met 2029 in plaats van 2030.

Geen korting bestelauto’s meer in 2026

In het Belastingplan 2025 wordt niet gerept over een korting op de mrb voor elektrische bestelauto’s. Dit betekent dat voor elektrische bestelauto’s de korting in 2025 nog 75% bedraagt, en vanaf 2026 wordt afgeschaft.

Evaluatie

Uit de gepresenteerde stukken wordt duidelijk dat de werking van de kortingsregeling door het kabinet in de gaten gehouden wordt. Aangekondigd is namelijk dat in 2025 en in 2028 de kortingsregeling geëvalueerd zal worden.

Let op! Het voorstel moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd en is dus nog niet definitief.

Nieuwe bestelauto voor ondernemers vanaf 2025 stuk duurder

By nieuws

Ondernemers gaan vanaf 2025 fors meer betalen voor de aanschaf van een nieuwe bestelauto. De vrijstelling van bpm voor ondernemers komt vanaf dan namelijk te vervallen. Gemiddeld scheelt dit zo’n € 12.000 per bestelauto. Een en ander is wel afhankelijk van de CO2-uitstoot van de bestelauto. Een bestelauto zonder CO2-uitstoot kan in 2025 nog steeds zonder bpm worden aangeschaft.

Vrijstelling bpm

Bedrijfswagen

De vrijstelling in de bpm geldt nu nog voor ondernemers die de bestelauto meer dan 10% van het totaal aantal kilometers per jaar zakelijk gebruiken. Dit moet desgevraagd aannemelijk gemaakt worden. Een rittenregistratie is daarvoor niet verplicht.

Tip! Wilt u nog een nieuwe bestelauto zonder bpm kopen, wees er dan snel bij. Bij veel dealers kunt u niet meer terecht of alleen kiezen uit de aanwezige modellen.

Doorschuifregeling

Verkoopt u uw bestelauto die u zonder bpm aanschafte binnen 5 jaar na aanschaf aan een andere ondernemer die voldoet aan de voorwaarden voor de vrijstelling bpm? Dan kunt u gebruikmaken van de doorschuifregeling. U hoeft dan niet alsnog bpm af te dragen. U kunt deze doorschuifregeling ook vanaf 2025 nog gebruiken voor bestelauto’s die u vóór 2025 aanschafte met toepassing van de vrijstelling bpm voor ondernemers.

Verhoging bpm personenauto

In het Belastingplan 2025 is voorgesteld de bpm voor personenauto’s te verhogen. De bpm voor personenauto’s bestaat uit een vast basisbedrag plus een opslag gekoppeld aan de CO2-uitstoot. Het vaste bedrag wordt per 2025 verhoogd met € 200 en komt daarmee op € 640.

Tip! Voor een nieuwe personenauto zonder CO2-uitstoot geldt in 2025 alleen het vaste basisbedrag van € 640 zonder CO2-uitstootopslag.

Bpm bestelauto

Voor bestelauto’s geldt in 2025 geen vast basisbedrag, maar alleen een tarief van € 66,91 vermenigvuldigd met het aantal gram/km CO2-uitstoot. Voor een bestelauto zonder CO2-uitstoot betekent dit dus dat de bpm nul bedraagt.

Afschaffen bpm-voordeel plug-in hybride auto’s

Plug-in hybride elektrische auto’s, kennen nu nog een apart bpm-tarief. Vanwege een nieuwe Europese meetmethode inzake de CO2-uitstoot zou dit aparte bpm-tarief veelal leiden tot een veel hogere bpm. Om die reden is in de belastingplannen voor 2025 voorgesteld om de aparte bpm-tabel  per 2025 te laten vervallen. Vanaf 2025 worden de plug-in hybride auto’s belast tegen het bpm-tarief dat geldt voor alle personenauto’s.

Let op! Alle voorstellen uit de belastingplannen voor 2025 moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.

Verplichte toepassing vrijstelling inhouden dividendbelasting vanaf 2025

By nieuws

Als een vennootschap dividend uitkeert, kan in bepaalde gevallen een vrijstelling voor het inhouden van dividendbelasting gelden. De keuzemogelijkheid om deze vrijstelling wel of niet toe te passen, verdwijnt. Vanaf 2025 is de vennootschap verplicht om gebruik te maken van de vrijstelling.

Inhouding dividendbelasting

Euro

Een vennootschap die dividend uitkeert, moet hierop over het algemeen 15% dividendbelasting inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. De vennootschap moet binnen een maand na de dag waarop het dividend beschikbaar is gesteld een aangifte dividendbelasting doen, en de dividendbelasting afdragen aan de Belastingdienst.

Vrijstelling inhouding dividendbelasting

Keert de vennootschap dividend uit aan een andere vennootschap die 5% of meer van de aandelen in bezit heeft? Dan kan een inhoudingsvrijstelling worden toegepast. De vennootschap hoeft dan geen dividendbelasting in te houden en af te dragen aan de Belastingdienst.

Keuze wordt verplichting

Op dit moment kan de uitkerende vennootschap er nog voor kiezen om de inhoudingsvrijstelling niet toe te passen. De vennootschap houdt dan 15% dividendbelasting in, doet hiervan aangifte en draagt dit af aan de Belastingdienst.

Deze keuzemogelijkheid verdwijnt. Vanaf 2025 moet een vennootschap, als een inhoudingsvrijstelling kan worden toegepast, deze ook toepassen. Geen keuze meer dus, maar een verplichting.

Nieuw: mogelijkheid bezwaar

Op dit moment kan een aandeelhouder niet in bezwaar gaan tegen het niet toepassen van de inhoudingsvrijstelling door de uitkerende vennootschap. Vanaf 2025 kan dat wel. Als de uitkerende vennootschap ten onrechte de inhoudingsvrijstelling niet toepast, kan de aandeelhouder bezwaar aantekenen tegen de ingehouden dividendbelasting. Als dat bezwaar wordt toegewezen, wordt de ten onrechte ingehouden dividendbelasting uitbetaald aan de aandeelhouder.

Fiscale eenheid

De inhoudingsvrijstelling geldt overigens ook als de uitkerende vennootschap en de ontvanger van het dividend tot dezelfde fiscale eenheid in de zin van de vennootschapsbelasting horen. Ook daar wijzigt de keuze vanaf 2025 in een verplichting.

Let op! Het voorstel om van de keuze om de inhoudingsvrijstelling toe te passen een verplichting te maken is op Prinsjesdag 2024 gedaan. De Tweede en Eerste Kamer moeten dit voorstel nog aannemen. Het is daarom nog niet definitief.

End of year tips top 10

By nieuws

What (tax) measures can you, as an entrepreneur in the Netherlands, still take this year that can be advantageous for you? How can you anticipate changes that will apply from 2025? Ten practical tips.

Note! A number of these tips result from proposals from the 2025 Tax Plan and must still be approved by the Lower and Upper House. Also, new plans are constantly being announced or revised by the Cabinet; therefore, it is important to always contact your advisor to discuss.

1. Buy a van without motorcycle tax now

Factuur

Entrepreneurs currently pay no motorcycle tax (BPM) if they buy a new van and use it for at least 10% business purposes. This exemption will be ended by 2025. This will cost you thousands of euros more, so buy a new van for your business this year.

Tip! You can still buy a van with no CO2 emissions without bpm in 2025.

2. Optimize your KIA

If you invest, you may be entitled to the small-scale investment deduction (KIA). The percentage of KIA decreases from a certain investment amount, so with larger investments it is often advantageous to spread them over several years (if you can). The application of the KIA is subject to a number of conditions. Therefore, discuss with your advisor whether you might therefore be better off postponing an investment at the end of this year until 2025 or bringing forward an investment planned for 2025.

3. Consider your box 2 tax planning in 2024 and 2025

The rate in box 2 in 2024 is 24.5% up to an amount of €67,000. If you have a tax partner, you can even pay dividends at 24.5% up to an amount of €134,000. However, any amount above that will be taxed at 33% in 2024. Therefore, pay dividends up to a maximum of €67,000 – or if you have a tax partner €134,000 – and take advantage of the lower rate. In 2025, you can distribute up to an amount of € 67,804 at 24.5% and with a tax partner up to an amount of €135,608. The proposal on Prince’s Day 2024 is to reduce the rate for any amount above that from 33% to 31% in 2025. 

So if you want to pay out a large amount in dividends, it is better to pay out part of it in 2025. Keep in mind, however, that dividends as of 2025 may also affect the amount of your general tax credit and your assets in Box 3. A debt to your company in excess of €500,000 may also affect the decision to pay dividends. Check the effects of this and calculate whether, and if so how much dividend, you would be better off paying out in 2024 or rather in 2025.

4. Respond to changes in BOR and DSR

The business succession regulation (BOR) and the carry forward regulation (DSR) will change significantly as of 2025. For example, the amount of the 100% exemption will increase to € 1,500,000 (in 2024 still € 1,325,253), but the exemption above this will go from 83% in 2024 to 75% in 2025. This means that in 2024, the schemes could provide a greater benefit if the value of your business exceeds about €1,870,000. If the value of your company remains below that, then the schemes may provide a greater benefit in 2025. Therefore, consider whether you should transfer your business this year or wait until 2025. Take other considerations into account as well, such as the other changes that apply to the BOR and DSR as of 2025.

Tip! Because a business transfer is customized and one change as of 2025 may be to your advantage while the other is not, we always recommend consulting with one of our advisors. They can update you on all the changes likely to take effect as of 2025 and 2026 and advise you on your own situation.

5. Use your total free allowance

Under the working expenses scheme, under certain conditions, you do not pay any tax as an employer if you stay within the free margin with your allowances and benefits in kind to your staff. For 2024, the free margin over your total wage bill is 1.92% up to and including €400,000. Above € 400,000, the free margin in 2024 is 1.18%. Check whether you have any free space left and make use of it if you want to reward your employees extra, because a surplus of free space cannot be carried over to 2025.

Tip! If you already make maximum use of your free space and still want to do something extra for your employees at the end of the year, see if you can carry this forward to the beginning of 2025. 

6. Check your provisional tax bill 2024

Check your provisional tax bill 2024. If the provisional bill is too low, change it as soon as possible. If you still pay the further provisional bill in 2024, this leads to lower assets as of January 1, 2025 in box 3 and you may save tax. Also, starting July 1, 2025, the Tax Office will charge interest of probably 6.65% on your 2024 tax bill. This is high, especially compared to the interest rate on a savings account. So avoid owing this high tax interest and check that your 2024 provisional bill is correct. 

Tip! If you change the provisional tax bill more than eight weeks before the end of the year and the Tax Authorities do not succeed in imposing the further provisional assessment in time so that you can still pay this year, you can still take this tax debt into account on January 1, 2025.

Tip! For companies for which the fiscal year ends earlier than December 31, for example due to incorporation in a fiscal unity, the calculation of tax interest starts earlier, namely on the day that lies six months after the close of the fiscal year. Request a provisional assessment in time, i.e. within four months after the end of the fiscal year, to avoid tax interest in box 3.

7. One more time gift deduction corporate income tax

In the corporate income tax there is a regulation for gift deduction. It amounts to a maximum of 50% of the profit up to a maximum of €100,000. It has been proposed to abolish this gift deduction for fiscal years beginning on or after January 1, 2025. In addition, the proposal is to treat any gift made by a company to an ANBI or support foundation SBBI, as of 2025, as a dividend distribution by the company to the shareholder(s) withholding dividend tax and tax in box 2. Therefore, if your company wants to support a charity (ANBI or support foundation SBBI), do so in 2024. 

Note! Of course, your company must make sufficient profit in 2024, otherwise the gift will not lead to a deduction.

8. Apply for the SEBA for the last time

You can apply for the Emission Free Company Cars Subsidy (SEBA) only in 2024. The subsidy applies when you purchase a new zero-emission electric company car with a maximum weight of 4,250 pounds. The subsidy depends on your company size and amounts to a maximum of €5,000 per car. Please note that you have not yet entered into a final purchase or financial lease agreement at the time you apply for the subsidy.

Note! Don’t wait too long to apply for the subsidy. At 7 October 2024 only € 20,000,000 (33%) budget was still available of the total budget of € 60,000,000. The counter at RVO.nl closes at noon on December 31.

9. Check your contracts and agreements with self-employed workers

As of January 1, 2025, the Tax and Customs Administration can again enforce if a working relationship you have with a self-employed worker or other non-employee should be considered an employment relationship. Although the Lower House agreed a softer landing when the enforcement moratorium is lifted on January 1, 2025, now is the time to review your employment relationships within your company and take action where necessary.

10. Optimize private assets composition

Your private assets composition on January 1, 2025 will again form the basis of the box 3 tax you pay in 2025. The rate in box 3 looks set to remain at 36% in 2025! Therefore, toward the end of 2024, assess your box 3 assets. For example, if you are planning to sell investments, then it seems wiser – in the context of the box 3 tax rate – to do so at the end of 2024 rather than the beginning of 2025. This is because of the much higher flat rate for investments than for bank and savings deposits. Of course, the box 3 tax should not be the only variable on which you base your decision. And notice, you may not exchange bank balances for other investments within three months.

More tips to reduce your box 3 assets include buying valuables in late 2024 instead of early 2025, gifting an amount in late 2024 instead of early 2025 and purchasing so-called green investments. These ‘green’ investments are still exempt up to an amount of €71,251 (tax partners €142,502) in 2024, but only up to an amount of €30,000 (tax partners €60,000) in 2025. In addition, you are entitled to a tax credit of 0.7% on your exempt ‘green’ investments.

Note! In recent rulings, the Supreme Court ruled that in box 3 you may take into account the actual return – as defined by the Supreme Court – if it is lower than the statutory flat rate return. Therefore, the statutory flat rate return is still relevant as of January 1, 2025. You can only deviate from this if you can prove that your actual return, calculated in the manner prescribed by the Supreme Court, is lower than this lump-sum return.

Btw op sportbeoefening naar 21% btw vanaf 2026

By nieuws

Het kabinet stelt voor om de btw op sport te verhogen naar 21% vanaf 2026. Het gaat hierbij om sport bij commerciële aanbieders. Zo blijft de plaatselijke niet-commerciële sportvereniging buiten schot.

Sport bij commerciële aanbieders

Golfbaan

Bij sport gaat het om gelegenheid geven tot sportbeoefening en baden, in combinatie met de terbeschikkingstelling van een sportaccommodatie door commerciële aanbieders. Commerciële aanbieders zijn instellingen met een winstoogmerk. Denk aan fitnessen op een sportschool of schaatsen op een schaatsbaan. Het voorstel is om de btw die over het sportabonnement of de toegangsprijs berekend wordt, te verhogen naar 21%.

Let op! Sportlessen die plaatsvinden zonder dat een sportaccommodatie ter beschikking wordt gesteld zijn op dit moment al belast tegen 21% btw.

Sport bij niet-winst beogende aanbieder

Het sporten bij niet-winst beogende aanbieders, zoals de plaatselijke voetbalvereniging of hockeyclub, is niet in het voorstel betrokken. Daar blijft, net als nu, de btw-vrijstelling gelden en blijft de btw over de contributie dus 0%.

Ook toegang tot wedstrijden naar 21% btw

Het voorstel is om ook de btw op de toegangsprijs tot sportwedstrijden vanaf 2026 te verhogen naar 21%.

Let op! Dit betreft niet alleen de toegang tot sportwedstrijden bij de professionals, ook de toegangsprijs bij amateurwedstrijden van sportverenigingen wordt verhoogd naar 21% btw.

Vooruitbetalingen in 2025 ook al tegen 21% btw

Betalen klanten in 2025 al voor sport die plaatsvindt in 2026? Dan moet de commerciële sportaanbieder ook in 2025 al 21% btw berekenen. In het wetsvoorstel is namelijk opgenomen dat voor het bepalen van het btw-tarief niet het moment van betaling van belang is, maar het moment van sportuitoefening. Wordt bijvoorbeeld in oktober 2025 een abonnement betaald dat loopt van 1 oktober 2025 tot 1 oktober 2026, dan is over 3/4 van het abonnement 21% btw verschuldigd.

Let op! Het wetsvoorstel moet nog door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden aangenomen. De btw-verhoging en de voorwaarden staan daarom nog niet definitief vast.

Eindejaarstips top 10

By nieuws

Welke (fiscale) maatregelen kunt u als ondernemer dit jaar nog treffen die voordelig voor u kunnen uitpakken? Hoe kunt u nu al slim inspelen op wijzigingen die vanaf 2025 gaan gelden? Tien praktische tips.

Let op! Een aantal van deze tips vloeit voort uit voorstellen uit het Belastingpakket 2025 en moet nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd. Ook worden er door het kabinet steeds nieuwe plannen bekendgemaakt of worden plannen herzien; derhalve is het belangrijk om altijd even contact op te nemen met uw adviseur om te overleggen.

1. Koop nu nog een bestelauto zonder bpm

Factuur

Ondernemers betalen nu nog geen bpm als ze een nieuwe bestelauto kopen en deze minstens 10% zakelijk gebruiken. Deze vrijstelling wordt per 2025 geschrapt. Dat scheelt duizenden euro’s, dus koop nu nog een nieuwe bestelauto voor zakelijk gebruik.

Tip! Een bestelauto zonder CO2-uitstoot kunt u in 2025 zonder bpm kopen.

2. Optimaliseer uw KIA

Als u investeert, kunt u recht hebben op de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Het percentage aan KIA loopt vanaf een bepaald investeringsbedrag af, dus is het bij grotere investeringen vaak voordelig deze te spreiden over meerdere jaren (als dat kan). Voor toepassing van de KIA geldt een aantal voorwaarden. Overleg daarom met uw adviseur of u een investering op het eind van dit jaar daarom wellicht beter kunt uitstellen tot 2025 of een investering die gepland is in 2025 naar voren moet halen.

3. Denk na over uw dividendplanning in 2024 en 2025

Het tarief in box 2 bedraagt in 2024 24,5% tot een bedrag van € 67.000. Als u een fiscale partner heeft, kunt u zelfs tot een bedrag van € 134.000 tegen 24,5% dividend uitkeren. Elk bedrag daarboven wordt in 2024 echter belast tegen 33%. Keer daarom tot maximaal € 67.000 – of bij een fiscale partner € 134.000 – dividend uit en profiteer van het lagere tarief. In 2025 kunt u tot een bedrag van € 67.804 uitkeren tegen 24,5% en met een fiscale partner tot een bedrag van € 135.608. Het voorstel op Prinsjesdag 2024 is om het tarief voor elk bedrag daarboven in 2025 te verlagen van 33% naar 31%.

Als u een groot bedrag aan dividend wilt uitkeren, kunt u een deel daarvan dus beter in 2025 uitkeren. Houd er wel rekening mee dat dividend vanaf 2025 ook invloed kan hebben op de hoogte van uw algemene heffingskorting en uw vermogen in box 3. Ook een schuld aan uw bv van meer dan € 500.000 kan van invloed zijn op de beslissing om dividend uit te keren. Ga na wat de effecten hiervan zijn en bereken of, en zo ja hoeveel dividend, u beter in 2024 of juist in 2025 kunt uitkeren.

4. Speel in op wijzigingen BOR en DSR

De bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en doorschuifregeling (DSR) wijzigen flink vanaf 2025. Zo gaat het bedrag van de 100% vrijstelling omhoog naar € 1.500.000 (in 2024 nog € 1.325.253), maar gaat de vrijstelling daarboven van 83% in 2024 naar 75% in 2025. Dit betekent dat de regelingen in 2024 een groter voordeel op kunnen leveren als de waarde van uw onderneming meer dan ongeveer € 1.870.000 bedraagt. Blijft de waarde van uw onderneming daaronder, dan kunnen de regelingen in 2025 meer voordeel opleveren. Ga daarom na of u beter nog dit jaar uw bedrijf kunt overdragen of juist beter kunt wachten tot 2025. Neem daarbij ook ander overwegingen mee, zoals de andere wijzigingen die met ingang van 2025 in de BOR en DSR gelden.

Tip! Omdat een bedrijfsoverdracht maatwerk is en de ene wijziging per 2025 in uw voordeel kan zijn terwijl de andere dat niet is, adviseren wij u altijd te overleggen met een van onze adviseurs. Zij kunnen u bijpraten over alle wijzigingen die per 2025 en 2026 vermoedelijk ingaan en u adviseren over uw eigen situatie.

5. Benut uw totale vrije ruimte

Binnen de werkkostenregeling betaalt u, onder voorwaarden, als werkgever geen belasting als u met uw vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel binnen de vrije ruimte blijft. Voor 2024 bedraagt de vrije ruimte over uw totale loonsom 1,92% tot en met € 400.000. Boven de € 400.000 is de vrije ruimte in 2024 1,18%. Ga na of u nog vrije ruimte over heeft en maak hier gebruik van als u uw personeel extra wilt belonen, want een overschot aan vrije ruimte kunt u niet meenemen naar 2025.

Tip! Benut u uw vrije ruimte al maximaal en wilt u rond het einde van het jaar toch nog iets extra’s doen voor uw personeel, kijk dan of u dit kunt doorschuiven naar begin 2025. 

6. Controleer uw voorlopige aanslag 2024

Controleer uw voorlopige aanslag 2024. Is de voorlopige aanslag te laag, wijzig deze dan zo snel mogelijk. Als u een nadere voorlopige aanslag inkomstenbelasting nog in 2024 betaalt, leidt dat tot een lager vermogen per 1 januari 2025 in box 3 en bespaart u mogelijk belasting. Ook rekent de Belastingdienst vanaf 1 juli 2025 een rente van waarschijnlijk 6,65% over uw aanslag inkomstenbelasting 2024. Dit is hoog, zeker in vergelijking met de rente op een spaarrekening. Voorkom dus dat u deze hoge belastingrente verschuldigd wordt en controleer of uw voorlopige aanslag 2024 juist is. 

Tip! Als u de voorlopige aanslag inkomstenbelasting meer dan acht weken vóór het einde van het jaar wijzigt en de Belastingdienst slaagt er niet in de nadere voorlopige aanslag tijdig op te leggen zodat u nog dit jaar kunt betalen, mag u op 1 januari 2025 toch rekening houden met deze belastingschuld in box 3.

Tip! Voor bv’s waarvoor het boekjaar eerder eindigt dan 31 december, bijvoorbeeld door voeging in een fiscale eenheid, start de berekening van belastingrente al eerder, namelijk op de dag die ligt zes maanden na het afsluiten van het boekjaar. Vraag tijdig, dat wil zeggen binnen vier maanden na het einde van het boekjaar, een voorlopige aanslag aan om belastingrente te voorkomen.

7. Nog één keer giftenaftrek Vpb

In de vennootschapsbelasting bestaat een regeling voor giftenaftrek. Die bedraagt maximaal 50% van de winst tot een maximum van € 100.000. Voorgesteld is om deze giftenaftrek te laten vervallen voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2025. Daarnaast is het voorstel om elke gift die een bv doet aan een ANBI of steunstichting SBBI, vanaf 2025 te behandelen als een dividenduitkering door de bv aan de aandeelhouder(s) met inhouding van dividendbelasting en belasting in box 2. Wilt u daarom een goed doel (ANBI of steunstichting SBBI) steunen via uw bv, doe dit dan nog in 2024. 

Let op! Uiteraard moet uw bv in 2024 dan wel voldoende winst maken, anders leidt de gift niet tot aftrek.

8. Vraag voor de laatste keer de SEBA aan

U kunt alleen in 2024 nog gebruikmaken van de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA). De subsidie geldt bij aanschaf van een nieuwe, emissieloze elektrische bedrijfsauto met een maximumgewicht van 4.250 kilo. De subsidie is afhankelijk van uw bedrijfsgrootte en bedraagt maximaal € 5.000 per auto. Let wel op dat u nog geen definitieve koop- of financial leaseovereenkomst heeft afgesloten op het moment dat u de subsidieaanvraag indient.

Let op! Wacht niet te lang met het aanvragen van subsidie. Op 7 oktober 2024 was nog maar € 20.000.000 (33%) budget beschikbaar van het totale budget van € 60.000.000. Het loket bij RVO.nl sluit op 31 december, 12.00 uur.

9. Beoordeel uw arbeidsrelaties met niet-werknemers

Vanaf 1 januari 2025 kan de Belastingdienst weer handhaven als een arbeidsrelatie die u heeft met een zzp’er of andere niet-werknemer moet worden aangemerkt als een dienstbetrekking. Hoewel de Tweede Kamer heeft gevraagd om een zachtere landing bij het opheffen van het handhavingsmoratorium op 1 januari 2025, is nu wel de tijd om uw arbeidsrelaties binnen uw onderneming tegen het licht te houden en waar nodig actie te ondernemen.

10. Optimaliseer samenstelling box 3 vermogen

Uw vermogenssamenstelling op 1 januari 2025 vormt weer de basis van de box 3-heffing die u in 2025 betaalt. Het tarief in box 3 lijkt in 2025 gehandhaafd te blijven op 36%! Beoordeel daarom richting het einde van 2024 uw box 3-vermogen. Bent u bijvoorbeeld van plan om beleggingen te verkopen, dan lijkt het – in het kader van de box 3-heffing – verstandiger om dat eind 2024 te doen dan begin 2025. Dit in verband met het veel hogere forfait voor beleggingen dan voor bank- en spaartegoeden. Uiteraard moet de box 3-heffing niet de enige variabele zijn waarvan u uw beslissing laat afhangen. En bovendien mag u dan de banktegoeden niet binnen drie maanden inwisselen voor andere investeringen.

Nog meer tips om uw box 3-vermogen te verlagen, zijn bijvoorbeeld de aankoop van waardevolle spullen eind 2024 in plaats van begin 2025, het schenken van een bedrag eind 2024 in plaats van begin 2025 en de aankoop van zogenaamde groene beleggingen. Deze groene beleggingen zijn in 2024 nog vrijgesteld tot een bedrag van € 71.251 (fiscale partners € 142.502), maar in 2025 nog maar tot een bedrag van € 30.000 (fiscale partners € 60.000). Daarnaast heeft u recht op een heffingskorting van 0,7% over uw vrijgestelde groene beleggingen.

Let op! In de recente arresten oordeelde de Hoge Raad dat u in box 3 het – door de Hoge Raad gedefinieerde – werkelijke rendement in aanmerking mag nemen als dit lager is dan het wettelijke forfaitaire rendement. Het wettelijke forfaitaire rendement is derhalve ook per 1 januari 2025 nog van belang. U kunt hier alleen van afwijken als u kunt bewijzen dat uw werkelijke rendement, berekend op de wijze zoals door de Hoge Raad voorgeschreven, lager is dan dit forfaitaire rendement.