Skip to main content
Category

nieuws

Geen bouwvergunning, geen HIR?

By nieuws

Als u gemaakte boekwinst op een bedrijfsmiddel weer wilt herinvesteren, kunt u onder voorwaarden gebruikmaken van de herinvesteringsreserve (HIR). Voor het gerechtshof in Den Haag bleek onlangs dat het al dan niet verstrekken van een bouwvergunning op het opheffen van de HIR van invloed kan zijn.

Herinvesteringsreserve (HIR)

Bouw

Als u boekwinst maakt op een bedrijfsmiddel, moet u hier in beginsel belasting over betalen. U kunt dit voorkomen door de boekwinst te reserveren in een HIR. Koopt u later een vervangend bedrijfsmiddel, dan kunt u de HIR afboeken op de boekwaarde van het nieuwe bedrijfsmiddel. U kunt daardoor wel minder afschrijven op het nieuwe bedrijfsmiddel en betaalt daardoor op een later moment meer belasting. Op die manier kan de HIR ervoor zorgen dat u de belasting op de gerealiseerde boekwinst gespreid kunt betalen.

Voorwaarden

De HIR kent een aantal voorwaarden Een ervan bepaalt dat u een HIR in principe binnen drie jaar na het jaar van ontstaan ervan moet afboeken op een ander aangeschaft bedrijfsmiddel. Doet u dit niet, dan valt de HIR op het eind van dat jaar in de winst en betaalt u alsnog in één keer belasting over de boekwinst. De genoemde termijn van drie jaar geldt niet als er vertraging in de investering is opgetreden door bijzondere omstandigheden. Er is dan wel vereist dat er een begin van uitvoering van de investering is gemaakt.

Bijzondere omstandigheden?

In bovengenoemde zaak had een belastingplichtige een HIR gevormd en hiervoor niet tijdig een vervangende investering gedaan. De inspecteur wilde de HIR daarom na afloop van de voor de HIR geldende termijn toevoegen aan de winst. Belastingplichtige was het hiermee echter niet eens en stelde dat er sprake was van bijzondere omstandigheden die aan de herinvestering in de weg hadden gestaan.

Geen bouwvergunning

De vertraging was volgens belastingplichtige ontstaan omdat de gemeente geen bouwvergunning had afgegeven voor de geplande herinvestering in geconditioneerde schuren. Daarom had de ondernemer niet met de bouw ervan kunnen beginnen. Dat het weigeren van de bouwvergunning uiteindelijk onterecht bleek, deed niet ter zake. Ook had belanghebbende aangetoond dat er een begin van uitvoering van de investering was gemaakt. Er lagen namelijk getekende contracten voor de bouw van de schuren.

In dit geval betekende het ontbreken van een bouwvergunning dat de HIR daarom toch gehandhaafd kon blijven. De man werd dan ook in het gelijk gesteld.

Maximumpremieloon en percentages Zvw 2025

By nieuws

Het maximumpremieloon en de percentages voor de premie Zvw voor 2025 zijn bekend. Hoewel de percentages dalen ten opzichte van 2024, levert dit niet altijd een besparing op vanwege de stijging van het maximumpremieloon.

Maximumpremieloon

Kantoor

Het maximumpremieloon is het maximale loon waarover premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn. In 2024 steeg dit maximumpremieloon al flink van € 66.956 in 2023 naar € 71.628 in 2024.

Ook in 2025 krijgen werkgevers een flinke stijging voor de kiezen. Het maximumpremieloon bedraagt in 2025 namelijk € 75.864. Deze stijging betekent dat werkgevers voor werknemers met een premieloon vanaf € 71.628 volgend jaar mogelijk meer premies werknemersverzekeringen verschuldigd zijn.

Premies Zvw

De premie Zvw wordt in de meeste gevallen door de werkgever betaalt. Het percentage dat werkgevers in 2024 over het loon van de werknemer verschuldigd is, bedraagt in 2024 6,57%. In 2025 daalt dit percentage naar 6,51%.

Er zijn ook gevallen waarin de werkgever niet de premie Zvw betaalt, maar waar de verzekeringsplichtige zelf de premie Zvw betaalt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij dga’s die niet verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Het percentage dat de verzekeringsplichtige in 2024 over zijn bijdrage-inkomen verschuldigd is, bedraagt in 2024 5,32%. Ook dit percentage daalt in 2025 en wel naar 5,26%.

Stijging maximale premie Zvw

Het maximale bijdrageloon is gelijk aan het maximumpremieloon. Dit betekent dat in 2024 tot maximaal € 71.628 premie Zvw verschuldigd is, in 2025 tot maximaal € 75.864. Ondanks de daling van de premiepercentages Zvw kan daarom toch meer premie Zvw verschuldigd zijn.

Bedraagt de maximale door de werkgever verschuldigde premie in 2024 nog € 4.705, bedraagt deze in 2025 namelijk € 4.938. De maximale door de verzekeringsplichtige verschuldigde premie bedraagt in 2024 nog € 3.810, terwijl deze in 2025 € 3.990 bedraagt.

Berekening vergoeding opladen elektrische auto

By nieuws

Als een werknemer in een elektrische auto van de zaak rijdt, mag u de kosten die hij maakt voor het opladen van de auto belastingvrij vergoeden. De Belastingdienst heeft aangegeven op welke manieren dit kan en welke elementen ter berekening van de kostprijs daarbij van belang zijn.

Werkelijke kosten

Elektrische auto

Als werkgever mag u om te beginnen de werkelijke kosten vergoeden. Volgens de Belastingdienst dient u daarbij uit te gaan van de integrale kostprijs. Om die te berekenen moeten de vaste en variabele kosten gedeeld worden door het aantal verbruikte kWh aan elektriciteit. Variabele kosten zijn de prijs per kWh, bij vaste kosten moet u onder andere denken aan de transportkosten.

Welke elementen bepalen kostprijs?

Voor wat betreft de vermindering van energiebelasting kan deze buiten beschouwing worden gelaten, voor zover deze al wordt opgebruikt door het privégebruik van de stroom door de werknemer. Gebruikt de werknemer zonnepanelen om elektriciteit op te wekken, dan maakt een evenredig deel van de afschrijvingskosten deel uit van de kostprijs en kunt u dit onbelast vergoeden. Een eventueel prijsplafond vermindert de kosten en dus ook de onbelaste vergoeding.

Zakelijke transactie

Als werkgever kunt ook met uw werknemer een contract afsluiten omtrent de te vergoeden kostprijs. In een dergelijk contract zal het tarief in combinatie met de duur van het contract in overeenstemming moeten zijn met de prijs in de markt. Daarbij is het moment waarop u als werkgever en uw werknemer afspraken maken bepalend.

Let op! Gebruikt de werknemer voor het opladen van een auto van de zaak een openbare laadpaal, dan kunnen de kosten van het opladen bij die oplaadpaal onbelast worden vergoed.

Bewijslast

Bij een eventuele discussie over de vraag of een werkgever meer heeft vergoed dan de kostprijs, ligt de bewijslast bij de inspecteur.

Nieuwe regels kinderarbeid: reeds van kracht!

By nieuws

Recentelijk zijn de regels voor kinderarbeid, dus voor kinderen jonger dan 18 jaar gewijzigd. Het gaat daarbij om het werken op niet-schooldagen, op zondag en in horecaruimtes. Deze regels zijn al per 18 november jl. van kracht.

Doel van de nieuwe regels

Sparen

Het doel van de nieuwe regels is het werken door kinderen veilig te houden. Daarnaast bieden de regels ze meer mogelijkheden om werkervaring op te doen in een bijbaan of vakantiebaan, zonder dat hun schoolwerk daaronder leidt.

Werktijden op niet-schooldagen

Jongeren van 13 en 14 jaar mogen op dagen dat ze niet naar school gaan, alsmede tijdens vakantieperiodes, tot 20.00 uur in plaats van tot 19.00 uur werken. Vanaf nu mogen zij op niet-schooldagen werken tot 20.00 uur in plaats van 19.00 uur.  Ook jongeren van 15 jaar mogen hun werkdag op niet-schooldagen voortaan afsluiten om 20.00 uur.

Werken op zondag? Zaterdag vrij

Voor 13- en 14-jarigen geldt dat ze maximaal op 5 van de 16 achtereenvolgende weken op zondag mogen werken. Werken ze op zondag, dan moet de zaterdag een vrije dag zijn.  

Overleg is verplicht!

Er moet overleg worden gevoerd over de wijziging in de werktijden en/of het werken op zondag met het medezeggenschapsorgaan in de organisatie, dus met de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging- of personeelsvergadering.

Let op! Daarnaast geldt dat ook de ouders/verzorgers moeten hebben ingestemd met de werktijden en het werken op zondag.

Verbod op werken in horecaruimtes tot 16 jaar

Tot slot geldt nog dat kinderen jonger dan 16 jaar niet mogen werken in een ruimte in bijvoorbeeld een café of restaurant zodra daar alcoholhoudende dranken (kunnen) worden geschonken. Hierdoor kan de Arbeidsinspectie beter toezicht houden op werken in dergelijke horecaruimtes. Kinderen onder de 16 jaar mogen wel werken in andere horecaruimtes, zoals in keukens en andere ruimtes zonder klantcontact.

Indexatie van alimentatie per 2025 bekend

By nieuws

Personen die alimentatie ontvangen of moeten betalen, krijgen per 2025 te maken met een indexatie van het alimentatiebedrag met 6,5%. Deze verhoging van 6,5% geldt zowel voor partner- als voor kinderalimentatie.

Alimentatie

Schaken

Alimentatie is bedoeld als tegemoetkoming in de kosten van levensonderhoud en is vaak verplicht bij ex-echtgenoten, ex-geregistreerde partners en bij kinderen tot de leeftijd van 21 jaar. 

Berekening percentage

Alimentatiebedragen worden jaarlijks automatisch geïndexeerd om te voorkomen dat partijen hierover gedwongen worden te onderhandelen. Het percentage wordt geïndexeerd aan de hand van de gemiddelde stijging van de lonen. 

Alimentatie aftrekbaar?

Alimentatie betaald aan ex-echtgenoten en ex-geregistreerde partners is onder voorwaarden aftrekbaar van het inkomen voor de betaler ervan. De ontvanger moet de alimentatie opgeven als inkomen. Alimentatie is ook onder voorwaarden aftrekbaar als partijen afspreken de alimentatieplicht af te kopen tegen een eenmalig bedrag. 

Let op! Kinderalimentatie is niet aftrekbaar voor diegene die de alimentatie betaalt. Deze is ook niet belast bij de ontvanger.

Tip! Lees hier alles over alimentatie en de voorwaarden betreft aftrekbaarheid.

SLIM-regeling verlengd en aangepast

By nieuws

De SLIM-regeling wordt verlengd tot en met 2029. Daarnaast vinden er in de SLIM-regeling vanaf 2025 diverse aanpassingen plaats. Sommige aanpassingen gelden ook al voor SLIM-subsidies die vóór 2025 zijn aangevraagd.

Geen aparte SLIM-regeling meer voor grootbedrijven

Boeken

Voor grootbedrijven in de sectoren landbouw, horeca en recreatie is het vanaf 2025 niet meer mogelijk om een beroep te doen op de SLIM-regeling, de Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen. Gebleken is dat deze oorspronkelijke doelgroep niet veel gebruikmaakte van de regeling. Overigens kunnen deze bedrijven nog wel als deelnemer in een samenwerkingsverband aanspraak maken op de SLIM-regeling.

Minder administratie voor SLIM-subsidies tot € 25.000

Voor SLIM-subsidies tot € 25.000 hoeft vanaf 2025 achteraf geen verzoek tot vaststelling meer te worden ingediend. Deze subsidie wordt ambtshalve vastgesteld. Ook de verplichtingen tot het maken van een evaluatieverslag en het bijhouden van een administratie vervallen. Wat blijft is dat vooraf 50% van het subsidiebedrag als voorschot wordt betaald.

Voorschot SLIM-subsidie samenwerkingsverbanden

Vanaf 2025 kunnen ook samenwerkingsverbanden een voorschot krijgen. De hoogte van het voorschot is afhankelijk van de duur en de hoogte van de subsidie.

Ander subsidiepercentage kleine mkb-ondernemingen

Het subsidiepercentage voor kleine mkb-ondernemingen bedraagt vanaf 2025 60%, net als voor andere ondernemingen. Dit betekent dat zij niet meer tot 80% (zoals in 2024), maar tot 60% van de subsidiabele kosten als SLIM-subsidie kunnen ontvangen vanaf 2025.

Vervallen subsidie praktijkleerplaatsen

Vanaf 2025 vervalt de SLIM-subsidie van maximaal € 2.700 voor een praktijkleerplaats voor een beroepsopleiding of in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.

Let op! De Subsidieregeling Praktijkleren in de derde leerweg blijft wel bestaan, zoals het er nu naar uitziet tot en met 2031.

Overige wijzigingen

Vanaf 2025 vinden nog meer wijzigingen plaats. Zo wordt nadrukkelijk in de regeling opgenomen dat activiteiten niet voor de SLIM-subsidie in aanmerking komen als deze alleen ten goede komen aan bestuurders of eigenaren van een onderneming. De bestuurder of eigenaar mag wel deelnemen aan de activiteit, maar niet de enige doelgroep zijn.

Ook kan een subsidieaanvrager vanaf 2025 maximaal drie maanden uitstel aanvragen als de subsidiabele activiteiten niet op tijd zijn afgerond door omstandigheden die hem niet zijn aan te rekenen. Deze uitstelaanvraag is ook mogelijk voor SLIM-subsidies die vóór 2025 zijn verkregen.

Voor het opstellen van een controleverklaring door een accountant – dit is bij subsidies van € 125.000 of meer verplicht – wordt vanaf 2025 een vaste vergoeding van € 3.000 verstrekt. Deze vaste vergoeding van € 3.000 geldt ook voor SLIM-subsidies die vóór 2025 zijn verkregen. Als de subsidie echter al is verleend, wordt die verleende subsidie niet verhoogd met dit bedrag. Het is wel mogelijk om de begroting her te verdelen en het bedrag van € 3.000 daarin op te nemen. 

Aanvraagtijdvakken 2025

De aanvraagtijdvakken voor de SLIM-regelingen in 2025 zijn ook bekend. Voor mkb-ondernemingen is dat van 3 maart 2025 9.00 uur tot en met 31 maart 2025 17.00 uur én van 1 september 2025 9.00 uur tot en met 30 september 2025 17.00 uur. Voor samenwerkingsverbanden is het aanvraagtijdvak in 2025 van 2 juni 2025 9.00 uur tot en met 30 juni 2025 17.00 uur.

Budget 2025

Ook de budgetten voor 2025 zijn bekend. Voor mkb-ondernemingen is in 2025 in het eerste aanvraagtijdvak € 15 miljoen budget beschikbaar en in het tweede aanvraagtijdvak € 10 miljoen. In 2024 was dit € 15 miljoen respectievelijk € 16.131.000.

Voor samenwerkingsverbanden is in 2025 € 20 miljoen budget beschikbaar. In 2024 was dit nog € 22,5 miljoen.

Let op! Het kabinet heeft de verlenging en de aanpassingen van de SLIM-regeling ter kennisname aan de Tweede Kamer aangeboden. De Kamer heeft nu de mogelijkheid om nader inlichtingen hierover te vragen voordat de verlenging en de aanpassingen officieel gepubliceerd worden.

Belastingdienst breidt inzien en intrekken machtigingen uit

By nieuws

Medewerkers van organisaties en intermediairs, zoals belastingadviseurs, kunnen voortaan in meer situaties machtigingen inzien en intrekken. Deze verruiming in het Machtigingenregister Digipoort is per 21 november 2024 ingegaan. Dit heeft de Belastingdienst bekendgemaakt.

Machtigingenregister Digipoort

Laptop

Het Machtigingenregister Digipoort bevat de namen van organisaties waarvoor machtigingen zijn afgegeven voor het digitaal ophalen van berichten en gegevens. Deze hebben betrekking op specifieke klanten, zoals bedrijven en particulieren. Machtigen kan alleen als de klant hiervoor toestemming heeft gegeven. Een machtiging kan ook altijd weer worden ingetrokken.

Voorwaarden

Voor medewerkers van organisaties geldt dat zij nu ook machtigingen kunnen inzien of intrekken als de machtigingen geregistreerd staan op het fiscaal nummer van de organisatie of op het nummer van de Kamer van Koophandel. Intermediairs en hun medewerkers kunnen nu ook machtigingen inzien of intrekken als de machtigingen geregistreerd staan op het Rechtspersonen en Samenwerkingsverbanden Informatienummer (RSIN) van de intermediair.

Inloggen met eHerkenning

Als medewerkers van organisaties of intermediairs een machtiging willen inzien en/of intrekken dient men met behulp van eHerkenning eerst in te loggen bij Logius via het Machtigingenregister Digipoort. 

Deadline Innovatiekrediet en vroegfasefinanciering 1 december 2024

By nieuws

Ondernemers kunnen tot en met 1 december 2024 een Innovatiekrediet of een vroegfasefinanciering aanvragen. Het Innovatiekrediet is er voor zowel starters als gevestigde bedrijven. De vroegfasefinanciering is er voor mkb-ondernemers, innovatieve starters en academische-hbo-TO2 starters.

Innovatiekrediet

Windmolen

Via een Innovatiekrediet kunt u een lening afsluiten voor de ontwikkeling van een nieuw product, medicijn of apparaat. Het Innovatiekrediet verstrekt slechts krediet voor een deel van de kosten. Voor kleine bedrijven is dit maximaal 45%, wanneer sprake is van samenwerking met een ander bedrijf 50%. Voor middelgrote bedrijven zijn deze percentages 35% en 50%, voor grote bedrijven 25% en 40%.

Voorwaarden

Er gelden tal van voorwaarden voor het Innovatiekrediet. Zo mag de financieringsbehoefte niet meer dan € 150.000 bedragen, moet er sprake zijn van een commercieel oogpunt voor het project en moet de technische haalbaarheid onderzocht én bewezen zijn. 

Kosten en aanvragen

U betaalt een vast opslagbedrag van 15% voor technische projecten en 25% voor klinische projecten. Daarnaast betaalt u een jaarlijkse rente van thans 3%. Het innovatiekrediet vraagt u aan bij de RVO. Hiervoor heeft u eHerkenning nodig, U vindt hier alle informatie.

Vroegfasefinanciering

Met een vroegfasefinanciering (VFF) kunt u een lening krijgen om te onderzoeken of een bepaald idee kans van slagen heeft in de markt. Ook voor deze financieringsvorm gelden verschillende voorwaarden. Zo moet u onder meer voor een businessplan zorgen waaruit blijkt dat uw bedrijf substantieel gaat groeien. 

Aanvragen

Er zijn regionale loketten waar u de vroegfasefinanciering aan kunt vragen. Tevens is er een landelijk loket. Voor mkb-ondernemers gelden andere voorwaarden dan voor innovatieve starters voor wat betreft de bij uw aanvraag mee te sturen bijlages. U vindt alle informatie hier.

Heerlijk avondje bij u op de zaak?

By nieuws

Als u als werkgever voor uw personeel en hun kinderen met sinterklaas iets extra’s wilt doen, doe het dan bij voorkeur fiscaal vriendelijk. Op die manier houdt u als werkgever uw kosten binnen de perken, zonder dat het plezier er minder door wordt. Waar moet u op letten?

Sinterklaasfeest is belastbaar loon tenzij…..

Sinterklaas

Uitgangspunt is dat een door u georganiseerd sinterklaasfeest belastbaar loon is voor uw werknemer. Waarschijnlijk wilt u uw geld liever besteden aan iets waar de werknemer (langer) wat aan heeft dan aan een fiscaal dure locatie. Daarom kunt u het sinterklaasfeest het beste bij u op de werkplek organiseren, denk aan uw kantine, magazijn of vergaderruimte. De kosten van het feest, dat wil zeggen, de consumpties, de locatie (uw werkplek) en het bezoek van de Sint daar, blijven dan onbelast. 

Let op! Dit geldt niet voor maaltijden.

Toch buiten de deur?

Organiseert u het feestje toch buiten de deur, dan zijn de kosten die daarmee gemoeid gaan zoals huur van een ruimte en consumpties wel belastbaar. U kunt belastingheffing voorkomen door de waarde van het feest onder te brengen in de werkkostenregeling (WKR). Uw personeel betaalt dan geen belasting over het feest. U als werkgever mogelijk wel, als de waarde van al uw vergoedingen en verstrekkingen inclusief het sinterklaasfeest dit jaar boven het bedrag van uw vrije ruimte in de WKR uitkomt. 

Kosten kinderen en partners

Voor de kosten van kinderen en partners die eventueel ook naar het sinterklaasfeest mogen komen, geldt hetzelfde als voor de kosten van uw werknemers. Consumpties en voorzieningen op de werkplek blijven onbelast, maar vormen wel loon als u kiest voor een externe locatie.

Cadeautjes wél belast

Krijgen de kids en vader en moeder – voor zover ze lief zijn geweest -, een cadeautje van de sint, dan is dit belast. Dit is ook het geval als u het sinterklaasfeest op de werkplek organiseert. De waarde van de cadeaus kunt u ook onderbrengen in de WKR om belastingheffing bij uw personeel te voorkomen. Let ook hier weer op uw nog beschikbare vrije ruimte.

Tip! Wanneer u uw werknemers een eigen bijdrage vraagt voor het sinterklaasfeest, dan mag deze worden afgetrokken van het bedrag dat u onderbrengt in de vrije ruimte.

Omvang vrije ruimte

De vrije ruimte in de WKR bedraagt dit jaar, 2024, 1,92% van uw loonsom tot € 400.000 en 1,18% over het meerdere.

Let op! Komt u met al uw vergoedingen en verstrekkingen boven de vrije ruimte uit, dan betaalt u als werkgever 80% belasting over het meerdere.

Voorbeeld
Uw loonsom bedraagt €750.000. Uw vrije ruimte bedraagt dan 1,92% x €400.000 + 1,18% x €350.000 = €7.680 + €4.130 = €11.810. Stel dat u dit jaar in totaal aan vergoedingen en verstrekkingen een bedrag van €13.000 onderbrengt in de werkkostenregeling, dan betaalt u dus 80% belasting over €13.000 -/- €11.810 = 80% x €1.190 = €952. 

Tip! Premieheffing is niet apart verschuldigd. Dat betekent dat 80% vaak goedkoper is dan wanneer u de werknemer iets geeft en daarbij de belasting van deze werknemer overneemt.

WKR in 2025 omhoog

Bij de behandeling van het Belastingplan 2025 heeft de Tweede Kamer ingestemd met een amendement om de vrije ruimte in de WKR van de loonsom tot € 400.000 per 2025 te verhogen naar 2% en per 2027 verder te verhogen naar 2,16%. De vrije ruimte van 1,18% over het meerdere van de loonsom boven € 400.000 blijft ongewijzigd.

Wat te doen met opgenomen vakantiedagen tijdens ziekte of bij op non-actiefstelling?

By nieuws

Mag u als werkgever vakantiedagen die tijdens ziekte of bij non-actiefstelling zijn opgenomen door uw werknemer, feitelijk ook van het verlofsaldo afboeken? Zijn er omstandigheden waarbij dit wel of juist niet mag?

Feiten

Voetganger

Een werknemer functioneerde niet naar behoren. De werkgever deelde hem dit mee waarna de werknemer nog enige tijd doorwerkte. Een paar maanden later, op 28 februari 2023, meldde de werknemer zich ziek. Op 24 april 2023 werd hij door de werkgever op non-actief gesteld/vrijgesteld van werk. In die periode had hij 15 vakantiedagen opgenomen. Het betrof hier een reeds vóór de ziekmelding vastgestelde vakantie. De werknemer was het er niet mee eens dat deze dagen van zijn verlofsaldo werden afgeboekt door de werkgever en ging hierover procederen.

Oordeel gerechtshof

Bij de kantonrechter kreeg de werknemer ongelijk. Bij het gerechtshof had hij meer succes. Het gerechtshof verklaarde dat de 15 opgenomen vakantiedagen (120 uur) niet ten laste van zijn vakantiesaldo mochten worden gebracht. Het hof verwees daarbij naar een eerder arrest van de Hoge Raad van 17 november 2023. In dat arrest verwees de Hoge Raad naar de wet waarin voor zover van belang staat: “Dagen of gedeelten van dagen waarop de werknemer tijdens een vastgestelde vakantie ziek is, gelden niet als vakantie, tenzij in een voorkomend geval de werknemer daarmee instemt. (…)”.

Vakantie al gemeld vóór ziekte?

Deze bepaling beoogt er voor zorg te dragen dat een werknemer die vóór of tijdens een al vastgestelde vakantie ziek wordt, deze vakantiedagen behoudt, zodat hij die op een later moment kan benutten. Dit betekent dan ook dat een werknemer uitdrukkelijk en gericht moet instemmen met het afboeken van vakantiedagen, telkens wanneer de omstandigheid die aanleiding geeft tot het verzuim zich feitelijk voordoet of heeft voorgedaan. 

Niet ten laste van vakantietegoed

Er was in deze zaak niet gesteld of gebleken dat de werknemer uitdrukkelijk en gericht had ingestemd met het afboeken van de 15 door hem tijdens de periode van ziekte/op non-actiefstelling opgenomen vakantiedagen. De consequentie was dat de werkgever deze dagen niet ten laste van het vakantiesaldo van de werknemer mocht brengen.