Skip to main content
Category

nieuws

Digitaal medisch consult vrijgesteld van btw?

By nieuws

Ook in de medische wereld wordt steeds meer gebruikgemaakt van digitale technieken. Onlangs kwam de vraag aan de orde of ook digitale consulten kunnen delen in de btw-vrijstelling voor medische diensten. Wat vond de rechter hiervan?

Vrijstelling medische diensten

Medisch

De omzetbelasting kent een vrijstelling voor medische diensten. Dit betekent dat medische dienstverleners geen btw in rekening hoeven te brengen, maar ook de door hen betaalde btw niet in aftrek kunnen brengen. Omdat de afnemers veelal particulieren zijn, werkt de vrijstelling prijsverlagend voor de consument.

Digitaal consult

Onlangs werd voor de rechtbank Noord-Holland ingegaan op de vraag of ook online gegeven medische consulten vrijgesteld zijn voor de heffing van btw. Een vrouw bezat een website waarop medische consulten konden worden aangevraagd met een medisch specialist. 

BIG-geregistreerde artsen

De dame in kwestie had hiervoor contact gelegd met een aantal BIG-geregistreerde artsen die deze consulten gaven en hiervoor een beloning ontvingen. Via de website kon via de specialist informatie uitgewisseld worden over diagnoses en mogelijke behandelingen voor de specifieke medische situatie van de klant.

Breed begrip

De rechtbank overwoog dat ‘medische verzorging’ een breed begrip is. Ook diensten gericht op het behoud en herstel van de gezondheid vallen eronder. Alleen het geven van informatie over de gezondheid is echter onvoldoende. Voor een digitaal consult is echter niet van belang dat er vooraf een medisch voorschrift is verstrekt of achteraf behandeling heeft plaatsgevonden.

Btw vrijgesteld

Overwegende dat bij het digitale consult meestal een diagnose en behandeling werden getoetst en dat de informatie hierover werd verkregen uit de gegevens die de patiënten zelf aanleverden, oordeelde de rechtbank dat deze consulten vrijgesteld dienen te zijn van btw. De digitale consulten gingen verder dan slechts het verstrekken van informatie, zo werd ook door een viertal artsen bevestigd die via de website hun diensten verleenden. 

Box 3? Wijzig vóór 1 mei 2024 uw voorlopige aanslag IB 2023!

By nieuws

Heeft u vermogen in box 3? Dan kan het in bepaalde situaties verstandig zijn om vóór 1 mei 2024 uw voorlopige aanslag IB 2023 aan te (laten) passen. Dit heeft te maken met verschillen tussen de voorlopige en de definitieve forfaitaire rendementspercentages.

Wat speelt er?

Geld

Box 3 is in 2023 ingedeeld in drie categorieën, te weten bank- en spaartegoeden, schulden en overige bezittingen met elk hun eigen forfaitair rendement. Voor de categorie bank- en spaartegoeden en schulden is het definitieve forfaitair rendement pas eind januari 2024 vastgesteld.

Om die reden heeft de Belastingdienst bij het opleggen van voorlopige aanslagen inkomstenbelasting 2023 (IB 2023) voor box 3 rekening gehouden met een voorlopig forfaitair rendement van 0,36% voor bank- en spaartegoeden en 2,57% voor schulden. De definitieve rendementen die eind januari 2024 zijn vastgesteld wijken (flink) af met respectievelijk 0,92% en 2,46%.

Te lage voorlopige aanslag

Door deze afwijkende definitieve forfaitaire percentages kan, bij een gelijk vermogen in de voorlopige aanslag en de definitieve aanslag, toch meer inkomstenbelasting over 2023 verschuldigd zijn. Uw voorlopige aanslag IB 2023 is dan te laag vastgesteld.

Belastingrente 7,5%

Als u op uw definitieve aanslag IB 2023 als gevolg hiervan bij moet betalen, is over deze bijbetaling 7,5% belastingrente per jaar verschuldigd. Dit kan alleen voorkomen worden door óf vóór 1 mei 2024 uw aangifte IB 2023 in te dienen óf vóór 1 mei 2024 een wijziging van uw eerder opgelegde voorlopige aanslag IB 2023 aan te vragen.

Wie moet in actie komen?

Heeft u:

  • op 1 januari 2023 box 3-vermogen, en
  • wordt uw aangifte IB 2023 ná 30 april 2024 ingediend, en
  • is uw voorlopige aanslag IB 2023 vóór 8 maart 2024 opgelegd?

Dan kan het verstandig zijn om vóór 1 mei 2024 in actie te komen en te verzoeken om wijziging van uw voorlopige aanslag IB 2023.

Let op! Het ministerie van Financiën heeft aangegeven dat bij voorlopige aanslagen IB 2023 opgelegd vanaf 8 maart 2024 wel rekening gehouden wordt met de definitieve percentages van 0,92% en 2,46%.

Tip! Heeft u vragen over het voorgaande of wilt u dat wij uw voorlopige aanslag IB 2023 laten wijzigen? Neem dan zo spoedig mogelijk contact op met één van onze adviseurs.

Overleg ministerie van Financiën

Diverse belangenorganisaties (Consumentenbond, Bond voor Belastingbetalers, SRA, NBA, NOB, RB en NOAB) hebben op 12 april 2024 over het voorgaande met het ministerie van Financiën gesproken. Het ministerie van Financiën erkent het probleem en is druk bezig om te onderzoeken hoe de belastingrente wellicht vermeden kan worden. De belangenorganisaties wilden veiligheidshalve echter niet wachten op de uitkomst van dit onderzoek en roepen daarom hun achterban op op tot actie.

In meerdere landen woonachtig, wat is dan uw fiscale woonplaats?

By nieuws

Wat fiscaal als uw woonplaats wordt aangemerkt, is niet altijd even duidelijk. Zeker niet als u in een jaar in meerdere landen woonde. Het gerechtshof in Amsterdam heeft onlangs aangegeven welke aspecten voor het bepalen van de fiscale woonplaats in die situatie van belang kunnen zijn.

Duitsland of Nederland?

Vlaggen

In een zaak was een Nederlander in het bezit van een woning in Nederland. Halverwege januari 2015 liet de man zich uitschrijven als inwoner van Nederland om zich halverwege december 2016 weer in te laten schrijven. In de tussenliggende periode was de man woonachtig in Duitsland, Nederland en Spanje. Wat was nu zijn fiscale woonplaats en waar was hij dus belastingplichtig?

Feiten en omstandigheden

Waar iemand fiscaal gezien woont, is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden. Daarbij komt het eropaan of deze van dien aard zijn dat er een duurzame band van persoonlijke aard bestaat met Nederland. Aan het Hof de taak om een en ander te beoordelen.

Wat was nu bepalend?

In genoemde zaak was van belang dat belanghebbende slechts kort in Duitsland had gewoond, zijn woning in Nederland had aangehouden en tijdelijk had verhuurd en dat hij deze gedurende de verhuur jaarlijks voor 62 dagen zelf kon benutten en dit ook daadwerkelijk benut had. Daar kwam bij dat de man een gehandicapte zoon had die in Nederland was blijven wonen en dat de man in Nederland zelf nog economisch actief was.

Duurzame band toch Nederland

De man bracht hier tegenin dat hij in Duitsland een bankrekening had geopend en zijn auto naar Duitsland had uitgevoerd. Ook had hij hier een identificatienummer gekregen en een ziektekostenverzekering afgesloten. In Duitsland had hij ook tal van artsen en specialisten bezocht. 

Toch betekende dit volgens het Hof nog niet dat er daardoor een duurzame band van persoonlijke aard met Duitsland was ontstaan. Het Hof besliste dan ook dat de fiscale woonplaats ook in 2015 en 2016 in Nederland lag en liet de aanslagen inkomstenbelasting in stand.

Loket subsidie elektrische bedrijfsauto 23 april open

By nieuws

Ondernemers die van plan zijn een volledig elektrische bedrijfsauto te kopen, kunnen vanaf 23 april 2024 07.00 uur de Subsidieregeling Emissieloze Bedrijfsauto’s (SEBA) aanvragen. De subsidie bedraagt maximaal € 5.000 per bedrijfsauto. De SEBA is dit jaar voor het laatst beschikbaar.

Voor welke auto’s?

Auto

De subsidie geldt voor nieuwe emissieloze elektrische bedrijfsauto’s. Dit zijn bestelauto’s met een gewicht tot 3.500 kilo (categorie N1) of kleine vrachtauto’s tot 4.250 kilo (categorie N2). 

Hoeveel SEBA?

U krijgt de SEBA over de netto catalogusprijs bij categorie N1. Dit is de prijs exclusief btw, inclusief bpm en opties die door de fabrikant of importeur zijn aanbracht voordat het kenteken is afgegeven. Voor categorie N2 krijgt u de SEBA over de verkoopprijs zonder btw.

De omvang van de subsidie is afhankelijk van uw bedrijfsgrootte, maar bedraagt altijd maximaal € 5.000. Voor kleine ondernemingen en non-profit instellingen bedraagt het percentage SEBA 12%, voor middelgrote ondernemingen 10% en voor grote ondernemingen 7%.

Tip! Op RVO.nl kunt u met de MKB-toets bekijken of uw onderneming als klein, middelgroot of groot wordt aangemerkt.

Voorwaarden

De SEBA kent ook de nodige voorwaarden die verschillen per voertuigcategorie. Belangrijk is onder meer dat u op het moment van aanvragen van de SEBA nog geen definitieve koop- of financial leaseovereenkomst heeft afgesloten. U vraagt dus eerst de SEBA aan. 

Tip! Neem in uw order of (voorlopig) koopcontract op dat de order pas definitief wordt nadat de SEBA is aangevraagd of toegewezen. Zo komt uw SEBA-aanvraag niet in gevaar.

Check ook de MIA!

Een flink aantal elektrische bestelauto’s staat ook op de Milieulijst 2024. Dit betekent dat u naast de SEBA ook mogelijk recht heeft op belastingvoordeel via de MIA. De MIA wordt wel gekort vanwege de SEBA. Kijk hier voor de voorwaarden en de actuele Milieulijst.

Aanvragen

U kunt de SEBA digitaal aanvragen bij RVO.nl. Hiervoor is minimaal eHerkenning niveau 2+ vereist. Voor de SEBA is € 30 miljoen beschikbaar. Wacht dus niet te lang met aanvragen. 

Let op! De SEBA is in 2024 voor het laatst beschikbaar.

Let op!De 100%- korting op motorrijtuigenbelasting (mrb) voor elektrische bestelauto’s wordt per 1 januari 2025 verlaagd naar 75% korting en per 1 januari 2026 volledig afgeschaft. Dit betekent dat er vanaf 2025 mrb en vanaf 2026 veel meer mrb betaald moet worden dan nu.

Meer subsidiemogelijkheden duurzame energieopwekking voor VvE’s

By nieuws

De Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) is vanaf dit jaar, 2024, verruimd. Via de SCE vragen met name Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) en energiecoöperaties subsidie aan voor zonne-energie, windenergie en energie via waterkracht.

SCE verruimd

Windmolen

De verruiming van de SCE betekent dat voortaan ook voor installaties die meer zonne-energie opwekken de SCE kan worden aangevraagd en tevens voor projecten met meer windmolens. Voor wat betreft zonne-energie is het vermogen verhoogd naar 6 megawatt. Ook voor windenergie is het maximale vermogen verhoogd, eveneens naar 6 megawatt.

Let op! Om in aanmerking te komen voor de SCE moet u uiteraard aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze vindt u op RVO.nl.

Overige wijzigingen

De SCE is op nog twee punten gewijzigd. Zo moet in sommige gevallen voor zonnepanelen een verklaring worden meegestuurd dat het dak waarop de panelen geplaatst worden voldoende stevig is. 
Een andere wijziging is dat geen subsidie meer wordt verleend voor periodes waarin de elektriciteitsprijs negatief is. Op zulke momenten wordt er meer energie opgewekt dan afgenomen en is het ongewenst dat te veel energie wordt teruggeleverd.

Aanvragen

De SCE kan digitaal worden aangevraagd bij RVO.nl. Het loket is inmiddels open en aanvragen kan tot uiterlijk 1 november 2024 17.00 uur. Aanvragen moet via eHerkenning met minimaal niveau 2+. Is eHerkenning niet mogelijk, dan kunt u zelf als particulier de SCE als intermediair voor de VvE of coöperatie aanvragen met uw DigiD. U kunt ook eerst een adviesgesprek aanvragen.

Fors hogere motorrijtuigenbelasting voor LPG-rijder

By nieuws

Automobilisten die op LPG rijden moeten vanaf 2026 rekening houden met fors hogere motorrijtuigenbelasting. Oorzaak hiervan is het feit dat de korting voor zogenaamde G3-installaties dan wordt afgeschaft.

Mrb voor LPG-rijder

Auto

De motorrijtuigenbelasting (mrb) voor LPG-rijders is hoger dan voor auto’s die op benzine rijden en meestal ook voor auto’s op diesel. Toch is het verschil beperkt vanwege de korting voor rijders met een LPG G3-installatie. Nu deze korting weg gaat vallen is de mrb vanaf 2026 dus veel hoger dan voor auto’s op benzine of diesel.

Kleinere auto’s vooral de klos

De afschaffing van de korting pakt percentueel het slechtst uit voor kleinere auto’s. De G3-korting is namelijk een vast bedrag van ongeveer € 143 per kwartaal. Een auto met een gewicht van 1.200 kg gaat daardoor vanaf 2026 ruim 57% meer mrb betalen. Daarentegen bedraagt de stijging voor een auto met een gewicht van 1.900 kg nog geen 25%.

Milieuaspecten?

De afschaffing van de korting voor G3-installaties is onderdeel van het Belastingplan 2024. Met de maatregel wil men LPG-rijders stimuleren om over te stappen op een elektrische auto.

Let op! Slechts zo’n 1% van alle auto’s rijdt op LPG. Het effect van de afschaffing van de G3-korting is dus maar beperkt.

Taxatiewaarde of koopsom bepalend voor vrijstelling overdrachtsbelasting?

By nieuws

Als u een woning koopt, moet u in beginsel over de koopsom overdrachtsbelasting betalen. Er bestaat, onder voorwaarden, een vrijstelling van overdrachtsbelasting voor personen tussen 18 en 35 jaar die deze vrijstelling nog niet eerder hebben toegepast.

Max € 510.000

Woning

Deze vrijstelling is voor woningen met een prijs van maximaal € 510.000 (2024). Daarbij is tevens vereist dat de woning na verkrijging anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt gaat worden.

Koopprijs lager dan werkelijke waarde

In een uitspraak van de rechtbank Den Haag ging het om een woning met een koopsom van € 395.000. Vanwege de financiering van de woning was enkele maanden voor de aankoop een taxatie uitgevoerd waarbij de waarde op € 430.000 was uitgekomen. In de leveringsakte was voor de overdrachtsbelasting deze taxatiewaarde aangehouden en dus was er 2% overdrachtsbelasting geheven (destijds was de vrijstellingsgrens € 400.000). De koper ging hiertegen in bezwaar.

Rechtbank: taxatiewaarde bepalend

De rechtsbank stelde de inspecteur echter in het gelijk en achtte de taxatiewaarde van € 430.000 bepalend, zodat de vrijstelling niet van toepassing was. De taxatie was objectief tot stand gekomen door de woning te vergelijken met soortgelijke woningen. Bovendien was de taxatie enkele maanden eerder dan de verkoop uitgevoerd, in een stijgende woningmarkt.

Zonder makelaar

De woning was bovendien zonder inschakeling van makelaars verkocht. Dit bevestigde het vermoeden van de rechtbank dat de verkoopprijs afweek van de werkelijke waarde. De rechtbank achtte de vrijstelling dan ook niet van toepassing zodat de verschuldigde overdrachtsbelasting € 8.600 bedroeg.

Aandelen familiebedrijven toch belast in vermogensaanwasbelasting

By nieuws

Aandelen in familiebedrijven worden straks ook via de vermogensaanwasbelasting belast. Eerder was het plan dat deze via de vermogenswinstbelasting belast zouden worden. Er is overigens grote twijfel of het toekomstige box 3-stelsel al (volledig) in kan gaan in 2027.

Hoofdregel wetsvoorstel toekomstige box 3: vermogensaanwasbelasting

Handen schudden

In het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 wordt voorgesteld als hoofdregel om vanaf 2027 het totale werkelijke rendement in box 3 te belasten volgens een vermogensaanwasbelasting. Dit houdt in dat ook de niet-gerealiseerde waardeontwikkeling van het vermogen in een jaar in box 3 belast wordt.

Uitzonderingen: vermogenswinstbelasting

Voor een aantal vermogensbestanddelen is in het wetsvoorstel een uitzondering opgenomen. Deze vermogensbestanddelen worden in het wetsvoorstel belast volgens een vermogenswinstbelasting. Dit betekent dat alleen bij realisatie (bijvoorbeeld bij verkoop) de vermogenswinst in box 3 belast wordt. Deze uitzondering geldt voor onroerende zaken en aandelen in innovatieve startups en scale-ups.

Aandelen familiebedrijven

In eerste instantie vielen ook aandelen in familiebedrijven onder deze uitzondering. Echter in  een Kamerbrief (d.d. 15 april 2024) informeert staatssecretaris van Rij de Tweede Kamer dat deze uitzondering vervalt. De aandelen in familiebedrijven vallen daarom in het wetsvoorstel ook onder de vermogensaanwasbelasting.

Toekomstige box 3-stelsel vanaf 2027 of later?

Op 25 januari 2024 kondigde de staatssecretaris ook al een aantal andere aanpassingen aan op het oorspronkelijke wetsvoorstel. Het wetsvoorstel voor het toekomstige box 3-stelsel staat dus nog niet vast. Tevens moeten de Tweede en Eerste Kamer nog met het straks aangeboden wetsvoorstel instemmen.

Het is daarna nog maar de vraag of de datum van 2027 gehaald gaat worden. De staatssecretaris meldt al dat het huidige voorstel veel van de systemen van de Belastingdienst vraagt en daarom hoogstwaarschijnlijk niet volledig in 2027 geïmplementeerd kan zijn. Daarnaast kunnen de uitkomsten van arresten van de Hoge Raad over het huidige box 3-stelsel veel van de systemen vragen en voor nog meer vertraging zorgen.

Let op bij terugvragen btw van niet-betalende debiteur

By nieuws

Heeft u debiteuren die hun facturen niet (geheel) betalen? U kunt dan, onder voorwaarden, de btw op deze facturen misschien (deels) terugvragen. Let daarbij wel op een aantal aandachtspunten zoals het op tijd terugvragen van de btw, het weer afdragen van de btw bij alsnog betalen én mogelijk onverwachte fiscale gevolgen van nadere afspraken met uw debiteur.

Wanneer teruggaaf btw?

Geld

Als uw debiteur uw factuur niet betaalt, kunt u de in rekening gebrachte btw terugvragen die u eerder afdroeg aan de Belastingdienst. Dat kunt u doen als definitief vast komt te staan dat uw debiteur de factuur niet betaalt. Op dat moment kunt u de eerder afgedragen btw via uw btw-aangifte terugvragen (bij vraag 1a of 1b).

Let op! Staat nog niet definitief vast dat uw debiteur de factuur niet betaalt, maar is één jaar voorbij na het verstrijken van de betaaltermijn van de factuur? Kom dan ook in actie! Dit is namelijk de uiterste termijn waarop u de eerder afgedragen btw kunt terugvragen via uw btw-aangifte. Doet u dat op dat moment niet, dan kan de Belastingdienst uw latere verzoek om btw-teruggaaf weigeren.

Voorbeeld
U stuurt op 4 april 2023 een factuur van € 12.100 inclusief 21% btw. De betaaltermijn is 30 dagen en de factuur is daarom vanaf 4 mei 2023 opeisbaar. In uw btw-aangifte 2e kwartaal 2023 droeg u ter zake van deze factuur € 2.100 btw af. Op 4 mei 2024 is de factuur nog niet betaald, maar staat ook nog niet definitief vast dat deze ook niet betaald gaat worden. Omdat één jaar verstreken is sinds het opeisbaar worden van de factuur, vraagt u in uw btw-aangifte 2e kwartaal 2024 echter wel al € 2.100 terug. Doet u niet per kwartaal maar per maand btw-aangifte, dan droeg u € 2.100 btw af in de btw-aangifte van april 2023 en vraagt u deze terug in de btw-aangifte van mei 2024.

Let op! Controleer dus altijd bij het indienen van uw btw-aangifte of u nog openstaande debiteuren heeft waarvan de betaaltermijn meer dan een jaar verstreken is. Op die manier voorkomt u dat u te laat de btw voor oninbare debiteuren terugvraagt.

Debiteur betaalt alsnog

Heeft u btw teruggevraagd van een factuur die niet betaald is en wordt deze alsnog betaald? Dan moet u de btw die u eerder terugvroeg op dat moment weer via uw btw-aangifte afdragen (bij vraag 1a en 1b).

Voorbeeld
Uw debiteur betaalt uw factuur van € 12.100 alsnog op 8 oktober 2024. In uw btw-aangifte 4e kwartaal 2024 draagt u daarom de € 2.100 weer af aan de Belastingdienst. Doet u per maand btw-aangifte, dan draagt u in uw btw-aangifte oktober 2024 de € 2.100 weer af aan de Belastingdienst.

Tip! Boek de btw die u terugvraagt nadat een jaar verstreken is na het aflopen van de betaaltermijn op een aparte grootboekrekening. Op die manier kunt u deze btw beter volgen als later de debiteur alsnog betaalt.

Gedeeltelijke betaling

De regels over het terugvragen en weer afdragen van de btw werken bij gedeeltelijke betaling van de factuur op dezelfde wijze, maar dan pro rata.

Voorbeeld
Op 4 mei 2024 heeft uw debiteur € 4.840 betaald op uw factuur van € 12.100. Dit betekent dat van de gehele factuur nog 60% openstaat. In uw btw-aangifte 2e kwartaal 2024 (of mei 2024 als u maandaangifte doet) vraagt u daarom niet de gehele btw terug, maar 60% van de afgedragen btw, in casu € 1.260. Op 8 oktober 2024 betaalt de debiteur nog een keer € 4.840. Van de teruggevraagde € 1.260 draagt u in uw btw-aangifte 4e kwartaal 2024 (of oktober 2024 als u maandaangifte doet) daarom € 840 weer af.

Afspraken met debiteur

Maakt u afspraken met uw debiteur waarbij u bijvoorbeeld de vordering die u heeft omzet in een lening aan de debiteur? Houd er dan rekening mee dat dit gezien kan worden als een betaling van de factuur door de debiteur. U kunt de btw dan niet terugvragen bij de Belastingdienst en moet al eerder teruggevraagde btw aan de Belastingdienst terugbetalen. 

Let op! Dit is ook zo als later blijkt dat de debiteur de lening niet geheel afbetaalt. U kunt dan niet alsnog de btw terugvragen, omdat door de omzetting in een lening de factuur geacht wordt te zijn betaald.

Crediteurenakkoord

Sluit u een crediteurenakkoord of een schuldeisersakkoord, dan geeft u uw vordering (deels) prijs. In een crediteurenakkoord of schuldeisersakkoord wordt namelijk doorgaans afgesproken dat afgezien wordt van de in het akkoord genoemde vorderingen. Dit heeft tot gevolg dat er juridisch geen sprake meer is van een vordering op uw debiteur. De btw op de onbetaalde, door u prijsgegeven factuur, kunt u dan ook niet meer terugvragen.

Let op! Vroeg u de btw al terug omdat één jaar verstreken was na het opeisbaar worden van de factuur? Dan moet u deze btw weer terugbetalen als u een crediteurenakkoord sluit waarin u de vordering (deels) prijsgeeft.

Geen creditfactuur!

Het is niet toegestaan om een interne creditfactuur op te maken om daarmee te proberen de btw alsnog terug te krijgen van de Belastingdienst. De Belastingdienst accepteert dit niet en behandelt dit als fraude! Zorg daarom dat u op de juiste wijze, op tijd de btw terugvraagt. Op die manier is het ook niet nodig om een interne creditfactuur op te maken.

Btw betalen bij verkoop bouwkavel als particulier?

By nieuws

Een rechter oordeelde dat een particulier die twee bouwkavels verkocht, hierover btw moest afdragen aan de Belastingdienst. De rechter vond namelijk dat deze particulier dit deed als btw-ondernemer.

Particulier of btw-ondernemer

Molen

Als u als particulier een bouwkavel verkoopt, bent u hierover in principe geen btw verschuldigd. Dit kan anders zijn als de verkoop niet plaatsvindt in de hoedanigheid van particulier, maar in de hoedanigheid van btw-ondernemer.

Exploitatie vermogensbestanddeel

In de wet is opgenomen dat u btw-ondernemer bent als sprake is van de zelfstandige uitoefening van een bedrijf of beroep. Ook exploitatie van een vermogensbestanddeel om daar duurzaam opbrengst mee te behalen leidt tot btw-ondernemerschap.

Geen btw-ondernemer bij incidentele activiteit

Wanneer een activiteit slechts incidenteel plaatsvindt, is geen sprake van btw-ondernemerschap. Ook als bij verkoop alleen sprake is van de uitoefening van een eigendomsrecht – ofwel het normale beheer van privévermogen – zal dit niet leiden tot btw-ondernemerschap. In deze gevallen vindt verkoop in de hoedanigheid van particulier plaats en is er geen btw verschuldigd.

Wel btw-ondernemer bij actieve stappen

Als een particulier echter meer doet om tot een (betere) verkoop te komen, kan dit leiden tot btw-ondernemerschap. In de btw wordt dit ook wel omschreven als het zetten van actieve stappen door de inzet van middelen die ook een fabrikant, handelaar of dienstverrichter inzet.

Anterieure overeenkomst met verplichtingen

Hier liep ook een particulier tegenaan die twee bouwkavels verkocht. Deze particulier had met de gemeente een anterieure overeenkomst gesloten voor de realisatie van vier bouwkavels voor woningen. In de overeenkomst waren verschillende verplichtingen opgelegd aan de particulier, zoals het uitwerken van een bouwprogramma, het opstellen van een verkavelingsplan, het bouw- en woonrijp maken et cetera.

De rechter was van oordeel dat de particulier hiermee actieve stappen had gezet die ook een fabrikant, handelaar of dienstverrichter inzet. De bouwkavels werden naar het oordeel van de rechter daarom geleverd als btw-ondernemer en waren dan ook belast met btw.

Let op! De verkoper stelde nog dat zij de intentie had om de verplichtingen over te dragen aan de kopers van de bouwkavels en dat zij nog geen werkzaamheden had verricht. Dat hielp haar niet. De rechter oordeelde dat de gemeente haar aan de verplichtingen kon houden. Daarmee had zij een risico aanvaardt dat niet vergelijkbaar is met het risico dat bij het beheer van privévermogen aanvaard wordt.

Overleg

Of de levering van een bouwkavel plaatsvindt als particulier of als btw-ondernemer, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden en een niet eenvoudige beoordeling. Om te voorkomen dat u onverwacht te maken krijgt met btw-heffing, raden wij u aan uw specifieke situatie te bespreken met een van onze adviseurs.