Skip to main content
All Posts By

admin

Verhuur appartementen btw-vrijgesteld of btw-belast?

By nieuws

De verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld van btw. Hierop gelden een aantal uitzonderingen, waar onder de verhuur in het kader van een hotel-, pension-, kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar voor een korte periode verblijf houden. Deze verhuur is belast met 9% btw. Bij een rechtbank lag de vraag voor of de verhuur van appartementen in die casus ook onder die uitzondering viel.

Short-stay verhuur

Woning

In een zaak die speelde voor de rechtbank Zeeland-West-Brabant ging het om een bv die een pand had verbouwd tot een vijftal appartementen. De appartementen werden (gestoffeerd en ingericht) verhuurd voor een periode van maximaal zes maanden aan personen die maximaal een jaar in Nederland verbleven.

Belast met btw of vrijgesteld?

De rechtbank diende te oordelen over de vraag of de verhuur belast was met btw. De bv had daar belang bij vanwege de door de bv teruggevraagde btw over de kosten die met de verbouwing van de appartementen gepaard waren gegaan. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de verhuur inderdaad belast was met btw. De bv had daarom recht op teruggave van de in rekening gebrachte btw.

Kort verblijf, inventaris en concurrentie

De rechtbank was van mening dat de bv geen hotel- of vakantiebestedingsbedrijf was. Activiteiten die een soortgelijke functie hebben als een hotel- of vakantiebestedingsbedrijf vallen echter ook onder de uitzondering en zijn daarom belast met 9% btw. Of sprake is van een soortgelijke functie moet ruim worden uitgelegd.

Dat de verhuurde appartementen het kenmerk van een woning hadden en voor langere tijd gebruikt zouden kunnen worden, betekende volgens de rechtbank niet dat de verhuur per definitie btw-vrijgesteld was. Van belang was dat de appartementen waren uitgerust om daar kort te verblijven, dat de verhuurder de zorgen voor wat betreft de inventaris voor zijn rekening nam en dat met de verhuur in concurrente werd getreden met hotels. De bv voldeed aan deze criteria.

Niet te vergelijken met woning

Dat er met de verhuur in concurrentie zou worden getreden met de vrijgestelde verhuur van woningen, maakte volgens de rechtbank geen verschil. Ook niet relevant was dat in het BAG (Basisregistratie Adressen en Gebouwen) een woonfunctie was geregistreerd en dat de bv niet bij de gemeente had gemeld dat de appartementen een logiesbestemming hadden. Beslissend voor de vraag of de uitzondering van toepassing was, was namelijk de aard van de prestatie die verricht werd.

De rechtbank stelde de bv dan ook in het gelijk en besliste dat de verhuur btw-belast was en dat er recht bestond op vooraftrek van de tijdens de verbouwing in rekening gebrachte btw.

Wet plan van aanpak witwassen aangenomen

By nieuws

De wet plan van aanpak witwassen is na de Tweede Kamer, op 10 juni 2025 ook door de Eerste Kamer aangenomen. De wet regelt dat contante betalingen van meer dan €3.000 door en aan handelaren niet meer zijn toegestaan. De wet is bedoeld om het witwassen van geld en het financieren van terrorisme te bemoeilijken.

Wetsvoorstel gewijzigd

Geld

Het oorspronkelijke wetsvoorstel is vergaand gewijzigd. Alleen het voorstel om contante betalingen te beperken, is uiteindelijk overeind gebleven. De beperkingen gelden overigens niet voor particulieren die onderling handelen. Die kunnen elkaar wel meer dan €3.000 contant blijven betalen.

Lagere grens dan Europees noodzakelijk

De grens van €3.000 is lager dan de grens van €10.000 die in Europees verband vereist is. Een wisselend maximum in de EU kan vooral bij internationale handelaren voor moeilijkheden zorgen, zo kwam bij het debat in de Eerste Kamer naar voren. Zo bedraagt de grens in Frankrijk slechts €1.000, maar in Duitsland weer €10.000.

Niet voor diensten

De vastgestelde limiet geldt niet voor de contante betaling van diensten. Naar verwachting komt er in 2027 een Europese verplichting om ook voor diensten een limiet in te voeren.

Let op! Het is nog niet bekend wanneer de wet ingaat. Het streven van het inmiddels demissionaire kabinet was om het verbod op contante betalingen vanaf € 3.000 vóór 1 januari 2026 in te voeren.

Fiscale regeling rond carpoolen

By nieuws

Carpoolen is goed voor het milieu en is kostenbesparend voor de deelnemers. Bovendien kunt u als werkgever een belastingvrije vergoeding geven Wat de mogelijkheden zijn is afhankelijk van wie het carpoolen organiseert en of men carpoolt met de eigen auto of met een auto van de zaak.

Gebruik eigen auto en zelf organiseren

Auto

Als werknemers met hun eigen auto carpoolen en het carpoolen zelf organiseren (dat wil zeggen dat u als werkgever geen carpoolverplichting oplegt), mag u iedere deelnemer (bestuurder én meerijders) de belastingvrije vergoeding van maximaal €0,23/km betalen voor hun eigen afstand woon-werkverkeer.

Zijn er meerijders die zelf over een auto van de zaak beschikken? Dan mag u, als u dat wenselijk vindt, ook aan hen een onbelaste vergoeding van maximaal € 0,23 per kilometer geven voor de daadwerkelijk niet met de auto van de zaak afgelegde afstand. 

Let op! Of de meerijders de vergoeding zelf behouden of onderling verdelen, mogen ze zelf beslissen en heeft voor u geen fiscale gevolgen.

Gebruik eigen auto en werkgever organiseert

Als werknemers met hun eigen auto carpoolen en de werkgever organiseert het carpoolen, mag aan de bestuurder maximaal €0,23/km belastingvrij worden betaald. De kilometers betreffen dan niet alleen de afstand woon-werkverkeer van de bestuurder maar ook alle omrijkilometers voor het oppikken van de collega’s. Aan degenen die meerijden mag in dat geval geen belastingvrije vergoeding worden gegeven.

Auto van de zaak en zelf organiseren

Als werknemers met een auto van de zaak carpoolen en dit zelf organiseren, mag alleen aan de meerijders een belastingvrije vergoeding van maximaal €0,23/km worden betaald voor hun afstand woon-werkverkeer. Of de meerijders de vergoeding behouden of onderling verdelen, mogen ze ook nu zelf beslissen.

Auto van de zaak en werkgever organiseert

Als werknemers met een auto van de zaak carpoolen en de werkgever organiseert het carpoolen, dan mag aan geen van de werknemers een belastingvrije kilometervergoeding worden verstrekt.

Wat verstaan we onder ‘organiseren’?

De fiscale behandeling is afhankelijk van de vraag of sprake is van vervoer door de werkgever. Van vervoer door de werkgever is sprake als de werkgever een carpoolverplichting oplegt en dus het vervoer organiseert. Als u uw werknemers vraagt om aan u door te geven hoe ze het carpoolen organiseren, betekent dit echter nog niet dat u het carpoolen ook organiseert. Hier is dus meer voor nodig. Ook het alleen bijhouden of uw werknemers belangstelling hebben voor carpoolen, wordt nog niet als organiseren aangemerkt.

Let op! Als u een hogere belastingvrije vergoeding wilt geven dan hiervoor beschreven, kunt u dit aanwijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte. Voorwaarde is wel dat dit aanwijzen voldoet aan de hiervoor geldende gebruikelijkheidstoets. Houd er verder rekening mee dat u bij overschrijding van uw vrije ruimte 80% eindheffing verschuldigd bent.

Wet tegenbewijsregeling box 3 aangenomen

By nieuws

De Wet tegenbewijsregeling box 3 is op 8 juli 2025 aangenomen door de Eerste Kamer. De regels voor het tegenbewijs zijn nu dus definitief. Met het formulier OWR, dat vanaf 10 juli 2025 online beschikbaar is, kunnen belastingplichtigen met box 3-inkomen mogelijk een beroep doen op de tegenbewijsregeling.

Hoge Raad: aanvullend rechtsherstel box 3

Euro

Op 6 juni 2024 oordeelde de Hoge Raad dat u in box 3 het – door de Hoge Raad gedefinieerde – werkelijke rendement in aanmerking mag nemen als dit lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement. De Hoge Raad gaf daarbij, en ook in latere arresten, aanwijzingen hoe dit werkelijke rendement berekend moet worden.

Wet tegenbewijsregeling box 3

De Wet tegenbewijsregeling box 3 is gebaseerd op de aanwijzingen van de Hoge Raad. Een belastingplichtige met een werkelijk rendement dat lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement kan mogelijk een beroep doen op deze tegenbewijsregeling.

Let op! Is uw werkelijke rendement hoger, dan hoeft u niets te doen. U hoeft dan dus niet meer box 3-heffing te betalen dan op basis van het wettelijk vastgestelde rendement.

Voor wie?

De tegenbewijsregeling box 3 geldt voor de belastingjaren vanaf 2021 voor alle belastingplichtigen met box 3-inkomen. Voor de jaren 2017-2020 geldt de tegenbewijsregeling voor alle belastingplichtigen met box 3-inkomen van wie de definitieve aanslag inkomstenbelasting op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond, mits er tijdig bezwaar is gemaakt of is verzocht om ambtshalve vermindering. In deze laatste categorie vallen ook de belastingplichtigen die destijds tijdig bezwaar hebben gemaakt en voor wie het eerste rechtsherstel is toegepast. Zij kunnen ook bij dit tweede rechtsherstel meedoen (waarbij zij voor de jaren 2017-2019 wel tijdig een verzoek om ambtshalve vermindering moeten hebben ingediend).

Let op! Voor belastingplichtigen die voor oude jaren (2017 tot en met 2020) niet tijdig bezwaar hebben gemaakt, loopt nog de separate massaalbezwaarplusprocedure. Deze belastingplichtigen kunnen voor de betreffende belastingjaren geen beroep doen op de tegenbewijsregeling. Mocht de Hoge Raad in de MB+-procedure uiteindelijk oordelen dat zij toch recht hebben op rechtsherstel, dan kunnen zij alsnog een beroep doen op de tegenbewijsregeling.

Brieven Belastingdienst

Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Is uw aanslag inkomstenbelasting nog niet definitief, dan krijgt u van de Belastingdienst een brief. In deze brief staat dat u gebruik kunt maken van de tegenbewijsregeling.

Let op!De Belastingdienst start vanaf half juli 2025 met het versturen van de brieven. De Belastingdienst stuurt de brief naar u, de belastingplichtige, en niet naar ons, uw adviseur. Ontvangt u zo’n brief, lever deze dan zo spoedig mogelijk bij ons in. U krijgt namelijk maar een beperkte termijn om het formulier OWR in te vullen. Dat is 26 weken als wij de aangifte voor u indienden en 12 weken als u zelf uw aangifte indiende.

Houd er rekening mee dat u per belastingjaar een brief krijgt van de Belastingdienst. Die brieven komen waarschijnlijk ook niet allemaal tegelijk.

Loopt er bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering tegen een of meerdere belastingjaren? Dan ontvangt u van de Belastingdienst een brief om dit bezwaar of verzoek te motiveren. Deze brief kan meerdere belastingjaren bevatten. Lever ook deze motiveringsbrief snel bij ons in. De maximale reactietermijn voor deze brieven is namelijk maar 12 weken.

Verzamel alvast uw gegevens

Wilt u een beroep doen op de tegenbewijsregeling, verzamel dan alvast de gegevens die nodig zijn voor de berekening en onderbouwing van uw werkelijke rendement. Dat voorkomt straks vertraging waardoor mogelijk de inlevertermijn van het formulier OWR niet gehaald wordt.

Definitieve aanslag

Ontvangt u een definitieve aanslag? Dan kan het verstandig zijn om tijdig bezwaar te maken tegen deze aanslag. In sommige gevallen is het formulier OWR misschien onvoldoende. Neem daarom bij ontvangst van een definitieve aanslag contact op met onze adviseurs voor overleg over uw situatie.

Meer informatie

Heeft u vragen, neem dan contact op met een van onze adviseurs. Meer informatie over de Wet tegenbewijsregeling box 3 kunt u ook vinden op de website van de Belastingdienst.

Voorgenomen aanscherping kennismigrantenregeling

By nieuws

Het kabinet wil de kenniseconomie verder versterken en tegelijkertijd de migratie naar Nederland verminderen. Daarom scherpt het kabinet de kennismigrantenregeling aan, zodat die meer wordt toegesneden op het talent dat het Nederlandse bedrijfsleven nodig heeft.

Verhogen salarisnorm kennismigrant

Handtekening

Het kabinet wil het salaris dat nodig is om als kennismigrant te worden gezien verhogen. Bij kennismigranten jonger dan 30 jaar wil het kabinet het looncriterium verhogen tot 1,1 keer het gemiddeld bruto jaarsalaris. Momenteel geldt voor deze groep een salarisnorm van minimaal €  4.171,00 bruto per maand.  Als gevolg van deze voorgenomen verhoging zal de salariseis met ten minste honderden euro’s per maand stijgen.

Strengere vergunningseisen

Ook zullen de eisen voor bedrijven die een vergunning voor kennismigranten kunnen aanvragen worden verzwaard. Op dit moment moet een bedrijf ‘erkend referent’ zijn om een vergunning te kunnen aanvragen voor een kennismigrant. Daarbij wordt gekeken naar zaken als de financiële gezondheid van een bedrijf en of het bedrijf zich aan de geldende wet- en regelgeving houdt. Het is bijvoorbeeld mogelijk een vergunning af te wijzen als een bedrijf niet het wettelijk minimumloon betaalt of zich schuldig heeft gemaakt aan het tewerkstellen van illegale werknemers.  Als het aan het kabinet ligt worden de huidige eisen verder verzwaard, verduidelijkt en aangescherpt. Dit kan door het laten meewegen van overtredingen van andere wetten. 

Verlies erkenning als referent

Een bedrijf kan – als het twee jaar of langer geen kennismigrant in dienst heeft gehad –  zijn erkenning als referent verliezen.

Hospitaverhuur moet aantrekkelijker worden

By nieuws

Het demissionaire kabinet wil via een aantal maatregelen hospitaverhuur aantrekkelijker maken en op die manier bevorderen. Via een internetconsultatie kunnen belangstellenden op de wetsvoorstellen reageren. Het streven is om deze begin 2026 bij de Tweede Kamer in te dienen.

Speciaal huurcontract

Brievenbussen

Voor hospitaverhuur komt een speciaal huurcontract van maximaal vijf jaar en een proefperiode van negen maanden. Nu kent hospitaverhuur een maximale termijn van één jaar met een opzegtermijn van drie maanden. Daarna hebben huurders automatisch een vast huurcontract. In praktijk blijkt dit laatste juist zowel voor de huurder als de verhuurder belemmerend te werken.

Opzegtermijn

Alleen in de eerste maand van verhuur gaat een opzegtermijn van één maand gelden. Daarna gaat een opzegtermijn gelden van drie maanden.

Eenvoudiger beëindigen huurcontract

Een huurcontract met betrekking tot hospitaverhuur kan in de nieuwe voorstellen ook makkelijker beëindigd worden. Dit is dan mogelijk bij verkoop van de woning of bij overlijden van de verhuurder. Op deze manier hoopt men te bereiken dat hypotheekverstrekkers hospitaverhuur eerder zullen toestaan.

Inkomensafhankelijke huurverhoging

Huurders van een sociale huurwoning die hospita zijn, kunnen volgens het wetsvoorstel hun verhuurder verzoeken geen inkomensafhankelijke huurverhoging te berekenen. Inkomsten uit hospitaverhuur worden voor deze verhoging niet meer meegerekend. Nu nog kunnen verhuurders met een hoger inkomen – tot € 100  ̶  per maand meer aan huurverhoging tegemoet zien. 

Internetconsultatie

U kunt uw reactie geven op deze plannen via de internetconsultatie. Deze sluit op 26 augustus 2025.

Let op! Deze maatregelen liggen nu dus ter consultatie en moeten daarna nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.

Loon bbl-student vanaf 2027 fors hoger

By nieuws

Minister Bruins van OC&W wil met ingang van 2027 het inkomen van studenten die de beroepsbegeleidende leerweg (bbl) volgen, fors verhogen. De verhoging maakt deel uit van een actieplan om de bekendheid, aantrekkelijkheid en toegankelijkheid van deze vorm van studeren te verbeteren.

Beroepsbegeleidende leerweg (bbl)

Sparen

De beroepsbegeleidende leerweg (bbl) is een studievorm in het middelbaar beroepsonderwijs. Studenten zijn in dienst van een erkend leerbedrijf en combineren leren en werken in de praktijk en gaan hierbij één of twee dagen per week naar school.

Verbeteren beloning

De minister vindt het belangrijk dat studenten die de bbl volgen, straks niet minder verdienen dan het minimumjeugdloon. Afhankelijk van de leeftijd ligt de beloning van 18- tot en met 20-jarigen nu zo’n 9 tot 23% lager. Dit is ongewenst, ook omdat bbl-studenten geen recht hebben op studiefinanciering. Omdat het minimumjeugdloon ook nog extra verhoogd zal worden, kunnen bbl-studenten een dubbele inkomensverbetering tegemoet zien.

Opleiding afmaken

Naast de lagere beloning en het feit dat bbl-studenten geen studiefinanciering krijgen, hebben ze ook vaak geen recht op een reiskostenvergoeding. Uit onderzoek blijkt dan ook dat zo’n 20% van hen ermee worstelt om dagelijks rond te komen. Als gevolg hiervan wordt de opleiding vaak niet afgemaakt, een situatie die volgens de minister moet veranderen.

Overige maatregelen

Onderdeel van het actieplan is ook het vergroten van de bekendheid van de bbl onder jongeren, ouderen en decanen. Ook moeten studenten een betere begeleiding krijgen en moet meer flexibel en maatwerkgericht onderwijs geboden worden. Nu volgt zo’n 30% van alle mbo-studenten de bbl. Door het actieplan hoopt men dit percentage te laten stijgen naar 35%.

Handel in crypto’s met trading bot belast in box 1 of box 3?

By nieuws

Als u handelt in bijvoorbeeld aandelen, is de waarde van de crypto’s per 1 januari van het jaar in de regel belast in box 3. Dit is bijvoorbeeld het geval als de handel louter speculatief van aard is. Is dit niet het geval dan kan de handel een bron van inkomen vormen die belast is in box 1.

Hoe zit dat bijvoorbeeld als u bij de handel in crypto’s gebruikmaakt van programmatuur die automatisch aan- en verkooporders plaatst op basis van bijvoorbeeld een bepaalde marge? In een zaak die speelde voor het gerechtshof Amsterdam, werd deze vraag beantwoord.

Trading bot

Geld

In deze zaak ging het om een handelaar in cryptovaluta. De man was werkzaam geweest bij een bedrijf dat software ontwikkelde voor onder andere videogames. Op een bepaald moment begon de man te handelen in cryptovaluta, waarvoor hij zelf een zogenaamde trading bot had ontwikkeld.

Profijt van marges

De trading bot sloot aan- en verkooptransacties af, ruim 50.000 per jaar, en maakte daarbij gebruik van verschillen in koersen op diverse beurzen waar in cryptovaluta werd gehandeld. Doordat de trading bot binnen enkele seconden op deze verschillen kon reageren, behaalde de cryptohandelaar positieve resultaten. Over de periode 2018 tot en met 2022 gemiddeld ongeveer € 309.000 per jaar.

Bron van inkomen of niet?

Voor een bron van inkomen belast in box 1 moet sprake zijn van deelname aan het economische verkeer met het doel om voordeel te behalen. Daarnaast moet dat voordeel ook redelijkerwijs te verwachten zijn. Is sprake van een bron van inkomen, dan zijn de inkomsten belast in box 1. Is geen sprake van een bron van inkomen, dan vindt heffing plaats in box 3.

Let op!Bij heffing in box 3 vindt in beginsel heffing plaats over de waarde van de crypto’s op 1 januari. Wil men gebruikmaken van de tegenbewijsregeling, dan wordt het werkelijke rendement dat door het jaar heen behaald is met de crypto’s belast in box 3. Voorwaarde is dan wel dat het totale werkelijke rendement in box 3 in dat jaar lager is dan het forfaitaire rendement. Neem voor meer informatie hierover contact op met onze adviseurs.

Speculatief of niet?

De Belastingdienst en de handelaar waren het met elkaar eens dat met de handel in cryptovaluta sprake was van deelname aan het economische verkeer met het doel om voordeel te behalen. De handelaar vond echter dat dit voordeel niet redelijkerwijs te verwachten was omdat sprake was van louter speculatief handelen.

Hoewel de resultaten jaarlijks fors uiteen liepen, was het gerechtshof van mening dat de transacties niet louter speculatief van aard waren. Door het gebruik van de trading bot werd namelijk voordeel behaald door te profiteren van marktimperfecties. Daardoor bleek de kans op succes zo’n 75% te zijn. Volgens het gerechtshof was het behaalde voordeel dan ook redelijkerwijs te verwachten en dus belastbaar in box 1.

Kabinet gaat toeslagenstelsel verbeteren

By nieuws

Het kabinet gaat het toeslagenstelsel op korte termijn verbeteren. Dit heeft staatssecretaris Palmen bekendgemaakt. Met de verbeteringen moeten toeslagen begrijpelijker worden en minder knelpunten opleveren.

Verlenging aanvraagtermijn

Laptop

Een van de maatregelen betreft het verlengen van de aanvraagtermijn van de huur- en zorgtoeslag en van het kindgebonden budget van 1 september naar 31 december van het erop volgende jaar. Deze datum ligt meer voor de hand, geeft meer tijd voor de aanvraag en heeft als voordeel dat er meer bekend is over de omvang van het inkomen.

Aanpassing partnerbegrip

In een aantal gevallen zal ook worden uitgegaan van een ander partnerbegrip. Dit betreft partners die vermist zijn, partners die gevangen zitten en erkende vluchtelingen met een partner die niet in Nederland is ingeschreven. In die situaties zal ervan worden uitgegaan dat de aanvrager alleenstaand is.

Aanpassingen, rente en boetes

Toeslagen zullen ook niet meer met terugwerkende kracht worden aangepast bij bepaalde besluiten van instanties die niet te voorzien waren. Daarnaast wordt geen rente meer vergoed en hoeft deze ook niet te worden betaald als het definitieve bedrag aan toeslag afwijkt van het voorschot. Bovendien worden verzuimboetes afgeschaft.

Let op! De definitieve ingangsdatum van de wijzigingen is nog niet bekend.

Per 1 juli versoepeling kwijtschelden belastingschulden

By nieuws

Vanaf 1 juli 2025 zal het voor belastingplichtigen vaker mogelijk zijn om voor een belastingschuld gehele of gedeeltelijke kwijtschelding te krijgen. Om dit te bereiken is de Uitvoeringsregeling Invoeringswet gewijzigd.

Onredelijk bezwarend

Overheid

De wijziging komt er in het kort op neer dat belastingplichtigen hun bezittingen niet meer direct hoeven te verkopen om hun belastingschulden te voldoen, als dit voor hen onredelijk bezwarend is. De waarde van de bezitting min de erop drukkende schuld moet dan wel binnen een door de Belastingdienst bepaalde termijn worden gebruikt om de belastingschuld mee af te lossen. Daarbij gaat het alleen om schulden die voorrang hebben op de Belastingdienst, zoals hypotheken. Blijft daarna toch nog een deel van de belastingschuld over, dan bestaat tevens de mogelijkheid dat hiervoor kwijtschelding wordt verleend. Het bezit van bepaalde vormen van vermogen staat kwijtschelding dus niet langer in de weg, zoals nu wel het geval is.

Eigen woning

Uit de toelichting op de wijziging blijkt dat deze zich onder meer richt op de eigen woning. Het wordt als onredelijk bezwarend gezien dat deze verkocht zou moeten worden om de belastingschuld te betalen, als deze door een verlenging van de betalingstermijn wel zou kunnen worden voldaan. Bij luxe goederen, zoals een plezierjacht of tweede auto, zal de wijziging niet van toepassing zijn.

Binnen 72 maanden

Volgens de nieuwe regeling moet een belastingschuld binnen 72 maanden worden afgelost. Dit is vijf jaar langer dan de bestaande reguliere termijn van 12 maanden waarin een belastingschuld moet worden afgelost. Gedurende de eerste 12 maanden moeten belastingplichtigen ook alles wat ze boven hun ‘betalingscapaciteit’ aan inkomen hebben, aanwenden voor het betalen van hun belastingschuld. De resterende 60 maanden hoeft dit niet meer, onder de voorwaarde dat de waarde van de bezitting waarvan is vastgesteld dat het onredelijk bezwarend is om deze direct te moeten verkopen, wordt aangewend voor het betalen van de belastingschuld.

Let op! Wat de betalingscapaciteit van een belastingplichtige is, hangt van diverse factoren af, zoals het inkomen, de vaste lasten en de gezinssamenstelling.