Skip to main content
Category

nieuws

Geen schadevergoeding bij zeer gering financieel belang

By nieuws

Als de behandeling van uw bezwaar of beroep in fiscale zaken te lang duurt, kunt u recht hebben op een schadevergoeding. Als er echter sprake is van een zeer gering financieel belang, heeft u geen recht op een schadevergoeding. Wanneer is daarvan sprake?

Uitstel van betaling

Euro

Als u bezwaar aantekent tegen een belastingaanslag, verkrijgt u in veel gevallen automatisch uitstel van betaling. Dat vervalt zodra de inspecteur op uw bezwaar heeft beslist. Gaat u in beroep, dan vervalt het verleende uitstel van betaling dus.

Let op! Dit is alleen anders als u in beroep gaat en hier apart om verzoekt.

Aanmaningskosten

Onlangs bracht een belastingplichtige zijn zaak voor de rechter, omdat de inspecteur € 17 aanmaningskosten in rekening had gebracht. Dit deed hij vanwege het te laat betalen van de aanslag. De belastingplichtige was het hiermee niet eens en was van mening dat hij de aanslag pas hoefde te betalen nadat zijn beroep was afgehandeld. De rechter deelde deze mening niet, omdat er geen verzoek om uitstel van betaling was ingediend.

Immateriële schadevergoeding?

Belastingplichtige meende echter dat hij wel recht had op een immateriële schadevergoeding, omdat de behandeling van zijn zaak langer had geduurd dan de maximale termijn die hiervoor wettelijk is voorgeschreven. Die termijn – van in dit geval twee jaar – was inderdaad met vier maanden overschreden, maar de rechtbank vond dat er desondanks geen recht bestond op een schadevergoeding vanwege het zeer geringe financiële belang.

Wat is een zeer gering financieel belang?

De Hoge Raad heeft in 2017 beslist dat er van een zeer gering financieel belang sprake is bij een vordering tot € 15. Omdat deze uitspraak inmiddels zes jaar oud was, was de rechtbank van mening dat er momenteel ook bij een financieel belang van € 17 sprake is van een zeer gering financieel belang. Daarom werd er geen schadevergoeding toegewezen.

Belastingvrij verhuiskosten vergoeden aan uw werknemer

By nieuws

Als uw werknemer verhuist, kunt u belastingvrij verhuiskosten vergoeden. Hiervoor gelden wel voorwaarden. Welke zijn dit?

Verhuizen voor het werk

Sleutel

Als uw werknemer verhuist in het kader van zijn dienstbetrekking bij u, kunt u zijn verhuiskosten belastingvrij vergoeden. Hiervoor geldt namelijk een gerichte vrijstelling.

Gerichte vrijstelling verhuiskosten

Onder deze gerichte vrijstelling mag u belastingvrij een bedrag van maximaal € 7.750 aan verhuiskosten vergoeden. Daarnaast kunt u belastingvrij ook de werkelijke kosten voor het overbrengen van de inboedel vergoeden. Deze vergoeding komt dus bovenop het fiscaalvrije bedrag van maximaal € 7.750.

Let op! Deze vergoedingen mag u alleen verstrekken als de verhuizing plaatsvindt in het kader van de dienstbetrekking bij u. De verhuizing moet daarom voldoende samenhang hebben met de dienstbetrekking.

Wanneer is sprake van ‘in het kader van de dienstbetrekking’

De verhuizing is in ieder geval in het kader van de dienstbetrekking als:

  • de werknemer binnen 2 jaar verhuist na het aanvaarden van een nieuwe dienstbetrekking of na overplaatsing binnen een bestaande dienstbetrekking; én
  • de afstand tussen de woning en de plaats van de dienstbetrekking door de verhuizing minimaal 60% kleiner wordt; én
  • deze afstand vóór de verhuizing minimaal 25 kilometer bedraagt.

Tip! Voldoet de verhuizing van uw werknemer niet aan deze voorwaarden, dan kan de verhuizing nog steeds plaatsvinden in het kader van de dienstbetrekking. U moet dat dan wel aannemelijk maken.

Verhuizen, maar niet voor het werk?

Vindt de verhuizing niet plaats in het kader van de dienstbetrekking, dan kunt u verhuiskosten toch onbelast aan uw werknemer vergoeden door deze aan te wijzen in de vrije ruimte. Ook kosten die niet onder de gerichte vrijstelling voor verhuiskosten vallen, zoals de aan- en verkoopkosten van de woning, kunt u aanwijzen in de vrije ruimte.

Regels vrije ruimte

Voor het aanwijzen in de vrije ruimte gelden regels. Zo moet het bijvoorbeeld gebruikelijk zijn om de vergoedingen aan te wijzen. Bovendien is de vrije ruimte beperkt. In 2023 bedraagt deze 3% over de eerste € 400.000 van de totale loonsom en 1,18% over het meerdere. Komt het totaal van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die u in 2023 aanwijst boven deze vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever 80% eindheffing over dit meerdere.

Bezwaren en definitieve aanslagen box 3 aangehouden

By nieuws

De Belastingdienst houdt bezwaren inzake box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022 aan. Ook worden geen definitieve aanslagen met box 3-inkomen over de jaren 2021 en 2022 opgelegd. Dit allemaal in afwachting van nieuwe arrest van de Hoge Raad over box 3.

Aanhouden tot arresten Hoge Raad

Euro

Op dit moment lopen er meerdere procedures bij de Hoge Raad. Centrale vraag in deze procedures is of het rechtsherstel box 3 in lijn is met het Kerstarrest. De Belastingdienst houdt de bezwaren box 3 nu aan en legt geen definitieve aanslagen met box 3-inkomen op om te voorkomen dat iedere belastingplichtige met box 3-inkomen zelf moet procederen. Na de arresten van de Hoge Raad handelt de Belastingdienst dit verder af.

Let op: er zijn uitzonderingen

Bestaat uw box 3-inkomen alleen uit bank- en spaartegoeden, dan houdt de Belastingdienst uw definitieve aanslag of bezwaar niet aan. Het forfaitair rendement over bank- en spaartegoeden is immers (nagenoeg) gelijk aan het werkelijk genoten rendement. De vraag of het rechtsherstel box 3 in lijn is met het Kerstarrest speelt in zulke gevallen daarom niet.

Definitieve aanslagen inkomstenbelasting met box 3-inkomen voor de jaren tot en met 2020 worden niet aangehouden. De Belastingdienst legt voor die jaren dus wel definitieve aanslagen op, ook als daar box 3-inkomen in opgenomen is.

Als u de Belastingdienst in gebreke stelt vanwege overschrijding van de wettelijke termijn waarbinnen hij normaal moet beslissen op uw bezwaar, wordt uw bezwaar ook niet aangehouden. Het wordt dan afgehandeld in lijn met de wet rechtsherstel box 3. Dit betekent waarschijnlijk dat uw bezwaar wordt afgewezen. U moet dan zelf in beroep bij de rechtbank om uw rechten veilig te stellen. 

Tip! Het advies is daarom om de Belastingdienst niet in gebreke te stellen.

Rechtspositie blijft gelijk

Uw rechtspositie blijft door het aanhouden van de bezwaren gelijk. Als u het niet eens bent met de afhandeling na de arresten van de Hoge Raad, kunt u alsnog in beroep bij de rechtbank. Dat geldt ook voor het aanhouden van de definitieve aanslag. Bent u het daar straks niet mee eens, dan kunt u bezwaar maken en daarna in beroep.

Voorlopige aanslagen

De Belastingdienst legt wel voorlopige aanslagen met box 3-inkomen op. Dit betreft zowel voorlopige aanslagen waaruit een teruggaaf volgt, als voorlopige aanslagen waaruit een te betalen bedrag volgt. 

Let op! Als u een verzoek doet tot herziening van de voorlopige aanslag of als u in bezwaar komt tegen een afwijzing van zo’n verzoek, dan houdt de Belastingdienst dit aan totdat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan.

Wel in bezwaar tegen definitieve aanslag!

Ontvangt u een definitieve aanslag met box 3-inkomen, bijvoorbeeld over het belastingjaar 2020? Dan kunt u niet afwachten, maar moet u in bezwaar om uw rechten veilig te stellen. Dit bezwaar zal de Belastingdienst vervolgens aanhouden in afwachting van de arresten van de Hoge Raad.

Let op! Het is nog onbekend wanneer de Hoge Raad uitspaak doet. Uiteraard houden wij u op de hoogte.

Vragen?

Heeft u vragen over uw eigen specifieke situatie? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Maatregelen om procedures WOZ en bpm te verminderen

By nieuws

Het grote aantal WOZ-procedures is staatssecretaris Van Rij een doorn in het oog. Hij heeft daarom bekendgemaakt wetgeving voor te bereiden om het aantal bezwaren en beroepen in WOZ-procedures te verminderen. Hij wil dit ook doen voor procedures inzake de bpm.

No cure, no pay

Juridisch

Met name in WOZ-zaken wordt vaak geprocedeerd op basis van ‘no cure, no pay’. Professionele organisaties die zich met name richten op WOZ-geschillen, bieden dan aan om de WOZ-waarde aan te vechten en alleen kosten te berekenen als de zaak geheel of deels wordt gewonnen. De belastingplichtige heeft in die situatie recht op een kostenvergoeding, waarmee de rekening kan worden voldaan.

Meer inzicht

De staatssecretaris stelt een aantal maatregelen voor. Om te beginnen wil hij de kostenvergoeding en een eventuele schadevergoeding bij lange duur van een proces rechtstreeks overmaken naar de belastingplichtige en niet meer naar de adviseur. Zodoende wil hij het inzicht in de kosten en vergoedingen bij de belastingplichtige vergroten.

Vermindering en schrappen vergoedingen

Verder wil Van Rij de vergoeding voor WOZ- en bpm-zaken verminderen en deze zelfs laten vervallen als er sprake is van geringe correcties. Wat hieronder moet worden verstaan, wordt door de staatssecretaris echter niet aangegeven. Ook schadevergoedingen vanwege de lange duur van het proces, zouden voor WOZ- en bpm-zaken worden geschrapt.

Informeel traject

De staatssecretaris wil ook verplichten dat de burger, voordat bezwaar kan worden gemaakt, verplicht een informeel traject met de gemeente moet afleggen. Veel gemeentes dringen er bij een geschil over de WOZ-waarde nu al bij de burger op aan eerst met de gemeente te bellen, om zodoende het indienen van een bezwaar te kunnen voorkomen.

Geen verbeterpunten waardevaststelling

De brief van Van Rij bevat geen verbeterpunten inzake de waardevaststelling in WOZ-zaken. In praktijk blijkt namelijk dat ongeveer de helft van alle WOZ-bezwaren moet worden toegewezen, zodat bij veel belastingplichtigen de indruk bestaat dat de waardering inzake WOZ-waardes sterk te wensen overlaat.

Let op! Bovengenoemde zaken betreffen voorstellen voor nieuwe wetgeving door staatssecretaris Van Rij.

BMKB-regeling met vier jaar verlengd

By nieuws

De Borgstellingsregeling voor mkb-kredieten, de BMKB-regeling, wordt met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027. Dit geldt ook voor de BMKB-Groenregeling. Dit heeft het kabinet bekendgemaakt, na evaluatie van de regeling.

BMKB-regeling

Euro

Vooral voor ondernemers met onvoldoende onderpand, kan de BMKB-regeling uitkomst bieden. Via de BMKB-regeling stelt de overheid zich garant voor een deel van een bij een financier afgesloten lening. 

De regeling is alleen toegankelijk voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers (fte’s) en een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen.

Ook BMKB-Groen verlengd

Sinds november 2022 bestaat er ook een aparte BMKB-regeling, de BMKB-Groen, die bedoeld is voor verduurzamingsinvesteringen. Het is een variant op de reguliere BMKB-regeling voor ondernemers. De BMKB-Groenregeling is toepasbaar op bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de Energielijst, op overige middelen verbonden aan energie-investeringen en op de aanpassing of vervanging van bedrijfspanden naar tenminste energie-label C. Ook deze regeling wordt met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027.

Minder provisie?

Behalve een verlenging van de BMKB-regelingen gaat een onafhankelijk expert advies uitbrengen of het mogelijk is de provisie, die bij een dergelijke financiering komt kijken, te verlagen. Financiers zijn bij het afsluiten van een BMKB-krediet nu namelijk nog een provisie verschuldigd aan de RVO (Rijksdienst voor Ondernemen) die kan oplopen tot 8,35%. De financier rekent deze provisie aan de geldlener door.

Geen blijvende extra belasting overwinsten

By nieuws

Het kabinet kiest er niet voor om overwinsten die bijvoorbeeld door energiemaatschappijen behaald worden, blijvend extra te belasten. Deze overwinsten zijn thans extra belast via een solidariteitsbijdrage en een verhoging van de belasting op de winning van olie en gas. Een bredere solidariteitsbijdrage dan wel een extra schijf in de vennootschapsbelasting, komt er echter niet.

Moties

Industrie

Het kabinet antwoord dit naar aanleiding van een aantal ingediende moties. Het kabinet acht het extra belasten van overwinsten juridisch onmogelijk en bovendien ongewenst.

Creëren wettelijke grondslag onmogelijk

Het kabinet geeft aan dat het onmogelijk is voor een extra heffing op overwinsten een wettelijke grondslag te creëren. Zonder dat duidelijk is welke doelgroep wordt belast, ten aanzien van welke overwinst en tegen welk tarief, is dit volgens het kabinet niet mogelijk. Bovendien kan niet eenvoudig worden bepaald waardoor een excessieve winst is gerealiseerd. Dit kan bijvoorbeeld ook voortvloeien uit bedrijfseconomische omstandigheden.

Verstoring bedrijfseconomische processen

Het kabinet vreest ook dat een bredere solidariteitsbijdrage leidt tot arbitraire heffingen en verstoringen in bedrijfseconomische processen. Geplande investeringen zouden wellicht worden heroverwogen, waardoor Nederland minder aantrekkelijk wordt voor toekomstige investeringen en innovatieve activiteiten.

Ook geen extra vpb-schijf

Het kabinet is er ook geen voorstander van om voor overwinsten een extra tariefschijf in de vennootschapsbelasting in te voeren. Er wordt gevreesd dat dit zal leiden tot het opknippen van bedrijven, om op die manier via meerdere bv’s het hoge tarief te ontwijken. Bovendien is een extra tariefschijf juridisch bewerkelijk en complex, aangezien dan aangegeven moet worden wanneer die extra schijf van toepassing zou moeten zijn. Hiervoor bestaat volgens het kabinet geen meetbaar criterium.

Rechter biedt duidelijkheid over correctiebeleid fiscus

By nieuws

Bij een onjuiste aangifte kan de fiscus hiervan afwijken en een correctie opleggen. Om frustratie over geringe correcties te voorkomen, hanteert de fiscus een zogenaamd correctiebeleid. Wat houdt dit beleid in?

Correctiebeleid

Juridisch

Het correctiebeleid komt er in beginsel op neer dat correcties bij de aangifte niet worden opgelegd als het te betalen bedrag niet meer dan € 225 bedraagt. De drempel bij een inkomenscorrectie bedraagt € 500. Negatieve correcties in het voordeel van de belastingplichtige worden altijd doorgevoerd. Bij navorderingen gaat het om een inkomenscorrectie van € 1.000 c.q. een te betalen belastingbedrag van € 450.

Eén of beide voorwaarden?

In een zaak bij het gerechtshof Amsterdam had de inspecteur een correctie aangebracht betreffende opgevoerde zorgkosten. De inspecteur liet een bedrag van € 623 minder in aftrek toe, waardoor de belastingplichtige € 167 meer aan belasting moest betalen. Die was van mening dat slechts aan één van de gestelde voorwaarden voldaan hoefde te worden om gebruik te kunnen maken van het correctiebeleid, en stapte naar de rechter.

Redelijke uitleg

De rechters waren het met de belastingplichtige eens en beslisten dat het verschil van € 167 niet betaald hoefde te worden. Volgens het gerechtshof was uit de tekst en strekking van de notitie inzake correctiebeleid niet op te maken dat bij een inkomenscorrectie meer dan € 500 en een te betalen bedrag tot € 225 er toch gecorrigeerd wordt. Een redelijke uitleg leidde er volgens het Hof juist toe dat dit niet de bedoeling was.

Let op! Als u inspeelt op het correctiebeleid of er bij herhaling gebruik van probeert te maken, kan de fiscus het correctiebeleid achterwege laten en ook onder genoemde grenzen corrigeren.

Reisbureauregeling en btw bij annulering van de reis

By nieuws

Past u de reisbureauregeling toe, dan bent u niet altijd btw verschuldigd als u een annuleringsvergoeding ontvangt.

U kunt de reisbureauregeling toepassen als u reizen samenstelt uit bij andere ingekochte goederen en diensten en deze zelf verkoopt aan reizigers. U bent bijvoorbeeld een reisorganisator of een touroperator, maar ook als u op eigen naam een vakantiewoning inhuurt en verhuurt aan een reiziger, kan de reisbureauregeling van toepassing zijn.

Let op! De reisbureauregeling geldt niet voor doorverkoop van reizen die door een ander zijn samengesteld. Reisbureaus die reispakketten van een ander doorverkopen en dus feitelijk als tussenpersoon optreden, kunnen hierop de regeling niet toepassen.

Reisbureauregeling

Vakantie

De reisbureauregeling is alleen van toepassing als u gebruikmaakt van diensten van andere ondernemers bij het samenstellen van de reis. Op uw eigen diensten is de reisbureauregeling in principe niet van toepassing, tenzij deze eigen diensten bijkomstig zijn aan de totaal door u aangeboden reisdienst.

Btw over winstmarge

Toepassing van de reisbureauregeling betekent dat u btw verschuldigd bent over de winstmarge op uw reisdiensten in plaats van over de totale vergoeding. Deze btw berekent u over de winstmarge per aangiftetijdvak of over de winstmarge per reis.

Tip! U kunt zelf kiezen of u per aangiftetijdvak of per reis btw wilt berekenen. De keuze moet uit uw administratie blijken en geldt voor 5 jaar.

Als u de reisbureauregeling toepast, kunt u de btw op inkoopkosten niet in aftrek brengen als deze bij berekening van de winstmarge mee zijn genomen.

Annulering

Annuleert de afnemer van de reis deze vóór aanvang, dan bent u over de verschuldigde annuleringsvergoeding geen btw verschuldigd. Vindt de annulering echter later plaats of neemt de afnemer de reis niet af (no-show) dan bent u wel btw verschuldigd over de annuleringsvergoeding.

Let op! De voorwaarden van de reisbureauregeling zijn niet eenvoudig. Zo kunt u bijvoorbeeld een reisbureau in de zin van de reisbureauregeling zijn zonder dat u zich dat realiseert. Heeft u hier vragen over, neem dan contact op met onze adviseurs.

Deadline Gecombineerde opgave naar 15 juni!

By nieuws

Agrariërs krijgen een maand langer de tijd om de Gecombineerde opgave in te dienen. De Gecombineerde Opgave moet nu uiterlijk op 15 juni 2023 zijn ingeleverd. Dit heeft minister Adema van Landbouw in een brief aan de Tweede Kamer laten weten.

De agrarische belangenorganisaties LTO en NAJK hadden het uitstel bepleit vanwege diverse moeilijkheden waarmee de Gecombineerde opgave dit jaar vergezeld gaat.

Gecombineerde opgave

Tractor

Met de Gecombineerde opgave moeten agrariërs gegevens doorgeven voor de Landbouwtelling, de Meststoffenwet, meldt men zich aan voor GLB-regelingen, vraagt men de brede weersverzekering aan en meldt men fosfaatdifferentiatie aan. De Gecombineerde opgave bevat dit jaar ook een aantal nieuwe elementen.

Geen sancties

Vanwege deze nieuwe elementen en nieuwe voorwaarden zullen er dit eerste jaar in principe nog geen sancties worden opgelegd en krijgen overtreders alleen een waarschuwing. Ook zal het mogelijk zijn om administratieve fouten te herstellen tot 30 november 2023, zonder dat sancties volgen.

Ondersteuning RVO

De Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (rvo) voert de regeling uit. Er staat ook een groot team van medewerkers bij de RVO klaar om agrariërs te ondersteunen. Volgens de RVO zal het uitstel met een maand geen uitvoeringstechnische problemen opleveren.

Wijziging uitvoeringsregels ontslagprocedure UWV

By nieuws

Per april 2023 zijn de uitvoeringsregels van het UWV voor de ontslagprocedure, ontslag om bedrijfseconomische redenen en ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid gewijzigd.

Waarom uitvoeringsregels?

Laptop

Wanneer u uw werknemer wilt ontslaan vanwege bedrijfseconomische redenen of langdurige arbeidsongeschiktheid, moet u aantonen dat u genoeg heeft gedaan om ontslag te voorkomen. Ook moet u de redenen voor ontslag onderbouwen volgens de regels van het UWV. Hiervoor heeft het UWV uitvoeringsregels opgesteld om naar werkgevers, werknemers en rechtshulpverleners transparant te zijn over hoe het de regels in de praktijk toepast.

Welke drie belangrijke documenten zijn er voor u als werkgever?

De uitvoeringsregels zijn opgenomen in drie documenten. In deze drie afzonderlijke documenten vindt u op de eerste pagina’s volgend op de inhoudsopgave een samenvatting van alle wijzigingen.

1. Uitvoeringsregels Ontslagprocedure

De ministeriële Regeling UWV ontslagprocedure (Ruo) bevat procedurele regels over bijvoorbeeld termijnen voor aanvraag en verweer, het raadplegen van de ontslagadviescommissie en het verlenen van uitstel.

2. Uitvoeringsregels Ontslag om bedrijfseconomische redenen

De UWV Uitvoeringsregels ontslag om bedrijfseconomische redenen bevatten een overzicht van de relevante wettelijke en ministeriële regels over ontslag om bedrijfseconomische redenen. Daarnaast bevatten ze een toelichting over hoe het UWV deze regels toepast en welke informatie u als werkgever bij de ontslagaanvraag moet voegen.

3. Uitvoeringsregels Ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid

De UWV Uitvoeringsregels ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid bevatten ook een overzicht van de relevante wettelijke en ministeriële regels over ontslag en een uitgebreide toelichting, in dit geval betreffende ontslag vanwege langdurige arbeidsongeschiktheid.