Skip to main content
Category

nieuws

Fiscale regeling aandelenopties bij start-ups en scale-ups

By nieuws

Het kabinet is van plan om een fiscale regeling te introduceren om de toegang tot talentvolle werknemers voor start-ups en scale-ups te verbeteren. De bedoeling is dat door een nieuwe fiscale regeling voor aandelenopties, medewerkersparticipatie wordt bevorderd en daarmee start-ups succesvoller kunnen doorgroeien naar scale-ups.

Belastingkorting aandelenopties

Handen schudden

Het voorstel is om een belastingkorting in de loonbelasting te introduceren voor voordelen uit aandelenopties voor werknemers van start-ups en scale-ups. De belastingkorting wordt vormgegeven door de grondslag van de voordelen uit aandelenopties te beperken tot 65%, zodat over een lager voordeel belasting wordt geheven. Het doel is om het effectieve tarief uit te laten komen op de belastingheffing in box 2.

Uitstel belastingheffing aandelenopties

Het voorstel is om ook het moment van belastingheffing uit te stellen naar uiterlijk het moment waarop de aandelen – die verkregen zijn na uitoefening van de aandelenopties – worden verkocht. Op die manier hoeft er nog geen belasting betaald te worden als er nog geen geld beschikbaar is.

Vanaf 2027?

Het doel is om de regeling met ingang van 2027 in werking te laten treden. De regeling wordt op dit moment uitgewerkt tot een wetsvoorstel en is dus nog niet definitief. De Tweede Kamer wordt voor het zomerreces nader geïnformeerd.

Nieuwe site voor startende ondernemers

By nieuws

Wil je een onderneming starten, dan komt er veel op je af. Je krijgt te maken met tal van zaken die geregeld moeten worden en waar je aan moet voldoen. Een nieuwe site biedt hier inzicht en duidelijkheid in.

Nieuwe site

Kantoor

Deze nieuwe site is een initiatief van onder meer de KVK, Belastingdienst en het UWV. Je vindt de nieuwe website hier

Uiteenlopende vragen

De website bestaat uit een vragenlijst. Deze is breed opgezet en bevat dan ook uiteenlopende vragen. Doordat de startende ondernemer zelf via antwoorden op vragen zijn persoonlijke en bedrijfssituatie schetst, worden de verplichtingen afgestemd op de specifieke situatie. De vragen hebben onder meer betrekking op de persoon van de startende ondernemer, de huidige werkomgeving, de sector waarin gestart gaat worden, de rechtsvorm en de te verkopen producten of diensten.

Gericht advies

Op basis van de antwoorden volgt een opsomming van regels waarmee je als starter te maken krijgt. Daarnaast worden adviezen verstrekt en wordt informatie gegeven waarmee je je voordeel kan doen. 

Tip! Na invulling van de gevraagde gegevens volgt een opsomming van regels die van belang kunnen zijn. Je kunt dit overzicht opslaan om er later nogmaals gebruik van te kunnen maken.

Meer informatie

Afhankelijk van de input volgt ook een aantal verwijzingen naar sites waar meer informatie gevonden kan worden. Wordt bijvoorbeeld aangegeven dat reclame gemaakt gaat worden, dan volgt automatisch een verwijzing naar de regelgeving daaromtrent. Ook algemene informatie wordt aangereikt, zoals hulp bij het opstellen van algemene voorwaarden.

Samenwerkingsverband dga met eigen bv fiscaal aangepakt

By nieuws

Als dga kunt u een samenwerkingsverband met de eigen bv aangaan. Voor deze belastingconstructie werkt het kabinet op dit moment een aanpak uit.

Samenwerking bv en dga als IB-ondernemer

Belastingdienst

Als dga bestaat de mogelijkheid om als IB-ondernemer een samenwerkingsverband aan te gaan met de eigen bv. Dit gebeurt dan in de vorm van een vof, cv of maatschap tussen de dga en de bv. De bv brengt in het samenwerkingsverband dan de onderneming in en/of het gebruik/genot van bepaalde activa. De dga brengt zijn arbeid in.

Let op! Zo eenvoudig als hierboven beschreven is het uiteraard niet. Aan een dergelijke samenwerking zitten verschillende haken en ogen. Daarbij moeten naast de fiscale aspecten ook de civiele aspecten, zoals bijvoorbeeld de aansprakelijkheid, niet uit het oog verloren worden.

Gebruikelijkloonregeling 

Het kabinet vindt dit een ongewenste belastingconstructie . De gebruikelijkloonregeling wordt dan namelijk ontweken door alle arbeid buiten de bv te houden. De aandeelhouder maakt daarnaast als IB-ondernemer gebruik van fiscale ondernemersfaciliteiten in de IB die daar, naar het oordeel van het kabinet, niet voor bedoeld zijn.

Onderzoek aanpak constructie

Het kabinet bekijkt momenteel daarom hoe ze deze in hun ogen ongewenste belastingconstructie kunnen aanpakken. Daarbij wordt gedacht aan het niet kunnen toepassen van de fiscale ondernemersfaciliteiten in de IB in dit soort situaties. Het kabinet onderzoekt nog welke ongewenste neveneffecten een dergelijke maatregel kan hebben. De maatregel moet namelijk wel proportioneel zijn en bovendien uitvoerbaar.

Let op! Meer dan de mogelijke aanpak zoals hierboven beschreven is op dit moment nog niet bekend. Houd er echter rekening mee dat het kabinet van plan is om de fiscale voordelen van een dergelijk samenwerkingsverband hoe dan ook aan te pakken.

Geen fiscale eenheid vennootschapsbelasting zonder economische eigendom

By nieuws

Als u meerdere bv’s bezit, kunt u ervoor kiezen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aan te gaan. De winst van alle bv’s in de fiscale eenheid wordt dan bij elkaar geteld en samen belast, ervan uitgaande dat er maar één belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting is.

Voorwaarden aangaan fiscale eenheid

Overheid

Niet alle bv’s kunnen zomaar een fiscale eenheid met elkaar vormen. Alleen als voldaan is aan de volgende voorwaarden kan om een fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting verzocht worden:

  • De moedervennootschap bezit ten minste 95% van het gehele juridische en economische eigendom in het nominaal gestorte aandelenkapitaal van de dochtervennootschap. Dit aandelenbezit vertegenwoordigt ten minste 95% van de statutaire stemrechten in de dochtervennootschap. In alle gevallen moet het aandelenbezit recht geven op ten minste 95% van de winst en ten minste 95% van het vermogen van deze dochtervennootschap.
  • De boekjaren van de deelnemende bv’s moeten samenvallen. Er geldt een uitzondering wanneer een bv in de loop van het jaar wordt opgericht.
  • Alle deelnemende bv’s moeten dezelfde winstbepalingsregels hanteren.
  • Zowel de moedervennootschap als de dochtervennootschap(pen) moet(en) feitelijk in Nederland zijn gevestigd.
  • De moedermaatschappij mag de aandelen in de dochtermaatschappij niet als voorraad aanhouden.

Voor- en nadelen

Een belangrijk voordeel van een fiscale eenheid is dat u verliezen van bv’s onderling kunt verrekenen, zodat er direct minder belasting wordt betaald. Een belangrijk nadeel is dat er maar één keer geprofiteerd kan worden van het lage Vpb-tarief van 19% tot een winst van € 200.000.

Casus: twijfel over economische eigendom

Voor het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden speelde een zaak waarbij een bv de juridische eigendom van de aandelen van een andere bv bezat, maar twijfel bestond of de bv ook de economische eigendom van de aandelen bezat en dit aan de gewenste fiscale eenheid in de weg zou kunnen staan.

Vooraf overeengekomen verkoopprijs

Het Hof stelde vast dat voor de vorming van een fiscale eenheid ook de economische eigendom van de aandelen voor minstens 95% in bezit moet zijn. Het Hof stelde vast dat de bv niet de economische eigendom van de aandelen bezat. Er was namelijk vooraf overeengekomen dat de aandelen in de dochter-bv op een vooraf vastgesteld moment en tegen een vooraf vastgestelde prijs weer zouden worden verkocht. Eventuele wijzigingen van de waarde van de aandelen kwamen dus niet voor rekening van de moedermaatschappij. Hierdoor liep de moedermaatschappij geen economisch risico.

Geen opgewekt vertrouwen

De moedermaatschappij voerde nog aan dat er sprake was van opgewekt vertrouwen, omdat de inspecteur via een beschikking de fiscale eenheid had bekrachtigd. Het Hof ging hier echter niet in mee, omdat de moedermaatschappij zelf had aangegeven wél over de economische eigendom van  de aandelen in de dochter-bv te beschikken. Nu dit niet het geval bleek, was de inspecteur niet gebonden aan de op basis van foutieve informatie afgegeven beschikking. De  bv’s konden derhalve geen fiscale eenheid aangaan.

Welk btw-tarief voor toegang tot bloemencorso?

By nieuws

Bij een bloemencorso trekken met bloemen versierde praalwagens door de straten. Is er voor een toegangskaartje van een bloemencorso het 9 of 21% btw-tarief van toepassing?

Bloemencorso

Pinnen

Bij een bloemencorso lopen muziekkorpsen en fanfares en dergelijke mee. De vraag doet zich dan ook voor of toegang tot een bloemencorso kan worden aangemerkt als een muziek- en/of toneeluitvoering. In dat geval kan namelijk voor toegang het lage btw-tarief (9%) worden toegepast.

Wanneer laag btw-tarief?

Wettelijk is bepaald dat voor het verlenen van toegang aan onder andere muziek- en toneeluitvoeringen het lage btw-tarief geldt. Hieronder worden ook opera’s, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen verstaan. 

Strikte uitleg: geen 9% btw

De Belastingdienst heeft in een standpunt aangegeven dat het lage btw-tarief van 9% gezien moet worden als uitzondering op de regel en dus strikt moet worden geïnterpreteerd. De begrippen muziek- en toneeluitvoeringen moeten daarom ook strikt worden uitgelegd. Een bloemencorso kan niet als zodanig worden aangemerkt, ook niet als dit gepaard gaat met muziek en beweging, aldus de Belastingdienst. Een rechtbank oordeelde onlangs op vergelijkbare wijze: het bloemencorso die bij de rechtbank verzocht om toepassing van het 9% btw-tarief kan bij een strikte uitleg niet onder de begrippen ‘muziekuitvoeringen’ of ‘toneeluitvoeringen’ worden begrepen.

Opgewekt vertrouwen: toch 9% btw 

Toch kon naar het oordeel van de rechtbank dit bloemencorso het lage btw-tarief toepassen, omdat sprake was van opgewekt vertrouwen door de wetgever. Die had in een Besluit het begrip ‘muziek- of toneeluitvoering’ namelijk ruim geïnterpreteerd door ook het verlenen van toegang tot een ‘show’ die wordt ervaren als cultureel amusement/vermaak daaronder te rangschikken. Het bloemencorso kon zich voor het jaar 2023 hierop met succes beroepen.

Per 2025 wijziging van het Besluit

Voor de jaren vanaf 2025 zal een beroep op opgewekt vertrouwen echter niet meer slagen. In een Besluit van 23 december 2024 is namelijk voor alle situaties vanaf 2025 opgenomen dat een bloemencorso niet als een muziekuitvoering of toneeluitvoering kan worden aangemerkt.

Dus toch 21% btw?

Een beroep op het opgewekt vertrouwen zal, naar het oordeel van de rechtbank, tot en met het jaar 2024 slagen. Nu het Besluit met ingang van 1 januari 2025 is aangepast, lijkt een beroep op het opgewekt vertrouwen vanaf 2025 niet meer mogelijk. 

Let op! Het beroep op het opgewekt vertrouwen is mogelijk naar het oordeel van de rechtbank. De Belastingdienst geeft in het standpunt echter aan zich hier niet in te vinden. Houd er daarom rekening mee dat de Belastingdienst niet akkoord zal gaan met toepassing van het 9% btw-tarief en waarschijnlijk hoger beroep in zal stellen tegen de uitspraak van de rechtbank. Mogelijk dat een gerechtshof in hoger beroep nog tot een ander oordeel komt.

Werknemer hanteerde geen correcte opzegtermijn: wie betaalt wat?

By nieuws

Een werknemer ging er in zijn ontslagbrief vanuit dat hij per direct het dienstverband met zijn werkgever kon beëindigen. Hij was er niet op bedacht dat hij op grond van de wet verplicht is een opzegtermijn in acht te nemen.

Per direct weg

Strategie

In een recente uitspraak ging het om een logistiek medewerker die op basis van een tijdelijk contract in dienst was getreden van 1 augustus 2023 tot en met 31 oktober 2023. Daarna werd het contract verlengd. Op 9 september 2024 liet de werknemer de werkgever weten dat hij per direct zijn ontslag indiende. 

Negatief saldo resteert

De werknemer had daarna niet meer voor de werkgever gewerkt. Op de eindafrekening had de werkgever een bedrag ingehouden in verband met het feit dat de werknemer zich niet aan de opzegtermijn had gehouden en er dus sprake was van een onregelmatige opzegging. Er resteerde een negatief saldo. Reden waarom de werkgever naar de rechter stapte om de werknemer te laten veroordelen tot betaling van het negatieve saldo.

De werknemer ging hier niet in mee en stelde een tegenvordering in terzake van achterstallig loon, de cao-verhoging, vakantiedagen en reiskosten. Verder gaf de werknemer aan dat er sprake was van een beëindiging van de arbeidsovereenkomst in onderling overleg en geen opzegging. En voor zover er dan toch sprake zou zijn van een opzegging, dan zou de werkgever hebben aangegeven dat hij de werknemer niet aan diens opzegtermijn zou houden. 

Oordeel rechter

De kantonrechter deelde die zienswijze niet. De brief van 9 september 2024 was duidelijk. Bovendien had de werkgever de stellingen van de werknemer gemotiveerd weersproken.  Om die reden was de kantonrechter van oordeel dat de werknemer de arbeidsovereenkomst onregelmatig heeft opgezegd. 

Vergoeding betalen

Dit betekent dat de werknemer aan de werkgever een vergoeding moet betalen gelijk aan het bedrag van het in geld vastgestelde loon over de termijn dat de arbeidsovereenkomst bij regelmatige opzegging had behoren voort te duren. In dit geval had de werknemer een opzegtermijn van een maand moeten hanteren, wat hij had nagelaten.

Tip! Ga na of de werknemer bij opzegging de correcte opzegtermijn in acht heeft genomen. Dit is uiteraard niet van belang als u akkoord gaat met een eerder vertrek.

Wat kreeg de werknemer wel?

Voor wat betreft de tegenvordering van de werknemer wees de kantonrechter de verzochte reiskosten, cao-verhoging en achterstallig loon toe, omdat de werknemer op grond van de afspraken tussen partijen (of in de cao) daarop aanspraak kan maken. Ook het verlofsaldo van acht nog openstaande vakantiedagen wordt door de rechter toegewezen, omdat de werkgever geen deugdelijke verlofregistratie had bijgehouden die het tegendeel bewees.

Tip! Houd een deugdelijke verlofregistratie bij zodat u zo nodig de stelling van de werknemer gemotiveerd kunt betwisten.

Internetconsultatie vaststellen hoogte bpm gebruikte auto

By nieuws

Als een gebruikte auto voor het eerst in het kentekenregister wordt ingeschreven, moet bpm worden afgedragen. Voor de omvang van de af te dragen bpm is de waardevermindering van de auto bepalend. Het kabinet gaat de regels inzake de bepaling van deze waardevermindering wijzigen en geeft via een internetconsultatie belangstellenden de gelegenheid een inbreng te leveren.

Voorgenomen wijzigingen

Auto

De door het kabinet voorgenomen wijzigingen betreft ten eerste het transparanter maken van te hanteren handelskoerslijsten door deze te baseren op recente handelsgegevens. Hiernaast wordt voorgesteld om onder voorwaarden de inkoopprijs te hanteren voor het berekenen van de bpm. Dit is met name voor unieke voertuigen van belang. Tenslotte wordt voorgelegd om strengere regels te hanteren voor het opstellen van taxatierapporten. Dit om te voorkomen dat via het opgeven van een onrealistisch lage waarde bpm kan worden ontdoken.

Voor wie van belang?

De nieuwe regels inzake het bepalen van de verschuldigde bpm zijn om te beginnen van belang voor autohandelaren, hun branches en voor degenen die gebruikte auto’s importeren. Ook taxateurs van auto’s zullen op de nieuwe regels in moeten spelen. Daarnaast zijn ook de kopers van gebruikte auto’s belanghebbend bij de internetconsultatie, aangezien bij latere verkoop van het voertuig de bpm een belangrijke rol speelt.

Internetconsultatie

De internetconsultatie is tot 25 mei 2025 geopend. Er liggen tien vragen voor waarop een reactie kan worden gegeven. Desgewenst kunnen documenten worden toegevoegd.

Loket Noodfonds energie nu geopend

By nieuws

Huishoudens met een laag inkomen en een relatief hoge energierekening kunnen bij het Noodfonds Energie ook dit jaar weer een tegemoetkoming in de kosten aanvragen. Het online loket is op 22 april geopend.

Voor wie?

Geld

De eisen om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen zijn ongewijzigd ten opzichte van 2024. Ook dit jaar kunnen huishoudens met een inkomen tot 130% van het sociaal minimum een tegemoetkoming krijgen, als zij minstens 8% van hun inkomen kwijt zijn aan energiekosten. Bij een inkomen tot 200% van het sociaal minimum dient minstens 10% van het inkomen naar energiekosten te gaan. 

Nieuw! Blokaansluiting

Nieuw dit jaar is dat de tegemoetkoming via het Noodfonds energie ook beschikbaar is voor huishoudens met een blokaansluiting. 

Aanvraag indienen

Een aanvraag voor het Noodfonds energie kan online worden ingediend. Hier kan ook eerst worden berekend of u voor de tegemoetkoming in aanmerking komt. Ook als er vorig jaar al een tegemoetkoming is verkregen, moet voor 2025 een nieuwe aanvraag worden ingediend met actuele gegevens. 

Aanvraag met DigiD

U kunt hier een aanvraag indienen. Bij de aanvraag is een DigiD nodig van alle volwassenen die deel uitmaken van het huishouden waarvoor de tegemoetkoming wordt aangevraagd. Heeft nog niet iedereen een DigiD, regel dit dan zo snel mogelijk. 

Goedgekeurd?

Als uw aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt u de tegemoetkoming via uw energieleverancier. Deze verlaagt dan uw energierekening.

Let op! De uitbetaling bij blokverwarming loopt niet via de energieleverancier, maar wordt rechtstreeks op uw bankrekening gestort.

Afschaffing CO2-rapportage voor bedrijven tot 250 werknemers?

By nieuws

Wordt de verplichte rapportage over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van werknemers afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers? In de Tweede Kamer is een motie aangenomen die daar misschien voor gaat zorgen.

Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM)

Auto

Werkgevers met 100 of meer werknemers zijn vanaf 1 juli 2024 verplicht om te rapporteren over het zakelijk verkeer én het woon-werkverkeer van hun werknemers. Deze verplichting maakt onderdeel uit van de Omgevingswet van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en staat bekend onder de naam ‘Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’, afgekort WPM.

Wat moet er gerapporteerd?

Deze werkgevers moeten bijvoorbeeld het totaal aantal kilometers dat de werknemers afleggen voor zakelijk en woon-werkverkeer rapporteren, maar ook het jaartotaal aan kilometers, uitgesplitst naar soort vervoermiddel en brandstoftype. De gegevens over 2024 kunnen vanaf 15 januari 2025 doorgegeven worden en moeten uiterlijk 30 juni 2025 ingestuurd zijn. In 2026 is een rapportage over het hele jaar 2025 verplicht. 

Tip! Kijk voor meer informatie over de rapportageverplichting op RVO.nl.

Motie Tweede Kamer

Op 15 april 2025 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen over het verminderen van de regeldruk voor het midden- en kleinbedrijf. De Tweede Kamer spreekt in deze motie uit dat de voorkeursoptie van de Ministeriële Stuurgroep Ondernemingsklimaat, Regeldruk en Uitvoerbaarheid zou moeten zijn dat de WPM wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers.

Let op! De aangenomen motie betekent nog niet dat de WPM ook daadwerkelijk al wordt afgeschaft voor bedrijven tot 250 werknemers. Bedrijven met 100 of meer werknemers moeten daarom nu gewoon nog aan de rapportageverplichtingen voldoen.

Aftrekbaar verlies uit borgstelling

By nieuws

Een dga die als borg werd aangeschreven mocht de daardoor ontstane regresvordering op zijn bv afwaarderen en dus een verlies in aanmerking nemen.

Dit oordeelde Rechtbank Noord-Holland die een casus behandelde waarin de Belastingdienst stelde dat de borgstelling onzakelijk was en verliesneming niet mogelijk was.

Borgstelling en regresvordering

Stoplicht

In de praktijk gebeurt het zeer regelmatig dat een dga zich jegens de bank borg moet stellen voor (een deel van) de schulden die zijn bv aangaat. Op het moment dat de bv die schulden dan niet meer kan afbetalen aan de bank, wordt de dga als borg door de bank aangesproken om die schulden alsnog te voldoen. De dga krijgt dan een zogenaamde regresvordering op de bv: hij kan de door hem betaalde bedragen ter aflossing van de schulden van de bv weer verhalen op de bv. De bv heeft echter over het algemeen dan geen financiële middelen meer, met als gevolg dat de waarde van de regresvordering vaak lager is dan het nominale bedrag of zelfs nul is. 

Afwaardering regresvordering

De regresvordering van de dga op de bv valt onder de regeling van het ter beschikking stellen van vermogen (box 1). De vraag die in de praktijk dan vaak speelt is of de dga een verlies kan nemen vanwege de aanspraak als borg. De Belastingdienst stelt zich bijna altijd op het standpunt dat dit niet mogelijk is omdat de borgstelling van een dga voor schulden van zijn bv naar het oordeel van de Belastingdienst in vrijwel alle gevallen onzakelijk is. Er is, in de ogen van de Belastingdienst, bijvoorbeeld geen willekeurige derde te vinden die een dergelijke borgstelling zou aangaan tegen een vergoeding of het is vanaf het begin voor de dga al duidelijk dat hij op de borg zal worden aangesproken.

Gevolg is dat de dga van de Belastingdienst geen verlies vanwege de gedaalde waarde van de regresvordering mag nemen.

Rechtbank Noord-Holland

Vaak zal de Belastingdienst door een rechter in het gelijk worden gesteld. Er zijn echter situaties denkbaar waarin een borgstelling van een dga voor zijn bv wel degelijk zakelijk kan zijn. Het is bovendien aan de Belastingdienst om aan te tonen dat de borgstelling onzakelijk is. Dat moet de Belastingdienst doen door aannemelijk te maken dat er geen derde is die onder dezelfde omstandigheden bereid zou zijn een dergelijke borgstelling aan te gaan. Slaagt de Belastingdienst niet in deze bewijslast, dan is de borgstelling zakelijk.

Zo verliep ook de casus die voorlag bij rechtbank Noord-Holland. De dga in die casus stond borg voor schulden die bij een bv ontstaan waren door de overname van een onderneming. De borgstelling bedroeg in dit geval een relatief klein deel van de totale schuld. Er was in deze casus ook een derde (in casu de verkoper van de onderneming) bereid geweest garant te staan voor een deel van de borgstelling. Er was naar het oordeel van de rechtbank verder geen reden om aan te nemen dat leningen die de bank aan de bv verstrekte onzakelijk waren. Dit alles bij elkaar maakte dat de rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst niet aannemelijk maakte dat sprake was van een onzakelijke borgstelling. De dga kon daarom een verlies nemen ter grootte van het bedrag waarvoor hij was aangesproken als borg.

In de praktijk

Voorgaande uitspraak betekent niet dat hiermee elke borgstelling zakelijk is en een eventueel verlies aftrekbaar. Een en ander is sterk afhankelijk van de individuele feiten en omstandigheden en de beoordeling daarvan door de Belastingdienst en uiteindelijk de rechter.

Houd er verder rekening mee dat wellicht hoger beroep is ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank en dat een gerechtshof mogelijk dus nog anders kan oordelen.