Skip to main content
Category

nieuws

Werkgever aansprakelijk voor schade vanwege niet afsluiten verkeersongevallenverzekering

By nieuws

Een werkgever werd aansprakelijk geacht voor de schade van een maaltijdbezorger. Deze schade was het gevolg van een hem overkomen verkeersongeval met zijn scooter tijdens werktijd. Wat zijn de verplichtingen voor u als werkgever?

Goed werkgeverschap

Bestelbus

Op grond van goed werkgeverschap en de op dat punt ontwikkelde rechtspraak heeft een werkgever de verplichting een verzekering af te sluiten voor verkeersongevallen tijdens de uitoefening van werkzaamheden. Komt de werkgever zijn verzekeringsplicht niet na omdat hij het sluiten van een behoorlijk verzekering achterwege laat, en overkomt  zijn werknemer in de uitoefening van diens werkzaamheden een verkeersongeval? Dan is de werkgever aansprakelijk voor de schade die de werknemer lijdt als gevolg van het ongeval die anders zou zijn gedekt door een behoorlijke verzekering. 

Is het mogelijk een verzekering af te sluiten?

Een werknemer die  zich op het standpunt stelt en kan aantonen  dat ten tijde van het verkeersongeval de mogelijkheid bestond dit risico tegen een behoorlijke verzekering tegen een aanvaardbare premie te dekken, staat erg sterk in een procedure waarin de werkgever aansprakelijk wordt gesteld. 

Zorgplicht veiligheid

Op de werkgever rust namelijk een zorgplicht om te zorgen voor de veiligheid van de werknemer. Dit betreft een verbijzondering van zijn verplichting zich als goed werkgever te gedragen. Als de werkgever aansprakelijk kan worden gesteld op grond van schending van het goed werkgeverschap, dan hoeft er niet nog een beroep te worden gedaan op schending van de zorgplicht. 

Conclusie

Het is voor verkeersongevallen tijdens werktijd mogelijk een behoorlijk verzekering tegen een aanvaardbare premie af te sluiten.

Tip! Check of u een verzekering hebt afgesloten voor uw medewerkers die aan het verkeer deelnemen.

Btw bij verhuur congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte

By nieuws

Verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimten kan onder voorwaarden btw-belast, zonder dat de verhuurder en huurder hiervoor uitdrukkelijk kiezen. De staatssecretaris heeft een van de voorwaarden hiervoor verduidelijkt.

Btw-vrijgesteld of btw-belast?

Horeca

De verhuur van een (deel van een) onroerende zaak is in beginsel btw-vrijgesteld. In bepaalde situaties kunnen verhuurder en huurder, onder voorwaarden, echter samen uitdrukkelijk kiezen voor btw-belaste verhuur. Dit is, zeker voor de verhuurder, vaak gewenst omdat de verhuurder dan de btw over aankoop en onderhoud van de onroerende zaak in aftrek kan brengen.

Congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte

Kiezen voor btw-belaste verhuur is alleen mogelijk als de huurder de onroerende zaak voor minimaal 90% (of 70% in bepaalde situaties) gebruikt voor btw-belaste handelingen. Bij verhuur van congres-, vergader- en tentoonstellingsruimte is vaak sprake van kortdurende verhuur aan veel, en telkens andere huurders. Voor de verhuurder is het dan praktisch niet goed werkbaar om voor elke huurder na te gaan of die wel voldoet aan de voorwaarden om te kiezen voor btw-belaste verhuur.

Goedkeuring btw-belast verhuren zonder keuze

Om die reden is er al langer een goedkeuring van de staatssecretaris om congres-, vergader- en tentoonstellingsruimten te verhuren met btw, zonder dat verhuurder en huurder hier samen expliciet voor kiezen.

Let op! Als gebruik wordt gemaakt van de goedkeuring hoeft de verhuurder dus niet na te gaan of de huurder het gehuurde gebruikt voor minimaal 90% (of 70%) voor btw-belaste handelingen. De goedkeuring kan dus ook worden toegepast als de huurder het gehuurde voor minder dan 90% (of 70%) voor btw-belaste handelingen gebruikt.

Voorwaarden goedkeuring

Voorwaarde voor de goedkeuring is dat de huurder de gehuurde ruimte alleen als congres-, vergader- en/of tentoonstellingsruimte gebruikt. Een ander gebruik is dus niet toegestaan. Verder moet de verhuurder expliciet aan de huurder kenbaar maken dat de verhuur met btw belast is. Dit kan bijvoorbeeld door dit te melden op de prijslijst of in de huurovereenkomst. Tot slot geldt als voorwaarde dat de huurder de ruimte voor maximaal één maand huurt.

Let op! De staatssecretaris heeft onlangs verduidelijkt dat het bij maximaal één maand niet gaat om de looptijd van de huurovereenkomst, maar om de daadwerkelijk duur van de huur.

Huurt een huurder bijvoorbeeld drie jaar lang ieder week voor één dag een vergaderruimte, dan duurt de huurovereenkomst wel langer dan één maand, maar de daadwerkelijke huur niet. De goedkeuring kan dan dus worden toegepast.

Niet voldaan aan voorwaarden?

Wordt niet voldaan aan de voorwaarden, dan kan de goedkeuring niet worden toegepast. Huurder en verhuurder kunnen dan wel gebruikmaken van de wettelijke mogelijkheid om uitdrukkelijk te kiezen voor btw-belaste verhuur. Uiteraard moet dan wel aan de voorwaarden worden voldaan.

Tip! De ruimte die verhuurd wordt, hoeft niet uitsluitend een congres-, vergader- en/of tentoonstellingsruimte te zijn. Het gaat erom dat de huurder de betreffende ruimte uitsluitend als congres-, vergader- en/of tentoonstellingsruimte gebruikt. Zo kan een hotel, café of restaurant ook van de goedkeuring gebruikmaken als zij een ruimte verhuren aan een huurder die deze alleen als bijvoorbeeld vergaderruimte gebruikt. Uiteraard moet dan wel ook aan de andere voorwaarden van de goedkeuring voldaan worden.

Mag u de chauffeurskaart voor uw werknemer vergoeden?

By nieuws

Voor een bestuurder van een taxi is een chauffeurskaart verplicht. Kan een werkgever zonder meer de kosten voor zo’n kaart voor zijn werknemers betalen of onbelast aan hen vergoeden?

Chauffeurskaart

Taxi

Een chauffeurskaart is een kaart waarmee een boordcomputer de identiteit van de bestuurder van een taxi kan vaststellen. Op de kaart kunnen ook gegevens opgeslagen worden. U kunt denken aan gegevens als het kenteken en de kilometerstand van de auto, de arbeids- en rusttijden van de bestuurder, gegevens met betrekking tot de taxivergunning en allerlei gegevens met betrekking tot de taxiritten. Voor iedere bestuurder van een auto die wordt ingezet voor taxivervoer, is zo’n chauffeurskaart verplicht.

Aanvragen chauffeurskaart

De chauffeurskaart kan alleen door de bestuurder worden aangevraagd bij het Kiwa Register. De bestuurder moet bij de aanvraag onder meer de volgende documenten overleggen:

  • een verklaring omtrent het gedrag voor het besturen van een taxi (hierna VOG), en
  • een geneeskundige verklaring voor het besturen van een taxi.

VOG gericht vrijgesteld

Aan het aanvragen van een VOG zijn kosten verbonden. Voor de vergoeding van het aanvragen van een VOG geldt een gerichte vrijstelling. U kunt deze kosten daarom onbelast aan uw werknemer vergoeden. Hiervoor hoeft dus niet de vrije ruimte te worden gebruikt.

Geneeskundige verklaring niet gericht vrijgesteld

Aan een geneeskundige verklaring zijn ook kosten verbonden. De Belastingdienst is van oordeel dat voor de vergoeding van deze kosten geen gerichte vrijstelling kan worden toegepast. U kunt deze kosten daarom niet zonder meer onbelast vergoeden aan uw werknemer.

Geneeskundige verklaring in vrije ruimte

U kunt er wel voor kiezen om de vergoeding aan te wijzen als eindheffingsloon in de vrije ruimte. Voor de werknemer is de vergoeding dan onbelast. U betaalt hierover ook geen belasting als uw totaal aan aangewezen vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen in een jaar binnen de vrije ruimte blijven. Wordt de vrije ruimte overschreden, dan bedraagt de belasting ten laste van u als werkgever 80% van deze overschrijding.

Let op! De vrije ruimte bedraagt in 2024 1,92% tot een fiscale loonsom van € 400.000 en 1,18% over het meerdere.

Belastingaangifte C en M 2 maanden eerder indienen

By nieuws

Buitenlands belastingplichtigen moeten dit jaar eerder hun aangifte indienen. Hetzelfde geldt voor belastingplichtigen die zijn geïmmigreerd of geëmigreerd. Het betreft de aangifte C voor buitenlands belastingplichtigen en de aangifte M voor emigranten en immigranten.

Voor 1 mei indienen

Geld

Buitenlands belastingplichtigen en emigranten en immigranten moeten hun aangifte over 2023 in principe vóór 1 mei 2024 indienen. Dit is twee maanden eerder dan de termijn die tot nu toe gold. De termijn is verkort omdat een langere termijn vanwege de digitalisering van de aangifte niet meer nodig is.

Tip! Net als voor andere belastingplichtigen geldt kan uitstel aangevraagd worden als het tijdig inleveren van de aangifte niet lukt.

Kwalificeert opstarttijd als werktijd?

By nieuws

Onder werktijd vallen de uren die de werknemer werkt in opdracht van de werkgever. Het opstarten en inloggen vindt voor elke werknemer dagelijks plaats. De vraag is of deze tijd ook als werktijd moet worden beschouwd? Inmiddels zijn hierover diverse procedures gevoerd.

Wel arbeidstijd

Typen

Geoordeeld is dat inloggen vaak niet in één keer lukt en daarom beschouwd moet worden als ‘voorbereidende werkzaamheden’ die nodig zijn om de werkzaamheden uit te kunnen voeren. De loonvordering van de werknemer over deze opstarttijd (tien minuten per keer) werd derhalve toegewezen. 

In een andere zaak oordeelde de kantonrechter dat verplichte aanwezigheid voorafgaand aan de start van de normale werktijd kwalificeert als arbeidstijd, en dat de werknemer recht heeft op loon en vakantietoeslag over die tijd. Van belang is dat de werknemer in dat kwartier in opdracht van de werkgever beschikbaar was als arbeidskracht.

Ook een werknemer die loon vorderde op grond van deze zogenaamde tien minuten-regel over de periode vanaf 5 september 2018 tot en met december 2020 kreeg gelijk. Hij had recht op loon over de extra werktijd, vermeerderd met 8% vakantiebijslag, de vakantie-uren en de wettelijke verhoging gematigd tot 10%.

Geen arbeidstijd

Bij een werknemer die thuiswerkte en 15 minuten voorafgaand aan de dienst ingelogd moest zijn en zich 10 minuten voor aanvang van de dienst online moest melden bij de supervisor, werd deze tijd echter niet als werktijd aangemerkt. Haar situatie was anders omdat ze de mogelijkheid had om thuis haar tijd tot aan het aanvangstijdstip van haar dienst vrij in te richten.  

Tot slot

Als het gaat om werken onder instructie van de werkgever waarbij er voorbereidende werkzaamheden nodig zijn om feitelijk te starten en deze tijd dus niet vrij te besteding is door de werknemer, dient de tijd als werktijd aangemerkt te worden en ook als zodanig te worden uitbetaald.

Verplichte rapportage zakelijk en woon-werkverkeer werknemers vanaf 1 juli 2024

By nieuws

Werkgevers met 100 of meer werknemers zijn vanaf 1 juli 2024 verplicht om te rapporteren over het zakelijke verkeer en het woon-werkverkeer van hun werknemers. Deze verplichting maakt onderdeel uit van de Omgevingswet van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM)

Auto

De verplichting staat bekend onder de naam ‘Rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit’, afgekort WPM. Alleen werkgevers met 100 of meer werknemers in dienst moeten aan deze rapportageverplichting voldoen. Deze werkgevers moeten straks naast alle zakelijke reizen, ook het woon-werkverkeer van hun werknemers gaan bijhouden.

Let op! Voor de grens van 100 of meer werknemers moeten de werknemers van alle vestigingen (van een onderneming of rechtspersoon) bij elkaar worden opgeteld. Hierbij tellen alleen werknemers mee die een arbeidsovereenkomst hebben en minimaal 20 uren betaald werk per maand verrichten. Ingehuurde gedetacheerden en uitzendkrachten tellen niet mee.

Ingangsdatum 1 juli 2024?

In eerste instantie zou de verplichting vanaf 1 januari 2024 gelden, maar de ministerraad besloot in november om dit uit te stellen naar 1 juli 2024. Zo heeft u iets meer tijd om u voor te bereiden.

Zorg dat uw administratie op orde is

Heeft u meer dan 100 werknemers in dienst? Dan bent u dus vanaf 1 juli 2024 verplicht om diverse gegevens bij te houden en te rapporteren. Zorg daarom dat u uw administratie hier klaar voor is!

Welke gegevens?

In een handreiking van RVO staat welke gegevens u moet bijhouden. Dit zijn bijvoorbeeld het totaal aantal kilometers dat uw werknemers heeft afgelegd voor zakelijk verkeer en woon-werkverkeer, maar ook het jaartotaal aan kilometers, verdeeld in soort vervoermiddel en brandstoftype.

Tip! Voor de uitzendbranche is een aparte handreiking beschikbaar.

Deadline 30 juni 2025

De gegevens over de tweede helft van 2024 moet u uiterlijk 30 juni 2025 insturen. U mag er overigens ook voor kiezen om wel over heel 2024 al te rapporteren. Vanaf 2025 bent u verplicht om over het hele jaar te rapporteren. De gegevens over heel 2025 moet u uiterlijk 30 juni 2026 insturen.

Tip! Aanwijzingen over de wijze waarop u moet rapporteren vindt u in de handleiding ‘Aan de slag met het online formulier WPM’.

Telt schuld ondernemerswoning mee voor excessief lenen bij bv?

By nieuws

Als dga mag u vanaf 2024 nog maar schulden tot een bedrag van maximaal € 500.000 hebben bij uw eigen bv’s. Zijn uw schulden hoger, dan betaalt u hierover belasting in box 2. Leningen ten behoeve van de eigen woning tellen niet mee als schuld. Maar geldt dat ook als met deze lening een ondernemerswoning is gefinancierd?

Wet excessief lenen

Bedrijfspand

Sinds 2023 mag een dga, zonder belastingheffing, nog maar een beperkt bedrag lenen bij de eigen bv’s. In 2024 bedraagt dit beperkte bedrag € 500.000, in 2023 was dit nog € 700.000. Naast dit bedrag mag wel een schuld voor een eigen woning bestaan. Deze schuld telt dus niet mee ter bepaling van de maximale schulden bij de eigen bv’s.

Schuld ondernemerswoning

Onlangs kwam de vraag aan de orde of een schuld voor een ondernemerswoning ook is uitgezonderd ter bepaling van de maximale schulden. In de praktijk komt het voor dat een ondernemer in de inkomstenbelasting ook dga is in een bv. Wat nu als de ondernemer bij zijn eigen bv een schuld aangaat voor de aankoop van een ondernemerswoning voor zijn onderneming in de inkomstenbelasting?

Voorwaarden

Volgens een standpunt van de Belastingdienst is ook een dergelijke schuld uitgezonderd, mits die schuld voldoet aan de voorwaarden die gelden voor de aftrek van hypotheekrente voor een eigen woning. Hoewel de woning en de schuld aangemerkt dienen te worden als ondernemersvermogen, moet dus wel aan de eisen worden voldaan die gelden voor de aftrek van hypotheekrente inzake de eigen woning. Ook geldt de voorwaarde dat in beginsel een recht van hypotheek op de eigen woning moet zijn verstrekt aan de eigen bv.

Let op! De bepaling of de schulden het maximum overschrijden vindt voor het jaar 2024 pas plaats op 31 december 2024. Als niet voldaan wordt aan de voorwaarden die gelden voor aftrek van hypotheekrente ten behoeve van een eigen woning, kunnen de voorwaarden nog voor die datum worden aangepast. Op deze manier kan voorkomen worden dat door de schuld het maximum van € 500.000 wordt overschreden.

Gebruik auto van de zaak door meerdere werknemers, wat nu?

By nieuws

Als aan een werknemer een auto van de zaak ter beschikking wordt gesteld, geldt de bekende bijtellingsregeling. Maar wat nu als één auto aan meerdere werknemers ter beschikking wordt gesteld? Hoe zit het dan met de bijtelling?

Bijtellingsregeling

Auto

De bijtellingsregeling komt er in het kort op neer dat jaarlijks een percentage van de catalogusprijs van de auto als inkomen moet worden aangemerkt. Hierover betaalt de werknemer belasting. Het percentage wordt bepaald in het jaar van aankoop en geldt voor 60 maanden. Daarna geldt het dan geldende percentage. 

Gebruik door meerdere werknemers

De bijtellingsregeling geldt voor het privégebruik dat een werknemer van de auto kan maken. De vraag is wat de regels zijn als de auto aan meerdere werknemers ter beschikking staat voor privégebruik. De Belastingdienst heeft onlangs aangegeven dat de bijtelling dan gebaseerd moet worden op de mate waarin de auto aan de werknemers ter beschikking is gesteld.

Voorbeeld 
Een auto staat ter beschikking aan twee werknemers die de auto ieder ook privé gebruiken. Staat de auto aan beide werknemers in gelijke mate ter beschikking, dan bedraagt de bijtelling bij beide werknemers 50% van de normale bijtelling. Betreft het een auto met een cataloguswaarde van bijvoorbeeld € 40.000 en een bijtelling van 22%, dan bedraagt de totale bijtelling € 8.800 per jaar. Per werknemer bedraagt de jaarlijkse bijtelling dan 50% x € 8.800 = € 4.400.

Normen verpachte landbouwgrond voor 2023 bekendgemaakt

By nieuws

Personen die landbouwgrond verpachten, moeten de waarde van deze grond aangeven in box 3. De Belastingdienst publiceert jaarlijks de cijfers inzake de waardering van landbouwgrond. Deze cijfers liggen ook ten grondslag aan de waarde van verpachte grond.

Niet voor alle grondsoorten

Tractor

De cijfers hebben betrekking op verpacht grasland en akkerland, die ten behoeve van de landbouw worden gebruikt. De cijfers kunnen dus niet voor andere grondsoorten gebruikt worden, zoals grond bestemd voor glastuinbouw, boomgaarden en grond bestemd voor wegen.

Verpachte grond

De waarde van verpachte grond is een percentage van de waarde van onverpachte grond. Het percentage is weer afhankelijk van de nog resterende looptijd van de pacht. Hoe korter de resterende looptijd, hoe hoger het percentage. Dit is minimaal 60 en maximaal 98% van de waarde in onverpachte staat.

Uiteenlopende waardes

De waarde van de grond verschilt per regio enorm. Zo bedraagt de normwaarde van een hectare grond op de Waddeneilanden € 38.500, terwijl deze in de Zuidelijke IJsselmeerpolders € 175.500 is. Voor de meeste gronden varieert de waarde rond de € 70.000 à € 80.000 per hectare.

Heffing box 3

Verpachte gronden moet voor de belastingheffing in box 3 aangemerkt worden als beleggingen/andere bezittingen. Hiervoor wordt een rendement verondersteld dat voor 2024 6,04% bedraagt. Over dit veronderstelde rendement betaalt u 36% belasting.

Lagere waarde?

Bent u van mening dat de waarde van uw grond lager is, dan kunt u hiervan afwijken. U dient dan wel te onderbouwen waarom naar uw mening de standaardwaardering op uw grond niet van toepassing is.

 

Controle plastictaks voorlopig opgeschort

By nieuws

De controle op de heffing op wegwerpplastic wordt per 1 januari 2024 opgeschort. Staatssecretaris Heijnen heeft de handhavende Inspectie Leefomgeving en Transport opgedragen de heffing vanaf 1 januari 2024 niet meer te handhaven. De heffing wordt voorlopig nog niet afgeschaft.

Ondernemer mag zelf beslissen

Snackbar

Het besluit van de staatssecretaris is het gevolg van een motie van de Tweede Kamer waarin werd opgeroepen de heffing op wegwerpplastic af te schaffen. Dat gebeurt nog niet, dat laat de staatssecretaris over aan een nieuw kabinet. In de praktijk kunnen winkeliers nu zelf beslissen of ze al dan niet een heffing in rekening brengen aan de klant.

Alternatieven

Ondernemers zijn sinds 1 juli 2023 wel verplicht een herbruikbaar alternatief aan de klant aan te bieden. Die verplichting blijft gewoon bestaan, net als de mogelijkheid voor de klant om zelf bekers of bakjes mee te nemen.

Europese doelstelling

De verplichte heffing was gegrond op de Europese doelstelling op basis waarvan Nederland in 2026 40% minder plastic wil weggooien ten opzichte van 2022. Ook die verplichting blijft bestaan.

Evaluatie

Ook de mogelijkheid om klanten wegwerkbekers en -bakjes te geven bij consumpties ter plaatse, wordt verruimd. Dit betreft verpakkingen met maximaal 5% plastic die bovendien ingezameld worden en gerecycled kunnen worden.

Let op! De heffingen op plastic worden in de loop van 2024 geëvalueerd.