Skip to main content
Category

nieuws

Wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2025

By nieuws

Het wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2025 is bekend. De stijging t.o.v. 1 januari 2025 bedraagt afgerond 2,42%.

Wettelijk minimum(jeugd)lonen

Portemonnee

Het wettelijk minimumuurloon stijgt van € 14,06 per 1 januari 2025 naar € 14,40 per 1 juli 2025.

Met de stijging van het wettelijk minimumuurloon stijgen ook de minimumjeugdlonen als volgt.

 

 Leeftijd  Staffeling  Minimumloon per uur
 21 jaar en ouder  100,0%  € 14,40
 20 jaar   80,0%  € 11,52
 19 jaar  60,0%  € 8,64
 18 jaar  50,0%  € 7,20
 17 jaar  39,5%  € 5,69
 16 jaar  34,5%  € 4,97
 15 jaar  30,0%  € 4,32

 

Beroepsbegeleidende leerweg (bbl)

Voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een bbl gelden per 1 juli 2025 de volgende minimumuurlonen:

 

Leeftijd Staffeling Minimumloon per uur
21 jaar en ouder 100,0% € 14,40
20 jaar 61,5% € 8,86
19 jaar 52,5% € 7,56
18 jaar 45,5% € 6,55
17 jaar 39,5% € 5,69
16 jaar 34,5% € 4,97
15 jaar 30,0% € 4,32

 

Verbod op verpanding per 1 juli 2025 verboden

By nieuws

De Wet opheffing verpandingsverboden is aangenomen. Hierdoor is het straks niet meer mogelijk om de overdracht of verpandingen van zakelijke geldvorderingen op naam te verbieden of beperken. De datum van inwerkingtreding van de wet is echter nog niet bekend.

Aanleiding wetswijziging

Bouw

Op dit moment is het nog mogelijk om contractueel af te spreken dat geldvorderingen op naam niet mogen worden gecedeerd (overgedragen) of verpand. In bepaalde sectoren, zoals de bouw- en retailsector, gebeurt dit op grote schaal. Hierdoor kunnen deze vorderingen echter niet ingezet worden als dekking voor kredietverlening of worden overgedragen aan bijvoorbeeld factormaatschappijen.

Verbod overdracht of verpanding straks verboden

Door de wetswijziging is het vanaf 1 juli 2025 niet meer mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding van een zakelijke geldvordering op naam te verbieden of beperken. Het is dan dus ook niet meer mogelijk om te bedingen dat overdacht of verpanding alleen aan bepaalde partijen mogelijk is of te bedingen dat overdacht of verpanding alleen mag met instemming van de schuldenaar.

Let op! Het blijft vanaf 1 juli 2025 wel mogelijk om het vestigen van een vruchtgebruik contractueel te verbieden of te beperken.

Alleen voor zakelijke geldvorderingen

Het gaat specifiek om zakelijke geldvorderingen. Dat wil zeggen, geldvorderingen in het reguliere handelsverkeer die in de uitoefening van een beroep of bedrijf zijn ontstaan. 

Let op! Geldvorderingen van particulieren die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf vallen niet onder de wetswijziging. Voor deze geldvorderingen blijft het dus mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding te verbieden of te beperken.

Uitzonderingen

Voor een aantal specifieke zakelijke geldvorderingen op naam blijft het wel mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding te verbieden of beperken. Het gaat daarbij om:

  • geldvorderingen uit hoofde van een betaal- of spaarrekening, en 
  • geldvorderingen uit hoofde van een krediet- of geldleningsovereenkomst waarbij aan de kant van de kredietgever meerdere partijen betrokken zijn of zullen zijn, en
  • geldvorderingen van of op een clearinginstelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een verrekeningsinstituut of een centrale bank, en
  • geldvorderingen op een zogenaamde G-rekening.

Invoering schriftelijke mededeling

In de wet is nog een andere wijziging opgenomen. De crediteur moet vanaf 1 juli 2025 de debiteur schriftelijk meedelen dat de geldvordering is overgedragen of verpand. Pas als dat is gebeurd, is de overdracht of verpanding ook effectief richting de debiteur.

Bestaande contractuele afspraken?

De wet treedt in werking op 1 juli 2025 in werking. Bestaande contractuele afspraken blijven daarna nog tot 1 oktober 2025 in tact. Pas daarna kan de nietigheid van contractuele verboden of beperkingen van overdrachten en verpandingen worden ingeroepen.

Contant geld moet toegankelijk blijven

By nieuws

Minister Heinen van Financiën heeft de plannen bekendgemaakt om contant geld beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden. Het wetsvoorstel Chartaal betalingsverkeer is naar de Tweede Kamer gestuurd.

Toegankelijk

Euro

Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat contant geld toegankelijk moet blijven. Sommige mensen hebben namelijk moeite met het digitale betalingsverkeer, zoals ouderen. Sommigen willen liever sowieso contant betalen, bijvoorbeeld om grip te houden op het budget. Ook bij een storing van pinautomaten is de beschikbaarheid van contant geld van belang.

Voldoende geldautomaten

Om een en ander te realiseren bevat het wetsvoorstel onder meer voor grote banken de plicht om voldoende geldautomaten beschikbaar te stellen. Dit betekent dat de afstand tot een geldautomaat maximaal vijf kilometer mag bedragen. Hierover bestaan al vrijwillige afspraken, maar die blijken onvoldoende.

Gratis geld opnemen voor particulieren

De wet regelt ook dat geld opnemen voor particulieren gratis moet blijven. Voor ondernemers gaan maximum tarieven gelden voor het opnemen van geld. Ook moeten volgens het wetsvoorstel klanten van banken met minstens 500.000 klanten bankbiljetten kosteloos kunnen storten bij geldautomaten. De geldautomaten van Geldmaat worden hiervoor beschikbaar gesteld. 

Toezicht

De Nederlandse Bank gaat volgens deze wet toezicht houden op de naleving ervan.

Let op! De Tweede en Eerste Kamer moeten nog over dit wetsvoorstel stemmen.

Vanaf 2027 geen arbeidskorting meer op uitkeringen

By nieuws

Mensen die een uitkering krijgen en daarnaast ook voor een werkgever werken, kunnen er vanaf 2027 op achteruitgaan. Vanaf die datum mogen werkgevers die een (arbeidsongeschiktheids)uitkering betalen aan een werknemer daarop namelijk niet langer de arbeidskorting toepassen.

Arbeidskorting

Invalide

De arbeidskorting is een korting op de te betalen belasting waarop iemand recht heeft als hij werkt. De hoogte van de korting is onder meer afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen en bedraagt in 2025 maximaal € 5.599.

Arbeidskorting op uitkering?

In beginsel bestaat alleen recht op arbeidskorting als iemand werkt. Om die reden kan het UWV op de belasting die geheven wordt op uitkeringen geen arbeidskorting inhouden. 
Werkgevers die een (arbeidsongeschiktheids)uitkering betalen aan werknemers kunnen op die uitkering, onder voorwaarden, echter wél arbeidskorting inhouden. 
Op 15 november 2024 oordeelde de Hoge Raad dat dit verschil in behandeling in strijd is met het discriminatieverbod.

Vanaf 2027 niet meer

Om die reden is nu besloten dat een werkgever, net als het UWV, geen arbeidskorting mag toepassen op uitkeringen. Dit besluit heeft gevolgen voor zo’n 11.000 mensen met een uitkering die uitbetaald wordt via een werkgever. Dit betreft voor het grootste deel arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

Om de zo’n 11.000 mensen die het aangaat zo goed mogelijk te informeren over de wijziging gaat deze niet nu al, maar pas vanaf 2027 in.

Minder regeldruk voor mkb: ‘nee, tenzij’

By nieuws

Het kabinet gaat zich sterk maken voor minder regeldruk voor het bedrijfsleven. Dit gebeurt onder meer door een aanscherping van de zogenaamde Bedrijfseffectentoets. De aanpassingen zijn met name gericht op kleine ondernemingen.

Bedrijfseffectentoets

Hofvijver

Met de Bedrijfseffectentoets (BET) kan worden nagegaan wat bedoelde en onbedoelde effecten van voorgenomen wet- of regelgeving zijn voor het bedrijfsleven. De BET is een verplichte kwaliteitseis.

Tip! Wilt u meer weten over de BET, kijk dan hier.

Aanscherping

De aanscherping, met name gericht op het kleine mkb, bevat onder meer het volgende.

  • Bij regelgeving gaat het ‘nee, tenzij’ principe gelden. Regelgeving kan dus alleen nog worden ingevoerd als hieraan niet te ontkomen is.
  • Verder gaat het uitgangspunt gelden dat nieuwe regelgeving in beginsel binnen de eigen mkb-onderneming kan worden uitgevoerd, dit geldt ook voor kleine ondernemingen. 
  • Ook moet uitdrukkelijk worden bezien of voor kleine ondernemingen met weinig personeel een uitzondering of lichtere vorm van regelgeving mogelijk is.

Ook grotere rol ATR

Nieuw is ook dat nieuwe regelgevingsvoorstellen voortaan voorafgaand aan advisering naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd. Dit orgaan adviseert de overheid over het zoveel mogelijk voorkomen van onnodige regeldruk. Het ministerie van Economische Zaken gaat bovendien bevorderen dat de BET zo correct mogelijk wordt ingevuld. 

Let op! De aanscherping van de BET betekent ook dat de Nederlandse uitwerking van Europese regelgeving met zo min mogelijk lasten moet worden geïmplementeerd.

Meer transparantie en openheid loon mannen en vrouwen

By nieuws

Een wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen moet het verschil in loon tussen mannen en vrouwen tegengaan. Dit wetsvoorstel ligt nu ter internetconsultatie. Wat houdt het voorstel in?

Loonverschillen

Handen schudden

Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat vrouwen gemiddeld per uur zo’n 13% minder verdienen dan hun mannelijke collega’s. Vanaf 14 november, op Equal Pay Day, werken vrouwen ongeveer de rest van het jaar symbolisch ‘voor niets’. Dit fenomeen geldt niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. 

Europese richtlijn

Om te zorgen dat dit verschil in loon tussen mannen en vrouwen wordt weggenomen, heeft de Europese Commissie een richtlijn opgesteld. Deze verplicht lidstaten onder meer maatregelen te nemen die zorgen voor openheid over beloning en die de rechtsbescherming van werknemers versterken. EU-richtlijnen moeten altijd worden omgezet in nationale wetgeving. 

Internetconsultatie

Er ligt momenteel een internetconsultatie voor waarin deze richtlijn is uitgewerkt in een concreet wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen. Deze internetconsultatie loopt tot en met 7 mei 2025. 

Meer transparantie en openheid

De wet beoogt meer transparantie en openheid te geven over loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Daarnaast wordt de rechtspositie van werknemers versterkt. Het doel is hiermee loonverschillen tegen te gaan. Wat omvat het wetsvoorstel onder meer: 

  • Werkgevers worden verplicht tot het hebben van loonstructuren met objectieve criteria op basis waarvan zij werknemers belonen. 
  • Daarnaast gaan diverse transparantiemaatregelen gelden voor werkgevers, met als doel de informatiepositie van (potentiële) werknemers te verbeteren. 
  • Werkgevers mogen sollicitanten geen vragen meer stellen over hun salarisgeschiedenis. 
  • Werkgevers vanaf 100 werknemers worden verplicht te rapporteren over loonverschillen binnen hun organisaties. Deze informatie wordt grotendeels openbaar gemaakt.

Versterking informatiepositie werknemer

Het wetsvoorstel versterkt de informatiepositie van werknemers doordat ze inzicht kunnen krijgen in het gemiddelde salaris van werknemers die hetzelfde of gelijkwaardig werk verrichten. Ook de verplichting tot transparantie over de beloning voorafgaand aan de indiensttreding zal sollicitanten een betere informatiepositie geven. 

Tip! Er is een tool die door Women Inc. is ontwikkeld met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die werkgevers helpt om zelf aan de slag te gaan met gelijkere beloningen op de werkvloer.

Fiets van de zaak? Wat mag u vergoeden?

By nieuws

Werkgevers kunnen voor een relatief klein bedrag een (elektrische) fiets aan hun personeel ter beschikking stellen. Wat is de eigen bijdrage voor de werknemer? En kunnen ook de kosten van het opladen van een ter beschikking gestelde elektrische fiets belastingvrij vergoed worden?

Ter beschikking gestelde fiets

Fiets

Sinds enkele jaren geldt voor een ter beschikking gestelde fiets, de fiets is dus eigendom van u als werkgever, een fiscaal aantrekkelijke regeling. Van de consumentenadviesprijs van de fiets moet u namelijk jaarlijks slechts 7% tot het loon rekenen. Hierover betaalt uw werknemer dan loonheffing. 

Voorbeeld
Een (elektrische) fiets van bijvoorbeeld € 2.500 levert jaarlijks een bijtelling op van € 2.500 x 7% = € 175. Hierover betaalt de werknemer in principe loonheffing. Bij een belastingtarief van bijvoorbeeld 35,82% (eerste schijf box 1) komt dit neer op ca. € 62. 

U betaalt daarnaast in de meeste gevallen nog premies werknemersverzekeringen van zo’n 20% over het bedrag van de bijtelling. Uiteraard kunt u er ook voor kiezen de bijtelling van de ter beschikking gestelde fiets in de vrije ruimte van de werkkostenregeling (WKR) onder te brengen. In dat geval blijft het voordeel onbelast.

Oplaadkosten

Mag u als werkgever ook de oplaadkosten van een ter beschikking gestelde elektrische fiets belastingvrij vergoeden? Dit is inderdaad mogelijk, want dergelijke kosten worden aangemerkt als intermediaire kosten. Uw werknemer betaalt namelijk kosten die normaal gesproken bij u thuis horen, aangezien de fiets uw eigendom is.

Fiets eigendom van de werknemer?

Een ter beschikking gestelde fiets is eigendom van u als werkgever. Betreft het een (elektrische) privéfiets van de werknemer, dan mag u uw werknemer een vergoeding verstrekken van € 0,23 per kilometer voor het woon-werkverkeer.

Bij een elektrische fiets die van de werknemer is, is er geen belastingvrije vergoeding van de oplaadkosten mogelijk. Verstrekt u toch een vergoeding voor deze kosten, dan is het bedrag belast als loon bij uw werknemer. U mag als werkgever deze kosten wel onderbrengen in de vrije ruimte van de WKR. 

Let op! Brengt u kosten onder in de vrije ruimte van de WKR, let dan op dat u de vrije ruimte niet overschrijdt.

Tip! Als u de werknemer op de werkplek in de gelegenheid stelt de fiets op te laden, dan hoeft u (op grond van een kennisgroepstandpunt van de Belastingdienst) geen voordeel in aanmerking te nemen. Het voordeel blijft dan onbelast.

Subsidie flexibeler gebruik elektriciteit

By nieuws

Het kabinet stelt € 62 miljoen subsidie beschikbaar voor bedrijven die problemen ondervinden als gevolg van het overbelaste stroomnet. De subsidie, de Flex-e regeling, is beschikbaar voor het inwinnen van advies of voor het doen van noodzakelijke investeringen om het elektriciteitsgebruik flexibeler te maken.

Voorwaarden

Lamp

De subsidie is beschikbaar voor bedrijven die 100 kW of meer via hun netaansluiting afnemen. Naast nog andere voorwaarden, moet uw onderneming zich bevinden in een gebied waar het stroomnet vol is, een zogenaamd congestiegebied.

Drie opties

De subsidie is bedoeld om óf te onderzoeken of u flexibeler elektriciteit kunt gebruiken óf om direct maatregelen te treffen. Dit is uitgewerkt in drie mogelijkheden: een flexibiliteitsscan, een haalbaarheidsstudie en flexibiliteitsmaatregelen. Heeft u een van de drie mogelijkheden afgerond binnen de aanvraagperiode? Dan is het mogelijk om ook nog voor een ander onderdeel subsidie aan te vragen.

Flexibiliteitsscan

De flexibiliteitsscan geeft inzicht in de mogelijkheden inzake flexibel elektragebruik. De subsidie vergoedt 50% van de kosten met een maximum van € 10.000. In uw aanvraag moet u onder andere aangeven hoeveel elektriciteit u verbruikt en voor welke bedrijfsprocessen. 

Haalbaarheidsstudie

De haalbaarheidsstudie is bedoeld te onderzoeken welke maatregelen voor flexibel elektriciteitsgebruik technisch voor u haalbaar zijn. Ook moet duidelijk worden welke mate van flexibilisering de voorgenomen maatregel u oplevert. Per maatregel dienen de technische beschrijvingen uitgewerkt te worden in een zogenaamd technisch ontwerp. De subsidie dekt 50% van de kosten van de haalbaarheidsstudie met een minimum subsidiebedrag van € 10.000 en een maximum van € 125.000.

Flexibiliseringsmaatregelen

Ook voor de uiteindelijke investeringen in flexibiliseringsmaatregelen is subsidie beschikbaar. De optie ‘Flexibiliseringsmaatregelen’ is beschikbaar voor noodzakelijke investeringen in flexibilisering, waaronder aanschaf- en installatiekosten. Maatregelen zijn bijvoorbeeld het beperken van het gebruik van elektra en het opslaan ervan. De subsidie bedraagt 35% van de kosten, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 300.000. 

Aanvragen

U kunt de Flex-e regeling aanvragen bij RVO.nl. Hiervoor heeft u eHerkenning niveau 2+ nodig. Het loket voor deze subsidie is open tot en met 15 oktober 2025.

Afgewaardeerde schuld dga belast als uitdeling

By nieuws

Als dga is het mogelijk om een lening aan te gaan bij de eigen bv. Daarbij is onder meer van belang dat zakelijke voorwaarden worden toegepast. Dit is ook van belang als een dergelijke schuld moet worden kwijtgescholden.

Zakelijke voorwaarden

Sparen

Als een dga bij zijn bv een schuld heeft, betekent het hanteren van zakelijke voorwaarden dat vrijwel dezelfde voorwaarden moeten worden gehanteerd als de voorwaarden die voor andere schuldenaren gelden. Zo zal er onder andere een reële rente moeten worden afgesproken en zal duidelijk moeten zijn hoe de schuld zal worden afgelost.

Let op! Leg alle (zakelijke) afspraken bij een lening aan de bv schriftelijk vast en controleer regelmatig of partijen zich aan de afspraken houden.

Kwijtschelden

Net zoals bij andere schuldenaren kan het voorkomen dat een schuld van een dga bij zijn eigen bv onmogelijk kan worden afgelost. De bv kan er dan voor kiezen de schuld af te waarderen en het verlies voor zijn rekening te nemen. In een rechtszaak die speelde bij rechtbank Zeeland-West-Brabant kwam aan de orde aan welke voorwaarden dan voldaan moet worden.

Aandeelhoudersmotieven overheersen

In genoemde zaak had een bv een rekening-courantschuld van ruim € 1 miljoen van de dga afgewaardeerd. Volgens de dga was er sprake van zakelijk handelen en dus had hij hierover in zijn aangifte niets vermeld. De inspecteur was het hiermee niet eens en vond dat de aandeelhoudersmotieven overheersten. Hij ging uit van een winstuitdeling en vorderde de hierover verschuldigde belasting na. Hierna kwam de zaak voor de rechter.

Terugbetalingscapaciteit

Voor de rechtbank bleek dat er door de bv geen onderzoek was gedaan naar de terugbetalingscapaciteit van de dga. Hierover waren dan ook geen stukken aanwezig. De adviseur van de dga voerde weliswaar aan dat er gekeken was naar de privévermogenspositie van de dga, maar dit vond de rechtbank onvoldoende. Ook de verdiencapaciteit van de dga was niet betrokken bij de afweging om de schuld kwijt te schelden. 

De dga voerde nog aan dat de inspecteur onderzoek had moeten doen naar het zakelijke karakter van de kwijtgescholden schuld, maar de rechtbank was het hiermee niet eens en liet de navordering dan ook in stand.

Opname 10% pensioen ineens op zijn vroegst 1 juli 2026

By nieuws

Het opnemen van maximaal 10% van het pensioen ineens wordt op zijn vroegst pas mogelijk per 1 juli 2025. De mogelijkheid is namelijk opnieuw uitgesteld.

Hoewel het wetsvoorstel al stamt uit september 2020 en de Tweede Kamer op 8 oktober 2024 hiermee instemde, moet het wetsvoorstel nog door de Eerste Kamer worden aangenomen. De ingangsdatum die al keer op keer verschoven werd en inmiddels beoogd was per 1 juli 2025, wordt nu weer doorgeschoven naar op zijn vroegst 1 juli 2026.

Bedrag ineens

Euro

Als het wetsvoorstel uiteindelijk wordt aangenomen, bestaat de mogelijkheid om bij pensionering ineens maximaal 10% van het pensioen op te nemen. Die mogelijkheid komt er dan ook voor lijfrentes.
Wat een gepensioneerde met het bedrag ineens wil gaan doen, staat vrij. Er is in de wet geen verplicht bestedingsdoel opgenomen. Wel moet een gepensioneerde bij zijn keuze er rekening mee houden dat het bedrag ineens gevolgen kan hebben voor recht op toeslagen.