Skip to main content
Category

nieuws

Nieuwe regels voor incassodienstverleners vanaf 1 april 2024

By nieuws

Het beroep van incassodienstverleners wordt vanaf 1 april 2024 gereguleerd. De dienstverleners moeten vanaf die datum aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen en zich registreren.

Wet Kwaliteit incassodienstverlening

Portemonnee

De Wet Kwaliteit incassodienstverlening is in 2022 al door de Eerste Kamer aangenomen, maar treedt op 1 april 2024 in werking. De wet verbetert de incassodienstverlening onder meer door de verplichte registratie in een incassoregister en het stellen van kwaliteitseisen aan dienstverleners.
Let op! Het doel van de wet is onder meer dat mensen met schulden beter beschermd worden tegen mogelijke wanpraktijken van incassobureaus.

Kwaliteitseisen

Iedereen die namens anderen of na overdracht van een vordering bedrijfsmatig buitengerechtelijke incasso’s int bij consumenten, moet aan de kwaliteitseisen voldoen. Het gaat daarbij om eisen op het gebied van vakbekwaamheid, omgang met schuldeisers en schuldenaren, informatievoorziening en klachtbehandeling.

Incassoregister

Iedereen die deze werkzaamheden verricht is wettelijk verplicht zich ook te registeren. Bestaande incassodienstverleners moeten zich vóór 1 april 2025 registreren in het incassoregister. Incassodienstverleners die hun werkzaamheden starten op of na 1 april 2024 moeten zich meteen registreren.

Let op! Het is verboden om als incassodienstverlener werkzaam te zijn zonder inschrijving in het register. Dit geldt nu nog niet voor bestaande incassodienstverleners, omdat zij tot 1 april 2025 de tijd hebben om zich te registreren. Het verbod geldt ook niet voor gerechtsdeurwaarders en advocaten.

Toezicht en handhaving

De Inspectie Justitie en Veiligheid houdt toezicht en kan handhaven als een incassodienstverlener zich niet aan de regels houdt.

Beperking incassokosten

In de wet is ook een bepaling opgenomen die het stapelen van incassokosten bij terugkerende vorderingen beperkt. Is de maandelijkse vordering of het termijnbedrag lager dan € 266,67, dan mogen de incassokosten maximaal € 140 per zes maanden zijn.

Let op! Deze bepaling geldt pas vanaf 1 oktober 2024.

Achternaam meegeven aan kind is makkelijker geworden in 2024

By nieuws

Voor kinderen die na 1 januari 2024 geboren zijn, hebben ouders de mogelijkheid om aan een kind een achternaam te geven die een combinatie is van de achternaam van beide ouders. De volgorde wordt bepaald door de ouders. Dit is het gevolg van nieuwe wetgeving die de gecombineerde achternaam in Nederland introduceert.

De nieuwe wetgeving zorgt voor meer gelijkwaardigheid tussen ouders en geeft de mogelijkheid om bijzondere familienamen bewaard te laten blijven.

Dubbele achternaam?

Juridisch

Is er al sprake van een dubbele achternaam? Dan wordt slechts één deel van de achternaam doorgegeven. Als beide ouders al dubbele namen hebben, dan zijn er wel tien combinaties mogelijk voor de achternaam van het kind. Let wel, voor de adel gelden uitzonderingen. 

Keuze staat vast

Als er eenmaal is gekozen voor een dubbele achternaam, dan is het niet mogelijk terug te gaan naar een niet-gecombineerde achternaam. Het later omdraaien van de achternamen mag ook niet.

Adoptie

Bij adoptiekinderen geldt bovendien de mogelijkheid om in de combinatie van de achternamen ook de oorspronkelijke achternaam op te nemen. 

Overgangsregeling

Is uw kind voor 1 januari 2024 geboren en wilt u toch heel graag een gecombineerde achternaam? Er zijn mogelijkheden voor een hernieuwde naamkeuze. Dit kan echter alleen als uw oudste kind is geboren op of na 1 januari 2016. De kinderen binnen één gezin dienen namelijk allemaal dezelfde achternaam te hebben. Ouders dienen dit wel in 2024 te regelen en aan het aanpassen van de geboorteakte zijn kosten verbonden. 

Basisregels

Wanneer u geen keuze maakt met betrekking tot de achternaam van uw kind dan blijven de volgende hoofdregels gelden. Bij getrouwde ouders krijgen de kinderen dan de achternaam van de vader. Bij ongehuwde ouders krijgen de kinderen in dat geval de achternaam van de moeder. 

Afbouw salderingsregeling zonnepanelen voorlopig van de baan

By nieuws

Een wetsvoorstel om de salderingsregeling van zonnepanelen vanaf 2025 geleidelijk af te bouwen is niet aangenomen door de Eerste Kamer. Daarmee lijkt deze afbouw van de salderingsregeling voorlopig van de baan.

Salderingsregeling zonnepanelen

Zonnepanelen

De salderingsregeling houdt in dat de energie die u met uw zonnepanelen teruglevert aan uw energieleverancier verrekend wordt met de energie die u afneemt van uw energieleverancier. Neemt u meer af dan dat u teruglevert, dan bent u over het meerdere de met uw energieleverancier afgesproken prijs per kWh verschuldigd. Levert u meer terug dan dat u afneemt, dan krijgt u over het meerdere de met uw energieleverancier afgesproken prijs per kWh voor de meer teruggeleverde kWh.

Let op! In het verleden wilden energieleveranciers voor meer teruggeleverde kWh nog weleens dezelfde vergoeding geven als u zou moeten betalen voor meer afgenomen kWh. Op dit moment ligt de gemiddelde terugleververgoeding echter zo’n beetje nog maar tussen de 4 en 9 cent per kWh, een en ander afhankelijk van de energieleverancier.

Voorgestelde afbouw salderingsregeling

Het demissionaire kabinet vond de salderingsregeling niet meer nodig omdat de aanschaf van zonnepanelen goedkoper is geworden en de energieopbrengst per zonnepaneel hoger. Daarom was het voorstel om de salderingsregeling vanaf 2025 in stappen geleidelijk af te bouwen. Vanaf 2031 zou de salderingsregeling dan volledig zijn afgeschaft.

Eerste Kamer niet akkoord

De Tweede Kamer nam het voorstel aan, maar de Eerste Kamer kon zich niet vinden in dit voorstel en nam het dan ook niet aan. Dit betekent dat de afbouw van de salderingsregeling zoals die vanaf 2025 was voorgesteld, voorlopig niet doorgaat.

De Eerste Kamer gaf de regering nog wel een opdracht mee om een overheidscampagne te ontwikkelen waarin kleinverbruikers van zonnepanelen geïnformeerd worden over het nut van gedragsverandering. Het elektriciteitsnet wordt namelijk minder belast als kleinverbruikers de door hen opgewekte stroom gebruiken op momenten dat het stroomnet minder vol is.

Oude portaal voor zakelijke aangiften Belastingdienst sluit

By nieuws

Gebruikt u nog het oude portaal van de Belastingdienst om uw aangiften voor zakelijke belastingen in te dienen? Zorg dan dat u vóór 1 juli 2024 toegang krijgt tot Mijn Belastingdienst Zakelijk. Op 1 juli 2024 sluit namelijk het oude portaal van de Belastingdienst.

EHerkenning

Geld

Om gebruik te kunnen maken van Mijn Belastingdienst Zakelijk dient u over eHerkenning te beschikken. Zorg daarom dat u dit op tijd regelt. Op de website van de Belastingdienst vindt u hoe dit moet onder “Zo vraagt u eHerkenning aan”.

Tip! Als u een eenmanszaak heeft of een zzp’er bent, kunt u ook inloggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk met uw DigiD. U heeft dan geen eHerkenning nodig.

Bedrijf of organisatie zonder KVK-nummer

Voor 29 januari 2024 was voor bedrijven en organisaties zonder KVK-nummer geen eHerkenning beschikbaar. Dit is gewijzigd. Vanaf 29 januari 2024 kunnen deze bedrijven en organisaties ook eHerkenning aanvragen en daarna met eHerkenning inloggen op Mijn Belastingdienst Zakelijk.

Compensatie

Voor bedrijven en organisaties met een KVK-nummer is het -onder voorwaarden – mogelijk om compensatie te vragen voor de kosten van eHerkenning. Aanvragen kan via RVO.nl. De aanvraagperiode voor het kalenderjaar 2023 loopt van 1 oktober 2023 tot en met 30 september 2024.

Let op! Eenmanszaken en zzp’ers en ondernemers die een fiscaal dienstverlener machtigen om namens hen aangifte te doen, hebben geen recht op compensatie.

Tip! Voor de eHerkenning voor bedrijven en organisaties zonder KVK-nummer komt ook een compensatieregeling. Deze is op dit moment nog in ontwikkeling en dus nog niet aan te vragen.

 

Kopen, dan slopen, dan bouwen kost 10,4% overdrachtsbelasting

By nieuws

Als iemand een woning koopt, welke vervolgens gesloopt wordt en er op dezelfde plaats een nieuwe woning gebouwd wordt, is het hoge tarief aan overdrachtsbelasting verschuldigd. Dit blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Overdrachtsbelasting

Sleutels

Het normale tarief bij een kopen van een woning bedraagt 2%. Koopt u een tweede woning of wordt de woning niet uw hoofdverblijf, dan bent u 10,4% overdrachtsbelasting verschuldigd.

Eerst slopen, dan bouwen

In het bovengenoemde berechte geval was sprake van een appartementencomplex. Dit zou gesloopt worden, waarna op dezelfde plaats een nieuw appartementencomplex gebouwd zou worden. De vraag was welk tarief aan overdrachtsbelasting (OVB) hierop van toepassing was.

Moment van verkrijging bepalend

De rechtbank overwoog dat voor de OVB het moment van verkrijging bepalend is. Uit de feiten bleek dat de koper van de sloopwoning hierin niet zou gaan wonen. Dit zou pas gaan gebeuren op het moment dat de nieuw gebouwde woning klaar was. Daarom werd er niet voldaan aan de eis dat de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gebruikt zou worden. Derhalve was ook niet het lage tarief OVB van 2%, maar het hoge tarief van 10,4% van toepassing.

Geen uitzondering

Ook werd bij het totstandkomen van de wet geen uitzondering gemaakt voor de situatie waarover de rechtbank moest oordelen. De rechtbank was dan ook van oordeel dat het hier van toepassing zijnde hoge tarief overeen kwam met de bedoeling van de wetgever en dat voor dit soort situaties geen uitzondering gold.

Wijziging btw op verhuur zonnepanelen op of bij woning

By nieuws

Verhuurt u een woning waarop of waarbij zonnepanelen liggen? Houd dan rekening met nieuw beleid van de staatssecretaris dat vanaf 1 januari 2024 geldt.

Verhuur woning btw-vrijgesteld

Zonnepanelen

Voor de verhuur van een woning aan een particulier die deze ook als woning gaat gebruiken, geldt een btw-vrijstelling. Dit betekent dat u geen btw berekent over de verhuurprijs. Het betekent echter ook dat u de btw op de woning (bijvoorbeeld op de onderhoudskosten) niet in aftrek kunt brengen.

Zonnepanelen als onderdeel verhuur woning

Liggen op of in de nabijheid van de woning niet-geïntegreerde zonnepanelen (dat zijn zonnepanelen die niet ook als dakbedekking fungeren)? En verhuurt u die zonnepanelen in de huurovereenkomst van de woning mee? Dan gaat de verhuur van die zonnepanelen over het algemeen mee in de btw-vrijstelling van de verhuur van de woning. U berekent dan geen btw, maar u kunt ook de btw die tot en met 2022 drukte op de aanschaf van de zonnepanelen niet in aftrek brengen.

Let op! Over de levering en installatie op of in de onmiddellijke nabijheid van een woning wordt vanaf 1 januari 2023 geen btw meer berekend.

Zonnepanelen afzonderlijk verhuurd

Verhuurt u de niet-geïntegreerde zonnepanelen afzonderlijk, dus niet in de huurovereenkomst van de woning? Dan berekende u tot en met 2023 waarschijnlijk btw en heeft u ook de btw die drukte op de aanschaf van de zonnepanelen in aftrek gebracht.

Nieuw beleid: zonnepanelen als onderdeel verhuur woning

De staatssecretaris heeft nieuw beleid bekendgemaakt dat geldt vanaf 1 januari 2024. Volgens dit nieuwe beleid gaat de verhuur van niet-geïntegreerde zonnepanelen die op of in de onmiddellijke nabijheid van een woning liggen, mee in de btw-vrijgestelde verhuur van de woning. Ook als deze zonnepanelen afzonderlijk van de huurovereenkomst verhuurd worden. Dit nieuwe beleid zou tot gevolg kunnen hebben dat u vanaf 1 januari 2024 over de verhuur van de zonnepanelen geen btw meer mag berekenen. Bijkomend gevolg hiervan zou kunnen zijn dat u een deel van de in aftrek gebrachte btw op uw zonnepanelen weer terug zou moeten betalen.

Overgangsrecht

Gelukkig heeft de staatssecretaris overgangsrecht bekendgemaakt. Dit overgangsrecht houdt in dat u gedurende de periode dat u de btw op uw zonnepanelen nog terug zou moeten betalen, de zonnepanelen nog btw-belast mag verhuren.

Concreet betekent dit het volgende:

  • Kocht u de zonnepanelen – en nam u deze ook in gebruik – in 2019 of eerder? Dan past u vanaf 1 januari 2024 de btw-vrijstelling toe op de verhuur van de zonnepanelen. U hoeft de eerder in aftrek gebrachte btw vanaf 2024 namelijk niet meer terug te betalen. Door toepassing van de btw-vrijstelling kunt u vanaf 2024 geen btw voor de zonnepanelen (bijvoorbeeld op onderhoudskosten) meer in aftrek brengen.
  • Kocht u de zonnepanelen en nam u deze ook in gebruik in 2020, 2021 of 2022? Dan mag u vanaf 1 januari 2024 de zonnepanelen nog btw-belast verhuren. Dit mag tot het moment dat de termijn verstreken is waarbinnen u de eerder in aftrek gebrachte btw nog terug zou moeten betalen. Is die termijn verstreken, dan moet u vanaf dat moment de btw-vrijstelling toepassen op de verhuur van de zonnepanelen en kunt u geen btw voor de zonnepanelen (bijvoorbeeld op onderhoudskosten) meer in aftrek brengen.

Vragen?

Mag u nu nog wel of juist geen btw meer berekenen? Wanneer is de termijn verstreken waarbinnen u eerder afgetrokken btw nog moet terugbetalen? Wij kunnen ons voorstellen dat u deze of misschien nog andere vragen heeft. Neem daarom voor vragen over uw eigen situatie contact op met een van onze adviseurs. Zij helpen u graag met de beoordeling van uw situatie.

Voorstel aanpassingen nieuw box 3-stelsel en percentages box 3 2023

By nieuws

De staatssecretaris heeft een aantal aanpassingen in het voorstel voor een nieuw box 3-stelsel bekendgemaakt. Daarnaast maakte hij ook de forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden in 2023 en voor overige bezittingen in 2025 bekend.

Voorstel nieuw box 3-stelsel

Euro

Het is de bedoeling dat vanaf 2027 een nieuw box 3-stelsel geldt op basis van het werkelijke rendement. In oktober 2023 kon iedereen die dat wilde nog reageren op een voorstel van het demissionaire kabinet voor een nieuw box 3-stelsel. Mede naar aanleiding van de vele reacties op dit voorstel is een aantal aanpassingen gedaan.

Aanpassing: eerste woning

In het eerste voorstel voor een nieuw box 3-stelsel kreeg de eerste woning in box 3 nog een afwijkende behandeling met een apart forfait. Deze afwijkende behandeling vervalt, waardoor ook de eerste woning, net als alle andere onroerende zaken, straks onder de vermogenswinstbelasting valt.

Let op! Voor het eigen gebruik van een onroerende zaak is nog wel een forfait opgenomen. Dit forfait bepaalt het voordeel dat een belastingplichtige heeft door het eigen gebruik van de onroerende zaak.

Tip! De eigen woning blijft in het voorstel, net als nu, in box 1.

Aanpassing: verliesverrekening

Aanvankelijk dacht men nog na over de mogelijkheid om verliezen in box 3 ook te kunnen verrekenen met het verleden. Die mogelijkheid komt niet in het aangepaste voorstel, zodat verliesverrekening alleen mogelijk is met toekomstige jaren. Die verliesverrekening is wel onbeperkt mogelijk.

Aanpassing: al in bezit zijnde onroerende zaken en aandelen

In het eerste voorstel was vergeten om een zogenaamde step-up op te nemen voor onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming die op 1 januari 2027 al in bezit zijn van een belastingplichtige. Dit zou betekenen dat vermogensmutaties die zich voordoen vóór 1 januari 2027 belast zouden worden vanaf 2027. Om dit te voorkomen worden in het aangepaste voorstel onroerende zaken en aandelen in een familie- of startende onderneming die op 1 januari 2027 al in bezit zijn van een belastingplichtige op die datum gewaardeerd op de waarde in het economisch verkeer.

Let op! Voor woningen in box 3 geldt op 1 januari 2027 niet de waarde in het economisch verkeer, maar de WOZ-waarde.

Overige aanpassingen

De prijs voor het kopen van een genotsrecht (bijvoorbeeld recht op toekomstige rente of dividend) is in het aangepaste voorstel niet in één keer aftrekbaar in het jaar van vestigen van het genotsrecht. In plaats daarvan wordt de prijs in gedeelten in aftrek gebracht in de jaren waarin het genotsrecht bestaat. Ook worden koerswinsten of -verliezen van banktegoeden in vreemde valuta, in tegenstelling tot het eerdere voorstel, toch belast.

Nog niet definitief!

Het voorstel tot een nieuw box 3-stelsel is, ook na de hiervoor genoemde aanpassingen, nog zeker niet definitief. Het is aan de nieuwe Tweede Kamer en het nieuwe kabinet hoe het nieuwe box 3-stelsel vormgegeven gaat worden. Om de streefdatum van 1 januari 2027 te halen, is het wel nodig dat uiterlijk in de zomer 2024 een wetsvoorstel aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, aldus de staatssecretaris.

Forfaitaire rendementspercentages 2023-2025

Tegelijkertijd met de aanpassingen maakte de staatssecretaris ook de definitieve forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2023 en het definitieve forfaitaire rendementspercentages voor overige bezittingen voor 2025 bekend. Ook de percentages waarmee in 2024 bij het berekenen van de voorlopige aanslagen 2024 gerekend wordt voor banktegoeden en schulden zijn bekend. U vindt ze in de hierna volgende tabel.

   2023  2024  2025
 Banktegoeden  0,92%  voorlopig 1,03%  nog niet bekend
 Overige bezittingen  6,17%  6,04%  5,88%
 Schulden  2,46%  voorlopig 2,47%  nog niet bekend

Let op! De definitieve vaststelling van de forfaitaire rendementspercentages voor banktegoeden en schulden voor het jaar 2024 kan pas begin 2025 plaatsvinden.

Europa scherpt anti-witwasregels aan

By nieuws

Het Europees parlement en de EU-landen zijn het eens geworden over een aanscherping van de anti-witwasregels. Nu al gelden er anti-witwasregels voor onder meer banken, makelaars en notarissen. Deze regels gaan voor meer bedrijven en organisaties gelden. Ook het aantal ongebruikelijke transacties wordt uitgebreid.

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft)

Juridisch

Anti-witwasregelingen liggen vast in de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft). Deze wet probeert te voorkomen dat criminelen het geld witwassen dat ze met illegale activiteiten hebben verdiend.

Ongebruikelijke transacties

Onder ongebruikelijke transacties wordt nu nog verstaan: ongewone geldopnames, stortingen en betalingen met contant geld, geldwisseltransacties van ongewone bedragen, transacties die niet passen bij de gewone bedrijfsvoering van een klant en betalingen naar landen met een hoog risico of landen waar sancties tegen zijn ingesteld. In de toekomst zullen meer transacties als ‘ongebruikelijk’ worden aangemerkt, wat tot meer meldingen moet leiden. 

Voetbalclubs

De anti-witwasregels gaan onder meer ook gelden voor voetbalclubs. Deze zullen moeten bijhouden en doorgeven wie hun sponsors zijn. Zo werd onlangs bekend dat Ajax en PSV gelden ontvingen zonder te weten van wie deze verkregen waren.

Grote transacties

Ook bijzonder grote transacties moeten binnenkort bij de overheid gemeld worden. Daarbij moet gedacht worden aan de aanschaf van auto’s van meer dan € 250.000 en privéjachten en -vliegtuigen die duurder zijn dan € 7,5 miljoen.

 

Doe vóór 1 maart aangifte schenkbelasting van schenking uit 2023

By nieuws

Als u in 2023 een schenking kreeg, moet u in principe vóór 1 maart 2024 aangifte schenkbelasting 2023 doen.

Aangifte schenkbelasting

Schenken

U moet aangifte schenkbelasting 2023 doen als u in 2023:

  • een of meer schenkingen van uw ouder(s) kreeg met een totale waarde hoger dan € 6.035, en/of
  • een of meer schenkingen van dezelfde schenker (niet uw ouders) kreeg met een totale waarde hoger dan € 2.418.

Ook bij beroep op verhoogde vrijstelling

Doet u een beroep op een eenmalig verhoogde vrijstelling, dan moet u ook aangifte schenkbelasting 2023 doen. Dit moet ook als u door toepassing van de vrijstelling geen schenkbelasting hoeft te betalen.

Let op! De eenmalig verhoogde vrijstelling voor een schenking van een ouder aan een kind en voor een eigen woning bedroeg in 2023 € 28.947. Schonk een ouder aan een kind voor een dure studie, dan bedroeg deze vrijstelling in 2023 € 60.298. Controleer wel goed of aan alle voorwaarden van de eenmalig verhoogde vrijstellingen is voldaan.

Deadline

Aangifte schenkbelasting kunt u al doen als u een schenking heeft ontvangen. U hoeft dus niet te wachten tot het jaar voorbij is. Houd echter wel rekening met de deadline. De aangifte schenkbelasting 2023 moet namelijk vóór 1 maart 2024 door de Belastingdienst ontvangen zijn.

Let op! U kunt uw aangifte schenkbelasting digitaal doen op mijn.belastingdienst.nl (hiervoor heeft u DigiD nodig) of op papier.

Uitstel

Als het niet lukt om op tijd aangifte schenkbelasting 2023 te doen, dan kunt u uitstel aanvragen. U krijgt dan vijf maanden uitstel.
Uiteraard kunnen wij u helpen bij het indienen van uw aangifte schenkbelasting. Neem hiervoor contact met ons op.

Wel of geen btw over servicekosten? Nieuw beleid vanaf 2024!

By nieuws

Bij verhuur van een onroerende zaak berekent de verhuurder soms ook servicekosten. Over de vraag of over deze servicekosten wel of geen btw berekend moet worden, heeft de staatssecretaris nieuw beleid bekendgemaakt.

Servicekosten

Bedrijfspand

Bij servicekosten gaat het bijvoorbeeld om kosten van schoonmaak en reparaties en huisvuilverwijdering, maar ook bijvoorbeeld om het ter beschikking stellen van een alarmsysteem.

Naast servicekosten berekent een verhuurder soms ook kosten door nutsvoorzieningen zoals de levering van gas, water, elektriciteit, warmte en koude (bijvoorbeeld via een WKO, een Warmte Koude Opslaginstallatie).

Afzonderlijke prestatie of opgaan in verhuur

Om te beoordelen of over de servicekosten wel of geen btw berekend moet worden, moet eerst vastgesteld worden of de servicekosten een afzonderlijke prestatie vormen of opgaan in de verhuur van de onroerende zaak. Bij een afzonderlijke prestatie zal over het algemeen btw berekend moeten worden. Gaan de servicekosten op in de verhuur, dan zal de btw afhangen van de vraag of de verhuur btw-belast of btw-vrijgesteld is.

Beleid tot en met 2023

In het beleid van de staatssecretaris dat in 2013 bekendgemaakt werd en dat gold tot en met 2023, was opgenomen dat servicekosten in de zakelijke vastgoedbranche en bij commerciële verhuuractiviteiten van woningbouwcoöperaties (niet zijnde de verhuur van woningen) meestal afzonderlijke prestaties zijn en daarom veelal belast zijn met btw.

Over servicekosten die aan huurders van woningen in rekening worden gebracht was opgenomen dat deze meestal opgaan in de verhuur en daarom veelal vrijgesteld zijn van btw. Alleen servicekosten voor klein onderhoud dat voor rekening en risico van de huurder komt (bijvoorbeeld onderhoud deurbel, brievenbus, deurkrukken en dergelijke) gaan niet in de verhuur op en zijn daarom btw-belast.

Beleid vanaf 2024

In het beleid vanaf 2024 is jurisprudentie verwerkt die na 2013 verschenen is. Uit deze jurisprudentie volgt dat de prestaties waarvoor de servicekosten berekend worden, afzonderlijke prestaties zijn als de huurder zelf kan kiezen wie de dienst verricht en/of als de huurder zelf kan beslissen in welke mate hij de goederen en diensten afneemt.

Nutsvoorzieningen vanaf 2024

Zo is in het nieuwe beleid opgenomen dat bij levering van een nutsvoorziening in ieder geval sprake is van een afzonderlijke prestatie als de huurder vrij zijn gebruik van de nutsvoorziening kan bepalen. Belangrijke aanwijzingen daarvoor zijn een individuele meter en de facturatie aan de hand van werkelijk gebruik. Dit nieuwe beleid geldt overigens niet alleen voor de zakelijke vastgoedbranche maar ook voor de verhuur van woningen.

Servicekosten vanaf 2024

Met betrekking tot servicekosten is in het nieuwe beleid opgenomen dat sprake is van een afzonderlijke prestatie als elke huurder afzonderlijk of de huurders gezamenlijk kunnen kiezen wie de dienst aan hen verricht en als deze dienst als een afzonderlijke post op de factuur is vermeld.

En nu?

De regels zijn niet eenvoudig. Wij kunnen ons voorstellen dat u twijfelt wat in uw eigen situatie van toepassing is. Neem daarvoor contact met onze adviseurs op zodat we samen uw situatie kunnen beoordelen. Gelukkig staat de staatssecretaris toe dat u nog tot 1 januari 2025 het oude beleid toepast. Berekent u nu dus wel of geen btw op grond van het oude beleid, dan mag u dat in 2024 continueren.