Skip to main content
Category

nieuws

Belasting op benzine, diesel en lpg omhoog vanaf 1 juli

By nieuws

De prijzen van brandstoffen zullen per 1 juli 2023 waarschijnlijk stijgen. De oorzaak is het feit dat de accijnzen op benzine, diesel en lpg weer worden verhoogd. Deze accijnzen waren sinds 1 april vorig jaar verlaagd als compensatie voor de sterk gestegen marktprijzen van brandstof op de vrije markt. Dit was onder meer een gevolg van de oorlog in Oekraïne.

Stijging

Auto

De stijging van de accijnzen verschilt per brandstofsoort. Voor benzine is de stijging van de accijns het grootst met ongeveer 14 cent per liter. Voor diesel bedraagt de stijging zo’n 10 cent per liter en voor lpg 6 cent per liter.

Verdere stijging per 1 januari 2024

Op 1 januari 2024 worden de accijnzen geïndexeerd. De indexatie voor 2023 was uitgesteld om de brandstofprijzen binnen de perken te houden.

Voorraden

Voorraadhouders van brandstoffen, zoals pompstations, hoeven het verschil in accijns over de voorraden niet bij te betalen. Hiervoor is een uitzondering op de wet van toepassing  verklaard.

Wanneer zijn inkomsten uit tijdelijke verhuur eigen woning belast?

By nieuws

Als u uw eigen woning of een deel ervan tijdelijk verhuurt, bijvoorbeeld via AirBnb, zijn de voordelen hiervan voor 70% belast in box 1. De rechtbank Noord-Holland heeft in een uitspraak duidelijk gemaakt welke voorwaarden hiervoor gelden en wanneer de woning u als hoofdverblijf ter beschikking staat.

Verhuur aanbouw

Woning

In de betreffende zaak had de eigenaar van een eigen woning deze uitgebreid met een aanbouw. Deze aanbouw werd tijdelijk verhuurd via Airbnb, hetgeen ruim € 2.600 aan huur had opgeleverd. De vraag was of deze inkomsten minus de kosten belast waren in box 1.

Is aanbouw deel van woning?

De rechtbank diende als eerste te oordelen over de vraag of de aanbouw als deel van de eigen woning kon worden gezien. Volgens de rechtbank was dit het geval, nu de aanbouw aan de woning was gebouwd en ook kadastraal daartoe behoorde. Dat de aanbouw een eigen ingang had en over eigen nutsvoorzieningen beschikte, deed niet ter zake.

Heeft het als hoofdverblijf ter beschikking gestaan?

De verhuurder was ook van mening dat het gastenverblijf hem niet ter beschikking stond, maar ook hierin ging de rechtbank niet mee. De eigenaar kon namelijk zelf beslissen of hij de aanbouw al dan niet verhuurde en kon, in de periodes dat de aanbouw niet verhuurd werd, zelf over de aanbouw beschikken. Dat de verhuurder de aanbouw zelf niet gebruikte, was niet van belang.

Tijdelijke terbeschikkingstelling?

De rechtbank oordeelde ten slotte dat er ook sprake was van tijdelijke terbeschikkingstelling. Daarvoor is namelijk bepalend dat de aanbouw na de verhuur weer ter beschikking van de eigenaar komt. Aangezien dit het geval was omdat de aanbouw alles bij elkaar slechts twee maanden was verhuurd, bleef de aanslag overeind en werd de inspecteur in het gelijk gesteld.

Verhuur opslagboxen niet per definitie btw-vrij

By nieuws

De verhuur van opslagboxen in een onroerende zaak is btw-vrijgesteld als deze verhuur kan worden aangemerkt als verhuur van een onroerende zaak. Dat verhuur van opslagboxen niet per definitie onder deze btw-vrijstelling valt, ontdekte een verhuurder van zogenaamde ‘boxx on wheels’.

Verhuur onroerende zaak

Sleutels

Voor verhuur van onroerende zaken geldt een btw-vrijstelling. Dit kan prettig zijn bij verhuur aan particulieren, maar de btw-vrijstelling betekent ook dat de verhuurder geen recht heeft op aftrek van de btw die betrekking heeft op de verhuur.

Let op! Dit kan betekenen dat de verhuurder wel met btw wil verhuren. Onder voorwaarden is het voor huurder en verhuurder mogelijk om te kiezen voor btw-belaste verhuur. Een van die voorwaarden is dat de huurder het gehuurde voor ten minste 90% (in sommige gevallen 70%) gebruikt voor met btw belaste prestaties. Bij verhuur aan particulieren is deze keuze dus niet mogelijk.

Verhuur opslagboxen btw-vrijgesteld

Vraag is of de verhuur van opslagboxen onder de btw-vrijstelling van de verhuur van onroerende zaken kan vallen. De Hoge Raad besliste in 2018 dat in de volgende casus de btw-vrijstelling in ieder geval wel van toepassing was:

In een afgebakend deel van een onroerende zaak zijn zeecontainers geplaatst op de begane grond en houten boxen op de eerste verdieping. De zeecontainers vormen de draagvloer voor de houten boxen en vormen dus een integrerend deel van de onroerende zaak. De zeecontainers en houten boxen worden verhuurd voor opslag. De verhuurder verricht ook nog andere diensten (onder meer permanente bewaking van het pand en het ter beschikking stellen van het gratis gebruik van transportwagentjes, een bestelbus of een aanhangwagen). Deze diensten zijn echter, naar het oordeel van Hof ’s-Hertogenbosch, van ondergeschikt belang bij de verhuur van de containers en boxen. Het hof oordeelt dan ook terecht dat sprake is van verhuur van (een deel van) een onroerende zaak, aldus de Hoge Raad. De verhuur is btw-vrijgesteld.

Verhuur boxx on wheels btw-belast

De verhuur van opslagboxen is echter niet per definitie btw vrijgesteld. In de volgende casus was hiervan naar het oordeel van Rechtbank Noord-Holland én Hof Amsterdam in ieder geval geen sprake:

In een opslagloods worden verplaatsbare houten kisten geplaatst. Een huurder bewaart de sleutel van de gehuurde box, maar heeft geen toegang tot de opslagloods waarin ook boxen van andere huurders staan. Na een afspraak kan de huurder op andere een plek waar de verhuurde de box plaatst, voor een korte periode in de box. Daarna plaatst de verhuurder de box weer terug in de opslagloods. Indien gewenst kan de huurder gebruikmaken van diverse aanvullende diensten die belast worden tegen 21% btw. De rechtbank en het hof oordelen dat de boxen niet een integrerend deel vormen van de opslagloods en daar niet blijvend zijn geplaatst. De huurder heeft weliswaar exclusief recht van toegang tot de box, maar niet tot het deel van de opslagloods waar de box normaal staat. Daarmee wordt geen onroerende zaak ter beschikking gesteld. Ook de bijkomende diensten die de verhuurder verleent, zijn niet bijkomstig, maar hebben een toegevoegde waarde van betekenis. De rechtbank en het hof oordelen dan ook dat geen sprake is van verhuur van (een deel van) een onroerende zaak. De verhuur is dus niet btw-vrijgesteld.

Let op! Of de verhuur van opslagboxen btw-vrijgesteld is of btw-belast, is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Overleg met onze adviseurs wat dit betekent voor uw situatie.

Inkomsten hoofdzakelijk van één opdrachtgever: geen sprake van winst

By nieuws

Als ondernemers vrijwel hun gehele inkomen bij één opdrachtgever verdienen, is het onwaarschijnlijk dat er sprake is van winst uit onderneming. Dat er naast die opdrachtgever nog meerdere opdrachtgevers zijn, betekent nog niet dat er sprake is van een onderneming. Er bestaat dan ook geen recht op ondernemersfaciliteiten.

Vast maandbedrag

Mobiel

Bovenstaande conclusies volgen uit een uitspraak van de rechtbank Gelderland. Een belastingplichtige trad voor een bedrijf op als personage en bedacht hieromtrent entertainment. Hij ontving hiervoor een vast maandbedrag en wilde dit aanmerken als winst uit onderneming. Volgens de inspecteur was er sprake van een dienstbetrekking.

Wanneer onderneming?

Volgens de rechtbank dient bij de beoordeling of sprake is van ondernemerschap onder andere te worden gekeken naar de duurzaamheid en de omvang van de werkzaamheden, de grootte van de opbrengst, de winstverwachting, het lopen van ondernemersrisico, het streven naar continuïteit, de beschikbare tijd, de bekendheid die naar buiten aan de werkzaamheden wordt gegeven, het aantal opdrachtgevers en het spraakgebruik.

Let op! Dat er sprake is van winst uit onderneming, dient degene die dit claimt te bewijzen.

Inkomsten vrijwel geheel van één opdrachtgever

De rechtbank was het met de inspecteur eens dat er in de betreffende zaak geen sprake was van winst uit onderneming. Daarbij is van belang dat er weliswaar meerdere opdrachtgevers waren, maar dat het inkomen in de loop der jaren nagenoeg geheel dan wel hoofdzakelijk van één bedrijf afkomstig was. Over het geheel van de in geschil zijnde jaren bedroegen deze inkomsten zelfs meer dan 90%.

Subsidieregeling praktijkleren weer van start

By nieuws

De Subsidieregeling praktijkleren is in juni weer van start gegaan. U kunt deze subsidie aanvragen, wanneer u als werkgever een praktijk- of werkleerplaats aanbiedt om mensen beter voor te bereiden op de arbeidsmarkt. U kunt nu een aanvraag indienen voor het studiejaar 2022-2023.

Doelgroep Subsidieregeling praktijkleren

Personeel

De Subsidieregeling praktijkleren is een tegemoetkoming voor de kosten die u maakt voor de begeleiding van een leerling of student. Dat geldt ook voor de loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio).

De subsidieregeling is bedoeld voor:

  • kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt voor wie toegang tot de arbeidsmarkt een probleem is;
  • studenten die een opleiding volgen in sectoren waar een tekort ontstaat aan gekwalificeerd personeel;
  • wetenschappelijk personeel, dat onmisbaar is voor de Nederlandse kenniseconomie.

Aanvraag indienen bij de RVO

U kunt bij de RVO nu een aanvraag indienen voor het studiejaar 2022-2023. Per gerealiseerde praktijk- of werkleerplaats kunt u een subsidie ontvangen van maximaal € 2.700. Niet elke opleiding, onderwijsvorm of leerweg komt in aanmerking voor de subsidieregeling. Voor de verschillende onderwijsvormen zijn verschillende voorwaarden geformuleerd. Deze staan op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Daar dient u ook uw aanvraag in. 

Let op! De sluitingsdatum is 15 september 2023 (om 17.00 uur).

Traject

Alle op tijd ingediende aanvragen worden door de RVO behandeld. Wordt er meer subsidie aangevraagd dan beschikbaar is (per onderwijscategorie), dan wordt het budget per categorie verdeeld. Uiterlijk 30 december 2023 neemt de RVO een besluit over uw aanvraag. Vervolgens wordt het beschikbare budget verdeeld en wordt u een toekenningsbeschikking toegezonden.

Let op! Voor het indienen van de aanvraag is eHerkenning nodig (minimaal niveau 3 met machtiging RVO-diensten op niveau eH3).

Administratie bijhouden

Het is van belang dat u van elke leerling of student een praktijkleerovereenkomst heeft. Ook moet u over het jaar 2022-2023 een aanwezigheids- en begeleidingsregistratie hebben bijgehouden. Deze gegevens moet u kunnen verstrekken op het moment dat de RVO daarom vraagt. Er worden steekproefsgewijs controles uitgevoerd. 

Uurloongrenzen jeugd-LIV 2023 bekend

By nieuws

De uurloongrenzen voor het lage-inkomensvoordeel (LIV) voor jongere werknemers voor 2023 zijn bekendgemaakt. Deze worden jaarlijks aangepast, zodra de minimumlooncijfers die per 1 juli gelden bekend zijn.

Criteria voor jeugd-LIV

Personeel

Heeft u in 2023 jongere werknemers in dienst die op 31 december 2022 18, 19 of 20 jaar oud waren? Dan komt u mogelijk in aanmerking voor het jeugd-LIV. Daarvoor moet het gemiddelde uurloon van uw jongere werknemer in een kalenderjaar binnen bepaalde grenzen liggen. Deze uurlooncriteria worden jaarlijks in juli aangepast op basis van het gemiddelde minimumloon op 1 januari en 1 juli van het jaar. 

Uurloongrenzen in 2023

Leeftijd op 31 december 2022  Ondergrens  Bovengrens 
20 jaar  € 9,79  € 12,04 
19 jaar  € 7,34  € 10,89 
18 jaar  € 6,12  € 8,17 

Vast bedrag per verloond uur

Het jeugd-LIV bestaat uit een vast bedrag per verloond uur. In 2023 worden, net als in voorgaande jaren, de volgende bedragen gehanteerd:

Leeftijd op 31 december 2022  Bedrag per werknemer per verloond uur in 2023 Maximaal bedrag per werknemer in 2023
18 jaar  € 0,07 € 135,20
19 jaar  € 0,08 € 166,40
20 jaar  € 0,30 € 613,60

Juiste aangifte loonheffingen

Voor de berekening van het jeugd-LIV is het van belang dat de verloonde uren goed in de aangifte loonheffingen voor 2023 zijn ingevuld. Op basis van die aangifte loonheffingen wordt namelijk uw recht op jeugd-LIV bepaald. Het jeugd-LIV wordt altijd achteraf betaald. Uitbetaling van het jeugd-LIV over 2023 vindt dus pas plaats in de tweede helft van 2024.

Ondanks corona toch gebruikersheffing OZB bioscoop

By nieuws

De gebruiker van een bioscoopcomplex moet hiervoor toch de gebruikersheffing OZB betalen, ondanks dat de bioscoop vanwege corona tijdelijk niet gebruikt kon worden. Dit besliste Rechtbank Midden-Nederland onlangs. De uitspraak staat echter haaks op een eerdere uitspraak van Rechtbank Limburg.

Geen gebruik vanwege corona

Corona

De aanslag gebruikersheffing OZB betrof het jaar 2021. Op de toetsdatum van 1 januari 2021 was de bioscoop vanwege corona verplicht gesloten. Door de sluiting hoopte de overheid verspreiding van het virus te kunnen beteugelen.

Gebruikt of niet?

Voor de rechtbank draaide het in deze zaak met name om de vraag of het pand, ondanks de verplichte sluiting, toch gebruikt werd. De rechtbank vond van wel. De bioscoop kon weliswaar niet als zodanig geëxploiteerd worden, maar werd wel gebruikt voor de opslag van het meubilair en dergelijke. Bovendien werd het complex tijdens de sluiting onderhouden en gereinigd.

Rechters verschillen van mening

In bovengenoemde uitspraak van Rechtbank Limburg was het beperkte gebruik van de bioscoop voor de rechter juist onvoldoende om de aanslag gebruikersheffing op te kunnen leggen. Dat de bioscoop ter beschikking stond, was volgens deze rechtbank onvoldoende aangezien er geen alternatieve activiteiten in de bioscoop hadden plaatsgevonden of plaats hadden kunnen vinden.

Onduidelijkheid

De uitspraken zorgen voorlopig voor onduidelijkheid. Omdat tegen de uitspraak van Rechtbank Limburg al hoger beroep is ingesteld en tegen de uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland waarschijnlijk ook hoger beroep wordt ingesteld,  kan duidelijkheid in deze zaken nog wel even op zich laten wachten.

Restant STAP-budget wordt gerichter ingezet

By nieuws

De zogenaamde STAP-regeling wordt per 2024 afgeschaft. Het nog beschikbare budget voor 2023 zal gerichter worden ingezet. Dit schrijven de ministers Van Gennip en Wiersma aan de Tweede Kamer. De Kamer had hier in een motie om verzocht.

STAP-subsidie

Ondernemer

De subsidie STAP (STimulering Arbeidsmarkt Positie) is in de plaats gekomen van de scholingsaftrek. De STAP-subsidie bedraagt maximaal € 1.000 per persoon en kan alleen dit jaar nog worden aangevraagd bij het UWV. Met de subsidie kunnen mensen een opleiding, training of cursus volgen, bijvoorbeeld om een mbo-diploma te halen.

Meer gericht inzetten

Het meer gericht inzetten van het STAP-budget betekent bijvoorbeeld dat aan meer arbeidsmarktgerichte opleidingen voorrang zal worden gegeven. Ook wordt bekeken of vanaf september 2023 het STAP-budget alleen nog maar beschikbaar komt voor OCW-erkende opleidingen. Omdat dergelijke opleidingen duurder zijn en vanuit het STAP-budget niet de hele opleiding bekostigd kan worden, bekijkt men ook alternatieven.

Budget juli beperkt

Omdat het bovenstaande per juli nog niet is te realiseren, wordt het budget voor juli 2023 verlaagd van € 34 naar € 20 miljoen. Voor de aanvraagperiodes september en november is dan meer budget beschikbaar.

Volgende aanvraagperiode start 3 juli

De volgende aanvraagperiode voor het STAP-budget start op maandag 3 juli 2023 om 10.00 uur. Daarna zijn er nog twee aanvraagperiodes. Deze starten op 4 september en 1 november 2023.

Tip! De STAP-regeling is erg populair. Wilt u de subsidie aanvragen, doe dit dan vanaf 3 juli 2023 10.00 uur zo snel mogelijk.

Kosten voor lijfrente wel of niet aftrekbaar?

By nieuws

U betaalt een vergoeding aan een adviseur voor het afsluiten van een lijfrente. De Belastingdienst geeft aan dat u deze kosten in aftrek kunt brengen in uw aangifte inkomstenbelasting als u de adviseur inhuurt voor het afsluiten van een direct ingaande lijfrente.

Het antwoord op de vraag of de kosten van de adviseur aftrekbaar zijn, is afhankelijk van de fase waarin de lijfrente zich bevindt, zo lijkt in ieder geval uit een vraag en antwoord van de Belastingdienst te volgen.

Opbouwfase niet

Rekenmachine

Betaalt u advieskosten voor een lijfrente die zich nog in de opbouwfase bevindt? Dat wil zeggen dat u premies betaalt of gaat betalen die aftrekbaar kunnen zijn (mits voldaan wordt aan de voorwaarden daarvoor). Dan zijn de advieskosten niet aftrekbaar. De advieskosten worden dan namelijk aangemerkt als kosten tot verwerving van een bron van inkomen.

Uitkeringsfase wel

Kosten die u maakt voor verwerving, inning en behoud van de uitkeringen die voortkomen uit de bron van inkomen, zijn volgens de Belastingdienst echter wel aftrekbaar. Heeft u bijvoorbeeld een adviseur nodig om een direct ingaande lijfrente af te kunnen sluiten? Dan zijn de bemiddelingskosten die u aan de adviseur betaalt wel aftrekbaar in uw aangifte inkomstenbelasting. De Belastingdienst geeft aan dat dit namelijk kosten zijn die u maakt ter verwerving van de lijfrente-uitkeringen.

Let op! De kosten zijn volgens de Belastingdienst alleen aftrekbaar als zij gebruikelijk zijn. Zijn de kosten hoger dan gebruikelijk, dan is het meerdere niet aftrekbaar.

Te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig 4%

By nieuws

De te betalen belastingrente inzake toeslagen blijft voorlopig gehandhaafd op 4%. Daarmee wijkt deze belastingrente af van de belastingrente op overige belastingen, die per 1 juli van dit jaar stijgt naar 6%.

Belastingrente op toeslagen

Rekenmachine

Belastingrente wordt in rekening gebracht als toeslagen terugbetaald moeten worden. U betaalt  belastingrente vanaf 1 juli volgend op het toeslagjaar, totdat de toeslag definitief is vastgesteld.

Nabetaling wel 6%!

Als te weinig toeslag is uitgekeerd en een nabetaling volgt, wordt vanaf 1 juli 2023 wel 6% belastingrente vergoed. Het aparte tarief belastingrente voor toeslagen moet namelijk per wet worden geregeld en zal terugwerkende kracht krijgen. Op deze manier wordt voorkomen dat ontvangers van toeslagen met terugwerkende kracht worden benadeeld. 

Let op! Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2024 de te vergoeden belastingrente inzake toeslagen ook 4% zal gaan bedragen.