Skip to main content
Category

nieuws

‘Mijn Cyberweerbare zaak’: cybersubsidie voor kleine bedrijven

By nieuws

Het Digital Trust Center, DTC, introduceert een subsidieregeling voor micro- en kleine ondernemingen ‘Mijn Cyberweerbare Zaak’. Deze subsidie is bedoeld voor de kosten van de aanschaf en implementatie van één of meer cruciale cyberweerbaarheidsmaatregelen.

Wat en hoeveel?

Privacy

Onder de subsidie vallen bijvoorbeeld het inrichten van back-ups, een wachtwoordmanager en het laten uitvoeren van een risico-inventarisatie. De subsidie bedraagt de helft (50%) van de kosten die een IT-dienstverlener rekent, met een maximum van € 1.250 per aanvrager. Het is mogelijk éénmalig een beroep doen op deze subsidieregeling. Het DTC stelt vooralsnog € 300.000 beschikbaar.

Advies, aanbod en subsidie in 3 stappen

Stap 1 is te weten waar de cyberveiligheid van uw bedrijf nog tekortschiet. Met de CyberVeilig Check maakt u binnen tien minuten uw eigen actielijst (PDF) met te nemen cybermaatregelen. Stap 2 is het benaderen van een leverancier van IT-beveiligingsdiensten die kan ondersteunen bij één of meer maatregelen van de actielijst. Stap 3, de laatste stap ,bestaat uit de aanvraag van de subsidie en het uploaden van de actielijst en offerte(s) bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Aanvragen van 2 oktober tot 1 november

Het aanvragen van deze investeringssubsidie kan van 2 oktober tot 1 november 2023, 17.00 uur. Het beschikbare subsidiebudget voor Mijn Cyberweerbare Zaak is dus € 300.000 en wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van aanvraag totdat het subsidiebudget op is.

Meer informatie over ‘Mijn weerbare zaak’ vindt u hier.

Giftenaftrek vennootschapsbelasting vervalt

By nieuws

Een bv of een andere vpb-plichtige kan een gift aan een ANBI, onder voorwaarden, aftrekken van de winst. Het kabinet stelt voor om deze giftenaftrek in de vpb volledig te laten vervallen vanaf 2024. Daar staat tegenover dat die gift ook niet meer als uitdeling aan een aandeelhouder wordt aangemerkt.

Giftenaftrek

Schenken

Giften aan een ANBI zijn momenteel in de vennootschapsbelasting (vpb) aftrekbaar tot maximaal 50% van de winst, met een maximum van € 100.000.

Uitdeling

Doet een bv een gift vanuit de persoonlijke vrijgevigheid van de aandeelhouder? Dan wordt deze gift aangemerkt als een ‘uitdeling aan de aandeelhouder’. De gift is dan niet aftrekbaar en deze uitdeling wordt dan in box 2 én met dividendbelasting belast.

Om het geven van grote periodieke giften vanuit een vennootschap aan een ANBI aantrekkelijker te maken, stelt het kabinet voor om de gift die als zo’n uitdeling kan worden aangemerkt, vanaf 2024 niet meer te belasten in box 2 of met dividendbelasting.

Let op! Er is nog wel sprake van een uitdeling die belast is in box 2 en met dividendbelasting als de vennootschap de gift niet rechtstreeks doet, maar bijvoorbeeld het bedrag eerst uitkeert aan de aandeelhouder. In dat geval kan de aandeelhouder eventueel wel gebruikmaken van de giftenaftrek in de inkomstenbelasting.

Goedkeuring beleidsbesluit

In een beleidsbesluit is overigens vanaf 2016 al een goedkeuring opgenomen waardoor een gift vanuit de persoonlijke vrijgevigheid van de aandeelhouder, onder voorwaarden, niet als uitdeling wordt aangemerkt voor box 2 en de dividendbelasting. Deze goedkeuring geldt echter alleen voor zover de giften niet groter zijn dan het maximaal in aftrek te brengen bedrag in de vpb. Voor het meerdere is onder de goedkeuring dus op dit moment wel sprake van een uitdeling die niet aftrekbaar is in de vpb, maar wel belast is in box 2 en voor de dividendbelasting. In zoverre is het wetsvoorstel dus een verruiming.

Geen giftenaftrek in vennootschapsbelasting meer

Als tegenhanger van dit voorstel om geen uitdeling meer aan te nemen, wil het kabinet echter de giftenaftrek in de vpb vanaf 2024 voor alle lichamen laten vervallen. Giften zijn vanaf 2024 dus niet langer meer aftrekbaar van de winst in de vpb.

Sponsoring blijft mogelijk

Het steunen van goede doelen door sponsoring of reclame blijft, ook vanaf 2024, wel mogelijk. Dit zijn zakelijke kosten die aftrekbaar zijn van de winst voor de vpb.

Geen schenkbelasting

Als een ANBI of steunstichting SBBI een gift van een lichaam ontvangt, dan is daarover geen schenkbelasting verschuldigd. Dat is nu al zo en dat blijft ook zo.

Let op! Deze plannen moeten nog door de Tweede én Eerste kamer worden goedgekeurd en zijn dus nog niet definitief.

Belastingdienst stuurt aanmaningen na intrekken betalingsregeling coronabelastingschulden

By nieuws

Is de betalingsregeling die u kreeg voor uw coronabelastingschulden door de Belastingdienst ingetrokken? En heeft u nog steeds een betalingsachterstand? Dan stuurt de Belastingdienst u vanaf eind september 2023 aanmaningen voor al uw coronabelastingschulden.

Betalingsregeling coronabelastingschulden

Belastingdienst

Tijdens de coronacrisis kon u ervoor kiezen om de betaling van uw belastingschulden tijdelijk uit te stellen. Sinds 1 oktober 2022 moet u deze coronabelastingschulden in beginsel in maandelijkse, gelijke termijnen aflossen. U heeft hiervoor vijf jaar de tijd.

Andere voorwaarden zijn dat u tijdig de juiste belastingaangiften – onder meer btw en loonheffing – indient voor belastingen vanaf 1 oktober 2022 en dat u tijdig en volledig de betalingen doet die daaruit voortvloeien.

Intrekking betalingsregeling

Als u niet aan al deze voorwaarden voldeed, ontving u in juli 2023 een brief waarin de Belastingdienst de betalingsregeling introk. Liep u maar maximaal één termijn achter in de coronabetalingsregeling, dan heeft u niet zo’n brief gekregen. De betalingsregeling is wel ingetrokken voor ondernemers die meer dan één termijn achterliepen en/of een structurele achterstand hadden op de nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022.

Aanmaningen

Is uw betalingsregeling ingetrokken en heeft u nu nog steeds een betalingsachterstand, dan kunt u vanaf eind september tot uiterlijk in november 2023 aanmaningen van de Belastingdienst verwachten.

Let op! De Belastingdienst stuurt voor elke (naheffings)aanslag die onder de betalingsregeling viel apart een aanmaning. Doet u bijvoorbeeld per maand btw-aangifte en heeft u twee jaar lang uitstel gekregen voor deze btw? Dan ontvangt u dus 24 aanmaningen!

De aanmaningen voor eenzelfde belastingsoort ontvangt u allemaal op hetzelfde moment. Had u ook belastinguitstel voor een andere belastingsoort, dan kan het zijn dat u de aanmaningen voor die belastingsoort op een andere dag ontvangt.

Invorderingsmaatregelen

Betaalt u na ontvangst van de aanmaning niet, dan ontvangt u van de Belastingdienst een dwangbevel. Betaalt u daarna nog steeds niet, dan neemt de Belastingdienst verdere maatregelen. Dit kan betekenen dat de Belastingdienst beslag legt op bijvoorbeeld uw inventaris, auto of bankrekening en deze daarna verkoopt. De Belastingdienst kan ook een faillissement aanvragen.

Houd er rekening mee dat aan een dwangbevel hoge kosten verbonden kunnen zijn. De hoogte van deze kosten hangen namelijk af van de hoogte van de belastingschulden. Ook de kosten van een beslaglegging kunnen flink in de papieren lopen.

Let op! Ontving u vóór 1 oktober 2022 al een of meer aanmaningen van de Belastingdienst en heeft u deze nog niet betaald? Houd er dan rekening mee dat de Belastingdienst dan niet langer wacht, maar meteen een dwangbevel kan sturen. De Belastingdienst kondigt aan dat u dit dwangbevel uiterlijk in december 2023 zult ontvangen.

Herleven betalingsregeling

De betalingsregeling voor uw coronabelastingschulden herleeft weer als u vóór 29 augustus 2023 al uw betalingsachterstand heeft ingelopen. De Belastingdienst stuurt u hierover dan nog een brief waarin dit officieel wordt bevestigd.

Tip! Ontvangt u aanmaningen, neem dan contact met ons op. Wij kunnen samen met u bekijken welke mogelijkheden u nog heeft.

Meer vrachtwagens betalen bzm per 1 oktober 2023

By nieuws

Voor sommige vrachtauto’s moet u naast motorrijtuigenbelasting (mrb) ook belasting zware motorrijtuigen (bzm) betalen. Dat gaat vanaf 1 oktober van dit jaar voor meer vrachtauto’s gelden, want het aantal uitzonderingen wordt verminderd.

Bzm

Snelweg

U moet bzm betalen als uw vrachtauto bestemd is voor het vervoer van goederen, u ermee op de snelweg wilt rijden en als de toegestane maximummassa van de vrachtauto(combinatie) 12.000 kg is of meer. 

Let op! Dit betekent dat het gewicht van de vrachtauto(combinatie) samen met de toegestane maximumlading 12.000 kg of meer is.

Minder uitzonderingen

Van alle bestaande uitzonderingen voor de heffing van bzm gaat er per 1 oktober 2023 een aantal verdwijnen. Onder meer de volgende voertuigen moeten dus, als zij voldoen aan de eerder gestelde richtlijnen, vanaf 1 oktober 2023 bzm gaan betalen: bergingsvoertuigen, bibliotheekbussen, huisvuilauto’s, kraakperswagens, landbouwwerktuigen, rijdende werkplaatsen, schooltandverzorgingsbussen, strooiauto’s, telecommunicatie-auto’s, tentoonstellingsvoertuigen, winkelwagens, motorrijtuigen voor rioolreinigingswerkzaamheden (hogedrukwagens, vacuümwagens en combiwagens) en lesvoertuigen. 

Hoeveel bzm?

Het bedrag aan bzm dat betaald moet worden, is afhankelijk van het aantal assen en van de milieuklasse van het voertuig. Voor een combinatie met drie assen of minder bedraagt de bzm momenteel € 750 per jaar voor het schoonste type. Dit bedrag loopt op tot € 1.407 per jaar voor het meest vervuilende type. Bij vier assen of meer variëren deze bedragen momenteel van € 1.250 tot € 2.359. 

Let op! U moet zelf aangifte doen voor de bzm voordat u met uw vrachtauto(combinatie) op de snelweg gaat rijden. Dit kan via internet of een aangiftepunte.

Tip! U vindt op een speciale pagina van de Belastingdienst meer informatie over de bzm.

Laatste oproep Belastingdienst aan niet-betalers coronabelastingschulden!

By nieuws

Heeft u een achterstand in de aflossing van coronabelastingschulden? Dan loopt u deze week tegen een harde deadline aan. Om invorderingsmaatregelen en bijkomende (veelal hoge) kosten te voorkomen, heeft u tot en met 28 augustus 2023 de tijd om in één keer het hele bedrag van uw coronabelastingschulden te betalen.

Voorwaarden betalingsregeling coronabelastingschulden

Geld

De opgebouwde coronabelastingschulden moeten sinds oktober 2022 in beginsel in maandelijkse, gelijke termijnen worden afgelost. U heeft hiervoor vijf jaar de tijd. Voorwaarde voor de betalingsregeling is dat u zich ook aan die maandelijkse aflossing houdt.

Andere voorwaarden zijn dat u tijdig de juiste belastingaangiften – onder meer btw en loonheffing – indient voor belastingen vanaf 1 oktober 2022 en dat u tijdig en volledig de betalingen doet die daaruit voortvloeien.

Brieven Belastingdienst

Als u een betalingsachterstand heeft op de coronabelastingschulden en/of de lopende verplichtingen vanaf 1 oktober 2022, ontving u daarover al meerdere brieven van de Belastingdienst. In deze brieven werd u gemaand om uw betalingsachterstand in te lopen.

Let op! De betalingsachterstand kan bestaan uit niet betaalde nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022, niet betaalde aflossingen op uw coronabelastingschulden of uit een combinatie van beide.

Intrekken betalingsregeling

Reageerde u niet op de laatste brief uit april 2023, dan heeft u in juli 2023 een brief van de Belastingdienst ontvangen waarin de betalingsregeling wordt ingetrokken. De datum van de brief was 15 augustus 2023. Om invorderingsmaatregelen en bijkomende (veelal hoge) kosten te voorkomen, heeft u nog tot en met 28 augustus 2023 de tijd om in één keer het hele bedrag van uw coronabelastingschulden te betalen.

Tip! Loopt u maximaal één termijn achter in de coronabetalingsregeling, dan trekt de Belastingdienst niet meteen de betalingsregeling in. Het gaat dus om ondernemers die meer dan één termijn achterlopen en/of een structurele achterstand hebben op de nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022.

Voorkomen intrekken betalingsregeling

Wilt u voorkomen dat de betalingsregeling wordt ingetrokken, dan moet u in ieder geval zorgen dat u aan alle nieuwe betalingsverplichtingen vanaf 1 oktober 2022 voldoet. Alleen dan kunt u nog vragen om aanpassing van de betalingsregeling van uw coronabelastingschulden.

Tip! U kunt dan onder meer verzoeken de schuld in zeven in plaats van vijf jaar af te lossen. Ook kunt u verzoeken niet maandelijks, maar per kwartaal af te mogen lossen. Tot slot kunt u ook eenmalig verzoeken om een betaalpauze van maximaal zes maanden. Het gevolg van zo’n verzoek is wel dat uw af te lossen maandbedragen die daarna nog volgen, hoger worden.

Niet eens met intrekken betalingsregeling?

De staatssecretaris heeft toegezegd dat het intrekken van de betalingsregeling met de grootste zorgvuldigheid gebeurt. Is de intrekking niet terecht naar uw mening, neem dan zo spoedig mogelijk contact op met de Belastingdienst. De Belastingdienst kan de intrekking dan mogelijk nog ongedaan maken.

Is dat niet mogelijk, dan kunt u in beroep tegen de intrekking van de betalingsregeling. Doe dit wel snel, want uw beroep moet vóór 25 augustus 2023 bij de Belastingdienst binnen zijn!

Uw beroep stuurt u naar:

Belastingdienst
T.a.v. de directeur
Postbus 100
6400 AC Heerlen

Invorderingsmaatregelen

Doet u niets, dan start de Belastingdienst met de invorderingsmaatregelen vanaf 1 september 2023. U ontvangt dan eerst een aanmaning. Als u dan nog niet betaalt, ontvangt u een dwangbevel. Betaalt u dan nog steeds niet, dan neemt de Belastingdienst verdere maatregelen. Dit kan betekenen dat de Belastingdienst beslag legt op bijvoorbeeld uw inventaris, auto of bankrekening en deze daarna verkoopt. De Belastingdienst kan ook uw faillissement aanvragen.

Let op! Aan een dwangbevel kunnen hoge kosten verbonden zijn. De hoogte van deze kosten hangt namelijk af van de hoogte van uw belastingschulden. Ook de kosten van een beslaglegging kunnen flink in de papieren lopen.

Fiscus verlengt soepelere opstelling sanering belastingschulden naar 1 april 2024

By nieuws

Bent u ondernemer en kunt u uw belastingschulden niet meer betalen, dan stelt de fiscus zich tot 1 april 2024 soepeler op bij een schuldsanering. Hiervoor moet in ieder geval met alle schuldeisers een saneringsakkoord zijn afgesloten. De fiscus zou zich oorspronkelijk tot 1 oktober 2023 soepeler opstellen, maar heeft deze termijn dus met een half jaar verlengd.

Saneringsakkoord

Belastingdienst

In een saneringsakkoord maakt u met al uw schuldeisers een afspraak over het bedrag dat u maximaal aflost op de openstaande vorderingen. Dit bedrag zal naar alle waarschijnlijkheid (veel) lager liggen dan de totale schuld die openstaat bij de betreffende schuldeisers.

Is ook de Belastingdienst een van de schuldeisers?

Normaal gesproken gaat de Belastingdienst alleen akkoord als zij tenminste het dubbele percentage ontvangt van wat de overige schuldeisers van u krijgen. Tot 1 april volgend jaar, 2024, gaat de Belastingdienst echter akkoord met hetzelfde percentage dat ook u de overige schuldeisers kunt betalen. Daardoor kunt u die schuldeisers iets meer aflossing bieden en is de kans op een akkoord groter, waardoor naar verwachting minder bedrijven failliet zullen gaan.

Let op! De voorwaarde is dat álle schuldeisers akkoord gaan met het saneringsvoorstel.

Zzp’ers

Zzp’ers kunnen contact opnemen met hun gemeente om te informeren of zij in aanmerking komen voor een schuldsaneringstraject. Vaak is dit bij een loket schuldhulpverlening. Komt u in aanmerking, dan zullen zij voor u een schuldsaneringstraject opstarten. 

Bv’s en andere rechtspersonen

Andere rechtspersonen, zoals een bv, moeten zelf een schuldsaneringsakkoord met hun schuldeisers zien af te spreken. Er dient eerst een akkoord te zijn verkregen van alle schuldeisers, naast de Belastingdienst. Is dit akkoord bereikt, dan kunt u vervolgens bij de Belastingdienst een verzoek indienen een deel van de belastingschulden kwijt te schelden. Hoe zo’n schuldsaneringstraject aangepakt moet worden, is te vinden op bijvoorbeeld de website van het NIBUD of bij de KVK.

Aanvragen schuldsanering bij de Belastingdienst

Om een aanvraag in te dienen voor een schuldsanering bij de Belastingdienst moet u het formulier Verzoek kwijtschelding belasting en/of premie voor ondernemingen invullen en indienen. 

U vindt hier meer informatie, de overige voorwaarden en welke documenten de fiscus van u nodig heeft om uw verzoek te kunnen beoordelen.

Lagere energie-investeringsaftrek (EIA) in 2024

By nieuws

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2023 voorgesteld de energie-investeringsaftrek te verlagen. Als de plannen doorgaan wordt de extra aftrek verlaagd van 45,5 naar 40%.

Energie-investeringsaftrek

Windmolen

De energie-investeringsaftrek (EIA) is een extra fiscale aftrek op de winst die ondernemers krijgen als ze investeren in energiezuinige bedrijfsmiddelen. De extra aftrek komt bovenop de normale afschrijvingsbedragen. De bedrijfsmiddelen waarvoor bedrijven de EIA aan kunnen vragen, moeten wel zijn opgenomen in de zogenaamde Energielijst.

Energielijst

De Energielijst wordt jaarlijks gepubliceerd op RVO.nl en bevat energiezuinige bedrijfsmiddelen die op dat moment nog onvoldoende renderend zijn. Via de EIA worden de kosten voor de ondernemer lager, waardoor een bedrijfsmiddel eerder renderend is. Innovatieve bedrijven kunnen jaarlijks voorstellen doen om hun bedrijfsmiddelen op de Energielijst te plaatsen, zodat deze aantrekkelijker worden om in te investeren.

Omvang verlaging

De EIA wordt in 2024 verlaagd van 45,5 naar 40%. Dit betekent voor bedrijven een korting op de subsidie van 13,75% (45,5/40). De EIA wordt verleend over een maximuminvesteringsbedrag per bedrijf van € 118 miljoen. Dit maximumbedrag blijft in 2024 hetzelfde.

Voorbeeld

Een bv investeert voor € 1.000.000 in energiezuinige bedrijfsmiddelen die op de Energielijst staan. Dit levert in 2023 nog € 455.000 aan extra aftrek op, in 2024 nog € 400.000. Bij een belastingtarief van 25,8% bedraagt het netto voordeel in 2023 25,8% x € 455.000 = € 117.390, en in 2024 25,8% x € 400.000 = € 103.200. 

Tip! Overweegt u een investering te doen in energievriendelijke bedrijfsmiddelen? Dan is het wellicht interessant dit in 2023 nog te doen.

Mkb-winstvrijstelling en zelfstandigenaftrek in 2024 fors lager

By nieuws

De mkb-winstvrijstelling en de zelfstandigenaftrek worden in het Belastingplan 2024 volgend jaar fors verlaagd. Wat de mkb-winstvrijstelling zou worden, is nu pas bekendgemaakt. De verlaging van de zelfstandigenaftrek was al eerder in wetgeving opgenomen.

De verlagingen vloeien onder meer voort uit de wens de verschillen in fiscale behandeling tussen zelfstandigen en werknemers te verkleinen.

Verlaging mkb-winstvrijstelling

Euro

De mkb-winstvrijstelling wordt in de plannen van het (demissionaire) kabinet verlaagd van 14% in 2023 naar 12,7% in 2024. Dit betekent een verlaging van zo’n 10% ten opzichte van 2023. De mkb-winstvrijstelling geldt voor iedere ondernemer, los van de vraag of deze voldoet aan het urencriterium. Ook ondernemers die minder dan 1.225 uren per jaar in hun bedrijf werken, komen er dus voor in aanmerking.

Let op! Dit voorstel moet nog door de Tweede en de Eerste Kamer worden goedgekeurd.

Verlaging zelfstandigenaftrek

De zelfstandigenaftrek wordt volgens plan verder verlaagd van € 5.030 in 2023 naar € 3.750 in 2024, ofwel een verlaging van ruim 34%. De verlaging zet de komende jaren in stappen door naar € 900 in 2027.

Aftrek tegen 36,97%

Zowel de mkb-winstvrijstelling als de zelfstandigenaftrek zijn aftrekbaar tegen het tarief van de eerste schijf, dat in 2024 36,97% gaat bedragen. Doordat dit tarief in 2024 iets hoger is dan in 2023 (36,93%), leveren beide aftrekken dus ietsje meer op.

Forse daling netto inkomen

Beide wijzigingen hakken er voor de ondernemer in de inkomstenbelasting fors in en betekenen dat zijn netto inkomen in 2024 nauwelijks zal toenemen. 

Tip! Wat het werkelijke effect is van deze maatregelen voor u, hangt uiteraard af van uw individuele omstandigheden. Wij rekenen graag voor u uit wat dit voor u zou kunnen betekenen.

Zzp’er vrijwillig bij pensioenfonds

By nieuws

Zzp’ers kunnen zich mogelijk vrijwillig aansluiten bij een pensioenfonds. Dit is een van de afspraken die in de nieuwe Wet toekomst pensioenen staat.

Pensioenakkoord

Golf

In de Wet toekomst pensioenen (WTP) staan de afspraken uit het Pensioenakkoord. Met de inwerkingtreding van deze wet op 1 juli 2023 is voor zzp’ers ook de mogelijkheid geïntroduceerd om zich vrijwillig aan te sluiten bij een pensioenfonds.

Voorwaarden pensioenfonds

Het moet wel gaan om een pensioenfonds in de branche waarin de zzp’er werkt. Verder moet het pensioenfonds ook de mogelijkheid bieden tot vrijwillige aansluiting. Informeer daarom bij het pensioenfonds of deze mogelijkheid bij hen bestaat.

Let op! Voor 1 juli 2023 konden werknemers zich bij uitdiensttreding al, onder voorwaarden, vrijwillig aansluiten bij het pensioenfonds van hun ex-werkgever. Deze mogelijkheid bestaat nog steeds.

Aftrek in inkomstenbelasting

De zzp’ers die van deze mogelijkheid gebruikmaken, kunnen de aan het pensioenfonds betaalde premies aftrekken in de aangifte inkomstenbelasting.

Let op! Het is goed om te weten dat het om een experiment gaat. Wordt het experiment niet voortgezet of omgezet in een definitieve regeling, dan kan de zzp’er het geld bij het pensioenfonds laten staan of opnemen en onderbrengen bij een bank of verzekeraar.

Verplichte pensioenregeling

Overigens geldt in bepaalde beroepsgroepen en bedrijfstakken voor ondernemers een verplichting om deel te nemen aan de pensioenregeling. Dit bestaat al langer en dus niet pas vanaf de inwerkingtreding van de WTP.

Die verplichting geldt voor ondernemers met een schildersbedrijf, stukadoorsbedrijf, glaszetbedrijf, afwerkingsbedrijf, afbouwbedrijf, natuursteenbedrijf of een terazzo- of vloerenbedrijf. Verder geldt die verplichting voor ondernemers die het beroep uitoefenen van apotheker, fysiotherapeut, huisarts, verloskundige, medisch specialist, dierenarts, notaris of kandidaat-notaris, loods of roeier in het Rotterdamse Havengebied.

Geen lagere proceskosten voor WOZ- en bpm-zaken of toch wel?

By nieuws

Als u het niet eens bent met een belastingaanslag, kunt u bezwaar en beroep aantekenen. Wordt u in het gelijk gesteld, dan heeft u recht op een vergoeding van uw proceskosten. De Hoge Raad heeft onlangs nogmaals beslist dat hierbij geen onderscheid gemaakt mag worden tussen geschillen die de WOZ of bpm betreffen, en overige belastingsoorten. Echter, er liggen nieuwe plannen op tafel.

Vergoeding proceskosten

Auto

Als u een vergoeding van uw proceskosten krijgt, wordt uitgegaan van vaste bedragen. U krijgt in beginsel dus niet uw werkelijke proceskosten vergoed. Dit is alleen anders als u kosten heeft moeten maken omdat de inspecteur – soms tegen beter weten in – heeft vastgehouden aan zijn standpunt.

Onderscheid WOZ, bpm en overige belastingen

Bij de standaardvergoedingen wordt sinds 1 juli 2021 onderscheid gemaakt tussen geschillen inzake de WOZ en bpm en overige belastingen. Daarbij wordt voor de WOZ en bpm een lagere vergoeding toegekend. 

Afhankelijk van de zwaarte van een zaak, worden hieraan punten toegekend. Zo bedraagt dit jaar in zaken waarbij het handelt om beroep of hoger beroep bij WOZ- en bpm-geschillen de vergoeding € 597 per punt, terwijl de vergoeding in overige belastingzaken € 837 per punt bedraagt.

Discriminatieverbod

Onlangs bracht een belastingplichtige zijn zaak voor de Hoge Raad, omdat de rechtbank Gelderland ter bepaling van zijn schadevergoeding in deze bpm-zaak was uitgegaan van het hiervoor geldende, lagere tarief. De Hoge Raad was het met de man eens dat er sprake is van schending van het discriminatieverbod. De Hoge Raad stelde de man dan ook in het gelijk en besliste dat de kostenvergoeding gebaseerd moet worden op de vergoeding die ook in andere belastingzaken geldt.

Rechtbank hardleers

Uit het arrest blijkt dat de Hoge Raad ongeveer een jaar geleden al tot precies hetzelfde oordeel kwam. Rechtbank Gelderland blijkt dan ook behoorlijk hardleers door desondanks toch uit te gaan van de lagere proceskostenvergoeding. De Hoge Raad verwijst voor de argumentatie dan ook gemakshalve naar de in de vorige zaak genoemde argumentatie. Hieruit blijkt dat de lagere proceskostenvergoeding is ingegeven door de vrees van gemeentes dat de toenemende inzet van no cure, no pay-adviesbureaus tot een enorme toename van WOZ- en bpm-zaken zal gaan leiden. Volgens de Hoge Raad is deze argumentatie niet overtuigend genoeg.

Belastingplannen 2023: wetswijzigingen in aantocht

Het kabinet heeft op Prinsjesdag 2023 nu een voorstel ingediend om de proceskostenvergoeding in WOZ- en bpm-zaken fors te verminderen. Het plan is om deze vergoeding conform de huidige wettelijke voorschriften te berekenen en vervolgens te vermenigvuldigen met 25, dan wel 10% als de belastingplichtige niet in het gelijk wordt gesteld.

Daarnaast wordt voorgesteld om immateriële schadevergoedingen wegens overschrijding van de redelijke termijn voor wat betreft de behandeling van een WOZ- of bpm-zaak, te beperken tot € 50 per termijnoverschrijding van een half jaar. Aangezien deze schadevergoedingen nu € 500 per half jaar bedragen, is er in de voorstellen nog slechts sprake van een schadevergoeding van 10% van de thans geldende bedragen. 

Ten slotte wordt voorgesteld proces- en schadevergoedingen voortaan rechtstreeks aan belanghebbenden uit te betalen en niet meer aan hun no cure, no pay-adviseur.

Let op! Deze wetsvoorstellen moeten nog door de Tweede en Eerste Kamer worden goedgekeurd.