Skip to main content
Category

nieuws

Belastingdienst start speciaal loket voor ANBI’s

By nieuws

Wie een ANBI wil oprichten, kan vanaf nu terecht op een speciale website van de Belastingdienst. Op de site vindt u veel informatie over ANBI’s. Ook biedt het loket de mogelijkheid om in contact te komen met het zogenaamde ANBI-team van de Belastingdienst.

ANBI

Euro

De afkorting ANBI staat voor Algemeen Nut Beogende Instelling. Dergelijke instellingen, ook wel ‘goede doelen’ genoemd, kennen tal van fiscale voordelen. Die gelden voor de ANBI zelf, maar ook voor degenen die de ANBI financieel willen steunen.

Speciale site

Het speciale loket is met name bedoeld voor degenen die een kleinere of middelgrote ANBI willen oprichten. De site is bedoeld om de aanvrager te helpen bij zijn aanvraag en via een praktische uitleg zaken inzichtelijker te maken.

Voordelen

Zo is een ANBI vrijgesteld van schenk- en erfbelasting voor de door de ANBI ontvangen gelden. Ook als een ANBI zelf een schenking doet, is deze schenking bij de ontvanger vrijgesteld van schenkbelasting, mits de schenking in het kader van de doelstelling van de ANBI is verricht. 

Giften aan een ANBI zijn – onder voorwaarden – aftrekbaar bij degene die de gift doet.

Eisen

Voor een ANBI gelden diverse speciale eisen. Zo mag een ANBI bijvoorbeeld geen winst maken met activiteiten die het algemeen belang dienen. Bestuursleden of gezichtsbepalende personen binnen de ANBI mogen in de afgelopen vier jaar niet veroordeeld zijn voor een misdrijf. Op de speciale site vindt u alle informatie.

Aftrekpost in 2023 meestal naar partner met laagste inkomen

By nieuws

Fiscale partners kunnen in de inkomstenbelasting bepaalde aftrekposten naar eigen keuze aan elkaar toedelen. Vanaf 2023 is toedeling aan de partner met het laagste inkomen meestal het voordeligst.

Aftrekposten tegen 36,93%

Administratie

De volgende aftrekposten zijn in 2023 nog maar aftrekbaar tegen maximaal 36,93%:

  • aftrekbare kosten (waaronder hypotheekrente) voor de eigen woning,
  • aftrek van alimentatie, van ziektekosten en van giften.

Tip! Het aftrektarief is maximaal 36,93%. Dit betekent dat de aftrek tegen 36.93% gaat als uw inkomen in 2023 onder het 49,50%-of het 36,93%-tarief valt. Een AOW-gerechtigde betaalt tot een inkomen van € 37.149 echter een tarief van 19,03%. De aftrek gaat bij een AOW-gerechtigde daarom tot een inkomen van € 37.149 tegen 19,03% en dus niet tegen 36,93%.

Geen tariefvoordeel meer

Voor AOW-gerechtigde zou in 2023 nog een tariefvoordeel behaald kunnen worden bij toedeling van een aftrekpost aan het hoogste inkomen (mits dat inkomen hoger is dan € 37.149). Voor mensen die de AOW-gerechtigde leeftijd nog niet hebben bereikt, is dit voordeel vanaf 2023 verdwenen.

Tariefstructuur

Door de complexe tariefstructuur in de inkomstenbelasting, is het vanaf 2023 meestal het voordeligst om de aftrekpost toe te delen aan de partner met het laagste inkomen. In die tariefstructuur is de te betalen belasting namelijk niet alleen afhankelijk van het toegepaste tarief (in 2023 voor een niet-AOW-gerechtigde 36,93% tot € 73.031 en 49,50% vanaf € 73.031), maar ook van de heffingskortingen.

Heffingskortingen kunnen hoger zijn bij een lager inkomen. Zo daalt de algemene heffingskorting van maximaal € 3.070 vanaf een inkomen uit werk en woning van € 22.660 in 2023 met 6,095%. Vanaf een inkomen van € 73.031 bestaat dan geen recht meer op algemene heffingskorting. Voor AOW-gerechtigden daalt de ouderenkorting van maximaal € 1.835 vanaf een verzamelinkomen van € 40.888 in 2023 met 15%. Vanaf een inkomen van € 53.122 bestaat dan geen recht meer op ouderenkorting.

Meest gunstige verdeling

De afbouw van de heffingskortingen zorgen ervoor dat het meestal voordeliger kan zijn om de aftrekpost aan de partner met het laagste inkomen toe te delen. Voor AOW-gerechtigde kan dit anders als de minstverdienende partner belast wordt tegen het tarief van 19,03% (bij een inkomen tot € 37.149). De berekening welke toedeling het meest gunstig is, is niet eenvoudig. Onze adviseur zullen bij het verzorgen van uw aangifte inkomstenbelasting 2023 uiteraard de meest voordelige verdeling toepassen.

Onderzoeksplicht belastinginspecteur beperkt, navordering terecht

By nieuws

Een belastinginspecteur hoeft niet uit zichzelf te onderzoeken of uw bedrijfsactiviteiten volgens de Kamer van Koophandel (KVK) gewijzigd zijn. Ook hoeft hij voor de winstbepaling geen rekening te houden met feiten die uit de btw-aangifte blijken. In die gevallen is er geen sprake van een ambtshalve verzuim en is navorderen dus toegestaan.

Uitgaan van juistheid gegevens

Euro

Als u uw aangifte inkomstenbelasting indient, mag de inspecteur ervan uitgaan dat die gegevens kloppen. Nader onderzoek is alleen noodzakelijk als de inspecteur in redelijkheid aan de juistheid van de gegevens behoort te twijfelen. Alleen als de omstandigheden zo sterk doen vermoeden dat de aangifte onjuist is, is het nalaten van onderzoek een ambtelijk verzuim en kan er niet worden nagevorderd.

Extra activiteiten

Voor de rechtbank Noord-Holland speelde een zaak waarbij een ondernemer in een maatschap extra ondernemersactiviteiten had laten verwerken in zijn inschrijving bij de KVK. Ook had hij ten aanzien van deze extra activiteiten aangiftes omzetbelasting ingediend. De inspecteur had pas na een boekenonderzoek van de extra activiteiten vernomen, schrapte de hiermee gemaakte kosten, en legde navorderingsaanslagen op.

Nieuw feit?

De ondernemer ging in bezwaar en beroep en stelde dat de inspecteur niet beschikte over een nieuw feit. Dat er extra ondernemersactiviteiten waren ontwikkeld had de inspecteur namelijk kunnen weten, aldus de ondernemer. Deze waren immers gemeld bij de KVK en bovendien waren er btw-aangiftes ingediend. Omdat een nieuw feit ontbrak kon er volgens de ondernemer niet worden nagevorderd.

Raadplegingsplicht beperkt

De rechter ging hierin niet mee en stelde dat de raadplegingsplicht van de inspecteur beperkt is. Die plicht is in beginsel beperkt tot de aangiftes en het dossier van  de belastingplichtige en de ondernemer had de gewijzigde inschrijving bij de KVK niet zelf aan de inspecteur doorgegeven. Ook hoeft de inspecteur geen dossiers te raadplegen die betrekking hebben op andere belastingen, zoals de btw. Omdat de inspecteur dus niet over een nieuw feit hoefde te beschikken, bleven de navorderingen in stand.

Eisen voor giften in natura aangescherpt

By nieuws

Ook giften in natura zijn, net als geldelijke giften, onder voorwaarden fiscaal aftrekbaar. De voorwaarden voor aftrek van giften in natura worden echter aangescherpt. Deze aanscherping moet per 2024 ingaan.

Gift in natura

Schenken

Bij een gift in natura kan bijvoorbeeld gedacht worden aan een duur schilderij. Voor de waarde ervan gaat de fiscus uit van de waarde in het economisch verkeer.  Bij giften in natura is het lastig aannemelijk te maken dat de gift is gedaan en wat deze inhield.  Bovendien is de waarde van de gift soms moeilijk vast te stellen en leidt nogal eens tot discussie tussen belastingplichtigen en de Belastingdienst.

Objectieve waardebepaling

Vanwege deze problemen zijn volgens het wetsvoorstel giften in natura met een waarde van meer dan € 10.000 voortaan alleen nog aftrekbaar als er een objectieve waardebepaling heeft plaatsgevonden. Deze moet blijken uit een onafhankelijk taxatierapport of een factuur. Voor fiscale partners wordt de gezamenlijke grens gesteld op € 20.000.

Let op! De voorgestelde aanscherping geldt zowel voor de giftenaftrek in de inkomsten- als in de vennootschapsbelasting.

Aannemelijk maken

Een gift en de waarde ervan moeten ook altijd aannemelijk kunnen worden gemaakt. Dit geldt zowel voor giften boven, als onder genoemde grenzen van € 10.000 respectievelijk € 20.000. Deze voorwaarde geldt nu ook al.

Let op! Dit plan moet nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Geen schadevergoeding bij zeer gering financieel belang

By nieuws

Als de behandeling van uw bezwaar of beroep in fiscale zaken te lang duurt, kunt u recht hebben op een schadevergoeding. Als er echter sprake is van een zeer gering financieel belang, heeft u geen recht op een schadevergoeding. Wanneer is daarvan sprake?

Uitstel van betaling

Euro

Als u bezwaar aantekent tegen een belastingaanslag, verkrijgt u in veel gevallen automatisch uitstel van betaling. Dat vervalt zodra de inspecteur op uw bezwaar heeft beslist. Gaat u in beroep, dan vervalt het verleende uitstel van betaling dus.

Let op! Dit is alleen anders als u in beroep gaat en hier apart om verzoekt.

Aanmaningskosten

Onlangs bracht een belastingplichtige zijn zaak voor de rechter, omdat de inspecteur € 17 aanmaningskosten in rekening had gebracht. Dit deed hij vanwege het te laat betalen van de aanslag. De belastingplichtige was het hiermee niet eens en was van mening dat hij de aanslag pas hoefde te betalen nadat zijn beroep was afgehandeld. De rechter deelde deze mening niet, omdat er geen verzoek om uitstel van betaling was ingediend.

Immateriële schadevergoeding?

Belastingplichtige meende echter dat hij wel recht had op een immateriële schadevergoeding, omdat de behandeling van zijn zaak langer had geduurd dan de maximale termijn die hiervoor wettelijk is voorgeschreven. Die termijn – van in dit geval twee jaar – was inderdaad met vier maanden overschreden, maar de rechtbank vond dat er desondanks geen recht bestond op een schadevergoeding vanwege het zeer geringe financiële belang.

Wat is een zeer gering financieel belang?

De Hoge Raad heeft in 2017 beslist dat er van een zeer gering financieel belang sprake is bij een vordering tot € 15. Omdat deze uitspraak inmiddels zes jaar oud was, was de rechtbank van mening dat er momenteel ook bij een financieel belang van € 17 sprake is van een zeer gering financieel belang. Daarom werd er geen schadevergoeding toegewezen.

Belastingvrij verhuiskosten vergoeden aan uw werknemer

By nieuws

Als uw werknemer verhuist, kunt u belastingvrij verhuiskosten vergoeden. Hiervoor gelden wel voorwaarden. Welke zijn dit?

Verhuizen voor het werk

Sleutel

Als uw werknemer verhuist in het kader van zijn dienstbetrekking bij u, kunt u zijn verhuiskosten belastingvrij vergoeden. Hiervoor geldt namelijk een gerichte vrijstelling.

Gerichte vrijstelling verhuiskosten

Onder deze gerichte vrijstelling mag u belastingvrij een bedrag van maximaal € 7.750 aan verhuiskosten vergoeden. Daarnaast kunt u belastingvrij ook de werkelijke kosten voor het overbrengen van de inboedel vergoeden. Deze vergoeding komt dus bovenop het fiscaalvrije bedrag van maximaal € 7.750.

Let op! Deze vergoedingen mag u alleen verstrekken als de verhuizing plaatsvindt in het kader van de dienstbetrekking bij u. De verhuizing moet daarom voldoende samenhang hebben met de dienstbetrekking.

Wanneer is sprake van ‘in het kader van de dienstbetrekking’

De verhuizing is in ieder geval in het kader van de dienstbetrekking als:

  • de werknemer binnen 2 jaar verhuist na het aanvaarden van een nieuwe dienstbetrekking of na overplaatsing binnen een bestaande dienstbetrekking; én
  • de afstand tussen de woning en de plaats van de dienstbetrekking door de verhuizing minimaal 60% kleiner wordt; én
  • deze afstand vóór de verhuizing minimaal 25 kilometer bedraagt.

Tip! Voldoet de verhuizing van uw werknemer niet aan deze voorwaarden, dan kan de verhuizing nog steeds plaatsvinden in het kader van de dienstbetrekking. U moet dat dan wel aannemelijk maken.

Verhuizen, maar niet voor het werk?

Vindt de verhuizing niet plaats in het kader van de dienstbetrekking, dan kunt u verhuiskosten toch onbelast aan uw werknemer vergoeden door deze aan te wijzen in de vrije ruimte. Ook kosten die niet onder de gerichte vrijstelling voor verhuiskosten vallen, zoals de aan- en verkoopkosten van de woning, kunt u aanwijzen in de vrije ruimte.

Regels vrije ruimte

Voor het aanwijzen in de vrije ruimte gelden regels. Zo moet het bijvoorbeeld gebruikelijk zijn om de vergoedingen aan te wijzen. Bovendien is de vrije ruimte beperkt. In 2023 bedraagt deze 3% over de eerste € 400.000 van de totale loonsom en 1,18% over het meerdere. Komt het totaal van vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen die u in 2023 aanwijst boven deze vrije ruimte, dan betaalt u als werkgever 80% eindheffing over dit meerdere.

Bezwaren en definitieve aanslagen box 3 aangehouden

By nieuws

De Belastingdienst houdt bezwaren inzake box 3 over de jaren 2017 tot en met 2022 aan. Ook worden geen definitieve aanslagen met box 3-inkomen over de jaren 2021 en 2022 opgelegd. Dit allemaal in afwachting van nieuwe arrest van de Hoge Raad over box 3.

Aanhouden tot arresten Hoge Raad

Euro

Op dit moment lopen er meerdere procedures bij de Hoge Raad. Centrale vraag in deze procedures is of het rechtsherstel box 3 in lijn is met het Kerstarrest. De Belastingdienst houdt de bezwaren box 3 nu aan en legt geen definitieve aanslagen met box 3-inkomen op om te voorkomen dat iedere belastingplichtige met box 3-inkomen zelf moet procederen. Na de arresten van de Hoge Raad handelt de Belastingdienst dit verder af.

Let op: er zijn uitzonderingen

Bestaat uw box 3-inkomen alleen uit bank- en spaartegoeden, dan houdt de Belastingdienst uw definitieve aanslag of bezwaar niet aan. Het forfaitair rendement over bank- en spaartegoeden is immers (nagenoeg) gelijk aan het werkelijk genoten rendement. De vraag of het rechtsherstel box 3 in lijn is met het Kerstarrest speelt in zulke gevallen daarom niet.

Definitieve aanslagen inkomstenbelasting met box 3-inkomen voor de jaren tot en met 2020 worden niet aangehouden. De Belastingdienst legt voor die jaren dus wel definitieve aanslagen op, ook als daar box 3-inkomen in opgenomen is.

Als u de Belastingdienst in gebreke stelt vanwege overschrijding van de wettelijke termijn waarbinnen hij normaal moet beslissen op uw bezwaar, wordt uw bezwaar ook niet aangehouden. Het wordt dan afgehandeld in lijn met de wet rechtsherstel box 3. Dit betekent waarschijnlijk dat uw bezwaar wordt afgewezen. U moet dan zelf in beroep bij de rechtbank om uw rechten veilig te stellen. 

Tip! Het advies is daarom om de Belastingdienst niet in gebreke te stellen.

Rechtspositie blijft gelijk

Uw rechtspositie blijft door het aanhouden van de bezwaren gelijk. Als u het niet eens bent met de afhandeling na de arresten van de Hoge Raad, kunt u alsnog in beroep bij de rechtbank. Dat geldt ook voor het aanhouden van de definitieve aanslag. Bent u het daar straks niet mee eens, dan kunt u bezwaar maken en daarna in beroep.

Voorlopige aanslagen

De Belastingdienst legt wel voorlopige aanslagen met box 3-inkomen op. Dit betreft zowel voorlopige aanslagen waaruit een teruggaaf volgt, als voorlopige aanslagen waaruit een te betalen bedrag volgt. 

Let op! Als u een verzoek doet tot herziening van de voorlopige aanslag of als u in bezwaar komt tegen een afwijzing van zo’n verzoek, dan houdt de Belastingdienst dit aan totdat de Hoge Raad uitspraak heeft gedaan.

Wel in bezwaar tegen definitieve aanslag!

Ontvangt u een definitieve aanslag met box 3-inkomen, bijvoorbeeld over het belastingjaar 2020? Dan kunt u niet afwachten, maar moet u in bezwaar om uw rechten veilig te stellen. Dit bezwaar zal de Belastingdienst vervolgens aanhouden in afwachting van de arresten van de Hoge Raad.

Let op! Het is nog onbekend wanneer de Hoge Raad uitspaak doet. Uiteraard houden wij u op de hoogte.

Vragen?

Heeft u vragen over uw eigen specifieke situatie? Neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Maatregelen om procedures WOZ en bpm te verminderen

By nieuws

Het grote aantal WOZ-procedures is staatssecretaris Van Rij een doorn in het oog. Hij heeft daarom bekendgemaakt wetgeving voor te bereiden om het aantal bezwaren en beroepen in WOZ-procedures te verminderen. Hij wil dit ook doen voor procedures inzake de bpm.

No cure, no pay

Juridisch

Met name in WOZ-zaken wordt vaak geprocedeerd op basis van ‘no cure, no pay’. Professionele organisaties die zich met name richten op WOZ-geschillen, bieden dan aan om de WOZ-waarde aan te vechten en alleen kosten te berekenen als de zaak geheel of deels wordt gewonnen. De belastingplichtige heeft in die situatie recht op een kostenvergoeding, waarmee de rekening kan worden voldaan.

Meer inzicht

De staatssecretaris stelt een aantal maatregelen voor. Om te beginnen wil hij de kostenvergoeding en een eventuele schadevergoeding bij lange duur van een proces rechtstreeks overmaken naar de belastingplichtige en niet meer naar de adviseur. Zodoende wil hij het inzicht in de kosten en vergoedingen bij de belastingplichtige vergroten.

Vermindering en schrappen vergoedingen

Verder wil Van Rij de vergoeding voor WOZ- en bpm-zaken verminderen en deze zelfs laten vervallen als er sprake is van geringe correcties. Wat hieronder moet worden verstaan, wordt door de staatssecretaris echter niet aangegeven. Ook schadevergoedingen vanwege de lange duur van het proces, zouden voor WOZ- en bpm-zaken worden geschrapt.

Informeel traject

De staatssecretaris wil ook verplichten dat de burger, voordat bezwaar kan worden gemaakt, verplicht een informeel traject met de gemeente moet afleggen. Veel gemeentes dringen er bij een geschil over de WOZ-waarde nu al bij de burger op aan eerst met de gemeente te bellen, om zodoende het indienen van een bezwaar te kunnen voorkomen.

Geen verbeterpunten waardevaststelling

De brief van Van Rij bevat geen verbeterpunten inzake de waardevaststelling in WOZ-zaken. In praktijk blijkt namelijk dat ongeveer de helft van alle WOZ-bezwaren moet worden toegewezen, zodat bij veel belastingplichtigen de indruk bestaat dat de waardering inzake WOZ-waardes sterk te wensen overlaat.

Let op! Bovengenoemde zaken betreffen voorstellen voor nieuwe wetgeving door staatssecretaris Van Rij.

BMKB-regeling met vier jaar verlengd

By nieuws

De Borgstellingsregeling voor mkb-kredieten, de BMKB-regeling, wordt met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027. Dit geldt ook voor de BMKB-Groenregeling. Dit heeft het kabinet bekendgemaakt, na evaluatie van de regeling.

BMKB-regeling

Euro

Vooral voor ondernemers met onvoldoende onderpand, kan de BMKB-regeling uitkomst bieden. Via de BMKB-regeling stelt de overheid zich garant voor een deel van een bij een financier afgesloten lening. 

De regeling is alleen toegankelijk voor bedrijven met niet meer dan 250 werknemers (fte’s) en een jaaromzet tot € 50 miljoen of een balanstotaal tot € 43 miljoen.

Ook BMKB-Groen verlengd

Sinds november 2022 bestaat er ook een aparte BMKB-regeling, de BMKB-Groen, die bedoeld is voor verduurzamingsinvesteringen. Het is een variant op de reguliere BMKB-regeling voor ondernemers. De BMKB-Groenregeling is toepasbaar op bedrijfsmiddelen die zijn opgenomen in de Energielijst, op overige middelen verbonden aan energie-investeringen en op de aanpassing of vervanging van bedrijfspanden naar tenminste energie-label C. Ook deze regeling wordt met vier jaar verlengd tot 1 juli 2027.

Minder provisie?

Behalve een verlenging van de BMKB-regelingen gaat een onafhankelijk expert advies uitbrengen of het mogelijk is de provisie, die bij een dergelijke financiering komt kijken, te verlagen. Financiers zijn bij het afsluiten van een BMKB-krediet nu namelijk nog een provisie verschuldigd aan de RVO (Rijksdienst voor Ondernemen) die kan oplopen tot 8,35%. De financier rekent deze provisie aan de geldlener door.

Geen blijvende extra belasting overwinsten

By nieuws

Het kabinet kiest er niet voor om overwinsten die bijvoorbeeld door energiemaatschappijen behaald worden, blijvend extra te belasten. Deze overwinsten zijn thans extra belast via een solidariteitsbijdrage en een verhoging van de belasting op de winning van olie en gas. Een bredere solidariteitsbijdrage dan wel een extra schijf in de vennootschapsbelasting, komt er echter niet.

Moties

Industrie

Het kabinet antwoord dit naar aanleiding van een aantal ingediende moties. Het kabinet acht het extra belasten van overwinsten juridisch onmogelijk en bovendien ongewenst.

Creëren wettelijke grondslag onmogelijk

Het kabinet geeft aan dat het onmogelijk is voor een extra heffing op overwinsten een wettelijke grondslag te creëren. Zonder dat duidelijk is welke doelgroep wordt belast, ten aanzien van welke overwinst en tegen welk tarief, is dit volgens het kabinet niet mogelijk. Bovendien kan niet eenvoudig worden bepaald waardoor een excessieve winst is gerealiseerd. Dit kan bijvoorbeeld ook voortvloeien uit bedrijfseconomische omstandigheden.

Verstoring bedrijfseconomische processen

Het kabinet vreest ook dat een bredere solidariteitsbijdrage leidt tot arbitraire heffingen en verstoringen in bedrijfseconomische processen. Geplande investeringen zouden wellicht worden heroverwogen, waardoor Nederland minder aantrekkelijk wordt voor toekomstige investeringen en innovatieve activiteiten.

Ook geen extra vpb-schijf

Het kabinet is er ook geen voorstander van om voor overwinsten een extra tariefschijf in de vennootschapsbelasting in te voeren. Er wordt gevreesd dat dit zal leiden tot het opknippen van bedrijven, om op die manier via meerdere bv’s het hoge tarief te ontwijken. Bovendien is een extra tariefschijf juridisch bewerkelijk en complex, aangezien dan aangegeven moet worden wanneer die extra schijf van toepassing zou moeten zijn. Hiervoor bestaat volgens het kabinet geen meetbaar criterium.