Skip to main content
Category

nieuws

Naheffingsaanslag btw inzien en direct betalen

By nieuws

Het ‘Overzicht betalen en ontvangen’ van de Belastingdienst is uitgebreid met enkele functies. In dit overzicht kunt u zien welke bedragen u nog aan de Belastingdienst moet betalen en welke u nog ontvangt. Ook naheffingsaanslagen omzetbelasting zijn vanaf nu in te zien en kunnen direct worden betaald.

Wat staat in overzicht?

Belastingdienst

In het Overzicht betalen en ontvangen staan te betalen en te ontvangen bedragen inkomstenbelasting, bijdragen Zorgverzekeringswet en motorrijtuigenbelasting. Voor wat betreft uw toeslagen ziet u hier alleen de terug te betalen bedragen.

In aanvulling op het voorgaande zijn nu dus ook naheffingsaanslagen omzetbelasting in het overzicht terug te vinden. 

Wanneer naheffing?

U krijgt een naheffing omzetbelasting als u niet of te laat aangifte heeft gedaan of als u de omzetbelasting niet, niet helemaal of te laat heeft betaald. U ontvangt de naheffing voorlopig ook nog per post.

Direct betalen tot € 50.000

U kunt naheffingsaanslagen tot € 50.000 direct via het overzicht betalen met iDEAL. Grotere bedragen kunt u niet via iDEAL betalen, maar u kunt de betaalgegevens wel kopiëren naar bijvoorbeeld uw bankapp. 

Ook inlogmogelijkheden uitgebreid

Ook het aantal mogelijkheden om op het Overzicht betalen en ontvangen in te loggen is uitgebreid. Naast inloggen via DigiD, kunt u nu ook inloggen via European login, eHerkenning, DigiD Machtigen of een nabestaandenmachtiging.

Nabestaandenmachtiging

Met een nabestaandenmachtiging kunt u inloggen namens een overleden belastingplichtige. In het overzicht kunt u dan zien welke bedragen de overleden persoon nog moest betalen. Met de machtiging kunt u onder andere na afloop van het jaar ook de aangifte inkomstenbelasting namens de overledene indienen en namens hem of haar bezwaar aantekenen als u het niet met de aanslag eens bent

Teruggave btw aan niet-EU reiziger voortaan digitaal

By nieuws

Reizigers van buiten de EU kunnen de btw op goederen die ze mee naar huis nemen onder voorwaarden terugkrijgen. Het proces waarmee dit kan worden bereikt, wordt vanaf 2026 verplicht gedigitaliseerd.

Wanneer btw-teruggave?

Internationaal

De teruggave van btw geldt voor natuurlijke personen met een woonplaats buiten de EU. Het betreft alleen goederen die zij, anders dan als ondernemer, in hun persoonlijke bagage meenemen naar een land buiten de EU. Daarbij moet de waarde van de op de factuur vermelde goederen minstens € 50 inclusief btw bedragen. De goederen moeten uiterlijk vóór het einde van de derde maand na de maand van aankoop buiten de EU worden gebracht.

Visum voortaan alleen digitaal

Om de btw terug te kunnen krijgen, moet bewezen worden dat de goederen de EU daadwerkelijk hebben verlaten. Daartoe is een factuur vereist, dan wel een kopie ervan of een gelijkwaardig document. Dit document moet bovendien vergezeld gaan van een visum, dat duidelijk maakt dat de goederen de EU daadwerkelijk hebben verlaten. Het visum kan nu ook nog fysiek worden afgegeven, maar vanaf 1 januari 2026 alleen nog digitaal.

Teruggave achteraf

Omdat de leverancier pas achteraf het bewijs geleverd krijgt dat de goederen de EU hebben verlaten, zal hij in eerste instantie gewoon btw in rekening brengen. Pas na ontvangst van het bewijs in de vorm van een visum, zal hij de btw terugbetalen aan de niet-EU inwoner.

Digitale omgeving

De leverancier van de goederen die bereid is mee te werken aan de teruggave van btw, zal daartoe de nodige gegevens omtrent de transactie in moeten voeren in een digitale omgeving die door de douane te raadplegen is. Onder meer het nummer van het legitimatiebewijs van de koper van de goederen dient te worden ingevoerd. De koper van de goederen kan de teruggave van de btw verzoeken via een hiertoe beschikbaar gestelde app.

Voorjaarsnota 2025: wat zijn de belangrijke wijzigingen?

By nieuws

Vrijdag 18 april is de Voorjaarsnota 2025 gepresenteerd. In deze plannen staan zowel lastenverlichtingen als lastenverzwaringen. Wat zijn de belangrijke wijzigingen voor de ondernemer, de werkgever en voor huishoudens?

Let op!Onderstaande voorgenomen wijzigingen moeten nog in wetsvoorstellen worden gegoten en worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.

Voorgenomen wijzigingen voor ondernemers en werkgevers

Hofvijver

  • Fiscale regeling medewerkers start-ups en scale-ups
    Er komt een nieuwe fiscale regeling om medewerkersparticipatie voor start-ups en scale-ups te stimuleren. De grondslag van het inkomen uit aandelenopties voor medewerkers van start-ups en scale-ups wordt beperkt tot 65%. Hierdoor wordt over minder inkomen belasting geheven. Ook gaan zij pas belasting betalen als zij hun aandelen verkopen in plaats van op het moment dat de aandelen verhandelbaar worden. Deze plannen worden uitgewerkt in een wetsvoorstel. Deze moet per 2027 in werking treden.
  • Verlaging en afschaffing stakingswinst
    De stakingsaftrek wordt per 2027 verminderd van € 3.630 naar € 908 en wordt per 2030 volledig afgeschaft.
  • Verlaging en afschaffing meewerkaftrek
    De meewerkaftrek wordt per 2027 met 75% verminderd en per 2030 helemaal afgeschaft.
  • Minder inflatiecorrectie inkomstenbelasting
    In de inkomstenbelasting wordt per 1 januari 2026 de inflatiecorrectie voor 46,2% in plaats van 51% toegepast (de tabelcorrectiefactor). Er wordt hierdoor minder gecorrigeerd voor inflatie in de belastingschijven en de heffingskortingen.
  • Verhoogd btw-tarief cultuur, sport en media van de baan
    De voorgenomen verhoging van de btw naar 21% op media, sport en cultuur per 2026 wordt niet doorgevoerd.
  • Verhoging budget MIA en verlaging VAMIL
    De budgetreserve voor de MIA wordt verhoogd met € 35 miljoen. De budgetreserve voor de VAMIL wordt met hetzelfde bedrag verlaagd.
  • Verlaging lage Aof-premie en verhoging hoge Aof-premie
    De hoge Aof-premie wordt met 0,03% verhoogd in 2026 en met 0,04%-punt verhoogd in 2027. De lage Aof-premie wordt daarentegen in 2026 verlaagd met 0,21%-punt en voor 2027 met 0,23%-punt.
  • Fietsregeling versoepeld
    De regeling voor fietsen van de zaak wordt versoepeld. Voor fietsen van de zaak die over het algemeen niet thuis worden gestald, vervalt de bijtelling.

Voorgenomen wijzigingen voor huishoudens en dga

  • Wijzigingen box 3
    In box 3 zal voor de jaren 2026 en 2027 worden uitgegaan van een hoger forfaitair rendement op overige bezittingen. De stijging bedraagt 1,78%-punt per 2026. 
    Ook wordt voor 2026 en 2027 het heffingsvrije vermogen verlaagd van € 57.684 (2025) naar € 51.396.
  • Verlaging energiebelasting
    De vermindering van de energiebelasting wordt in 2026 tot en met 2028 verhoogd met € 200 miljoen. Hierdoor wordt de vermindering van energiebelasting in 2026 € 529,10.
  • Verlagen vermogensgrens zorgtoeslag en kindgebonden budget
    Huishoudens hebben bij een vermogen van een bepaalde omvang geen recht meer op enkele toeslagen. Besloten is om voor het recht op zorgtoeslag en het kindgebonden budget deze vermogensgrens te verlagen. Voor alleenstaanden komt de grens op € 113.000 te liggen, voor partners op € 150.000.
  • Constructie erfbelasting
    Door een arrest van de Hoge Raad is het mogelijk om, met aanpassing van de huwelijkse voorwaarden, erfbelasting voor een groot deel te voorkomen. Voorgesteld wordt dat er toch schenk- en erfbelasting kan worden geheven, voor zover er bij een ontbinding van de huwelijkse voorwaarden meer dan 50% van deze gemeenschap wordt verkregen.
  • Schenk- en erfbelasting biologische kinderen
    Biologische kinderen worden wat betreft de schenk- en erfbelasting gelijkgesteld met juridische kinderen. Op deze manier hebben ook biologische kinderen recht op kindvrijstelling en het lagere tarief.
  • Vereenvoudiging toeslagpartnerschap
    Per 2027 wordt het toeslagpartnerschap vereenvoudigd door het afschaffen van het criterium samengestelde gezinnen. 

Let op!Er zijn nog meer wijzigingen in de Voorjaarsnota. Deze selectie is dus niet compleet. Voor alle wijzigingen verwijzen wij naar de Voorjaarsnota 2025.

Aftrek verblijfkosten eigen rijders 4% verhoogd

By nieuws

Transportondernemers die zelf meerdaagse internationale ritten maken, kunnen onder voorwaarden een vast bedrag aan verblijfkosten van de winst aftrekken. Dit bedrag is voor 2025 ruim 4% hoger vastgesteld. De aftrek komt daarmee op € 50 per dag.

Voorwaarden

Bedrijfswagen

Wilt u gebruikmaken van de vaste aftrek? Dan gelden de volgende voorwaarden:

  • u geeft de winst aan in de aangifte inkomstenbelasting;
  • de rit duurt langer dan 24 uur;
  • de verste bestemming mag niet in Nederland liggen; er is geen maximum afstand;
  • de regeling geldt voor alle meerdaagse ritten in dat jaar;
  • het aantal gereden dagen moet u kunnen aantonen, bijvoorbeeld met facturen, tachograafschijven of rittenstaten; en
  • de vertrek- en terugkomdag tellen elk mee voor een halve dag.

Let op! U mag ieder jaar opnieuw beslissen of u de regeling voor gebruik van de vaste aftrek al dan niet gebruikt. Als u gebruikmaakt van de regeling en u voldoet aan alle voorwaarden , hoeft u de verblijfkosten niet aan te tonen.

Ritten korter dan 24 uur

De regeling geldt ook voor internationale ritten die starten op meer dan 50 kilometer van het woonadres van de ondernemer. Dit geldt ook als deze ritten korter duren dan 24 uur. In dat geval moet u wel voldoen aan de volgende voorwaarden:

  • Deze ritten vinden plaats op aaneengesloten dagen, eventueel met ritten waarbij men meer dagen aaneengesloten in het buitenland verblijft.
  • Het traject van elke rit bevindt zich in zijn geheel buiten een afstand van 50 km van het woonadres van de ondernemer.

Geen gebruikmaken van vaste aftrek? 

U hoeft de regeling voor de vaste aftrek niet toe te passen als de kosten hoger zijn. U kunt dan de werkelijk gemaakte kosten aftrekken, op voorwaarde dat u ze moet kunnen aantonen. U moet er dan wel rekening mee houden dat sommige kosten, zoals maaltijden, beperkt aftrekbaar zijn.

Tip! Houd een goede administratie bij en zorg dat u alle facturen en bonnen heeft.

Let op! De regeling voor de vaste aftrek geldt alleen voor ondernemers waarvan de winst in de inkomstenbelasting belast wordt. Eigen rijders met een bv kunnen hun verblijfkosten onbelast door de bv laten vergoeden volgens de regels die gelden voor werknemers.

Wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2025

By nieuws

Het wettelijk minimumuurloon per 1 juli 2025 is bekend. De stijging t.o.v. 1 januari 2025 bedraagt afgerond 2,42%.

Wettelijk minimum(jeugd)lonen

Portemonnee

Het wettelijk minimumuurloon stijgt van € 14,06 per 1 januari 2025 naar € 14,40 per 1 juli 2025.

Met de stijging van het wettelijk minimumuurloon stijgen ook de minimumjeugdlonen als volgt.

 

 Leeftijd  Staffeling  Minimumloon per uur
 21 jaar en ouder  100,0%  € 14,40
 20 jaar   80,0%  € 11,52
 19 jaar  60,0%  € 8,64
 18 jaar  50,0%  € 7,20
 17 jaar  39,5%  € 5,69
 16 jaar  34,5%  € 4,97
 15 jaar  30,0%  € 4,32

 

Beroepsbegeleidende leerweg (bbl)

Voor werknemers die werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst die is aangegaan in verband met een bbl gelden per 1 juli 2025 de volgende minimumuurlonen:

 

Leeftijd Staffeling Minimumloon per uur
21 jaar en ouder 100,0% € 14,40
20 jaar 61,5% € 8,86
19 jaar 52,5% € 7,56
18 jaar 45,5% € 6,55
17 jaar 39,5% € 5,69
16 jaar 34,5% € 4,97
15 jaar 30,0% € 4,32

 

Verbod op verpanding per 1 juli 2025 verboden

By nieuws

De Wet opheffing verpandingsverboden is aangenomen. Hierdoor is het straks niet meer mogelijk om de overdracht of verpandingen van zakelijke geldvorderingen op naam te verbieden of beperken. De datum van inwerkingtreding van de wet is echter nog niet bekend.

Aanleiding wetswijziging

Bouw

Op dit moment is het nog mogelijk om contractueel af te spreken dat geldvorderingen op naam niet mogen worden gecedeerd (overgedragen) of verpand. In bepaalde sectoren, zoals de bouw- en retailsector, gebeurt dit op grote schaal. Hierdoor kunnen deze vorderingen echter niet ingezet worden als dekking voor kredietverlening of worden overgedragen aan bijvoorbeeld factormaatschappijen.

Verbod overdracht of verpanding straks verboden

Door de wetswijziging is het vanaf 1 juli 2025 niet meer mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding van een zakelijke geldvordering op naam te verbieden of beperken. Het is dan dus ook niet meer mogelijk om te bedingen dat overdacht of verpanding alleen aan bepaalde partijen mogelijk is of te bedingen dat overdacht of verpanding alleen mag met instemming van de schuldenaar.

Let op! Het blijft vanaf 1 juli 2025 wel mogelijk om het vestigen van een vruchtgebruik contractueel te verbieden of te beperken.

Alleen voor zakelijke geldvorderingen

Het gaat specifiek om zakelijke geldvorderingen. Dat wil zeggen, geldvorderingen in het reguliere handelsverkeer die in de uitoefening van een beroep of bedrijf zijn ontstaan. 

Let op! Geldvorderingen van particulieren die niet handelen in de uitoefening van een beroep of bedrijf vallen niet onder de wetswijziging. Voor deze geldvorderingen blijft het dus mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding te verbieden of te beperken.

Uitzonderingen

Voor een aantal specifieke zakelijke geldvorderingen op naam blijft het wel mogelijk om contractueel de overdracht of verpanding te verbieden of beperken. Het gaat daarbij om:

  • geldvorderingen uit hoofde van een betaal- of spaarrekening, en 
  • geldvorderingen uit hoofde van een krediet- of geldleningsovereenkomst waarbij aan de kant van de kredietgever meerdere partijen betrokken zijn of zullen zijn, en
  • geldvorderingen van of op een clearinginstelling, een centrale tegenpartij, een afwikkelende instantie, een verrekeningsinstituut of een centrale bank, en
  • geldvorderingen op een zogenaamde G-rekening.

Invoering schriftelijke mededeling

In de wet is nog een andere wijziging opgenomen. De crediteur moet vanaf 1 juli 2025 de debiteur schriftelijk meedelen dat de geldvordering is overgedragen of verpand. Pas als dat is gebeurd, is de overdracht of verpanding ook effectief richting de debiteur.

Bestaande contractuele afspraken?

De wet treedt in werking op 1 juli 2025 in werking. Bestaande contractuele afspraken blijven daarna nog tot 1 oktober 2025 in tact. Pas daarna kan de nietigheid van contractuele verboden of beperkingen van overdrachten en verpandingen worden ingeroepen.

Contant geld moet toegankelijk blijven

By nieuws

Minister Heinen van Financiën heeft de plannen bekendgemaakt om contant geld beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden. Het wetsvoorstel Chartaal betalingsverkeer is naar de Tweede Kamer gestuurd.

Toegankelijk

Euro

Uitgangspunt van het wetsvoorstel is dat contant geld toegankelijk moet blijven. Sommige mensen hebben namelijk moeite met het digitale betalingsverkeer, zoals ouderen. Sommigen willen liever sowieso contant betalen, bijvoorbeeld om grip te houden op het budget. Ook bij een storing van pinautomaten is de beschikbaarheid van contant geld van belang.

Voldoende geldautomaten

Om een en ander te realiseren bevat het wetsvoorstel onder meer voor grote banken de plicht om voldoende geldautomaten beschikbaar te stellen. Dit betekent dat de afstand tot een geldautomaat maximaal vijf kilometer mag bedragen. Hierover bestaan al vrijwillige afspraken, maar die blijken onvoldoende.

Gratis geld opnemen voor particulieren

De wet regelt ook dat geld opnemen voor particulieren gratis moet blijven. Voor ondernemers gaan maximum tarieven gelden voor het opnemen van geld. Ook moeten volgens het wetsvoorstel klanten van banken met minstens 500.000 klanten bankbiljetten kosteloos kunnen storten bij geldautomaten. De geldautomaten van Geldmaat worden hiervoor beschikbaar gesteld. 

Toezicht

De Nederlandse Bank gaat volgens deze wet toezicht houden op de naleving ervan.

Let op! De Tweede en Eerste Kamer moeten nog over dit wetsvoorstel stemmen.

Vanaf 2027 geen arbeidskorting meer op uitkeringen

By nieuws

Mensen die een uitkering krijgen en daarnaast ook voor een werkgever werken, kunnen er vanaf 2027 op achteruitgaan. Vanaf die datum mogen werkgevers die een (arbeidsongeschiktheids)uitkering betalen aan een werknemer daarop namelijk niet langer de arbeidskorting toepassen.

Arbeidskorting

Invalide

De arbeidskorting is een korting op de te betalen belasting waarop iemand recht heeft als hij werkt. De hoogte van de korting is onder meer afhankelijk van de hoogte van het arbeidsinkomen en bedraagt in 2025 maximaal € 5.599.

Arbeidskorting op uitkering?

In beginsel bestaat alleen recht op arbeidskorting als iemand werkt. Om die reden kan het UWV op de belasting die geheven wordt op uitkeringen geen arbeidskorting inhouden. 
Werkgevers die een (arbeidsongeschiktheids)uitkering betalen aan werknemers kunnen op die uitkering, onder voorwaarden, echter wél arbeidskorting inhouden. 
Op 15 november 2024 oordeelde de Hoge Raad dat dit verschil in behandeling in strijd is met het discriminatieverbod.

Vanaf 2027 niet meer

Om die reden is nu besloten dat een werkgever, net als het UWV, geen arbeidskorting mag toepassen op uitkeringen. Dit besluit heeft gevolgen voor zo’n 11.000 mensen met een uitkering die uitbetaald wordt via een werkgever. Dit betreft voor het grootste deel arbeidsongeschiktheidsuitkeringen.

Om de zo’n 11.000 mensen die het aangaat zo goed mogelijk te informeren over de wijziging gaat deze niet nu al, maar pas vanaf 2027 in.

Minder regeldruk voor mkb: ‘nee, tenzij’

By nieuws

Het kabinet gaat zich sterk maken voor minder regeldruk voor het bedrijfsleven. Dit gebeurt onder meer door een aanscherping van de zogenaamde Bedrijfseffectentoets. De aanpassingen zijn met name gericht op kleine ondernemingen.

Bedrijfseffectentoets

Hofvijver

Met de Bedrijfseffectentoets (BET) kan worden nagegaan wat bedoelde en onbedoelde effecten van voorgenomen wet- of regelgeving zijn voor het bedrijfsleven. De BET is een verplichte kwaliteitseis.

Tip! Wilt u meer weten over de BET, kijk dan hier.

Aanscherping

De aanscherping, met name gericht op het kleine mkb, bevat onder meer het volgende.

  • Bij regelgeving gaat het ‘nee, tenzij’ principe gelden. Regelgeving kan dus alleen nog worden ingevoerd als hieraan niet te ontkomen is.
  • Verder gaat het uitgangspunt gelden dat nieuwe regelgeving in beginsel binnen de eigen mkb-onderneming kan worden uitgevoerd, dit geldt ook voor kleine ondernemingen. 
  • Ook moet uitdrukkelijk worden bezien of voor kleine ondernemingen met weinig personeel een uitzondering of lichtere vorm van regelgeving mogelijk is.

Ook grotere rol ATR

Nieuw is ook dat nieuwe regelgevingsvoorstellen voortaan voorafgaand aan advisering naar het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) worden gestuurd. Dit orgaan adviseert de overheid over het zoveel mogelijk voorkomen van onnodige regeldruk. Het ministerie van Economische Zaken gaat bovendien bevorderen dat de BET zo correct mogelijk wordt ingevuld. 

Let op! De aanscherping van de BET betekent ook dat de Nederlandse uitwerking van Europese regelgeving met zo min mogelijk lasten moet worden geïmplementeerd.

Meer transparantie en openheid loon mannen en vrouwen

By nieuws

Een wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen moet het verschil in loon tussen mannen en vrouwen tegengaan. Dit wetsvoorstel ligt nu ter internetconsultatie. Wat houdt het voorstel in?

Loonverschillen

Handen schudden

Uit onderzoek van het CBS is gebleken dat vrouwen gemiddeld per uur zo’n 13% minder verdienen dan hun mannelijke collega’s. Vanaf 14 november, op Equal Pay Day, werken vrouwen ongeveer de rest van het jaar symbolisch ‘voor niets’. Dit fenomeen geldt niet alleen in Nederland, maar ook in Europa. 

Europese richtlijn

Om te zorgen dat dit verschil in loon tussen mannen en vrouwen wordt weggenomen, heeft de Europese Commissie een richtlijn opgesteld. Deze verplicht lidstaten onder meer maatregelen te nemen die zorgen voor openheid over beloning en die de rechtsbescherming van werknemers versterken. EU-richtlijnen moeten altijd worden omgezet in nationale wetgeving. 

Internetconsultatie

Er ligt momenteel een internetconsultatie voor waarin deze richtlijn is uitgewerkt in een concreet wetsvoorstel implementatie Richtlijn loontransparantie mannen en vrouwen. Deze internetconsultatie loopt tot en met 7 mei 2025. 

Meer transparantie en openheid

De wet beoogt meer transparantie en openheid te geven over loonverschillen tussen mannen en vrouwen. Daarnaast wordt de rechtspositie van werknemers versterkt. Het doel is hiermee loonverschillen tegen te gaan. Wat omvat het wetsvoorstel onder meer: 

  • Werkgevers worden verplicht tot het hebben van loonstructuren met objectieve criteria op basis waarvan zij werknemers belonen. 
  • Daarnaast gaan diverse transparantiemaatregelen gelden voor werkgevers, met als doel de informatiepositie van (potentiële) werknemers te verbeteren. 
  • Werkgevers mogen sollicitanten geen vragen meer stellen over hun salarisgeschiedenis. 
  • Werkgevers vanaf 100 werknemers worden verplicht te rapporteren over loonverschillen binnen hun organisaties. Deze informatie wordt grotendeels openbaar gemaakt.

Versterking informatiepositie werknemer

Het wetsvoorstel versterkt de informatiepositie van werknemers doordat ze inzicht kunnen krijgen in het gemiddelde salaris van werknemers die hetzelfde of gelijkwaardig werk verrichten. Ook de verplichting tot transparantie over de beloning voorafgaand aan de indiensttreding zal sollicitanten een betere informatiepositie geven. 

Tip! Er is een tool die door Women Inc. is ontwikkeld met subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die werkgevers helpt om zelf aan de slag te gaan met gelijkere beloningen op de werkvloer.