Skip to main content
Category

nieuws

Geen vergoeding bij bezwaar of beroep bij geen kosten

By nieuws

Als u in bezwaar of beroep gaat tegen een belastingaanslag en u wint, heeft u meestal recht op een kostenvergoeding voor rechtsbijstand. Het moet dan wel duidelijk zijn dat uw adviseur u daadwerkelijk kosten in rekening brengt en ook gerechtigd is om dit te doen. Is dit niet het geval, dan heeft u geen recht op een kostenvergoeding.

No cure, no pay

Juridisch

In een WOZ-zaak die behandeld werd door het gerechtshof Den Haag, werd door het Hof geen kostenvergoeding voor de bezwaarfase toegekend. De betreffende persoon was in de bezwaarfase namelijk in het ongelijk gesteld, waarna hij besloot in beroep te gaan. In beroep werd de WOZ-waarde van zijn woning lager vastgesteld.

Geen kosten voor het bezwaar

Betrokkene had in de bezwaarfase gebruikgemaakt van een bureau dat handelde op basis van no cure, no pay. Voor het beroep had de man een andere adviseur in de arm genomen. Het Hof maakte uit de feiten op dat het bureau (no cure, no pay) dat het bezwaar had ingediend, geen kosten in rekening kon brengen en dit ook niet had gedaan, omdat de man in het ongelijk was gesteld.

Wel kosten voor het beroep

In beroep was hij weliswaar wel in het gelijk gesteld, maar het tweede bureau kon voor de bezwaarfase geen kosten in rekening brengen, omdat het voor die fase geen activiteiten had verricht. Dit kon wel voor de beroepsfase van de zaak, en hiervoor was dan ook wel een kostenvergoeding toegekend.

Algemene Voorwaarden

Uit de Algemene Voorwaarden van de adviseur in de bezwaarfase bleek bovendien dat ook achteraf, als de zaak in beroep of hoger beroep alsnog werd gewonnen, niet alsnog kosten voor de bezwaarfase in rekening gebracht konden worden. Aannemelijk was dan ook dat de kosten voor de bezwaarfase nihil zouden blijven. Volgens het Hof was een proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase dan ook terecht niet toegekend.

4 november start subsidie vermindering vrachtwagenkilometers

By nieuws

Ondernemingen uit de wegtransportsector kunnen vanaf 4 november 2025 subsidie aanvragen om minder vrachtwagenkilometers in de logistieke sector te realiseren (SiLK). De SiLK is beschikbaar voor samenwerkingsverbanden van minstens drie ondernemingen.

Waarvoor subsidie?

Transport

De subsidie is gericht op projecten om de logistieke keten efficiënter te maken. Hierdoor moeten vrachtwagens minder leeg of minder onnodig gaan rijden, waardoor het aantal kilometers dat vrachtauto’s afleggen vermindert. De subsidie betreft de activiteiten van eigen medewerkers of ingehuurde derden. Ook is de subsidie onder andere beschikbaar voor de kosten van planningssoftware.

Projecten kunnen bijvoorbeeld gericht zijn op het organiseren van transportplanningen, het optimaliseren van routes en netwerken of het verkleinen van afstanden door de plaats van overslag en distributie te wijzigen.

Wie krijgt subsidie?

De SiLK is beschikbaar voor transportbedrijven die goederen voor derden vervoeren, verladers die een transportbedrijf inschakelen voor goederenvervoer en voor eigen vervoerders, waarvoor goederenvervoer onderdeel is van de bedrijfsvoering. In het samenwerkingsverband dat de SiLK aanvraagt moet in beginsel minstens één onderneming zitten die in het bezit is van een vrachtwagen. 

Omvang subsidie

Via de SiLK krijgt u 75% van de projectkosten vergoed, met een minimum van € 25.000 en een maximum van € 100.000. Maximaal de helft van de subsidie mag u besteden aan de kosten van de inhuur van derden. De beschikbare subsidie bedraagt € 3,6 miljoen.

Voorwaarden

De SiLK kent een aantal voorwaarden. Zo moet onder meer een project minstens 15.000 minder kilometers realiseren en een structureel blijvend resultaat hebben. U moet aantonen dat er sprake is van een samenwerkingsverband en dat alle partijen het project ondersteunen. U dient uw verzoek in middels een projectplan, hiervoor is binnenkort een speciale download beschikbaar. 

Let op! Een project moet binnen een jaar na toekenning van de SiLK zijn afgerond. 

Aanvragen

U kunt de SiLK van 4 november 2025 9.00 uur tot 30 december 2025 12.00 uur aanvragen via RVO.nl. Hiervoor is minstens eHerkenning op niveau 3 nodig. U dient onder andere een kostenoverzicht en het projectplan mee te sturen. Uw aanvraag wordt binnen 13 weken beoordeeld. Wordt uw aanvraag goedgekeurd, dan ontvangt u 90% van de subsidie als voorschot.

Toetsing OWR-formulieren ligt stil

By nieuws

De toetsing van ingediende OWR-formulieren ligt momenteel stil. Dit heeft te maken met problemen in het geautomatiseerde toetsingsproces van de Belastingdienst.

OWR-formulier

Kantoor

Met het OWR-formulier kan een belastingplichtige zijn werkelijke rendement in box 3 opgeven. Als dit lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement in box 3, leidt dit tot een lagere belastingaanslag.

Onterechte afwijzingen

De afgelopen periode heeft de Belastingdienst afwijzingsbrieven gestuurd naar belastingplichtigen die een OWR-formulier indienden. De reden van afwijzing was onder meer dat er niet op tijd een bezwaar of een verzoek om ambtshalve vermindering was ingediend. In een beperkt aantal gevallen (241) is de afwijzingsbrief ten onrechte verzonden. De belastingplichtigen hebben hierover al een excuusbrief gehad met uitleg over mogelijke acties die zij moeten ondernemen.

Toetsing tijdelijk stil

Om te voorkomen dat nog meer OWR-formulieren ten onrechte afgewezen worden, ligt het geautomatiseerde toetsingsproces momenteel stil. De verwachting is dat uiterlijk begin oktober 2025 het probleem is opgelost en de toetsing weer wordt opgestart.

Let op! De verwachting van het ministerie is dat de tijdelijke stop geen of een beperkte impact heeft op de doorlooptijd van de OWR-formulieren.

Werkelijke rendement box 3 bij minderjarig kind

By nieuws

De Belastingdienst heeft duidelijkheid gegeven over hoe het werkelijke rendement van een minderjarig kind aan de ouder(s) moet worden toegerekend als dat kind in de loop van het kalenderjaar meerderjarig wordt.

Tegenbewijsregeling box 3

Belastingdienst

Vorig jaar oordeelde de Hoge Raad dat u in box 3 het – door de Hoge Raad gedefinieerde – werkelijke rendement in aanmerking mag nemen als dit lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement. De Hoge Raad gaf aanwijzingen hoe dit werkelijke rendement berekend moet worden. De tegenbewijsregeling box 3 is gebaseerd op de aanwijzingen van de Hoge Raad. Een belastingplichtige met een werkelijk rendement dat lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement kan mogelijk een beroep doen op deze tegenbewijsregeling.

Let op! Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR).

Werkelijke rendement

Voor een beroep op de tegenbewijsregeling moet u dus uw werkelijke rendement berekenen. In dit verband is aan de Belastingdienst gevraagd op welke wijze het werkelijke rendement van bezittingen en schulden van een minderjarige kind aan de ouder(s) moet worden toegerekend,  als dat kind in de loop van het kalenderjaar meerderjarig wordt.

Toerekening box 3 kind aan ouder

Het wettelijk vastgestelde rendement is gebaseerd op de rendementsgrondslag aan het begin van een kalenderjaar. De rendementsgrondslag van een minderjarig kind wordt toegerekend aan de ouder(s) die het gezag uitoefent/uitoefenen. Dit betekent dat als een kind op 1 januari nog minderjarig is, zijn rendementsgrondslag wordt toegerekend aan de ouder(s). Het is daarbij niet relevant of dat kind al dan niet meerderjarig wordt in het kalenderjaar.

Toerekening werkelijke rendement kind aan ouder

Het meerderjarig worden van een kind in het kalenderjaar is echter wel relevant voor de berekening van het werkelijke rendement in het kader van de tegenbewijsregeling. Voor de toerekening van het werkelijke rendement is namelijk niet de peildatum van 1 januari van belang. Het gaat om het werkelijke rendement gedurende het hele kalenderjaar, inclusief rendement van bezittingen en schulden die op de peildatum van 1 januari nog niet in het bezit van het kind waren.

Wordt het kind in de loop van het kalenderjaar meerderjarig, dan wordt alleen het werkelijke rendement van het kind tot aan de verjaardag van het kind toegerekend aan de ouder(s).

Let op! Het werkelijke rendement vanaf de verjaardag van het kind tot en met 31 december wordt aan niemand toegerekend, ook niet aan het kind. Het kind was immers op peildatum (1 januari) nog minderjarig en zal daarom in dat jaar nog geen box 3-aanslag opgelegd krijgen. Dat dit zo werkt is door de Belastingdienst ook bevestigd.

Meer informatie

Heeft u vragen over de toerekening van het werkelijke rendement van uw kind of een andere vraag over de tegenbewijsregeling box 3, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Wanneer hoort een garage bij uw woning?

By nieuws

Als u een eigen woning bezit, wordt deze in beginsel belast in box 1. Heeft u een garage en kan deze als een zogenaamde aanhorigheid bij de woning worden aangemerkt, behoort deze eveneens tot box 1. Zo niet, dan wordt de garage tot het vermogen in box 3 gerekend. Wanneer is sprake van een aanhorigheid?

Voorwaarden voor aanhorigheid

Bedrijfspand

Volgens een arrest uit 1993 van de Hoge Raad dient een garage als een aanhorigheid aangemerkt te worden als deze hoort bij de woning, in gebruik is bij de woning en dienstbaar is aan de woning. Wanneer een garage bij een woning hoort, is door de Hoge Raad aangegeven in een arrest uit 1980.

Behorend bij de woning?

Of een garage bij een woning hoort, is volgens dit arrest afhankelijk van diverse factoren, zoals de afstand van de garage tot de woning, de bouwkundige situatie en de bereikbaarheid vanuit het woonhuis of de tuin van het woonhuis. Voor wat betreft de bouwkundige situatie kan met name een rol spelen of de garage met de woning in een bouwblok of in hetzelfde wooncomplex is gelegen.

Aanhorigheid of niet?

In een zaak die speelde voor rechtbank Zeeland-West-Brabant ging het om de vraag of de twee garages die een belastingplichtige bezat, als aanhorigheid bij zijn woning konden worden aangemerkt en dus moesten worden belast in box 1. De beide garages lagen op 75 meter loopafstand van de woning en uit een luchtfoto bleek dat ze ook op een ander perceel dan de woning lagen.

Rechtbank: geen aanhorigheid

De rechtbank vond dat er op grond van bovengenoemde omstandigheden geen sprake was van een aanhorigheid. Bovendien kon de eigenaar van de woning en de garages niet aannemelijk maken dat de garages in gebruik waren bij de woning en hieraan dienstbaar waren. De rechtbank was dan ook van mening dat de garages terecht als vermogen in box 3 belast waren, zoals eerder was opgelegd door de inspecteur.

Vrijwillige standaard duurzaamheid voor het mkb

By nieuws

De Europese Commissie heeft een vrijwillige standaard gepresenteerd voor het mkb om informatie omtrent duurzaamheid bij te houden en aan te kunnen leveren. Het is de bedoeling met deze standaard de administratieve lasten voor het mkb te beperken.

Informatie omtrent duurzaamheid

EU

Grote ondernemingen en financiële instellingen zijn verplicht in hun verslaglegging de CSRD-richtlijn, Corporate Sustainability Reporting Directive, te verwerken. Voor zover zij zaken doen met het mkb, kunnen ze hen verzoeken om informatie inzake duurzaamheid te verstrekken. Met de nieuwe vrijwillige standaard wordt het voor het mkb eenvoudiger aan deze verzoeken te voldoen.

Verzoeken baseren op nieuwe standaard

De vrijwillige standaard is ontwikkeld door het technische adviesorgaan van de Europese Commissie dat gaat over verslaggeving inzake duurzaamheid (EFRAG). De Europese Commissie moedigt grote bedrijven en financiële instellingen dan ook aan om informatieverzoeken inzake duurzaamheid aan het mkb zoveel mogelijk te baseren op deze nieuwe vrijwillige standaard. 

Vrijwillig rapporteren als optie

De Europese Commissie geeft aan dat het mkb ook vrijwillig kan rapporteren inzake duurzaamheid, om zodoende eenvoudiger toegang te krijgen tot duurzame financiering. Bijkomend effect, aldus de EC , is dat er meer inzicht wordt verkregen in de eigen prestaties met betrekking tot duurzaamheid, zodat men deze beter kan monitoren en het concurrentievermogen wordt vergroot. 

Wanneer krijgt u een brief over box 3 van de Belastingdienst?

By nieuws

De Belastingdienst stuurt iedereen die – volgens de systemen – een beroep mag doen op de tegenbewijsregeling box 3 een brief. Wat soort brieven kunt u verwachten, wanneer kunt u die verwachten en wat is de reactietermijn?

Tegenbewijsregeling box 3

Overheid

De Hoge Raad oordeelde in 2024 dat u in box 3 het – door de Hoge Raad gedefinieerde – werkelijke rendement in aanmerking mag nemen als dit lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement. De Hoge Raad gaf aanwijzingen hoe u dit werkelijke rendement moet berekenen.

Vanaf juli 2025 geldt de Wet tegenbewijsregeling box 3, welke is gebaseerd op de aanwijzingen van de Hoge Raad. Is uw werkelijke rendement lager dan het wettelijk vastgestelde rendement, dan kunt u mogelijk een beroep doen op deze tegenbewijsregeling.

Brieven Belastingdienst

De Belastingdienst stuurt u een brief als u een beroep mag doen op de tegenbewijsregeling box 3. Staat uw aanslag IB nog niet definitief vast, dan ontvangt u een zogenaamde attentiebrief. Staat uw aanslag IB wel al definitief vast, maar diende u tijdig bezwaar in of verzocht u om ambtshalve vermindering, dan ontvangt u een zogenaamde motiveringsbrief.

Let op! Staan over meerdere jaren uw aanslagen IB nog niet vast, dan zult u ook meerdere attentiebrieven van de Belastingdienst ontvangen (voor elk jaar één). Heeft u meerdere bezwaren of verzoeken om ambtshalve vermindering gedaan, dan ontvangt u één brief.

Wanneer kunt u de brieven verwachten?

De Belastingdienst stuurt de motiveringsbrieven tussen 15 juli en 3 oktober 2025. De planning voor de attentiebrieven staat nog niet vast. Voor het belastingjaar 2022 worden deze attentiebrieven vanaf juli 2025 verzonden, voor het belastingjaar 2023 vanaf september 2025 en voor het belastingjaar 2020 vanaf oktober 2025. Voor de belastingjaren 2021 en 2024 is de planning nog niet bekend.

Let op! Heeft u een attentiebrief voor een belastingjaar ontvangen, dan ontvangt u pas een attentiebrief voor een ander belastingjaar als de Belastingdienst het eerste belastingjaar helemaal heeft afgewikkeld.

Reactietermijn

Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Na ontvangst van een motiveringsbrief, moet dit formulier binnen 12 weken bij de Belastingdienst ingediend worden. Na ontvangst van een attentiebrief bedraagt deze termijn 12 weken als u zelf uw aangifte IB indiende, dit is 26 weken als een belastingadviseur uw aangifte IB indiende.

Let op! Wilt u dat wij het OWR-formulier voor u invullen? Lever de attentiebrief/brieven en/of motiveringsbrieven dan zo snel mogelijk bij ons in. De Belastingdienst verleent namelijk geen uitstel voor het indienen van het OWR-formulier.

Reactie Belastingdienst

De Belastingdienst geeft aan niet precies te kunnen zeggen wanneer er een reactie wordt gegeven op een ingediend OWR-formulier. De verwachting is dat vanaf eind 2025 de eerste berichten verzonden worden. De Belastingdienst geeft op dit moment echter zelf aan dat het tot in 2030 kan duren voordat er een bericht komt.

Meer informatie

Heeft u vragen over de tegenbewijsregeling box 3, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Lever nu uw voorstel in voor de Energielijst

By nieuws

Handelt u in energiebesparende producten, dan kunt u nog tot en met 1 september 2025 een voorstel indienen om één of meer producten per 2026 op de Energielijst te krijgen. Alleen producten die op de Energielijst staan, komen in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek, EIA.

Energie-investeringsaftrek (EIA)

Lamp

De EIA is een extra aftrek op de winst voor ondernemers die investeren in nieuwe,  energiebesparende producten. De extra aftrek bedraagt in 2025 40%. De EIA kent enkele voorwaarden. Zo moet het investeringsbedrag minstens € 2.500 bedragen tot maximaal € 151 miljoen. Het fiscale voordeel dat uw afnemer ontvangt is uiteraard interessant voor u als leverancier van het betreffende product.

Voorstelformulier

Als u een product op de Energielijst wilt plaatsen, moet u hiervoor een voorstelformulier gebruiken. U vindt dit op RVO.nl. In dit voorstel moet u onder meer uitgebreid uw product omschrijven. Ook is vereist dat u de terugverdientijd van uw product aangeeft. Deze kunt u berekenen via de besparing ten opzichte van het best vergelijkbare alternatief en de energieprijzen die op de Energielijst staan vermeld.

Let op! Uw voorstel moet u uiterlijk 1 september 2025 mailen naar .

Wijzigingen in gecombineerde opgave uiterlijk 1 of 15 oktober 2025

By nieuws

Een agrarisch ondernemer moet elk jaar de gecombineerde opgave indienen. Dit jaar kon dat van 1 maart tot en met 15 mei. Wilt u nog iets wijzigen? Dan kan dat nog tot en met 1 of 15 oktober 2025.

Gecombineerde opgave

Agrarisch

U doet de gecombineerde opgave voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de meststoffenwet, de landbouwtelling, de CO2-regeling voor de glastuinbouw, andere emissieberekeningen en het diergezondheidsfonds (DGF). De gecombineerde opgave moest uiterlijk 15 mei 2025 binnen zijn.

Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

Bij een opgave na 15 mei 2025 voor het GLB, wordt de aanvraag afgewezen. Deed u de opgave wel op tijd, dan heeft u nog tot en met 15 oktober 2025 om wijzigingen in de bedrijfssituatie door te geven. Zie voor meer informatie de website van RVO.nl.

Meststoffenwet

Ook gegevens voor het mestbeleid kunt u nog aanpassen. Voor het vanggewas na mais heeft u hiervoor tot en met 1 oktober 2025. Voor het vanggewas op zand- en lössgrond is de deadline 15 oktober 2025.

Let op! Als u te laat uw gegevens doorgeeft, kunt u een boete krijgen.

Landbouwtelling, CO2-regeling voor glastuinbouw en andere emissieberekeningen

Gaf u nog geen gegevens voor de landbouwtelling door of wilt u gegevens veranderen? Dan kan dit nog tot en met 15 oktober 2025. Dit geldt ook voor het aardgasverbruik dat een glastuinder met verwarmde kassen moet opgeven. Ook gegevens voor de berekening van de uitstoot van ammoniak, broeikasgassen en fijnstof kunt u nog tot en met 15 oktober 2025 aanpassen.

Diergezondheidsfonds (DGF)

Als u in uw opgaaf aangaf geen vergoeding te willen uit het DGF, dan kunt u dit nog tot en met 15 oktober 2025 aanpassen.

Recht op belastingrente bij tegenbewijsregeling box 3?

By nieuws

In bepaalde gevallen vergoedt de Belastingdienst belastingrente als u belasting terugkrijgt vanwege een geslaagd beroep op de tegenbewijsregeling box 3. Wanneer is dat het geval?

Tegenbewijsregeling box 3

Overheid

Is uw werkelijke rendement berekend volgens de Wet tegenbewijsregeling box 3 lager dan het wettelijk vastgestelde rendement in box 3? Dan kunt u, onder voorwaarden, door het indienen van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (het OWR-formulier) een beroep doen op de tegenbewijsregeling. Bij een geslaagd beroep, krijgt u inkomstenbelasting terug van de Belastingdienst.

Belastingrente

In bepaalde gevallen krijgt u ook belastingrente over uw belastingteruggaaf. Dit is het geval als uw aanslag nog niet definitief is opgelegd, de gegevens van het OWR-formulier in uw definitieve aanslag worden verwerkt en dit leidt tot een belastingteruggaaf.

Let op! Hierop gelden twee uitzonderingen. Als de Belastingdienst andere correcties aanbrengt ten opzichte van uw ingediende aangifte, ontvangt u geen belastingrente. Verder vergoedt de Belastingdienst ook geen belastingrente als de aanslag is opgelegd binnen 13 weken na indienen van de aangifte.

Tip! Gezien de hoge belastingrentepercentages van de afgelopen jaren en de lange tijd dat bepaalde aangiften al bij de Belastingdienst liggen, kan de te vergoeden belastingrente behoorlijk oplopen!

Geen belastingrente

Dient u het OWR-formulier in na ontvangst van uw definitieve aanslag, dan krijgt u geen belastingrente vergoed. De Belastingdienst vergoedt bij vermindering van de definitieve aanslag namelijk nooit belastingrente en wijkt daar voor de OWR-formulieren helaas niet van af.

Let op! Als aan u in een eerder stadium belastingrente in rekening is gebracht, wordt deze wel evenredig verminderd als uw aanslag verminderd wordt door het OWR-formulier.

Meer informatie

Heeft u vragen over de tegenbewijsregeling box 3 en de belastingrente, neem dan contact op met een van onze adviseurs.