Skip to main content
Category

nieuws

Let op lasten VvE bij vrijstelling overdrachtsbelasting

By nieuws

Als u een appartement koopt, bent u soms verplicht bepaalde lasten van de Vereniging van Eigenaren (VvE) over te nemen. Een dergelijke eventuele over te nemen last, zoals een lening, kan van invloed zijn op de overnamesom. Komt u in aanmerking voor de vrijstelling in de overdrachtsbelasting, let dan op.

Vereniging van Eigenaren (VvE)

VVE

Wie een appartement bezit, is automatisch ook lid van de VvE. Deze vereniging beslist over gemeenschappelijke zaken ten aanzien van het appartementencomplex, zoals het buitenschilderwerk en het schoonhouden van gangen, liften en entree en dergelijke. De VvE int voor het uitvoeren van deze taken van de eigenaren een periodieke, meestal maandelijkse bijdrage, maar kan ook leningen afsluiten voor bijvoorbeeld de uitvoering van groot onderhoud.

Vrijstelling overdrachtsbelasting

Als u een bestaande woning of appartement koopt, bent u in beginsel overdrachtsbelasting verschuldigd. Als u deze woning gebruikt als hoofdelijk verblijf, moet u 2% overdrachtsbelasting betalen.

Vrijstelling voor jongeren

De overdrachtsbelasting kent een eenmalige vrijstelling voor jongeren tussen de 18 en 35 jaar oud. De vrijstelling geldt tot een maximale waarde van de woning, die in 2025 € 525.000 bedraagt.

Invloed lasten

De Belastingdienst heeft onlangs duidelijk gemaakt dat een last van de VvE van invloed is op de overnamesom. In een voorbeeld wordt uitgegaan van de aankoop van een appartement van € 500.000, waarbij € 30.000 extra moet worden betaald om een deel van een lening van de VvE over te nemen, dan wel te voldoen. De overdrachtsbelasting is dan verschuldigd over € 500.000 + € 30.000 = € 530.000.

Geen reserves

In dit voorbeeld wordt ervan uitgegaan dat de VvE geen reserves bezit. Het aandeel in de waarde van de onderhoudsreserve van de VvE mag namelijk in mindering worden gebracht op de totaalsom.

Invloed op vrijstelling voor jongeren

De last is in dit voorbeeld van invloed op de vrijstelling in de overdrachtsbelasting die geldt voor jongeren. Die geldt namelijk tot een waarde van € 525.000 (2025). In dit voorbeeld wordt die grens met € 5.000 overschreden, is de vrijstelling niet meer van toepassing en moet er 2% overdrachtsbelasting worden betaald over de gehele som.

Tip! Informeer van tevoren goed welke lasten en reserves een VvE heeft bij de aankoop van een woning. Een VvE is verplicht deze te verstrekken. Deze gegevens moet u ook aanleveren bij de notaris om de koop vast te leggen.

Maximumnaheffing parkeerbelasting € 82 in 2026

By nieuws

In 2026 wordt het maximum van een naheffingsaanslag parkeerbelasting verhoogd van € 78,80 naar € 82, een stijging van ruim 4%. De stijging is afgeleid van de consumentenprijsindex.

Naheffingsaanslag parkeerbelasting

Bedrijfswagen

Een naheffingsaanslag parkeerbelasting kan worden opgelegd als u te weinig parkeerbelasting heeft betaald, bijvoorbeeld omdat u langer parkeerde dan voorzien. Een naheffing parkeerbelasting is dan ook iets anders dan een sanctie bij een parkeerovertreding. Die krijgt u bijvoorbeeld als u ergens geparkeerd staat waar dat niet mag. Een dergelijke sanctie ontvangt u niet van de gemeente maar van het CJIB.

Kosten

Een naheffing parkeerbelasting is gebaseerd op de kosten die een gemeente moet maken om het parkeerbeleid te handhaven. Denk hierbij aan kosten van parkeerautomaten en controleurs. Een gemeente kan ook minder kosten in rekening brengen dan het maximum. Een gemeente mag namelijk niet meer kosten in rekening brengen dan de kosten die werkelijk gemaakt moeten worden.

Plus parkeerduur

Naast de kosten van naheffing worden ook de kosten van het parkeren zelf in rekening gebracht. Meestal wordt uitgegaan van één uur, maar als aannemelijk gemaakt wordt dat een auto langer geparkeerd staat, kan voor een langere periode kosten worden berekend.

Belastingregels

Omdat er sprake is van belastingheffing en van een naheffingsaanslag, zijn de normale belastingregels van toepassing. Zo kunt u in bezwaar en beroep als u het met de naheffingsaanslag oneens bent.

Waarde geschonken woning van WOZ naar WEV vanaf 2027

By nieuws

Als u een woning erft of geschonken krijgt, wordt de waarde van de woning op dit moment berekend naar de WOZ-waarde. Voorgesteld is om dit per 2027 bij schenkingen te berekenen naar de waarde in het economische verkeer (WEV).

WOZ

Woning

Als u iets erft of geschonken krijgt, wordt de waarde over het algemeen berekend naar de WEV. Alleen voor woningen geldt een afwijkende waardering. Daarbij mag de verkrijger kiezen voor de WOZ-waarde van het jaar waarin de verkrijging plaatsvindt of de WOZ-waarde van het jaar erna.

Voorstel: WEV

In een internetconsultatie wordt voorgesteld om vanaf 2027 de waardering van woningen bij schenkingen ook te laten plaatsvinden tegen de WEV. Voor woningen die u erft, blijft de waardering ook vanaf 2027 gebaseerd op de WOZ-waarde.

Let op! Dit betreft pas een internetconsultatie. Het voorstel moet nog worden aangeboden aan de Tweede en Eerst Kamer. Pas als het daar is aangenomen, is het definitief.

Mogelijkheden tot 2027

Zolang de wet niet gewijzigd is (het voorstel is vanaf 2027) kunnen er bij schenkingen nog voordelen ontstaan bij een verschil tussen de WOZ en de WEV van een woning. Dit wordt duidelijk aan de hand van de volgende voorbeelden.

WOZ lager dan WEV: schenking woning tegen WOZ-waarde

Stel, de WOZ-waarde van een woning is € 300.000 en de WEV € 350.000. Bij schenking van de woning wordt schenkbelasting berekend op basis van € 300.000. Als de verkrijger de woning daarna meteen doorverkoopt tegen de WEV, ontvangt hij effectief € 350.000, maar betaalt hij maar schenkbelasting op basis van € 300.000.

Als het voorstel doorgaat, wordt vanaf 2027 de schenkbelasting berekend op basis van € 350.000.

WOZ lager dan WEV: verkoop woning tegen WOZ-waarde

Stel dat de woning in het vorige voorbeeld niet geschonken wordt, maar verkocht tegen de WOZ-waarde van € 300.000. Economisch vindt er dan een schenking plaats van € 50.000 (€ 350.000 WEV minus € 300.000 verkoopprijs). De waarde van de schenking voor de schenkbelasting is echter nihil, omdat de waarde van de woning wordt bepaald op de WOZ-waarde. 

Als het voorstel doorgaat, wordt vanaf 2027 schenkbelasting berekend op basis van € 50.000 (WEV € 350.000 minus verkoopprijs € 300.000).

Let op! Neem voor uw eigen situatie altijd contact op met onze adviseurs.

Ziek en geen recht meer op loon? Toch vakantiedagen

By nieuws

Het recht op vakantie is in Nederland op grond van de wet gekoppeld aan het recht op loon. Als er geen recht meer bestaat op loondoorbetaling, stopt ook de vakantieopbouw. Eerder was er in de literatuur al kritiek op deze wetsbepaling. Nu heeft rechtbank Gelderland geoordeeld dat er toch vakantiedagen worden opgebouwd als de loonbetaling is geëindigd.

Wat speelde er?

Juridisch

Een werknemer werkzaam als lasser was op enig moment ziek geworden als gevolg van een motorongeluk. Aangezien de werkgever te weinig aan re-integratie had gedaan, werd er een loonsanctie opgelegd. Na afloop van de loonsanctie werd aan de werknemer per 1 maart 2024 een IVA-uitkering toegekend. De gemachtigde van de werknemer verzocht de werkgever per e-mail van 11 juni 2024 vergeefs mee te werken aan de beëindiging van het dienstverband onder betaling van de transitievergoeding en de eindafrekening. De werkgever betaalde daarop enkel het vakantiegeld uit en liet een slapend dienstverband bestaan.

De werknemer diende een ontbindingsverzoek in, waarin hij naast de transitievergoeding ook verzocht om uitbetaling van de opgebouwde en niet genoten vakantiedagen tot het einde van het dienstverband. 

Wat oordeelt de rechter?

De kantonrechter oordeelt onder verwijzing naar de Xella-beschikking van de Hoge Raad van een aantal jaar geleden dat de werkgever moet meewerken aan een verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer om het dienstverband te beëindigen. De transitievergoeding moet in deze zaak berekend worden tot de einddatum van de loonbetalingsverplichting dus tot 1 maart 2024. 

En hoe zit het met de vakantiedagen?

Voor wat betreft de vakantiedagen merkt de kantonrechter op dat de wet (artikel 7:634 BW) aangeeft dat de opbouw van vakantie is gekoppeld aan het recht op loon. Daarbij verwijst de kantonrechter naar de literatuur, waarin terecht is opgemerkt dat dit wetsartikel in strijd is met artikel 7 lid 1 Richtlijn 2003/88/EG en met rechtspraak van het Europese Hof van Justitie (HvJ EU). De rechter mag niet richtlijnconforme uitleggen, omdat dit contra legem – dat wil zeggen tegen de wetsbepaling in – zou zijn. 

Echter het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (hierna: Handvest Grondrechten EU) biedt uitkomst. Dit Handvest – specifiek artikel 31 lid 2 – kan worden ingeroepen in een geschil tussen particulieren. Bovendien heeft het HvJ EU geoordeeld dat, als een nationale regeling niet op een zodanige manier kan worden uitgelegd dat zij verenigbaar is met het Handvest Grondrechten EU, het aan de rechter is om de rechtsbescherming te verzekeren door zo nodig de nationale regeling die daarmee strijdig is buiten toepassing te laten.

Conclusie

Met andere woorden: dat een werknemer alleen vakantie-uren opbouwt over de tijd waarin hij aanspraak heeft op loon, is in strijd met Europees recht. Zieke werknemers bouwen de gehele ziekteperiode, en niet alleen de eerste twee jaren, volledig vakantie-uren op, ongeacht of zij arbeid verrichten en ongeacht of zij recht hebben op loon.
De opbouw van de vakantiedagen vindt dus plaats tot 12 augustus 2025, de einddatum van het dienstverband van de werknemer. De werkgever moet dus ook de tot die datum opgebouwde en niet-genoten vakantiedagen uitbetalen.

Opzeggen arbeidsovereenkomst via WhatsApp toegestaan

By nieuws

Is er sprake van een rechtsgeldige opzegging van een arbeidsovereenkomst als dit via WhatsApp verloopt? Onlangs stond deze vraag in een procedure centraal.

Wat speelde er?

Handtekening

Een werknemer had via WhatsApp aan zijn werkgever op 2 januari 2025 laten weten dat hij het dienstverband wilde beëindigen per 23 februari 2025. De werkgever had dit vrijwillige ontslag diverse malen schriftelijk bevestigd. Daarin had de werkgever expliciet aangegeven dat het ontslag mogelijk gevolgen kon hebben voor het recht op een WW-uitkering. Daarnaast had de werknemer gevolg gegeven aan de afwikkeling van het dienstverband door op 18 februari 2025 een aanvraag bij de afdeling HR in te dienen voor het uitbetalen van de resultaatafhankelijke uitkering.

Op 23 februari 2025 ontving de werkgever een brief waarin de werknemer aangaf dat hij nooit de intentie had om ontslag te nemen en dat hij zijn werkgever verzocht het ontslag te heroverwegen. Ook zou zijn werkgever hem niet gewezen hebben op de gevolgen van de ontslagname. Als de werkgever daar niet in mee zou gaan, zou hij in een kort geding achterstallig loon van de werkgever vorderen. 

Oordeel rechter

De kantonrechter verwees in deze zaak naar vaste jurisprudentie door te stellen dat het uitgangspunt is dat een werkgever niet te snel mag aannemen dat de werknemer zelf ontslag neemt, gezien de ernstige gevolgen die zo’n vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst voor de werknemer als regel heeft. Een werkgever kan zijn werknemer alleen dan aan een vrijwillige beëindiging van de arbeidsovereenkomst houden, als sprake is van een duidelijke en ondubbelzinnige verklaring van de werknemer, gericht op beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Onder omstandigheden kan de werkgever ook een onderzoeksplicht hebben om na te gaan of de werknemer daadwerkelijk wilde opzeggen, en een verplichting hebben om de werknemer over de gevolgen van de opzegging voor te lichten.

Onderzoeksplicht

De rechter echter geeft aan dat gesteld noch gebleken is dat de werknemer in een hevige gemoedstoestand verkeerde of handelde onder invloed van een stoornis van zijn geestvermogens. Daarom bestond er voor de werkgever geen onderzoeksplicht. Bovendien had de werknemer ruimschoots de tijd om na de bevestiging van het ontslag door zijn werkgever op zijn ontslagname terug te komen, maar hij is pas 1,5 maand later daarop teruggekomen. Hij is zich dus na 2 januari 2025 ook feitelijk naar de vrijwillige ontslagname gaan gedragen. Verwezen wordt naar zijn aanvraag voor het uitbetalen van een resultaatsafhankelijke uitkering.

Ook het argument dat in de toepasselijke cao met schriftelijk expliciet wordt bedoeld per brief of via e-mail, dus niet via WhatsApp, mag de werknemer niet baten vanwege het feit dat hij zich naar de ontslagname is gaan gedragen.

Tip! Leg bij een vrijwillige beëindiging van een arbeidsovereenkomst alles schriftelijk vast. Wijs de werknemer daarbij op de mogelijke consequenties en geef de werknemer de tijd zich bewust te worden van die consequenties alvorens de overeenkomst definitief te beëindigen.

Belastingheffing bonusplan en virtuele aandelen

By nieuws

Hoe verloopt de belastingheffing als een werknemer deelneemt aan een door de werkgever aangeboden bonusplan of virtuele aandelen? Aan de hand van een tweetal casussen wordt dit uitgelegd.

Casus bonusplan

Belastingdienst

Een werkgever biedt zijn werknemers de mogelijkheid om loon uit te ruilen voor een bonusplan. De werknemer kiest in januari of hij deelneemt (de minimale inleg is 5% van het loon) en ruilt dan gedurende het jaar loon uit. Als bepaalde targets worden behaald, wordt in april van het volgende jaar de bonus uit het bonusplan uitgekeerd. Gaat een werknemer gedurende het kalenderjaar uit dienst of overlijdt hij, dan wordt het brutoloon waarvan is afgezien ineens uitbetaald. Op deze uitbetaling houdt de werkgever dan loonheffing in.

Het moment van uitruil

Op de vraag hoe de belastingheffing verloopt, antwoordt de Belastingdienst dat loonheffing verschuldigd is op het moment van uitruil van het loon. Op het brutoloon waar de werknemer maandelijks van afziet, moet dan ook loonheffing ingehouden worden, zo geeft de Belastingdienst aan. De Belastingdienst vindt namelijk dat in dit geval sprake is van het verschuiven van het genietingsmoment naar een ongebruikelijk tijdstip. In dat geval wordt op grond van de wet met het verschuiven geen rekening gehouden en vindt belastingheffing dus plaats op het moment van afzien van het loon.

Het moment van uitkeren bonus

Ook de uitkering van de bonus in april van het volgende jaar vormt volgens de Belastingdienst loon waarop loonheffing moet worden ingehouden. Voor de berekening van de loonheffing mag op dit loon wel het in het voorgaande jaar uitgeruilde loon in mindering worden gebracht, aldus de Belastingdienst. Op die manier vindt geen dubbele heffing plaats.

Let op! Het belastbare loon in april kan nooit negatief worden, vindt de Belastingdienst. Als de bonus lager is dan het in het voorgaande jaar uitgeruilde loon, bedraagt het loon in april dus nihil.

Casus virtueel aandelenplan

De Belastingdienst komt met eenzelfde oordeel in een casus waarin een werkgever zijn werknemers de mogelijkheid biedt om loon uit te ruilen voor een virtueel aandelenplan. Een virtueel aandelenplan geeft recht op een bedrag gebaseerd op de waarde van de aandelen. Het betreft geen echte aandelen in het kapitaal van de werkgever. 

De werknemer kiest begin januari of hij deelneemt aan dit virtueel aandelenplan en ruilt dan gedurende het jaar loon uit. Deze virtuele aandelen geven na drie jaar recht op een uitkering, mits de werknemer op dat moment nog in dienst is. De werkgever betaalt die uitkering dan ook uit. Gaat een werknemer gedurende het kalenderjaar uit dienst of overlijdt hij, dan wordt het brutoloon waarvan is afgezien ineens uitbetaald. Op deze uitbetaling houdt de werkgever dan loonheffing in.

Ook bij deze uitruil vindt de Belastingdienst dat loonheffing verschuldigd is op het moment van uitruil van het loon. Op het brutoloon waar de werknemer maandelijks van afziet, moet dan ook loonheffing ingehouden worden. Ook de uitkering na drie jaar (de opbrengst uit de virtuele aandelen) vormt volgens de Belastingdienst  loon waarop loonheffing moet worden ingehouden. Voor de berekening van de loonheffing mag op dit loon wel het in de voorgaande jaren uitgeruilde loon in mindering worden gebracht. Op die manier vindt ook hier geen dubbele heffing plaats. De Belastingdienst vindt echter ook in deze situatie dat het loon niet negatief kan worden.

Let op! De Belastingdienst beantwoordt hier vragen in twee specifieke situaties. Het gegeven antwoord is bovendien de mening van de Belastingdienst. Neem voor een fiscale beoordeling van uw eigen situatie altijd contact op met onze adviseurs.

Tijdelijke wet transparantie turboliquidaties met twee jaar verlengd

By nieuws

De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie wordt met twee jaar verlengd. Dit heeft staatssecretaris Struycken aan de Tweede Kamer laten weten. Met een turboliquidatie kan een bv of een andere rechtspersoon snel worden beëindigd en ontbonden.

Eis voor turboliquidatie

Strategie

Om een rechtspersoon, zoals een bv, via een turboliquidatie te beëindigen is vereist dat er geen bezittingen en vorderingen meer in de bv zijn op het moment van ontbinding van de bv.

Geen turboliquidatie

Zijn er nog wel bezittingen en vorderingen dan kan de bv niet via een turboliquidatie beëindigd worden. U moet dan de wettelijke vereffeningsprocedure volgen. Ook als er nog veel schulden zijn of bijvoorbeeld nog arbeidsovereenkomsten is het niet verstandig om te kiezen voor een turboliquidatie. Als een en ander namelijk niet op juiste wijze wordt afgewikkeld, loopt u het risico persoonlijk aansprakelijk gesteld te worden.

Let op! Neem voor advies over uw eigen situatie altijd contact op met een van onze adviseurs.

Waarom turboliquidatie

Via een turboliquidatie kan worden voorkomen dat de schulden verder oplopen. Zonder turboliquidatie zal in deze situaties vaak een ‘regulier’ faillissement volgen, waarbij schuldeisers meestal veel minder geld terugkrijgen dan bij een turboliquidatie. Een ander voordeel is dat de kosten die komen kijken bij het beëindigen van een rechtspersoon door de snelle beëindiging een stuk lager liggen dan bij een wettelijke vereffeningsprocedure. 

Werking tijdelijk wet

De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie die sinds 15 november 2023 van kracht is, biedt meer transparantie en controle voor schuldeisers. Zo moeten schuldeisers verplicht worden geïnformeerd over een voorgenomen bedrijfsbeëindiging en moet er financiële verantwoording worden afgelegd bij de Kamer van Koophandel. Schuldeisers kunnen dan inzage eisen in de administratie, eventueel bestuurders aansprakelijk stellen.

Als niet aan de eisen van een turboliquidatie wordt voldaan, kan een schuldeiser ook een rechter vragen de turboliquidatie ongedaan te maken.

Let op! Misbruik maken van turboliquidatie is strafbaar en kan leiden tot een bestuursverbod van maximaal vijf jaar.

Tijdelijke wet wordt permanent

Uit een evaluatie blijkt dat met de tijdelijke wet de te bereiken doelen worden gehaald. Gezien de vele voordelen van de tijdelijke wet heeft de staatssecretaris inmiddels een wetswijziging in voorbereiding om de Tijdelijke wet transparantie bij turboliquidaties permanent te maken. Wel blijkt uit de evaluatie dat de wet beter gehandhaafd dient te worden. Daarom zal dit ook onderdeel uitmaken van de definitieve wetswijziging. Door de verlenging van de tijdelijke wet met twee jaar blijven de voordelen ervan in de tussentijd in ieder geval in stand.

Nieuwe btw-regels voor afstandsverkopen

By nieuws

De Europese Raad heeft een richtlijn aangenomen inzake de btw op afstandsverkopen van buiten de EU. Volgens deze richtlijn moeten de leveranciers de btw voortaan bij invoer voldoen. Hierdoor worden de leveranciers aangemoedigd hiervoor het zogenaamde éénloketsysteem, IOSS, te gebruiken.

Eénloketsysteem

Internationaal

Handelaren binnen de EU die zakendoen met afnemers die geen btw-aangifte doen, zoals particulieren, kunnen nu al gebruikmaken van het éénloketsysteem, het IOSS. De handelaren moeten de btw namelijk meestal berekenen in het land van de ontvanger van de goederen en de btw hier ook voldoen. Door gebruik te maken van één centraal punt van de Belastingdienst, het éénloketsysteem, kan men de btw ieder kwartaal aangeven en ook betalen. De Belastingdienst zorgt ervoor dat de meldingen en betalingen worden doorgestuurd naar de betreffende landen.

Meer gebruik éénloketsysteem

Omdat handelaren en platforms buiten de EU verplicht worden de btw af te dragen in het land van de ontvanger van de goederen, zullen ze hiervoor bij voorkeur het éénloketsysteem gaan gebruiken. Op die manier hoeven ze niet in ieder land aangifte en betalingen te doen. Een bijkomend voordeel is dat de lidstaten zekerder zijn van hun btw-inkomsten. Ook wordt de last van de btw-inning verlegd van de consument naar de leverancier.

Ingangsdatum

De beoogde ingangsdatum van de nieuwe regeling is 1 juli 2028.

Ook 2% of vrijstelling overdrachtsbelasting voor woningdelers?

By nieuws

Hoe hoog is de overdrachtsbelasting als je met meerdere personen een woning koopt, die niet juridisch gesplitst is, maar waarbij elke koper een exclusief gebruiksrecht verkrijgt op een bepaald deel van de woning?

Woningdelers

Woning

In de huidige krappe woningmarkt zal het vast vaker voorkomen. Twee of meer personen kopen gezamenlijk een woning. De woning is niet gesplitst, maar bestaat wel uit meerdere zelfstandige woongedeelten. De kopers sluiten met elkaar een gebruikersovereenkomst waarbij iedere koper het exclusieve gebruiksrecht heeft op een zelfstandig woongedeelte. De kopers verklaren bij de notaris ook dat zij hun zelfstandige woongedeelte ook anders dan tijdelijk als hoofdverblijf gaan gebruiken.

Overdrachtsbelasting?

Bedraagt de overdrachtsbelasting in zo’n geval 10,4% of kunnen de kopers een beroep doen op het 2%-tarief? Of kunnen ze zelfs, als ze tussen de 18 en 35 jaar oud zijn en niet eerder de startersvrijstelling gebruikten, een beroep doen op de startersvrijstelling?

2% of startersvrijstelling!

De Belastingdienst antwoordde op deze vraag dat in deze situatie het 2%-tarief of de startersvrijstelling kan worden toegepast.

Let op! Overleg over uw eigen specifieke situatie altijd met onze adviseurs en de notaris of in uw geval ook het 2%-tarief of de startersvrijstelling kan worden toegepast.

Verliesverrekening in crypto’s privé of voor de bv?

By nieuws

Als u via uw bv investeert in cryptovaluta of andere vormen van belegging, is van belang dat duidelijk vastligt of het een investering van uw bv betreft of dat u als dga in privé investeert. Dit moet blijken uit de feiten en omstandigheden. Is een en ander onvoldoende duidelijk, dan kan dit in bepaalde situaties tot een ongunstige belastingafrekening leiden.

Oplichting vanuit Midden-Oosten

Dobbelstenen

In een zaak die onlangs behandeld werd door de rechtbank in Den Haag, had de dga van een bv € 250.000 geïnvesteerd in crypto-tokens. De overeenkomst omtrent de investering was gesloten met een vennootschap die gevestigd was in de Verenigde Arabische Emiraten. Kort na de investering werd duidelijk dat er sprake was van oplichting en dat de investering als verloren kon worden beschouwd. 

Draait dga of bv op voor verlies?

Voor de rechtbank stond de vraag centraal of de investering voor rekening van de dga of van de bv was gedaan. De bv en de dga waren van mening dat er sprake was geweest van een investering door de bv. Zij wilden het verlies dan ook ten laste van de winst van de bv brengen. De inspecteur was van mening dat de dga in privé in de crypto-tokens had gehandeld en achtte het verlies dan ook niet aftrekbaar voor de bv.

Overeenkomst in privé gesloten

Volgens de rechtbank bleek uit de stukken dat de overeenkomst met de vennootschap uit de Verenigde Arabische Emiraten door de dga in privé gesloten was. Dat de dga als bestuurder van de bv of in opdracht van de bv had gehandeld, bleek niet uit de feiten. Volgens de rechtbank was niet van belang dat de investering vanaf een rekening van de bv was gedaan. Ook het feit dat de investering als ‘effecten’ in de jaarrekening geboekt was, maakte geen verschil. Ten tijde van de opstelling ervan was immers al duidelijk dat de investering waardeloos moest worden geacht.

Winstuitdeling

Een en ander leidde tot de conclusie dat er sprake was van een winstuitdeling ter grootte van € 250.000. De rechtbank was het met de inspecteur eens dat de dga hiervoor in box 2 belast diende te worden. 

Tip! Investeert u als dga vanuit uw bv? Maak met uw bv afspraken over deze investering en leg deze zorgvuldig vast.