Skip to main content
Category

nieuws

Blijft de 30%-regeling van toepassing bij nieuw dienstverband?

By nieuws

Kunt u voor een nieuwe werknemer de 30%-regeling toepassen als zijn vorige werkgever dat ook deed en de looptijd van vijf jaar nog niet verstreken is? Dat kan onder voorwaarden, maar houdt daarbij in ieder geval de driemaandstermijn in de gaten.

30%-regeling

Internationaal

Vanuit het buitenland aangeworven werknemers die in Nederland arbeid verrichten, kunnen onder voorwaarden gebruikmaken van de zogenaamde 30%-regeling. Als zij deze regeling kunnen toepassen mag 30% van het loon, met een maximum van € 73.800 (2025), netto uitbetaald worden. De 30%-regeling geldt voor een periode van maximaal vijf jaar.

Uit het buitenland aangeworven

Een van de voorwaarden voor toepassing van de 30%-regeling is dat de werknemer voorafgaand aan de dienstbetrekking meer dan 16 maanden van de voorgaande 24 maanden buiten Nederland woonde. En dit moet op meer dan 150 kilometer van het dichtstbijzijnde punt van de Nederlandse grens zijn.

Let op! Er gelden nog meer voorwaarden. Laat u daarover goed informeren door onze adviseurs.

Nieuw dienstverband?

Wat betekent het als een werknemer gedurende de looptijd van de 30%-regeling bij u als een nieuwe werkgever wil gaan werken? Kan de nieuwe werkgever dan ook de 30%-regeling toepassen als de oorspronkelijke looptijd van de 30%-regeling van vijf jaar nog niet verstreken is?

Driemaandstermijn

Ja dat kan, als de nieuwe werkgever en de werknemer daar gezamenlijk om verzoeken én er tussen het einde van de tewerkstelling bij de oude werkgever en de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst bij de nieuwe werkgever niet meer dan drie maanden zitten.

Let op!Daarnaast moet de nieuwe werkgever ook aannemelijk maken dat voldaan wordt aan alle voorwaarden die gelden voor de 30%-regeling.

Maar niet langer

De toepassing van de driemaandstermijn is strikt, zo oordeelde een rechtbank. Een werknemer verzocht bij de rechtbank tevergeefs om voortzetting van de 30%-regeling. De driemaandstermijn was in zijn geval overschreden vanwege meerdere malen uitstel gedurende de sollicitatieperiode. Dat uitstel was geïnitieerd door de werkgever en niet te wijten aan de werknemer. De rechtbank oordeelde echter dat dit geen reden was om de driemaandstermijn niet toe te passen. Gevolg was dat de nieuwe werkgever de 30%-regeling niet mocht toepassen voor de werknemer.

Tip! Neemt u een nieuwe werknemer in dienst waarvoor de vorige werkgever de 30%-regeling toepaste? Houd dan rekening met de driemaandstermijn!

Kind-vrijstelling en -tarief erfbelasting voor biologisch niet-erkend kind

By nieuws

Als biologische niet-erkende kinderen van hun vader een erfenis krijgen, bestaat wettelijk gezien geen recht op de hogere vrijstelling en geen recht op het lagere tarief dat geldt voor kinderen in de erfbelasting. Met een beroep op de hardheidsclausule kan nu, onder voorwaarden, toch recht bestaan op deze hogere vrijstelling en het lagere tarief.

Niet-erkend biologisch kind

Schenken

In een zaak die op 6 september 2024 speelde voor de Hoge Raad was de vrijstelling en het tarief dat in de erfbelasting geldt voor kinderen, niet toegepast op de erfenis die een niet erkend kind had verkregen van zijn biologische vader. Bij een niet-erkend kind is namelijk geen sprake van de voor de kind-vrijstelling en het kind-tarief benodigde bloedverwantschap maar enkel van biologische verwantschap.

Family-life

In de betreffende zaak had een kind geërfd van zijn biologische vader. Die kon het kind niet erkennen,  omdat de biologische moeder daar in eerste instantie geen toestemming voor gaf en haar partner het kind heeft erkend. Formeel bestond er dus geen familierechtelijke betrekking tussen de biologische vader en het kind. Tussen beiden bestond wel een familieleven (family life volgens het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens – EVRM). Toch kon er conform de wettelijke bepalingen geen kind-vrijstelling en -tarief worden toegepast.

Schending discriminatieverbod

De Hoge Raad stelde vast dat in de casus wel sprake was van schending van het discriminatieverbod,  omdat er een nauwe persoonlijke band (family life) tussen de vader en het kind aanwezig was. De Hoge Raad liet de aanslag erfbelasting met de lagere vrijstelling en het hogere tarief echter in stand en liet de beslissing om rechtsherstel te bieden voor de schending van dit discriminatieverbod over aan de wetgever.

Wetsvoorstel

Er is inmiddels een wetsvoorstel in voorbereiding waarin de schending van het discriminatieverbod wordt weggenomen. De beoogde inwerkingtreding is 1 januari 2026.

Hardheidsclausule

Verder is bekendgemaakt dat in bovengenoemde casus op verzoek de hardheidsclausule is toegepast. Andere erfgenamen in soortgelijke situaties kunnen eveneens een beroep op deze hardheidsclausule doen.

Voorwaarden

Daarbij is wel van belang dat aangetoond wordt dat er een biologische relatie tussen beiden bestaat. In de zaak die voor de Hoge Raad speelde had de erfgenaam dit aangetoond via een DNA-test. Verder is vereist dat er aantoonbaar een vorm van family life is geweest tussen vader en biologisch niet-erkend kind. In genoemde casus bleek dit bijvoorbeeld uit een beschikking van de rechtbank, waarin een omgangsregeling was vastgelegd.

Compensatie om verplicht online belastingaangifte te kunnen doen

By nieuws

Organisaties en ondernemingen die verplicht online aangifte moeten doen, maar die hiervoor speciaal een inlogmiddel moesten of moeten aanschaffen, kunnen in aanmerking komen voor compensatie. Er zijn voor verschillende omstandigheden verschillende compensaties.

Compensatie Belastingdienst eH3-inlogmiddel

Typen

EHerkenning is voor organisaties en voor veel bedrijven noodzakelijk om belastingaangifte te kunnen doen. Via een compensatieregeling kan één Belastingdienst eH3-inlogmiddel per organisatie per jaar vergoed worden. U krijgt alleen vergoeding als u het speciale Belastingdienst eH3-inlogmiddel heeft aangeschaft. De vergoeding bedraagt € 24,20 inclusief btw per kalenderjaar.

Tip! Ook als u een bestaand eHerkenningsmiddel heeft omgezet naar het Belastingdienst eH3-inlogmiddel, komt u voor compensatie in aanmerking.

Aanvragen compensatie

U kunt deze compensatie digitaal aanvragen bij RVO.nl. U heeft hiervoor het speciale Belastingdienst eH3-inlogmiddel nodig. Voor het kalenderjaar 2024 kunt een aanvraag indienen tot en met 30 september 2025.

Let op! Het inlogmiddel eH3 van de Belastingdienst is dus niet bruikbaar voor andere zaken waarvoor eHerkenning vereist is.

Niet voor eenmanszaak en zzp’er

De compensatieregeling voor het eH3-inlogmiddel is niet beschikbaar voor eenmanszaken en zzp’ers. Zij kunnen hun belastingaangiftes namelijk indienen met behulp van DigiD en hebben daarom geen eHerkenning nodig.

Geen KVK-nummer?

Hoeft of kunt u zich niet inschrijven bij de KVK en moet u wel online aangifte doen, dan komt u wellicht in aanmerking voor een speciale compensatieregeling voor het speciale ‘eH3 zonder KVK-nummer inlogmiddel’. Ook hier geldt dat deze tegemoetkoming, die € 36,24 (incl. btw) per kalenderjaar bedraagt, per aanvraagperiode eenmalig verstrekt wordt. Voor het kalenderjaar 2024 kunt u deze regeling aanvragen van 18 augustus tot en met 31 december 2025, voor het kalenderjaar 2025 van 1 januari 2026 tot en met 30 september 2026. 

Compensatie PROBAS

Heeft u geen eH3-inlogmiddel, geen DigiD en geen ‘eH3 zonder KVK-nummer inlogmiddel’ en moet u wel online aangifte doen, dan kunt u per aanvraagperiode eenmalig compensatie aanvragen voor de kosten die samenhangen met de noodzakelijke aanschaf van het eHerkenning PROBAS-inlogmiddel. Deze tegemoetkoming bedraagt € 36,30 (incl. btw) per kalenderjaar. Hier geldt dat u deze eenmalige compensatie voor het kalenderjaar 2024 kan aanvragen tot en met 31 december 2025 en voor het kalenderjaar 2025 van 1 januari 2026 tot en met 31 december 2026.

En voor eenieder die dan nog overblijft

Moest u over 2024 online aangifte doen, maar was dit via alle bovengenoemde alternatieven niet mogelijk, dan kan onder voorwaarden compensatie worden aangevraagd óf voor de kosten van de aanschaf van een softwarepakket waarmee u wel belastingaangifte kan of kon doen, óf voor de kosten van het door een intermediair laten indienen van de belastingaangifte. Deze compensatie bedraagt maximaal € 450. Een aanvraag kan worden ingediend binnen twaalf maanden na afloop van het kalenderjaar waarin de aangifte is ingediend, voor het belastingjaar 2024 is dat dus in 2025. 

Er is nog subsidie verduurzaming maatschappelijk vastgoed

By nieuws

Als u eigenaar bent van maatschappelijk vastgoed, zoals een school of zorginstelling, en u wilt verduurzamen, kunt u hiervoor onder voorwaarden in aanmerking komen voor de subsidie DUMAVA. Ook amateursportverenigingen komen sinds dit jaar in aanmerking voor deze tegemoetkoming.

Budget 

Duurzaam

Het budget van de Subsidieregeling voor Duurzaam Maatschappelijk Vastgoed (DUMAVA) is dit jaar verhoogd tot € 405 miljoen. Hoewel er momenteel (medio aug 2025) nog zo’n € 186 miljoen aan subsidie beschikbaar is, is het raadzaam niet te lang te wachten met de aanvraag. Deze moet uiterlijk 31 oktober 2025 ingediend zijn.

Maatschappelijk vastgoed

De DUMAVA is beschikbaar voor het verduurzamen van maatschappelijk vastgoed. Het doel van de subsidie is om energie te besparen en daarmee de CO2-uitstoot te verminderen. 

Voorwaarden

De DUMAVA kent uiteraard voorwaarden. Zo moet u de subsidie aanvragen vóórdat u start met de verduurzaming of een contract tekent met een aannemer. Verder geldt dat wanneer uw organisatie inkomsten- of vennootschapsbelastingplichtig is, u geen recht heeft op de DUMAVA. 

Voorbereiden

Als u de DUMAVA wilt aanvragen, moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen en een aantal voorbereidingen treffen. Zo moet u over een verduurzamingsadvies en een investeringsbegroting beschikken. Gelet op de hiermee gemoeide tijd is het belangrijk hiermee niet te lang te wachten!

Omvang subsidie

De DUMAVA vergoedt 20, 30 of 40% van de kosten van de verduurzaming. Voor integrale verduurzamingsprojecten krijgt u 30% subsidie. Leidt dit tot een hoge energieprestatie, dan kan de subsidie oplopen tot maximaal 40%. Voor losse verduurzamingsprojecten bedraagt de subsidie 20%. 

Let op! Op RVO.nl kunt u via een tool een berekening maken van de te verwachten subsidie.

Aanvragen

U kunt de subsidieregeling DUMAVA aanvragen op RVO.nl. Hiervoor heeft u eHerkenning niveau 2+ nodig. Aanvragen kan tot 31 oktober 2025 17.00 uur.

Aanvraag Slim-regeling individuele mkb-ondernemingen tot 30 september 2025

By nieuws

Vanaf 1 september 2025 9.00 uur tot en met 30 september 2025 17.00 uur is het weer mogelijk om een aanvraag voor de Slim-regeling voor individuele mkb-ondernemingen te doen. De SLIM-regeling (de Stimuleringsregeling Leren en ontwikkelen in mkb-ondernemingen) kan u helpen personeel gemotiveerd én gekwalificeerd te houden.

Subsidiabele activiteiten

Euro

Slim-subsidie is mogelijk voor:

a. de doorlichting van de onderneming, uitmondend in een opleidings- of ontwikkelplan en gericht op het inzichtelijk maken van de scholingsbehoefte vanuit het perspectief van de onderneming;

b. het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werkenden in de onderneming of, in geval van een samenwerkingsverband, werkenden in andere mkb-ondernemingen;

c. het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een L&O-methode.

Let op! Activiteiten die alleen ten goede komen aan bestuurders of eigenaren van een onderneming, komen niet in aanmerking voor de subsidie. Dit is vanaf 2025 expliciet in de regeling opgenomen. De bestuurder of eigenaar mag overigens wel deelnemen aan de activiteit, maar dus niet de enige doelgroep zijn.

Hoogte subsidie

Zowel kleine als middelgrote ondernemingen kunnen een beroep doen op deze regeling. De maximale subsidie bedraagt in 2025 60% van de subsidiabele kosten.

Let op! In 2024 gold voor kleine ondernemingen nog een percentage van 80%. Vanaf 2025 is het onderscheid tussen klein en middelgrote ondernemingen op dit punt verdwenen en bedraagt het percentage voor beiden 60%.

Per aanvraag kan maximaal € 25.000 subsidie worden aangevraagd. Voor landbouwbedrijven bedraagt dit maximum € 20.000.

Budget

Voor slim-regeling van mkb-ondernemingen was in het eerste aanvraagtijdvak al € 12,5 miljoen budget beschikbaar. In het tweede aanvraagtijdvak dat dus loopt van 1 tot 30 september 2025 is het budget eveneens € 12,5 miljoen.

Let op! Bij overschrijding van het budget vindt de volgorde van behandeling van de subsidie aanvragen plaats door loting.

Aanvragen

Het aanvragen van de subsidie kan via het subsidieportaal van Uitvoering Van Beleid. Bij het verlenen van de subsidie wordt een voorschot van 50% van het subsidiebedrag uitbetaald.

Voor SLIM-subsidies tot € 25.000 hoeft vanaf 2025 achteraf geen verzoek tot vaststelling meer te worden ingediend. Deze subsidie wordt ambtshalve vastgesteld. Ook de verplichtingen tot het maken van een evaluatieverslag en het bijhouden van een administratie zijn met ingang van 2025 vervallen voor subsidies tot € 25.000. U moet nog wel een financiële administratie bijhouden met facturen, betaalbewijzen en onderbouwing van bestede uren.

Tip! Als de subsidiabele activiteiten niet op tijd zijn afgerond door omstandigheden die niet aan de subsidie aanvrager te wijten zijn, kan maximaal drie maanden uitstel gevraagd worden.

Let op! Kijk voor alle voorwaarden en meer informatie op de website Uitvoering van beleid SZW.

Maatregelen tegen achterstanden sociaal-medische beoordelingen WIA

By nieuws

De verwachting is dat de achterstanden bij de sociaal-medische beoordelingen voor een arbeidsongeschiktheidsuitkering (WIA) flink oplopen de komende jaren. Om die reden voert het demissionaire kabinet maatregelen in om deze achterstanden te beperken. Een aantal van die maatregelen hebben wij voor u op een rij gezet.

Tijdelijke herinvoering snellere beoordeling 60-plussers

Medisch

In de voorjaarsnota 2025 is al aangekondigd dat het UWV vanaf 1 september 2025 weer zal gaan starten met de vereenvoudigde beoordeling van werknemers die bij einde van de wachttijd 60 jaar of ouder zijn. Bij akkoord van zowel de werkgever als de werknemer, gaat deze groep over het algemeen niet meer langs de verzekeringsarts, maar alleen langs de arbeidsdeskundige. Daarna ontvangen ze veelal een WGA 80-100 uitkering tot aan de AOW-leeftijd. Deze wordt gefinancierd vanuit het Arbeidsongeschiktheidsfonds (Aof) en daardoor niet toegerekend aan werkgevers.

Let op! Het UWV is inmiddels begonnen met de voorbereiding van de herinvoering van de WIA-claimbeoordeling 60-plus per 1 september 2025. De bedoeling is dat de tijdelijke invoering 2 jaar loopt en dus eindigt per 31 augustus 2027.

Huidige kwijtscheldingsbeleid WIA wordt structureel

Het huidige kwijtscheldbeleid van WIA-voorschotten wordt structureel gemaakt. Hierdoor krijgen mensen, die in afwachting van hun WIA-beoordeling een voorschot krijgen, de zekerheid dat ze dit voorschot niet terug hoeven te betalen.

Let op! Als na de WIA-beoordeling blijkt dat er in de voorschotperiode recht bestond op een WGA- of WW-uitkering, kan het voorschot wel met deze uitkeringen worden verrekend.

Voortzetten maatregel praktisch beoordelen

De maatregel praktisch beoordelen is tijdelijk ingevoerd van 1 juli 2024 tot 1 juli 2027. Werkt iemand bij een WIA-aanvraag, dan wordt het arbeidsongeschiktheidspercentage bij praktisch beoordelen bepaald aan de hand van het inkomen dat met dat werk verdiend wordt. Het plan is om deze maatregel vanaf 1 juli 2027 voort te zetten.

Medisch advies bedrijfsarts leidend

Demissionair minister van SZW is ook van plan om het medisch advies van de bedrijfsarts over de belastbaarheid van de zieke werknemer leidend te maken bij de toets van het UWV op re-integratie inspanningen. Hierdoor zullen loonsanctie door een medisch verschil van inzicht tussen de bedrijfsarts en de verzekeringsarts zich niet meer voordoen.

Let op! De demissionaire minister streefde er naar om een wetsvoorstel met deze maatregel voor de zomer 2026 bij de Tweede Kamer in te dienen. Het is uiteraard nog niet bekend of dit voornemen door het nieuwe kabinet straks wordt overgenomen.

Gebruikersheffing ozb ook als bedrijfspand leeg staat?

By nieuws

Voor panden die geen woning zijn, kan behalve een aanslag onroerendezaakbelasting (ozb) voor de eigenaar ook een aanslag ozb aan de gebruiker worden opgelegd. Daarbij is het de vraag of deze aanslag gebruikersheffing ozb ook kan worden opgelegd wanneer een pand leeg staat. Het pand wordt dan immers niet gebruikt.

Notariskantoor staat leeg

Bedrijfspand

Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch boog zich over deze vraag in een zaak waarbij het ging om een leegstaand kantoor dat al enkele jaren te koop stond. De eigenaar vocht de aanslagen voor de gebruikersheffing ozb, rioolheffing en zuiveringsheffing bedrijven aan, omdat er naar zijn mening geen sprake was van gebruik van het pand. De rechtbank had de aanslagen vernietigd, waarna de inspecteur in hoger beroep was gegaan.

Wat is ‘gebruik’?

Het Hof leidde uit de wetsgeschiedenis af dat er geen sprake is van gebruik als panden daadwerkelijk leeg staan, dus ook geen meubilair bevatten. Volgens rechtspraak uit het verleden wordt het bewust leeg laten staan van een pand weer wel gezien als gebruik. Dit is echter weer anders als een leegstaand pand is aangehouden of is aangeschaft voor handels- en/of beleggingsdoeleinden. Dan is er weer geen sprake van gebruik.

Onvrijwillige leegstand

In het betreffende geval was sprake van onvrijwillige leegstand. Ook werden er geen werkzaamheden verricht om het pand weer in gebruik te kunnen nemen. Het pand werd dan ook niet aangehouden ter bevrediging van de eigen behoefte van de eigenaar en duurzaam gebruik door hem viel niet meer te verwachten. Het Hof kwam op basis hiervan tot de conclusie dat de aanslag gebruikersheffing ozb onterecht was opgelegd.

Geen rioolrecht, wel zuiveringsheffing

Ook de aanslag rioolrecht verdween in de prullenmand, omdat volgens het Hof ook voor deze heffing niet kon worden gesproken van ‘gebruik’. 

Dat was anders voor de aanslag zuiveringsheffing. Deze bleef gehandhaafd, omdat hiervoor de beschikkingsmacht over het pand voldoende is en niet vereist is dat de ruimte ook daadwerkelijk wordt gebruikt.

Controleer uw inschrijving bij de KVK

By nieuws

De Kamer van Koophandel, KVK, past begin september 2025 de SBI-codes in het Handelsregister aan. Daarom is het advies uw inschrijving bij de KVK te controleren.

SBI-codes

Typen

Uw onderneming heeft in het Handelsregister één of meer SBI-codes. Deze codes geven aan wat de activiteiten van uw onderneming zijn. Elke bedrijfsactiviteit kent een aparte SBI-code.

Nut SBI-codes

De SBI-codes worden door verschillende instanties gebruikt. Daarom is het belangrijk dat in het Handelsregister de juiste SBI-codes zijn vermeld. Daarmee voorkomt u dat bijvoorbeeld een vergunning ten onrechte wordt geweigerd of een bank geen lening aan u wil verstrekken.

Let op! De KVK heeft op de website nog meer uitleg gegeven waarom het belangrijk is dat de juiste SBI-codes zijn opgenomen in het Handelsregister.

Aanpassing SBI-codes

Van 5 tot en met 7 september 2025 vervangt de KVK waar nodig in het Handelsregister de huidige SBI-codes door een of meerdere nieuwe codes. Het is belangrijk om daarna te controleren of in het Handelsregister de juiste SBI-codes bij uw onderneming zijn opgenomen.

Let op! De nieuwe SBI-codes kunt u hier opzoeken. Ook de huidige SBI-codes die dateren uit 2008 kunt u daar nog terugvinden.

Wat verandert er?

Codes die nu uit vier cijfers bestaan, worden omgebouwd tot vijf cijfers door toevoeging van een extra nul. Sommige codes veranderen helemaal. Verder zijn er geen aparte codes meer voor online verkoop of verkoop via een fysieke winkel. Er zijn ook nieuwe codes, bijvoorbeeld een code voor ‘bemiddeling en tussenpersonen’. Onder deze code vallen marktplaatsen en vergelijkingssites.

Let op! Kijk voor meer wijzigingen hier.

Wijzig uw bankrekeningnummer bij de Belastingdienst online

By nieuws

Als u uw motorrijtuigenbelasting, voorlopige aanslag inkomstenbelasting of voorlopige aanslag Zorgverzekeringswet betaalt via een automatische incasso, kunt u voortaan uw bankrekeningnummer online inzien en wijzigen.

Overzicht betalen en ontvangen

Sparen

De wijzigingsmogelijkheid is opgenomen in het overzicht ‘betalen en ontvangen’, dat een onderdeel is van uw persoonlijke site op Mijn Belastingdienst. In dit overzicht kunt u zien welke bedragen u voor een aantal belastingen en toeslagen nog aan de Belastingdienst moet betalen en welke u nog ontvangt.

Efficiency

De nieuwe mogelijkheid is een stuk efficiënter. Tot nu toe moest voor een wijziging van het rekeningnummer een machtigingsformulier worden aangevraagd, dat na invulling van de benodigde gegevens moest worden opgestuurd. Nu is nog slechts uw DigiD en uw bankapp nodig.

Wijziging per direct

Een wijziging van het bankrekeningnummer treedt per direct in werking. Het is nog niet mogelijk een latere ingangsdatum in te voeren. Het kan echter voorkomen dat een afschrijving nog van het oude bankrekeningnummer plaatsvindt als een wijziging vlak vóór het moment van afschrijving is doorgegeven. In dat geval zal vanaf de volgende afschrijving het nieuwe bankrekeningnummer worden gebruikt. 

Let op! Het inzien en wijzigen van een bankrekeningnummer kan ook worden gedaan door een gemachtigde.

Bevestiging

U krijgt direct te zien of een wijziging gelukt is, of dat de Belastingdienst dit nog aan het verwerken is. In dat geval kunt u op een later moment de wijziging nog eens controleren. U ontvangt ook altijd een schriftelijke bevestiging. 

Tip! Online wijzigen is niet verplicht, dus u kunt desgewenst wijzigingen ook schriftelijk door blijven geven.

Wat zijn de verwachtingen voor Prinsjesdag 2025?

By nieuws

Hoewel het kabinet demissionair is, zullen op Prinsjesdag 2025 gewoon nieuwe wetswijzigingen worden voorgesteld. Er zijn op dit moment geen maatregelen controversieel verklaard, wat betekent dat het demissionaire kabinet alle eerder aangekondigde plannen bij de Tweede en Eerste Kamer kan voorleggen. Wat kunt u verwachten? Een korte opsomming van een aantal van deze voorstellen.

1. 52% belasting over de auto van de zaak met CO2-uitstoot?

Prinsjesdag

Het plan is om op Prinsjesdag 2025 een 52% pseudo-eindheffing voor een auto met CO2-uitstoot in de loonbelasting in een wetsvoorstel op te nemen. Als dit plan doorgaat, is een werkgever vanaf 2027, als hij aan een werknemer een auto van de zaak ter beschikking stelt, 52% belasting verschuldigd over de bijtelling van de auto van de zaak. De pseudo-eindheffing geldt niet als de auto geen CO2 uitstoot of als de auto niet voor privégebruik ter beschikking wordt gesteld.

2. Wijzigingen minimumloon

De verwachting is dat op Prinsjesdag 2025 een aantal wijzigingen met betrekking tot het minimumloon wordt voorgesteld. In de Voorjaarsnota 2025 was namelijk al afgesproken om het minimumjeugdloon per 1 januari 2027 voor een 20-jarige te verhogen van 80 naar 87,5%, voor een 19-jarige van 60 naar 75%, voor een 18-jarige van 50 naar 62,5%, voor een 17-jarige van 39,5 naar 50% en voor een 16-jarige van 34,5 naar 40% van het wettelijk minimumloon voor werknemers van 21 jaar en ouder.

Begin juli 2025 kondigde de demissionaire minister van OCW aan om vanaf 2027 ook de zogenaamde bbl-loonstaffel af te schaffen. Studenten die een beroepsbegeleidende leerweg op het mbo volgen, krijgen dan vanaf 2027 ook recht op het volledige minimumjeugdloon dat hoort bij hun leeftijd.

Verder heeft het kabinet voorgesteld om het percentage dat werkgevers voor huisvestingskosten mogen inhouden op het minimumloon vanaf 2026 jaarlijks te verlagen met 5%.

3. Hoger forfait overige bezittingen en lager heffingsvrij vermogen in box 3

Al meerdere keren aangekondigd en op Prinsjesdag 2025 dus verwacht, is de verhoging in 2026 en 2027 van het forfaitair rendement voor overige bezittingen in box 3 naar 7,78%. Ook aangekondigd is de verlaging van het heffingsvrije vermogen van € 57.684 (in 2025) naar € 51.396 in 2026 en 2027.

4. Andere wijzigingen inkomstenbelasting

Ook in de inkomstenbelasting wordt een aantal wijzigingen met Prinsjesdag 2025 verwacht. Zo is de verlaging van de stakingsaftrek van € 3.630 naar € 908 aangekondigd en de volledige afschaffing hiervan per 2030. Ook wil men per 2027 de meewerkaftrek verminderen met 75% en per 2030 volledig afschaffen. Daarnaast is aangekondigd dat de belastingschijven en heffingskortingen minder gecorrigeerd worden voor de inflatie (de inflatiecorrectie wordt maar voor 46,2% in plaats van 51% toegepast).

5. Ongelijke verdeling goederengemeenschap en verrekenbeding fiscaal aangepakt

In het Belastingplan 2026 zal een wetswijziging worden opgenomen die ervoor zorgt dat schenk- of erfbelasting wordt geheven bij elke ontbinding van een huwelijksgoederengemeenschap of bij elk toegepast verrekenbeding, waarbij aan een partner meer toekomt dan de helft van de gemeenschap of de te verrekenen som. Aanleiding is een arrest van de Hoge Raad, waarbij de uitkomst was dat een ongelijke verdeling van 90%-10% niet in strijd was met de wet. Het inmiddels demissionaire kabinet vindt dit ongewenst. Hoewel de constructie die het kabinet wil bestrijden gaat om wijzigingen van goederengemeenschappen en verrekenbedingen in het zicht van overlijden, pakt het kabinet met deze wetswijziging alle ongelijke verdelingen aan. Dit geldt dus ook voor verdelingen die niet gemaakt zijn in het zicht van overlijden.

Let op! Alleen ongelijke verdelingen die in de goederengemeenschap of een verrekenbeding zijn overeengekomen vóór 18 april 2025 worden niet door de wetswijziging getroffen.

6. Versoepeling pseudo-eindheffing RVU verlengd tot en met 2028

In de Voorjaarsnota 2025 was een versoepeling pseudo-eindheffing RVU opgenomen. Het voorstel hiertoe wordt op Prinsjesdag 2025 verwacht. De versoepeling houdt in dat tot een bedrag van de drempelvrijstelling (in 2025 € 2.273 per maand) geen 52% pseudo-eindheffing verschuldigd is. Het plan is om deze versoepeling met drie jaar te verlengen tot en met 2028. Voorwaarde is dat de RVU’s beheerst en gerichter worden ingezet voor werknemers die door de zwaarte van hun werk niet gezond kunnen doorwerken tot de AOW-leeftijd. Daarnaast is budget opgenomen om de drempelvrijstelling met € 300 per maand te verhogen.

Let op! Ter dekking van de verlenging en de verhoging neemt de pseudo-eindheffing vanaf 2026 in stappen toe tot 65% in 2028.

7. Geen btw-verhoging cultuur, sport en media

Eind vorig jaar werd de btw-verhoging van 9 naar 21% op cultuur, sport en media aangenomen. Deze btw-verhoging zou ingaan per 1 januari 2026. Aangekondigd is dat op Prinsjesdag 2025 een wetswijziging aan de Tweede Kamer wordt aangeboden waarin deze btw-verhoging weer wordt teruggedraaid. Het btw-tarief blijft dan vanaf 1 januari 2026 9%.

Let op! De btw-verhoging op het kort verblijf in het kader van hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf gaat wel door. Vanaf 1 januari 2026 geldt hier een btw-tarief van 21% in plaats van 9%.

Let op! De hiervoor beschreven voorstellen zijn een selectie van verwachte wetswijzigingen. Deze zijn bovendien nog (lang) niet definitief. Zo moeten ze op Prinsjesdag 2025 eerst nog aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Daarna moeten de voorstellen ook nog door zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden goedgekeurd.