Skip to main content
Category

nieuws

Vrijwillige standaard duurzaamheid voor het mkb

By nieuws

De Europese Commissie heeft een vrijwillige standaard gepresenteerd voor het mkb om informatie omtrent duurzaamheid bij te houden en aan te kunnen leveren. Het is de bedoeling met deze standaard de administratieve lasten voor het mkb te beperken.

Informatie omtrent duurzaamheid

EU

Grote ondernemingen en financiële instellingen zijn verplicht in hun verslaglegging de CSRD-richtlijn, Corporate Sustainability Reporting Directive, te verwerken. Voor zover zij zaken doen met het mkb, kunnen ze hen verzoeken om informatie inzake duurzaamheid te verstrekken. Met de nieuwe vrijwillige standaard wordt het voor het mkb eenvoudiger aan deze verzoeken te voldoen.

Verzoeken baseren op nieuwe standaard

De vrijwillige standaard is ontwikkeld door het technische adviesorgaan van de Europese Commissie dat gaat over verslaggeving inzake duurzaamheid (EFRAG). De Europese Commissie moedigt grote bedrijven en financiële instellingen dan ook aan om informatieverzoeken inzake duurzaamheid aan het mkb zoveel mogelijk te baseren op deze nieuwe vrijwillige standaard. 

Vrijwillig rapporteren als optie

De Europese Commissie geeft aan dat het mkb ook vrijwillig kan rapporteren inzake duurzaamheid, om zodoende eenvoudiger toegang te krijgen tot duurzame financiering. Bijkomend effect, aldus de EC , is dat er meer inzicht wordt verkregen in de eigen prestaties met betrekking tot duurzaamheid, zodat men deze beter kan monitoren en het concurrentievermogen wordt vergroot. 

Wanneer krijgt u een brief over box 3 van de Belastingdienst?

By nieuws

De Belastingdienst stuurt iedereen die – volgens de systemen – een beroep mag doen op de tegenbewijsregeling box 3 een brief. Wat soort brieven kunt u verwachten, wanneer kunt u die verwachten en wat is de reactietermijn?

Tegenbewijsregeling box 3

Overheid

De Hoge Raad oordeelde in 2024 dat u in box 3 het – door de Hoge Raad gedefinieerde – werkelijke rendement in aanmerking mag nemen als dit lager is dan het wettelijk vastgestelde rendement. De Hoge Raad gaf aanwijzingen hoe u dit werkelijke rendement moet berekenen.

Vanaf juli 2025 geldt de Wet tegenbewijsregeling box 3, welke is gebaseerd op de aanwijzingen van de Hoge Raad. Is uw werkelijke rendement lager dan het wettelijk vastgestelde rendement, dan kunt u mogelijk een beroep doen op deze tegenbewijsregeling.

Brieven Belastingdienst

De Belastingdienst stuurt u een brief als u een beroep mag doen op de tegenbewijsregeling box 3. Staat uw aanslag IB nog niet definitief vast, dan ontvangt u een zogenaamde attentiebrief. Staat uw aanslag IB wel al definitief vast, maar diende u tijdig bezwaar in of verzocht u om ambtshalve vermindering, dan ontvangt u een zogenaamde motiveringsbrief.

Let op! Staan over meerdere jaren uw aanslagen IB nog niet vast, dan zult u ook meerdere attentiebrieven van de Belastingdienst ontvangen (voor elk jaar één). Heeft u meerdere bezwaren of verzoeken om ambtshalve vermindering gedaan, dan ontvangt u één brief.

Wanneer kunt u de brieven verwachten?

De Belastingdienst stuurt de motiveringsbrieven tussen 15 juli en 3 oktober 2025. De planning voor de attentiebrieven staat nog niet vast. Voor het belastingjaar 2022 worden deze attentiebrieven vanaf juli 2025 verzonden, voor het belastingjaar 2023 vanaf september 2025 en voor het belastingjaar 2020 vanaf oktober 2025. Voor de belastingjaren 2021 en 2024 is de planning nog niet bekend.

Let op! Heeft u een attentiebrief voor een belastingjaar ontvangen, dan ontvangt u pas een attentiebrief voor een ander belastingjaar als de Belastingdienst het eerste belastingjaar helemaal heeft afgewikkeld.

Reactietermijn

Om een beroep te doen op de tegenbewijsregeling, moet u verplicht gebruikmaken van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (OWR). Na ontvangst van een motiveringsbrief, moet dit formulier binnen 12 weken bij de Belastingdienst ingediend worden. Na ontvangst van een attentiebrief bedraagt deze termijn 12 weken als u zelf uw aangifte IB indiende, dit is 26 weken als een belastingadviseur uw aangifte IB indiende.

Let op! Wilt u dat wij het OWR-formulier voor u invullen? Lever de attentiebrief/brieven en/of motiveringsbrieven dan zo snel mogelijk bij ons in. De Belastingdienst verleent namelijk geen uitstel voor het indienen van het OWR-formulier.

Reactie Belastingdienst

De Belastingdienst geeft aan niet precies te kunnen zeggen wanneer er een reactie wordt gegeven op een ingediend OWR-formulier. De verwachting is dat vanaf eind 2025 de eerste berichten verzonden worden. De Belastingdienst geeft op dit moment echter zelf aan dat het tot in 2030 kan duren voordat er een bericht komt.

Meer informatie

Heeft u vragen over de tegenbewijsregeling box 3, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Lever nu uw voorstel in voor de Energielijst

By nieuws

Handelt u in energiebesparende producten, dan kunt u nog tot en met 1 september 2025 een voorstel indienen om één of meer producten per 2026 op de Energielijst te krijgen. Alleen producten die op de Energielijst staan, komen in aanmerking voor de Energie-investeringsaftrek, EIA.

Energie-investeringsaftrek (EIA)

Lamp

De EIA is een extra aftrek op de winst voor ondernemers die investeren in nieuwe,  energiebesparende producten. De extra aftrek bedraagt in 2025 40%. De EIA kent enkele voorwaarden. Zo moet het investeringsbedrag minstens € 2.500 bedragen tot maximaal € 151 miljoen. Het fiscale voordeel dat uw afnemer ontvangt is uiteraard interessant voor u als leverancier van het betreffende product.

Voorstelformulier

Als u een product op de Energielijst wilt plaatsen, moet u hiervoor een voorstelformulier gebruiken. U vindt dit op RVO.nl. In dit voorstel moet u onder meer uitgebreid uw product omschrijven. Ook is vereist dat u de terugverdientijd van uw product aangeeft. Deze kunt u berekenen via de besparing ten opzichte van het best vergelijkbare alternatief en de energieprijzen die op de Energielijst staan vermeld.

Let op! Uw voorstel moet u uiterlijk 1 september 2025 mailen naar .

Wijzigingen in gecombineerde opgave uiterlijk 1 of 15 oktober 2025

By nieuws

Een agrarisch ondernemer moet elk jaar de gecombineerde opgave indienen. Dit jaar kon dat van 1 maart tot en met 15 mei. Wilt u nog iets wijzigen? Dan kan dat nog tot en met 1 of 15 oktober 2025.

Gecombineerde opgave

Agrarisch

U doet de gecombineerde opgave voor het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB), de meststoffenwet, de landbouwtelling, de CO2-regeling voor de glastuinbouw, andere emissieberekeningen en het diergezondheidsfonds (DGF). De gecombineerde opgave moest uiterlijk 15 mei 2025 binnen zijn.

Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB)

Bij een opgave na 15 mei 2025 voor het GLB, wordt de aanvraag afgewezen. Deed u de opgave wel op tijd, dan heeft u nog tot en met 15 oktober 2025 om wijzigingen in de bedrijfssituatie door te geven. Zie voor meer informatie de website van RVO.nl.

Meststoffenwet

Ook gegevens voor het mestbeleid kunt u nog aanpassen. Voor het vanggewas na mais heeft u hiervoor tot en met 1 oktober 2025. Voor het vanggewas op zand- en lössgrond is de deadline 15 oktober 2025.

Let op! Als u te laat uw gegevens doorgeeft, kunt u een boete krijgen.

Landbouwtelling, CO2-regeling voor glastuinbouw en andere emissieberekeningen

Gaf u nog geen gegevens voor de landbouwtelling door of wilt u gegevens veranderen? Dan kan dit nog tot en met 15 oktober 2025. Dit geldt ook voor het aardgasverbruik dat een glastuinder met verwarmde kassen moet opgeven. Ook gegevens voor de berekening van de uitstoot van ammoniak, broeikasgassen en fijnstof kunt u nog tot en met 15 oktober 2025 aanpassen.

Diergezondheidsfonds (DGF)

Als u in uw opgaaf aangaf geen vergoeding te willen uit het DGF, dan kunt u dit nog tot en met 15 oktober 2025 aanpassen.

Recht op belastingrente bij tegenbewijsregeling box 3?

By nieuws

In bepaalde gevallen vergoedt de Belastingdienst belastingrente als u belasting terugkrijgt vanwege een geslaagd beroep op de tegenbewijsregeling box 3. Wanneer is dat het geval?

Tegenbewijsregeling box 3

Overheid

Is uw werkelijke rendement berekend volgens de Wet tegenbewijsregeling box 3 lager dan het wettelijk vastgestelde rendement in box 3? Dan kunt u, onder voorwaarden, door het indienen van het formulier Opgaaf Werkelijk Rendement (het OWR-formulier) een beroep doen op de tegenbewijsregeling. Bij een geslaagd beroep, krijgt u inkomstenbelasting terug van de Belastingdienst.

Belastingrente

In bepaalde gevallen krijgt u ook belastingrente over uw belastingteruggaaf. Dit is het geval als uw aanslag nog niet definitief is opgelegd, de gegevens van het OWR-formulier in uw definitieve aanslag worden verwerkt en dit leidt tot een belastingteruggaaf.

Let op! Hierop gelden twee uitzonderingen. Als de Belastingdienst andere correcties aanbrengt ten opzichte van uw ingediende aangifte, ontvangt u geen belastingrente. Verder vergoedt de Belastingdienst ook geen belastingrente als de aanslag is opgelegd binnen 13 weken na indienen van de aangifte.

Tip! Gezien de hoge belastingrentepercentages van de afgelopen jaren en de lange tijd dat bepaalde aangiften al bij de Belastingdienst liggen, kan de te vergoeden belastingrente behoorlijk oplopen!

Geen belastingrente

Dient u het OWR-formulier in na ontvangst van uw definitieve aanslag, dan krijgt u geen belastingrente vergoed. De Belastingdienst vergoedt bij vermindering van de definitieve aanslag namelijk nooit belastingrente en wijkt daar voor de OWR-formulieren helaas niet van af.

Let op! Als aan u in een eerder stadium belastingrente in rekening is gebracht, wordt deze wel evenredig verminderd als uw aanslag verminderd wordt door het OWR-formulier.

Meer informatie

Heeft u vragen over de tegenbewijsregeling box 3 en de belastingrente, neem dan contact op met een van onze adviseurs.

Kabinet vermindert regeldruk bedrijven: 500 regels minder

By nieuws

Het huidige kabinet zet nu in op het op korte termijn verminderen van regeldruk. Zo moet halverwege 2026 de druk van 500 regels zijn verminderd of moeten deze zijn geschrapt.

Regelgeving kost ondernemers namelijk vaak onnodig veel tijd en geld. De kosten ervan zijn de laatste jaren zelfs met € 731 miljoen gestegen, hetgeen ten koste is gegaan van de concurrentiepositie van Nederland.

Aanpak regelgeving

Handen schudden

Het aanpakken van de regelgeving moet vóór eind 2026 een kostenbesparing van 20% hebben opgeleverd. Zo wordt onder meer de pas vorig jaar ingevoerde rapportageverplichting werkgebonden personenmobiliteit (WPM) aangepakt, waarbij werkgevers moeten aangeven hoe het woon-werkverkeer en het zakelijk reisgedrag van werknemers eruitziet.

Ook de wetgeving inzake privacy, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de enquêtedruk van het CBS, de regels betreft re-integratie van zieke werknemers en het aanwijzen en melden van een leidinggevende in de horeca staan gepland om herzien te worden zodat minder regeldruk ontstaat. 

Taskforce

Er wordt ook een taskforce aangesteld die voorstellen kan doen de regeldruk te verminderen. Hier zullen ondernemers, vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven en beleidsmakers in deelnemen. Zij kunnen bijvoorbeeld afspraken maken met sectoren of uitzonderingen invoeren voor het mkb. Ook kunnen zij voorstellen doen voor alternatieven voor bepaalde regels.

Voorts zal op de eerstvolgende Ondernemerstop de vermindering van de regeldruk centraal staan en geprobeerd worden om hiervoor oplossingen aan te dragen.

Vertrouwen

Het kabinet wil in plaats van regels vaker toe naar vertrouwen in de ondernemer. Daarbij zal wel harder moeten worden opgetreden daar waar dit vertrouwen wordt geschaad. Het kabinet wil zo in ieder geval het investeringsklimaat en het verdienvermogen van Nederland verbeteren. Een onafhankelijk adviseur is gevraagd hierover vóór 2027 een advies te schrijven.

Wijzigingen huurtoeslag per 2026

By nieuws

Vanaf 2026 wordt de huurtoeslag op een aantal punten gewijzigd. De wijzigingen zullen vaak voordelig, maar soms ook nadelig uitpakken. Wat zijn de wijzigingen?

Maximale huurgrens verdwijnt

Woning

Vanaf 2026 geldt er geen maximale huurgrens meer die aangeeft tot welke huur de huurtoeslag verkregen kan worden. De maximale huurgrens blijft wel bestaan voor de berekening van de huurtoeslag. Dit betekent dat wanneer meer huur betaald wordt dan de huurgrens, over het deel boven deze grens geen huurtoeslag verkregen wordt. De maximale huurgrens bedraagt dit jaar (2025) € 900,07 en zal per 2026 worden geïndexeerd.

Wijziging jongerenhuurgrens en verlaging leeftijd

Voor jongeren geldt een speciale maximale huurgrens. Ook voor deze jongeren gaat gelden dat boven deze maximale huurgrens huurtoeslag verkregen kan worden. de toeslag wordt echter berekend  tot het bedrag van de maximale huurgrens voor jongeren. Die bedraagt in 2025 € 477,20. Ook deze huurgrens wordt per 2026 hoogstwaarschijnlijk geïndexeerd.

Een andere wijziging betreft de leeftijd tot waar de jongerenhuurgrens geldt. Dit is nu nog 23 jaar, maar wordt vanaf 2026 verlaagt naar 21 jaar.

Let op! Per 2026 geldt vanaf 21 jaar voortaan dus de normale maximale huurgrens.

Geen huurtoeslag meer over servicekosten

Over gemeenschappelijke servicekosten kan nu nog huurtoeslag verkregen worden, maar vanaf 2026 niet meer. Het betreft de servicekosten voor het schoonmaken van gemeenschappelijke ruimtes, de energiekosten van deze ruimtes, de kosten van een huismeester en de kosten voor dienst- en recreatieruimtes. Vanaf 2026 wordt de huurtoeslag dus berekend over de kale huurprijs.

Geleidelijke afbouw

De huurtoeslag wordt vanaf 2026 lineair afgebouwd bij een stijging van het inkomen. Dit betekent dat de huurtoeslag vanaf 2026 in stappen wordt afgebouwd en komt dus niet meer plotseling te vervallen.

Let op! De wijzigingen zijn al door de Tweede en Eerste Kamer goedgekeurd en dus definitief.

Geen kosten bij niet gebruik automatische incasso

By nieuws

Als u akkoord gaat met de automatische incasso van een belastingschuld, kunnen in beginsel geen kosten worden berekend als hiervan geen gebruik wordt gemaakt. Ook dient duidelijk aangegeven te worden of al dan niet gebruik kan worden gemaakt van uitstel van betaling.

Automatische incasso

Geld

In een arrest van het gerechtshof Amsterdam was aan een belastingplichtige een aanslag WOZ en rioolheffing opgelegd. De belastingplichtige had hiertegen bezwaar gemaakt, maar niet om uitstel van betaling gevraagd. Hij was verder akkoord gegaan met inning van het bedrag via een automatische incasso.

Direct betalen

In de uitspraak op bezwaar is vermeld dat een resterend nog te betalen bedrag bij gebruik van automatische incasso direct moet worden betaald na de laatste betalingstermijn. Omdat betaling uitbleef, volgde een aanmaning plus kosten voor het resterende bedrag. Vier dagen later volgde zelfs een dwangbevel met kosten.

Aanmaning en dwangbevel onterecht

Het Hof acht de aanmaning en het dwangbevel onterecht. Belanghebbende heeft immers aangegeven te willen betalen via een automatische incasso en de ambtenaar heeft er zelf voor gekozen hier geen gebruik van te maken. Bovendien was niet om uitstel van betaling verzocht. Ook is niet kenbaar gemaakt dat ambtshalve uitstel van betaling zou zijn verleend voor de aanslag rioolheffing en evenmin dat dit uitstel zou zijn geëindigd. 

Het Hof acht ook van belang dat op het aanslagbiljet geen betalingstermijn stond, maar enkel data waarop de automatische incasso zou worden uitgevoerd. Gelet op deze tekortkomingen kon volgens het Hof van een aanmaning of een dwangbevel geen sprake zijn.

Kosten van uitgifte aandelen bv niet aftrekbaar

By nieuws

Als een bv aandelen uitdeelt aan zijn werknemers, zijn de kosten daarvan niet aftrekbaar. Dat is niet alleen het geval als er sprake is van verwatering van het aandelenbelang door de uitgifte van nieuwe aandelen, maar evenzo als er geen sprake is van verwatering. Ook als hiervoor een voorziening kan worden gevormd, zijn de hiermee gepaard gaande kosten niet aftrekbaar.

Aandelenplannen

Kantoor

In een zaak die voorkwam bij rechtbank Zeeland-West-Brabant, had een bv twee aandelenplannen voor zijn werknemers geïntroduceerd. Het ene plan was van toepassing op alle werknemers van de bv, het andere plan alleen op de directieleden. De bv had de kosten van de aandelen, de aankoopprijs, ten laste van de winst gebracht, maar de inspecteur ging hiermee niet akkoord.

Slechts bij verarming?

Voor de rechtbank voerde de bv aan dat de wettelijke aftrekbeperking van de aandelenplannen naar zijn mening niet van toepassing was op de door de bv zelf gekochte aandelen. Volgens de bv zou dit anders zijn bij de uitgifte van extra aandelen, omdat er dan slechts sprake was van verwatering van het aandelenbelang. Nu de bv de aandelen deels zelf had ingekocht, was er wel degelijk sprake van gemaakte kosten en dienden deze volgens de bv aftrekbaar te zijn.

Wetgever maakt geen onderscheid

De rechtbank ging hier echter niet in mee en stelde dat de wetgever geen onderscheid had gemaakt in soorten aandelen. De wettekst was volgens de rechtbank duidelijk, nu hierin werd gesteld dat de kosten van aandelen in de eigen bv of een hieraan verbonden bv niet aftrekbaar zijn.

Ratio ziet op situatie van verarming

De rechtbank is het echter met de bv eens dat de ratio van de wettelijke bepaling ziet op situaties waarin de bv niet verarmt door de uitgifte van de aandelen, omdat er slechts meer aandelen worden uitgegeven. Toch is de rechtbank van mening dat dit geen reden is de wettelijke tekst niet ten uitvoer te brengen. De kosten van de aandelenplannen zijn dan ook niet aftrekbaar, wat ook geldt voor een hiertoe gevormde voorziening.

Tip! Heeft u vragen over de introductie van aandelenplannen, neem dan contact op met uw adviseur.

Huurtoeslag niet terugbetalen ondanks te veel vermogen

By nieuws

Als u in relatie tot uw inkomen veel huur betaalt, kunt u recht hebben op huurtoeslag. Een van de voorwaarden is dat u niet over te veel vermogen beschikt. Toch kan het voorkomen dat u uw ontvangen huurtoeslag niet terug hoeft te betalen, ondanks dat u over meer vermogen beschikt dan toegestaan.

Huurtoeslag

Huurtoeslag

Of u recht heeft op huurtoeslag hangt in eerste instantie af van de hoogte van uw (gezamenlijke) inkomen en de hoogte van de huur. Daarnaast speelt ook uw vermogen een rol, hier geldt de zogenaamde vermogensgrens.

Als u voor 2025 huurtoeslag wilt ontvangen, mag u op 1 januari 2025 over maximaal € 37.395 aan vermogen beschikken. Heeft u een partner, dan is het maximale vermogen bepaald op het dubbele, dus € 74.790. Heeft u meer vermogen dan die voor uw persoonlijke situatie geldt, dan heeft u in 2025 geen recht op huurtoeslag.

Terugbetaling

Een huurder bracht een zaak voor de rechter, omdat de huurder vanwege de overschrijding van de vermogensgrens ruim € 4.800 aan huurtoeslag moest terugbetalen. Betrokkene beschikte namelijk op 1 januari van het betreffende jaar over € 25.083 aan vermogen, precies € 646 meer dan de destijds geldende vermogensgrens.

Foutje, bedankt!

Voor de rechter bleek dat het vermogen iets te hoog was als gevolg van een fout van de ziektekostenverzekeraar. Betrokkene was dat jaar van verzekeraar gewisseld en had de verschuldigde jaarpremie van € 1.497 op 31 december overgemaakt naar het door de nieuwe verzekeraar opgegeven banknummer. Dat nummer bleek echter niet bedoeld voor het betalen van de premie en dus werd de premie dezelfde dag teruggestort.

Evenredigheidsbeginsel geschonden

De rechters zijn op grond van deze feiten van oordeel dat de huurtoeslag niet hoeft te worden terugbetaald, omdat hierdoor het evenredigheidsbeginsel zou worden geschonden. Het terugvorderen van de huurtoeslag bij overschrijding van de vermogensgrens is op zich niet onevenredig, maar gelet op de specifieke omstandigheden wel. Daarbij achtten de rechters ook de medische beperkingen van betrokkene van belang, die een Wajong uitkering genoot.

Tip! Wilt u weten of u recht heeft op huurtoeslag? Maak dan hier een proefberekening.